Nederlands 5-havo Schrijfvaardigheid periode 2

Nederlands 5-havo Schrijfvaardigheid periode 2

Introductie

 

Belangrijk om te weten, voordat je begint:

  • Voor het SE Schrijfvaardigheid (Betoog) werk je in een groepje, maar schrijf je ieder een eigen betoog.
  • Je werkt de hele periode aan verschillende stappen: stap 1 t/m 5, die je terugvindt in deze quest. Met elke stap kun je punten verdienen voor je SE. In de quest staat per onderdeel hoeveel punten dat zijn.
  • Op de toetszitting maak je je betoog compleet en verwerk je je feedback.
  • Werk regelmatig en start direct in de eerste week van deze periode!

 

  • Er zijn een aantal ingeroosterde blox waarin je feedback krijgt/geeft of moet werken aan je betoog. Houd dit in de gaten! Kun je er vanwege een dubbele boeking met een keuzevak écht niet bij zijn? Bespreek dit dan op tijd met de vakcoach, zodat we een oplossing kunnen zoeken.

Schrijven: theorie en oefenen

Goede voorbeelden
Schrijfvaardigheid oefen je door zelf veel te lezen en te schrijven. Zoek dus goede voorbeelden uit kwaliteitskranten en tijdschriften. Koop eens (samen) een zaterdageditie van De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw. In De Correspondent (online, met een proefmail kun je enkele artikelen gratis lezen) en tijdschriften De Groene Amsterdammer, Elsevier en HP/De Tijd vind je ook grote betogende en beschouwende stukken. Je kunt deze tijdschriften lezen/lenen in de bieb, of bij je vakcoach. Je kunt via je vakcoach van 7 t/m 18 november een aantal kranten op school lezen/lenen. 

Je hebt al geoefend met het schrijven van een column en een korte stelling. Om een prettig leesbaar stuk te schrijven, moet ook spelling en formuleren van goede kwaliteit zijn.

Voordat je verder gaat, bestudeer je daarom eerst (opnieuw) de volgende hoofdstukken uit het Blink handboek en Examentraining havo Nederlands 2022 (examenbundel):

Examentraining havo Nederlands 2022:

  • Theorie 2: Diverse tekstsoorten en het doel van de tekst (vanaf blz. 41)
  • Theorie 3: Verbanden, functies van alinea's, tekststructuren, etc. (vanaf blz. 46)
  • Theorie 5: spelling, interpunctie en stij/formulering (vanaf blz. 90)

Maak ook telkens de oefeningen! De antwoorden kijk je zelf na. We bespreken theorie en enkele oefeningen tijdens de blox.

Blink handboek

  • H2 Opbouw/structuur (vanaf blz. 12). Hier vind je de basis van de opbouw en een tekst nog eens. Belangrijk, want je wil zorgen dat de kern van jouw verhaal duidelijk overkomt. Dit lukt als je de juiste structuur kiest.
  • H3 Strategieën (vanaf blz. 15). Hier vind je hoe je handig samenvat. Dit is handig als je je bronnen goed wilt benutten. Je kunt ook de Cornell-methode gebruiken, die je hebt geleerd tijdens de blox. Zie hiervoor deze video:

 

 

Daarnaast bestudeer je:

  • H4 Argumentatieve vaardigheden (vanaf bz.15). Om jouw betoog gedegen op te bouwen, heb je ook zeker wat aan de informatie uit:
  • 4.4 Standaard geschilpunten en
  • 4.6 Argumentatieschema's  
  • H6 Onderzoeks- en informatievaardigheden, 6.1 t/m 6.3 (blz. 29-31)
  • H8 Taalgebruik (vanaf blz. 34)
  • H9 Spelling (vanaf blz. 44)

 

Het betoog

Herhaling: beschouwing en betoog


Beschouwing
Een beschouwing laat meerdere kanten van een vraagstuk zien en de conclusie wordt meer aan de lezer zelf overgelaten. Je geeft dus misschien meerdere antwoorden op de vraag, maar trekt geen sluitende conclusie. Je geeft als schrijver geen concluderend antwoord.

Betoog
In een betoog geef je als schrijver wél een antwoord of conclusie: als schrijver wil je met jouw argumentatie de lezer overtuigen. Je zult dus als schrijver goed beslagen ten ijs moeten komen. Hiervoor moet je je dus goed inlezen en een heldere argumentatie opzetten. Met argumenteren heb je in de vorige periode geoefend.

Herhaling:

Bij het beoordelen van een betoog of een betogend tekstgedeelte moet je kijken naar de aanvaardbaarheid van de argumentatie. Argumenten zijn meestal bedoeld om te overtuigen, soms worden ze ter overweging aangeboden.

 

Tekstsoorten en argumentatie

Argumenten komen voor in betogende teksten (of tekstgedeelten), maar ook in beschouwende teksten (of tekstgedeelten).

 

  • In een betogende tekst wordt een standpunt ingenomen dat in die tekst beargumenteerd wordt. Het betoog heeft als doel de lezer van het standpunt te overtuigen.
  • In een beschouwing worden interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging aangeboden. De beschouwing heeft als doel de lezer over een kwestie te laten nadenken. Een beschouwing kan ook de argumenten voor en tegen een of meer standpunten behandelen, maar is er niet op gericht de lezer van een van die standpunten te overtuigen.
  • In een uiteenzettende tekst wordt iets uitgelegd, beschreven, verklaard of meegedeeld. De lezer moet geïnformeerd worden over een stand van zaken of een gang van zaken. In een uiteenzetting zullen nauwelijks argumentaties voorkomen.

 

Een betoog beoordelen

Voordat een betoog op aanvaardbaarheid beoordeeld kan worden, moet de argumentatie in kaart worden gebracht:

 

  • Welke argumenten worden er gebruikt?
  • Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
  • Hoe worden de argumenten ondersteund?
  • Zijn de argumenten geen drogredenen?
  • Worden er tegenargumenten genoemd?
  • Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?

 

Argumentatie is aanvaardbaar als de argumenten

  • op zichzelf aanvaardbaar zijn, en
  • relevant zijn, en
  • onderling consistent zijn, en
  • samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt.

 

De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar

Als het argument een waarderende uitspraak is, is het een aanvaardbaar argument wanneer het in overeenstemming is met de kennis en de opvattingen van de lezer.

Als het argument een feitelijke uitspraak is, is het argument aanvaardbaar voor de lezer als het

  • in overeenstemming is met zijn kennis van de wereld, of
  • direct controleerbaar is en daarbij waar blijkt te zijn, of
  • afkomstig is uit een betrouwbare bron.

 

Een bron is betrouwbaar als deze

  • deskundig is, en
  • geen belang heeft bij de kwestie, en
  • zichzelf niet tegenspreekt.

 

De argumenten zijn relevant

Als een standpunt aannemelijker wordt door een argument, dan is dat argument relevant. Als er een drogreden wordt gebruikt, is dat geen relevant argument.

 

De argumenten zijn onderling consistent

Argumentatie is consistent wanneer de geleverde argumenten elkaar niet tegenspreken.

 

De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt

Argumentatie is toereikend (voldoende) wanneer de argumenten samen het standpunt aanvaardbaar maken.

 


 

Vanaf 4.53 gaat het over de aanvaardbaarheid van argumentatie

 

1 Voorbereiding

De voorbereiding

In de blox: maatschappelijk vraagstuk kiezen

Eerder heb je een column en een mini-betoogje (stelling) geschreven over een zogeheten maatschappelijk vraagstuk. Zo'n vraagstuk is geschikt voor een beschouwing of betoog. Het heeft meerdere van onderstaande kenmerken: 

  • Er is sprake van een sociaal probleem. Mensen vinden een situatie niet wenselijk of in strijd met waarden en/of normen. 
  • Er zijn verschillende meningen over de oplossing van het probleem. Daarbij spelen verschillende waarden en belangen een rol.
  • Het probleem kan door gezamenlijke actie (door burgers of politiek) worden opgelost. 
  • Het vraagstuk is zichtbaar in de media. Er wordt over gepraat.

 

OPDRACHT 
Kies met een groepje van drie tot vier leerlingen een maatschappelijk vraagstuk. Werk je al samen voor een ander vakgebied? Overleg of je dit ook kunt inzetten voor je schrijfopdracht. LET OP: Je mag samenwerken in de voorbereiding, maar ieder schrijft een eigen betoog. Je kunt ook een literair werk koppelen aan je onderwerp. Kijk voor thema's ook op http://lezenvoordelijst.nl en litlab.nl. 

Laat je onderwerp goedkeuren in de blox bij je vakcoach (SIG). Noteer je onderwerp, groepsgenoten en je eventuele gekozen literaire werk in Egodact. 

 

1. (5 punten)

In de blox heb je een maatschappelijk vraagstuk (onderwerp) en eventueel bijpassend literair werk gekozen. Misschien heb je gekozen voor een onderwerp dat met een ander vakgebied te maken heeft, zoals natuurkunde of geschiedenis.
a. Welk maatschappelijk vraagstuk heb je gekozen?
b. Beschrijf waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. Wat weet je er al over?
c. Indien van toepassing:
- Welke bijpassend literair werk heb je gekozen? Noteer titel en schrijver.
- Met welk vakgebied heeft jouw gekozen onderwerp vooral te maken? Welke bronnen kun jij gebruiken? Noteer dit beknopt.

2. (5 punten)
a. Ga op zoek naar de kenmerken van een betoog en een beschouwing. Maak een schema, waarin je per tekstsoort in elk geval aandacht besteedt aan de volgende kenmerken: tekstdoel, hoofdgedachte, tekststructuur, rol van de schrijver, toon, tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot), overige aandachtspunten, etc. Gebruik hierbij deze quest, het Blink-handboekje, je examenbundel en je aantekeningen van de blox.
b. Zoek in een kwaliteitskrant (bijvoorbeeld NRC Handelsblad, Volkskrant, Trouw) of –tijdschrift (Elsevier, De Groene Amsterdammer, HP/De Tijd, De Correspondent) een voorbeeld van een betoog en een beschouwing over je maatschappelijke thema. Knip en plak je gevonden betoog en beschouwing over je maatschappelijke thema in een Pages- of Worddocument. Gebruik je een papieren krant? Zorg dan voor een duidelijke foto van jouw gekozen artikel.

Schrijf of markeer de kenmerken van een betoog of beschouwing bij jouw gekozen artikel. Dit kan in Word of Pages met 'tools', of handmatig in de kantlijn.

 

OPDRACHT
Werk opdracht 1 en 2 uit
in een Pages- of Worddocument en lever dit in Egodact in. Stuur je docent een berichtje in Teams, zodra je je werk gepost hebt. Werk netjes en let dus op je formulering en spelling.

 

2 Het maatschappelijk vraagstuk


Het maatschappelijke vraagstuk

3. (10 punten)

Bij opdracht 1 heb je een maatschappelijk vraagstuk gekozen en kort uitgelegd aan de hand van actuele bronnen en eventueel een ander vakgebied en/of een literair werk. Daarna heb je in opdracht 2 de kenmerken van het betoog en de beschouwing geleerd.

a. Formuleer je (vraag)stelling bij je gekozen maatschappelijk thema. Deze vraagstelling is het uitgangspunt van je betoog over dit maatschappelijk thema.

b. Kies een geschikte tekststructuur en maak een schrijfplan voor je betoog. De tekststructuur die je kiest, hangt natuurlijk samen met de (vraag)stelling die je eerder geformuleerd hebt. Kijk voor tekststructuren nog eens naar blz. 50-52 in je Blink handboek. Een schema voor het schrijfplan krijg je van de docent. Pas dit zelf aan naar de gekozen tekststructuur.


OPDRACHT
Werk opdracht 3 uit in een Pages- of Worddocument en lever dit in in Egodact. Stuur je vakcoach een berichtje, zodra je werk is ingeleverd.

3 Inleiding en middenstuk

4. (15 punten)

Bij opdracht 3 heb je een (vraag)stelling geformuleerd, een tekststructuur gekozen en een schrijfplan gemaakt. Dat schrijfplan gebruik je bij de volgende stap:

  • Tijdens een tot twee ingeroosterde blox schrijf je de inleiding en (een deel van) het middenstuk van je betoog. Gebruik de kenmerken uit het schrijfplan.

  • Tijdens een blox krijg je feedback van een medeleerling. Je levert je inleiding ook in via The Markers, zodat een jaargenoot makkelijk feedback kan geven. Jij geeft ook feedback op het werk van een andere leerling.

  • Daarna geeft je vakcoach feedback op je schrijfplan, je inleiding en een deel van het middenstuk. De feedback van je vakcoach krijg je terug tijdens de schrijfzitting (toetsmoment) in de SE-week. Dit mag je erbij houden en gebruiken om je uiteindelijke betoog af te schrijven.


    OPDRACHT
    Werk opdracht 4 uit in een Pages- of Worddocument en zet dit in Egodact. Print het document ook en lever het in bij je vakcoach, samen met je schrijfplan.

4 Het betoog: de schrijfzitting



5. (60 punten)

In de komende 100 minuten voeg je de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in deel I, II en III samen in je meesterstuk. Je schrijft – in lettertype Arial 11 – een betoog van minimaal 550 tot maximaal 650 woorden. Je hebt tijdens het schrijven geen toegang tot het internet. Volg de onderstaande stappen precies. Succes!

  1. In het computerlokaal, tijdens de toetszitting:
    Je opent een nieuw Worddocument en noteert op de eerste regel je eigen naam en coachgroep en die van je vakcoach. Je slaat het document op onder je eigen naam, plus de titel 'SE betoog'. Dit doe je zo: PietjePuck_SE betoog

  2. Je krijgt bij aanvang van het SE je schrijfplan, inleiding en deel van het middenstuk terug. Je vakcoach heeft hier feedback op gegeven. Lees die feedback eerst goed door en herschrijf dan je verbeterde versie hiervan.

  3. Je schrijft daarna je betoog af met (de rest van) het middenstuk en het slot. Let daarbij goed op de kenmerken van een betoog, zoals je die hebt geleerd. Let op spelling en formuleren.

  4. Lees je tekst rustig door en maak de nodige laatste correcties. Staan er kromme zinnen? Is alles correct gespeld? Schrijf dan je netversie.

  5. Tel het aantal woorden en noteer dit onder je betoog.

  6. Lever je betoog in: stop het overzichtelijk in je mapje/snelhechter (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) en lever dit in bij de surveillant. Zorg ervoor dat je naam duidelijk op je mapje staat!

  7. Print de definitieve versie en lever alles in je mapje in (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) bij de surveillant. NB: Je sluit het document NIET af, totdat de docent je werk heeft opgeslagen op de toets-USB. Pas als dit is gebeurd, hoor je van je docent of je het document mag sluiten. Dit gebeurt in de laatste tien minuten van de toetszitting.

5 Afronding

6. (5 punten)

In de afgelopen SE-week heb je je schrijfopdracht ingeleverd: een betoog dat je in periode 2 zorgvuldig hebt opgebouwd. Je mag nog één laatste keer bijschaven. In een speciale blox krijg je je betoog terug, met daarin de feedback van je docent. Om de laatste vijf punten te verdienen mag je nog één alinea herschrijven. Op je schrijfproduct heeft je vakcoach aangegeven om welke alinea het gaat.

Bekijk je tekst en de feedback van je vakcoach goed en herschrijf de alinea in een nieuw document. Zet hierop duidelijk je naam, coachgroep en opdracht 'betoog alinea herschrijven' en lever je werk in bij je vakcoach. [LET OP: in bewerking, manier van inleveren wordt nog bekendgemaakt!]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van

 

Bronnen vermelden

Als je verwijst naar bronnen in je tekst, doe je dit op een vaste manier, volgens de APA-richtlijnen. Hier heb je al eerder mee gewerkt, bijvoorbeeld voor je profielwerkstuk.

Ook als je een bronnenlijst hebt, kun je niet zomaar schrijven: 'zoals in De Volkskrant staat, heeft dit type woning al eerder ventilatieproblemen gehad....'. Noem altijd de precieze gegevens. Als je weet dat de journalist van je gebruikte artikel Jansen heet, noteer je dit zo in je tekst: '... dit type woning heeft al eerder ventilatieproblemen gehad (Jansen, 2022), daarom is het opmerkelijk dat ....'

Een handige website met tips over hoe je verwijst en bronnen vermeldt, is Scribbr. Doe er je voordeel mee!

Bron: Reid, J., Geleijnse, B. & Tol, J.M. van (2003)
Fokke en Sukke hebben geen idee. [Soest]: Catullus



(Deze quest is mede mogelijk gemaakt door: ter beschikking gesteld materiaal SE Schrijfvaardigheid, Koning Willem II College, november 2019)

  • Het arrangement Nederlands 5-havo Schrijfvaardigheid periode 2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-11-30 11:22:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Betoog schrijven, schrijfvaardigheid, argumentatie
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2022).

    Nederlands 5-havo Argumenteren periode 1

    https://maken.wikiwijs.nl/189478/Nederlands_5_havo_Argumenteren_periode_1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.