Inleiding
De onderwijsassistent begeleidt leerlingen/studenten om zelfredzaamheid te worden op verschillende gebieden. Denk bijvoorbeeld aan: hygiëne, gezonde leefstijl, sociale vaardigheden, voeding en bewegen als op het gebied van planmatig werken bij leeractiviteiten. De onderwijsassistent ziet wanneer een leerling/student ondersteuning nodig heeft ten behoeve van zijn/haar zelfredzaamheid. De onderwijsassistent geeft leerlingen/studenten informatie. Instructie of begeleiding en stimuleert de leerling/student om de zelfredzaamheid te vergeten. Ook geeft de onderwijsassistent uitleg, doet voor en laat leerlingen/studenten oefenen. Tevens signaleert de onderwijsassistent bijzonderheden en rapporteert dit naar de leraar.
Vanaf periode 2 gaan jullie starten met stage en dus ook met oefenopdrachten van Consortium. In deze opdrachten wordt er regelmatig gebruik gemaakt van vaktaal. Om een opdracht goed uit te voeren is het belangrijk dat je vaktaal begrijpt.
Samenhang periode 2
Relatie met het kwalificatiedossier
P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid
De onderwijsassistent begeleidt leerlingen/studenten om zelfredzaam te worden op meerdere gebieden, zowel op het gebied van hygiëne, gezonde leefstijl, sociale vaardigheden, voeding en bewegen als op het gebied van planmatig werken bij leeractiviteiten. Ze ziet wanneer een leerling/student ondersteuning nodig ten behoeve van zijn zelfredzaamheid. Ze geeft leerlingen/studenten informatie, instructie of begeleiding en stimuleert de
leerling/student om de zelfredzaamheid te vergroten. Ze geeft uitleg, doet voor en laat leerlingen/studenten oefenen. Ze signaleert bijzonderheden en handelt daarnaar, bijvoorbeeld door leraren en ouders/vervangende opvoeders te informeren. In voorkomende situaties begeleidt zij leerlingen/studenten bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).
P3-K2-W1 Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen
Omschrijving
De onderwijsassistent houdt buiten de lessen toezicht op en begeleidt leerlingen/studenten bij niet lesgebonden activiteiten. Zij draagt (school)regels uit en toont interesse in de leerlingen/studenten. Ze assisteert bij surveillance buiten de lessen, zoals op het schoolplein, in de gangen en aula, bij excursies en tijdens pauzes. Ze signaleert, stimuleert positief gedrag en spreekt leerlingen/studenten aan op ongewenst gedrag, dat afwijkt van de gemaakte
afspraken, geldende (school)regels en protocollen, zoals agressie, ruzies en ongewenst pubergedrag. Ze stuurt ongewenst gedrag waar nodig bij en bespreekt dit met de leraar. Ze neemt praktische en pedagogische beslissingen om de situatie te reguleren. Zij ziet toe op de veiligheid van leerlingen/studenten in ongestructureerde situaties en treedt handelend op bij calamiteiten.
Resultaat
Buiten de lessen zijn leerlingen/studenten adequaat begeleid en de sociale en fysieke veiligheid is gewaarborgd door adequaat toezicht door de onderwijsassistent.
Gedrag
De onderwijsassistent:
- handelt proactief op signalen van (dreigende) afwijking van afspraken en regels/protocollen;
- toont overwicht op leerlingen/studenten;
- spreekt de leerlingen/studenten op positieve wijze op hun gedrag aan;
- behandelt leerlingen/studenten rechtvaardig;
- past consequent voor school geldende waarden en normen toe;
- handelt ook in onzekere en onduidelijke situaties met zelfvertrouwen en rust;
- gaat functioneel om met verschillende achtergronden en cultuur;
- stuurt waar nodig ongewenst gedrag effectief bij.
De onderliggende competenties zijn: Beslissen en activiteiten initiëren, Aansturen, Begeleiden, Omgaan met verandering en aanpassen, Overtuigen en beïnvloeden
Leerdoelen
- De student heeft kennis van de puberteit, zoals het puberbrein en pubergedrag.
- De student kan omgaan met diversiteit in werkcontact, zoals op het gebied van sekse, gender, cultuur, religie en gezinssamenstelling.
- De student kan het begrip zelfredzaamheid uitleggen
- De student kan pedagogische vaardigheden toepassen om gezond gedrag, zoals bewegen, gezond eten en hygiëne, te stimuleren en aan te leren bij kinderen/jongeren.
Succescriteria (hoe weet ik of ik het goed doe)
Eindopdrachten
Er zijn verschillende opdrachten tijdens deze periode:
- Schoolopdrachten
- Plan van aanpak (inclusief reflectie)
- Het BPV - plan (met reflectie)
- Extra opdrachten (worden tijdens de lessen aangereikt)
Een ALA begint ALTIJD het schrijven van een BPV plan. Na afloop van de periode (week 8) kijk je terug op het BPV plan en vraag je jezelf af: zijn de doelen bereikt? Het format voor het BPV plan staan bij de bijlagen in deze wiki
- BPV opdrachten
- Ik box presenteren aan de doelgroep (opdracht komt uit ALA periode 1).
- Oefenopdrachten (altijd ook BPV)
- P3-K1-W5 (oefenopdracht 14)
Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid.
- P3-K2-W1 (oefenopdracht 16)
Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen. (zie bijlage format oefenopdracht 16 OA).
Extra schoolopdrachten
De oefenopdrachten
Reflectieverslag (als onderdeel van OO 14 en 16)
En de lessen?
Werkwijze lessen
Voor elke les zorg ik voor een presentatie. Die plaats ik in 'bestanden' van het kanaal van de betreffende ALA.
Elke les staan wij uitgebreid stil bij jullie voortgang.
Voordoen - samen doen - zelf doen
Het coachen op de voortgang, bespreken van wat goed gaat (talenten) en bespreken wat knelpunten zijn en hoe je daar mee om kan gaan zijn belangrijke vaardigheden. Ook straks evt. in het HBO. In deze periode neem ik daarvoor het initiatief. Later dit jaar zullen jullie meer en meer zelf dit initiatief tonen en elkaar ook meer ondersteunen.
Daarvoor maken wij gebruik van een bijzonder plan van aanpak. Ook dat plan van aanpak vind je bij de bijlagen.
Planning lesweken
Leerstof en de oefenopdrachten
Extra materiaal
Bijlagen
Het BPV plan
Plan van Aanpak ALA
Format oefenopdracht 16: P3-K2-W1 Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen
Online feedback geven: hoe werkt dat?
Uitleg consortium ONLINE feedback
Een verzameling van video's.
Kies onderdeel: digitaal feedback formulier
Inhoudelijke extra informatie
Inhoud Ontwikkelingsfasen
Kijk op ontwikkeling
De ontwikkeling van een kleuter en schoolkind gaat in hoog tempo door. Kinderen krijgen steeds meer inzicht in en kennis over de wereld om zich heen en op de basisschool leren kinderen belangrijke vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen.
Hoe stimuleer je spelenderwijs zelfstandigheid, schoolrijpheid en het leren lezen, schrijven, rekenen van je kleuter en schoolkind? Welke spelletjes en speelgoed is geschikt voor deze leeftijdsfase? Wat zijn leuke activiteiten en uitstapjes die je kan ondernemen met je kind?
Inhoud bij OO 14 zelfredzaamheid stimuleren
Inhoud bij OO 16 Pauzes op het schoolplein
Hoe ziet een verslag eruit?
Het kwalificatiedossier