Paragraaf 3.2: Amsterdam stapelmarkt van de wereld
1.De betekenissen van de volgende begrippen geven: stapelmarkt, moedernegotie, handelskapitalisme, commerciƫle landbouw, immigratie, inpolderen.
2.Uitleggen hoe Amsterdam het handelscentrum van de wereld werd.
3.Gevolgen van de immigratiestromen naar de Republiek benoemen.
4.Benoemen op welke drie gebieden de Republiek in de Gouden Eeuw opbloeide.
Paragraaf 3.3: De Oost en de VOC