Welkom in deze digitale leeromgeving! Je vindt hier informatie, filmpjes, opdrachten en toetsen over hoofdletters en leestekens. Het programma bestaat uit drie lessen. Als je het programma doorloopt, leer je deze tekens correct toe te passen. Ook leer je wat een zin is en waarom leestekens nodig zijn.
Les 1
In les 1 ga je nadenken over het nut van leestekens en hoofdletters; waarom gebruiken we ze eigenlijk?
Je begint deze eerste les met het bekijken van enkele taalvoutjes. Vervolgens bekijk je een fimpje met uitleg en maak je een aantal oefeningen.
Aan het einde van deze eerste les staat er een escaperoom voor je klaar. Hierin word je uitgedaagd om je kennis te testen over het gebruik van leestekens en hoofdletters.
De lesdoelen zijn van les 1 zijn:
Ik kanomschrijven wat een zin is;
Ik kan uitleggen waarom leestekens en hoofdletters nodig zijn in een tekst;
Ik kan de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken op de juiste wijze toepassen in een eenvoudige tekst.
Veel plezier met deze eerste les over leestekens en hoofdletters!
Taalvoutjes
'Schiet op oma!'
Wie roept er nu zoiets? Je gaat je oma toch niet neerschieten? Wie haalt het in zijn hoofd!
Of wordt er iets anders bedoeld? Als je een komma denkt tussen op en oma staat er: 'Schiet op, oma!' Oma moet gewoon een beetje opschieten. Ze is misschien niet meer de snelste op haar leeftijd.
Zo zie je dat leestekens een compleet andere betekenis aan een zin kunnen geven.
Bekijk onderstaande afbeeldingen van de site taalvoutjes.nl en maak de opdrachten. Je mag overleggen met een klasgenoot.
1. Werk in een tweetal. Lees onderstaande tekst om de beurt hardop aan elkaar voor.
Brandweervrouw redt weerloos hertje uit de vlammenzee
in de Amerikaanse staat Florida staat er regelmatig iets in brand Jen Shockley is brandweervrouw in de Amerikaanse staat en heeft ditmaal een dierenleven gered toen zij aan het blussen was, zag zij twee grote Bambi-ogen naar haar kijken ze twijfelde geen moment en kwam direct in actie deze vrouw is een echte held
met gevaar voor eigen leven sprong de brandweervrouw in het vuur om het beestje te redden Jen gaf aan dat zij niet bang was ze wilde het dier hoe dan ook redden de brand woedde in Key West en hoe verbazingwekkend dit ook is, het hertje was ongedeerd na de heldhaftige actie van de brandweervrouw kreeg het hertje wat extra zuurstof het duurde niet lang voordat het hertje weer vrijgelaten werd wat denk je, had jij dit ook gedurfd
De eerste les over hoofdletters en leestekens zit er alweer bijna op. Nog een laatste opdracht: het invullen van een Exit ticket.
Klik op onderstaande link en beantwoord de vragen. Door het invullen wordt duidelijk wat je hebt geleerd en wat je eventueel nodig hebt voor de volgende les.
Welkom bij deze tweede les over hoofdletters en leestekens.
Weet je nog wat je de vorige les hebt geleerd? We beginnen deze les met een opfrismomentje, zodat je weer helemaal op de hoogte bent.
Daarna ga je aan de slag met hoofdletters en komma's; wanneer gebruik je deze eigenlijk? Je bekijkt filmpjes en maakt opdrachten.
Het is erg belangrijk om hoofdletters en leestekens correct toe te passen als je zelf een tekst schrijft. Denk bijvoorbeeld aan het schrijven van een brief, zoals een sollicitatiebrief. Ook dan moet je de leestekens goed plaatsen. Daarom ga je aan het einde van deze tweede les jezelf testen of je hoofdletters en leestekens goed kunt toepassen in een tekst. Dat doe je door een kort verhaal te schrijven.
Voordat je het verhaal schrijft, krijg je je eerder geschreven leesautobiografie in te zien. Je bekijkt hoe je de hoofdletters en leestekens in je eigen tekst hebt toegepast.
De lesdoelen voor les 2
Ik kan:
hoofdletters in zinnen op de juiste manier toepassen;
punten, vraagtekens en uitroeptekens op de juiste manier toepassen;
hoofdletters bij namen op de juiste manier toepassen;
komma's op de juiste manier toepassen.
Veel succes en plezier met deze les!
Even opfrissen!
Bekijk onderstaand filmpje en doe de opdrachten.
1. Overleg na het kijken met een klasgenoot en bespreek wat jullie nog weten van de vorige les.
2. Welke onderdeel is nieuw voor jullie?
3. Wat weet jij al van het nieuwe onderdeel?
4. Tot slot delen jullie de antwoorden met andere klasgenoten door middel van een klassengesprek.
Correct begrenzen van een zin.
Hoofdletters
In les 1 heb je geleerd dat je hoofdletters en leestekens gebruikt om een tekst beter leesbaar te maken. Je weet inmiddels dat een nieuwe zin met een hoofdletter begint. Je weet vast ook dat je namen en plaatsnamen met een hoofdletter schrijft, maar hoe zit het ook alweer met de namen van feestdagen of de maanden van het jaar?
Bekijk onderstaand filmpje en lees de theorie op de volgende pagina.
Theorie
Zo gebruik je hoofdletters
Na de vorige les en het bekijken van het filmpje weet je dat je een hoofdletter schrijft:
aan het begin van een zin: Dat meisje loopt elke dag naar school.
bij namen: Ton van der Meer, meneer 't Hart, Friesland, Kerkstraat, Hema, Adidas, de Rijn.
Let op: tussenvoegsels, zoals de, van of van der, schrijf je zonder hoofdletter als de naam of voorletter ervoor staat : D.R. van der Veen. Als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsdel een hoofdletter: meneer Van der Veen.
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Grieks, Brabantse.
bij feestdagen en historische gebeurtenissen: Pinksteren, Tweede Wereldoorlog. Maar: pinksterfeest, kerstboom.
Géén hoofdletter krijgen de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken: woensdag, januari, zomer, noorden.
Maak onderstaande oefeningen.
Oefening 1
Oefening: hoofdletters 1
0%
Selecteer de woorden die je altijd met een hoofdletter schrijft.
In les 1 hebben we geoefend met de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken. Je hebt geleerd dat je deze leestekens gebruikt om een zin te begrenzen.
Hoe zit het eigenlijk met de komma? Wanneer gebruik je deze? Bekijk onderstaand filmpje tot 0.55 min.
Lees daarna de theorie en maak de opdrachten.
Theorie
Wanneer gebruik je een komma?
Zoals je hebt gezien in het filmpje schrijf je een komma:
als pauzeteken in een zin: Jongens, komen jullie eten?
bij een opsomming: Vandaag eten we vlees, aardappelen, groente en een toetje.
tussen twee persoonsvormen: Als je gaat zitten, zal ik het uitleggen.
Maar ook:
tussen bijvoeglijke naamwoorden: een leuke, leerzame, snelle uitleg.
voor voegwoorden als als, doordat, maar, want, omdat, zodra, zodat, nadat: We hebben voor mijn tante gezongen, omdat ze jarig was.
Na een aanhef of groet: Geachte heer, ... Met vriendelijke groet, ...
Oefening 3
Oefening: komma's 1
0%
Werk samen met een klasgenoot en doe de volgende opdrachten:
1. Lees de zinnen hardop voor.
2. Luister goed waar een pauze valt en bekijk de structuur van de zin. Bekijk eventueel de theorie op de vorige pagina nog eens.
3. Kopieer de tekst en noteer komma's op de plaats waar ze horen.
Je krijgt van je docent de leesautobiografie terug die je eerder dit schooljaar hebt geschreven. Lees de tekst goed door en controleer je tekst op het gebruik van hoofdletters en leestekens. Breng met een pen of potlood verbeteringen aan.
Lever je werk daarna in bij je docent.
Succes!
Formatieve toets
Je gaat nu testen of het je lukt om hoofdletters en leestekens goed toe te passen in een tekst.
Dit is de opdracht:
Met pen op papier schrijf je een kort verhaaltje van ongeveer een half A4-tje.
Je kunt kiezen uit twee verschillende opdrachten:
1. Droomopdracht
Dromen doe je iedere nacht, maar helaas/gelukkig onthoud je ze niet allemaal. Wat nou als je je eigen droom mocht verzinnen?
Opdracht: Bekijk filmpje 1. Bedenk wat jij het allerliefst zou willen dromen. Alles kan!
Controleer of je in je tekst hoofdletters, punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens goed hebt gebruikt.
2. Mijn favoriete leesplek
Tijd om te lezen? Waar zit jij het liefst te lezen?
Opdracht: Bekijk filmpje 2. Bedenk wat jouw lievelingsplek (in het huis) is om te lezen, zonder dat je gestoord wordt.
Controleer of je in je tekst hoofdletters, punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens goed hebt gebruikt.
Schrijf je naam op het blaadje en lever het verhaaltje in bij je docent.
Veel succes!
Droomopdracht
Mijn favoriete leesplek
Exit ticket
Ook na deze tweede les vul je een Exit ticket in.
Klik op onderstaande link en beantwoord de vragen.
Een zin een verzameling woorden is die samen een betekenis hebben.
Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken.
Je weet ook dat er drie soorten zinnen zijn:
een mededelende zin. Aan het einde staat een punt.
voorbeeld: Marcel en Andrea eten een appel.
2. een vraagzin. Aan het einde schrijf je een vraagteken.
voorbeeld: Eten Marcel en Andrea een appel?
3. een zin met extra nadruk. Aan het einde schrijf je een uitroepteken.
voorbeeld: Wat een heerlijke appel eten Marcel en Andrea!
Les 2: Zo gebruik je hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter:
aan het begin van een zin: Dat meisje loopt elke dag naar school.
bij namen: Ton van der Meer, meneer 't Hart, Friesland, Kerkstraat, Hema, Adidas, de Rijn. Let op: tussenvoegsels, zoals de, van of van der, schrijf je zonder hoofdletter als de naam of voorletter ervoor staat : D.R. van der Veen. Als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsdel een hoofdletter: meneer Van der Veen.
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Grieks, Brabantse.
bij feestdagen en historische gebeurtenissen: Pinksteren, Tweede Wereldoorlog. Maar: pinksterfeest, kerstboom.
Géén hoofdletter krijgen de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken: woensdag, januari, zomer, noorden.
Wanneer gebruik je een komma?
Je schrijft je een komma:
als pauzeteken in een zin: Jongens, komen jullie eten?
bij een opsomming: Vandaag eten we vlees, aardappelen, groente en een toetje.
tussen twee persoonsvormen: Als je gaat zitten, zal ik het uitleggen.
Maar ook:
tussen bijvoeglijke naamwoorden: een leuke, leerzame, snelle uitleg.
voor voegwoorden als als, doordat, maar, want, omdat, zodra, zodat, nadat: We hebben voor mijn tante gezongen, omdat ze jarig was.
Na een aanhef of groet: Geachte heer, ... Met vriendelijke groet, ...
Oefening 1
Oefening: komma's 2
0%
Maak de opdracht:
1. Lees de tekst hardop voor.
2. Luister goed waar een pauze valt en bekijk de structuur van de zinnen.
3. Plaats een hotspot waar een pauze valt (en waar je dus punten en komma's zou kunnen plaatsen).
Als eindopdracht schrijf je een brief van ongeveer 150 woorden. Je maakt de opdracht in Documenten of Word.
Let zoals gebruikelijk bij schrijfopdrachten op spelling en taalverzorging. Besteed extra aandacht aan het goed gebruiken van hoofdletters en leestekens. Daar wordt speciaal op gelet!
Print het document en lever het in bij je docent Nederlands. Deze kijkt het voor je na.
Tip: bekijk het theorie-overzicht nog eens goed!
Veel succes met de schrijfopdracht!
Voor deze toets kun je kiezen uit twee opdrachten:
1. Schrijf een brief aan je meester of juf van de basisschool.
Hierin vertel je hoe het op het Lauwers College gaat. Vertel bijvoorbeeld over: je klas, de docenten, welke vakken je hebt, welke vakken je leuk, moeilijk of ... vindt. Schrijf over de disco, nieuwe vrienden, Startime, of misschien heb je nog andere ideeën om je brief mee te vullen.
2. Schrijf een persoonlijke brief aan je docent Nederlands van het Lauwers College.
Hierin vertel je over jezelf, zodat je docent je beter leert kennen. Denk bijvoorbeeld aan: je gezin, hobby's, eigenschappen, je favoriete boek/film/vakantie/eten/ ... Hoe vind je het op het Lauwers College? Wat verwacht je van je docent Nederlands?
Evaluatie lessenserie
Fijn dat je deze lessen hebt gevolgd! Ik ben benieuwd wat je hebt geleerd en wat je van van de lessen vond. Klik op onderstaande link en beantwoord de vragen.
Het arrangement Hoofdletters & leestekens is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Nynke van der Heide
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-01-09 19:40:14
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zoek de fout!
Zoek de fout!
Leestekens
2
hoofdletters 1
hoofdletters 2
komma's 1
komma's 2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.