OPS module 4: Kinderen die iets extra's nodig hebben

OPS module 4: Kinderen die iets extra's nodig hebben

Inleiding

In deze periode leer je over de verschillende doelgroepen bij gespecialiseerde opvang. De leerstof hierbij staat in het boek Gespecialiseerd pedagogisch medewerker PW, Deel B.

bol.com | Traject Welzijn - Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4  Werkboek |...

Thema 5, hoofdstuk 14

 

Elke les behandelen we een specifieke doelgroep. Tijdens deze periode maak je je eigen handboekje, dat je zelf kunt gebruiken als je in je klas kinderen tegenkomt die iets extra's nodig hebben.

Planning

Planning

VoordeBaas

Datum

Onderwerp

25 november

Ontwikkelingsproblemen, ontwikkelingsstoornissen en syndromen

Kinderen met een Aandachtstoornis (ADHD/ ADD)

2 december

Kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS)

9 december

Kinderen die Licht Verstandelijk Beperkt zijn (LVB)

16 december

Kinderen met een Zintuigelijke beperking (auditief/visueel)

23 december

Kinderen met een Obsessief Compulsieve Stoornis (OCD) of een angststoornis

13 januari

Kinderen met een Communicatiestoornis (TOS)

20 januari

Kinderen die hoogbegaafd  of hooggevoelig zijn

27 januari

Kinderen met trauma’s

3 februari

Deadline: afmaken tijdens de les en inleveren voor 23.59 uur

17 februari

Deadline verbeterde versie/herkansing

 

 

Werkwijze

Werkwijze

ADHD of gewoon druk? | Komt dat zien:

 

 

In deze periode krijgen jullie elke week les over kinderen met een bepaalde stoornis. We bespreken wat de oorzaken zijn, hoe je het herkent en wat deze kinderen nodig hebben. In de powerpoint en in de planning vind je welke bladzijden uit het boek bij de lesstof van de week horen.

In deze periode maak je een handboek voor jezelf.

In dit handboek staan alle ontwikkelingsstoornissen die we behandelen beschreven.

Je beschrijft van elke stoornis:

1. Wat het inhoudt/ welke kenmerken er zijn
2. Op welke signalen je moet letten bij de kinderen
3. Wat een kind van jou nodig heeft op de groep of in de klas.

Dit laatste onderdeel is belangrijk! Je werkt hierbij met een werkblad.

Je gaat hiervoor naast het boek ook informatie op internet zoeken. Vaak krijg je tips voor een site van je docent. Geef concrete voorbeelden en vergeet de bronvermelding niet!

Aan het einde van elke les wisselen we de belangrijkste tips uit in de klas. Je kan je eigen handboek dan eventueel nog aanvullen. Daarna lever je in wat je hebt gemaakt, ook als het nog niet helemaal af is. Zo kan je docent zien wat je hebt gedaan.

 

Aanwezigheid

Voor dit onderdeel geldt een aanwezigheidsplicht van 80%. Dit betekent dat je 2 lessen mag missen zonder dat je hiervoor werk hoeft in te halen. Als je meer lessen mist, haal je die zelfstandig in en je levert je werk voor de deadline in.

Heb je je werk niet op tijd ingeleverd? Dan kom je in de startshotweek terug om je handboek alsnog af te maken en in te leveren (herkansing).

Haal je geen voldoende in de herkansing of mis je beide deadlines? Dan kan je een ultieme kans aanvragen bij je slb'er. Dit doe je schriftelijk. De slb'er overlegt met het team of je deze kans nog krijgt, of dat je volgend schooljaar het onderdeel opnieuwe gaat volgen.

 

Beoordeling

Jouw handboek wordt als volgt beoordeeld:

 

1. Het is compleet (alle onderdelen staan erin)

2. Bij elke stoornis staat in eigen woorden uitgelegd:

  • Wat het inhoudt
  • Op welke signalen je op moet letten bij kinderen in de klas/op de groep. Wat zou je aan deze kinderen kunnen merken als je ze observeert? Wat zijn de dingen waar deze kinderen moeite mee kunnen hebben (sociaal, emotioneel, cognitief, motorisch)
  • Welke aandachtspunten er zijn voor een kind met de stoornis/beperking

3. Je handboek is voorzien van een voorkant en een inhoudsopgave

4. Je handboek is overzichtelijk

5. Alles is in eigen woorden uitgelegd

 

1. Ontwikkelingsproblemen en kinderen met een aandachtsstoornis

Kinderen met een aandachtsstoornis

Er zijn kinderen die moeite hebben met concentratie, stilzitten, focussen en onthouden. 'Hij luistert niet' is een veelgehoorde klacht bij hen. Het zijn kinderen bij wie veel prikkels binnenkomen, die slecht geordend worden. Bij een aantal van deze kinderen is dit zo duidelijk aanwezig dat we spreken van ADHD of ADD.

Een kind met ADHD (attention Deficent Hyperactivity Disorder) heeft:

  • Moeite met concentratie
  • Veel bewegingsonrust en energie, ze bewegen veel en onrustig en praten veel
  • Moeite met ordenen en organiseren
  • Moeite met prikkels van andere kinderen

Deze kinderen denken creatief: doordat ze veel associëren kunnen ze buiten de gebaande paden denken. Geef een jong kind met ADHD en je zal verbaasd zijn wat je er allemaal mee kan!

Kinderen met ADD hebben dezelfde innerlijke onrust, moeite met concentratie, ordenen en organiseren, maar gedragen zich heel anders. Ze hebben niet dezelfde bewegingsdrang en lijken eerder dromerig, afwezig en stil.

Kinderen met ADHD en ADD kunnen zich trouwens prima concentreren op activiteiten die ze zelf bedenken en leuk vinden. Het gaat om omgaan met uitleg, instructie en opdrachten die een ander voor ze bedenkt.

 

 

2. Kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis

3. Kinderen met een licht verstandelijke beperking

4. Kinderen met een zintuigelijke beperking

5. Kinderen met OCS of een angststoornis

KInderen met een obsessieve compulsieve stoornis

OCS staat ook wel bekend als 'dwangstoornis

Kinderen die dit hebben, hebben last van dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies)

Dwanghandelingen zijn handelingen die eindeloos herhaald worden, zonder dat het zin heeft. Bijvoorbeeld: eindeloos handen wassen of het steeds moeten aanraken van bepaalde voorwerpen.

Het onderliggende gevoel bij dwang is een enorme angst. ''Als ik dit niet doe, dan word ik panisch van angst.' Je kunt je voorstellen dat dit een grote invloed heeft op het leven van een kind en zijn omgeving. Vaak groeien de dwanghandelingen als er geen behandeling is.

Begeleiding

Een kind met OCS heeft zeker specialistische hulp nodig. Wat je kunt doen als onderwijsassistent is:

* het kind tijd geven

* het kind positief benaderen

* het kind steunen.

Hoe meer zelfvertrouwen het kind krijgt, hoe beter het zal gaan!

Kinderen met een angststoornis

 

Een angststoornis is een psychische aandoening waarbij de angst geen reële basis heeft en het kind sociale problemen ondervindt door de angst.

 Een angst is iets anders dan bang zijn voor iets. Een angst komt van binnenuit en hoeft niet te komen doordat er in de werkelijkheid iets gevaarlijks is waar je bang voor moet zijn omdat het onveilig is.

Paniekstoornis

Als kinderen een paniekstoornis hebben kunnen ze aanvallen hebben van paniek: een totaal verlies van controle. Ze voelen dan bijv. hartkloppingen, trillen, zijn duizelig of misselijk en voelen zich onwerkelijk. Paniek kan in iedere situatie op elk moment toeslaan, dat is anders dan bij een fobie.

Fobie

Een kind heeft een fobie als het irreële angsten heeft voor bepaalde situaties, voorwerpen of dieren. Dit maakt dat het kind deze situatie helemaal probeert te vermijden. Een paar voorbeelden van fobieën zijn:

* enkelvoudige fobie: dit is gericht op 1 voorwerp of dier, bijv. angst voor vlinders, of claustrofobie (angst voor kleine ruimtes)

* agorafobie = ruimte of pleinvrees. Dit is angst voor situaties waarin je tussen de mensen bent en niet gemakkelijk weg kunt.

* sociale fobie: angst om afgekeurd te worden is zo groot dat iemand sociaal contact uit de weg gaat.

*PTSS: angst en herbelevingen na een traumatische ervaring, concentratieproblemen, vermijden van situaties die met het trauma te maken hebben. Hiervoor smoesjes verzinnen (bijv. steeds naar de wc)

Oorzaken van angststoornissen

* Aangeboren: de een is er meer vatbaar voor dan de ander

* Aangeleerde angst: veel angstige kinderen hebben ook angstige ouders

* Eigen ervaringen: bijv. als een kind een keertje door een hond is gebeten kan hij angst ontwikkelen voor honden

 

Begeleiding van kinderen met een angststoornis

Een kind met een angststoornis wil de situatie die angst oproept het liefst vermijden. Dit is geen goed idee. Je moet het kind in kleine stapjes door de angstige situatie heen leiden:

* geef vertrouwen dat je gelooft dat hij de situatie aankan

* praat rustig

* blijf positief

Zorg ervoor dat het kind kleine overwinningen kan beleven, zodat zijn vertrouwen groeit!

 

 

 

6. Kinderen met een communicatiestoornis

Communicatiestoornissen

 

Hier is sprake van als een kind niet in staat is om adequaat informatie te geven of te begrijpen. Dit komt dan doordat een orgaan of lichaamsfunctie niet goed functioneert.

Communicatiestoornissen hebben gevolgen voor de taal-en spraakontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en het verwerken van informatie.

Twee vormen van communicatiestoornis

1. spraakstoornissen: het gaat om de klanken en zinnen die je uitspreekt. Bijvoorbeeld: articulatieproblemen of problemen met vloeiend praten zonder hakkelen. Dit is werk voor een logopedist.

2. taalstoornissen: het gaat hierbij om taal in je interactie met anderen. Een kind kan dan bijvoorbeeld niet goed begrijpen wat anderen zeggen, niet goed antwoord geven op vragen, niet goed begrijpen wat hij leest of niet goed vertellen wat hij heeft meegemaakt of wil.

Bij kinderen met een communicatiestoornis ligt frustratie op de loer. Je kunt je vast wel voorstellen hoe frustrerend het moet zijn als anderen jou niet begrijpen of jij hen niet.

Oorzaken van een communicatiestoornis

Dit kan zijn: gehoorverlies, NAH, neurologische aandoening, autisme, syndromen

Begeleiden

Kinderen met een communicatiestoornis hebben sowieso logopedie nodig. De instantie die hier deskundig in is is Kentalis. Er is speciaal basisonderwijs voor kinderen met een communicatiestoornis. Dit zit in cluster 2. Kinderen kunnen vanuit dit cluster ook ambulante hulp op een reguliere basisschool krijgen. Er is dan een diagnose nodig.

Tips voor de begeleiding in de klas:

* Geef veel visuele ondersteuning, liefst met picto's. Denk aan dagritme, maar ook bij het vertellen (wanneer, waar, wat, hoe- kaarten, zodat een kind weet wat hij moet vertellen)

* Gebruik ondersteunende gebaren

* Ondersteun sociaal emotioneel door tekenen. Bijvoorbeeld: teken een conflict met een ander kind en schrijf hier woorden bij.

* Geef het kind veel tijd om te reageren of iets in zich op te nemen

* Er bestaan prentenboeken over kinderen die moeiljk praten. Lees er eens eentje in de kring en laat kinderen er met elkaar over praten, zodat er begrip over is.

 

7. Kinderen die hoogbegaafd of hoogsensitief zijn

8. Kinderen met een trauma

Kijk op de volgende site wat je te weten kunt komen over kinderen met een trauma:

https://gedragsproblemenindeklas.nl/gedragsproblemen/traumasensitief-onderwijs/#Trauma

https://www.lowan.nl/po/kwaliteitszorg/welbevinden/ (even doorscrollen naar het verhaal van mohammed en wat daaronder staat!)

 

* wanneer is er sprake van een trauma?

* hoe kan een kind reageren in de klas? Waar kan je het aan zien?

* wat kan je doen om dit kind zich veilig te laten voelen in de klas?

  • Het arrangement OPS module 4: Kinderen die iets extra's nodig hebben is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Laura Beeftink
    Laatst gewijzigd
    2022-11-28 14:23:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze module gaat over kinderen met een extra zorgvraag. Je vindt ze in de gespecialiseerde opvang en het speciale basisonderwijs, maar ook in de reguliere opvang en basisonderwijs
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Beeftink, Laura. (2022).

    OPS leerjaar 2 periode 7: Doelgroepen Gespecialiseerde Opvang

    https://maken.wikiwijs.nl/172974/OPS_leerjaar_2_periode_7__Doelgroepen_Gespecialiseerde_Opvang

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.