4 Het betoog: de schrijfzitting



5. (60 punten)

In de komende 100 minuten voeg je de kennis en ervaring die je hebt opgedaan in deel I, II en III samen in je meesterstuk. Je schrijft – in lettertype Arial 11 – een betoog van minimaal 550 tot maximaal 650 woorden. Je hebt tijdens het schrijven geen toegang tot het internet. Volg de onderstaande stappen precies. Succes!

  1. In het computerlokaal, tijdens de toetszitting:
    Je opent een nieuw Worddocument en noteert op de eerste regel je eigen naam en coachgroep en die van je vakcoach. Je slaat het document op onder je eigen naam, plus de titel 'SE betoog'. Dit doe je zo: PietjePuck_SE betoog

  2. Je krijgt bij aanvang van het SE je schrijfplan, inleiding en deel van het middenstuk terug. Je vakcoach heeft hier feedback op gegeven. Lees die feedback eerst goed door en herschrijf dan je verbeterde versie hiervan.

  3. Je schrijft daarna je betoog af met (de rest van) het middenstuk en het slot. Let daarbij goed op de kenmerken van een betoog, zoals je die hebt geleerd. Let op spelling en formuleren.

  4. Lees je tekst rustig door en maak de nodige laatste correcties. Staan er kromme zinnen? Is alles correct gespeld? Schrijf dan je netversie.

  5. Tel het aantal woorden en noteer dit onder je betoog.

  6. Lever je betoog in: stop het overzichtelijk in je mapje/snelhechter (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) en lever dit in bij de surveillant. Zorg ervoor dat je naam duidelijk op je mapje staat!

  7. Print de definitieve versie en lever alles in je mapje in (definitieve versie, kladversie, opdracht, inleiding/deel middenstuk en schrijfplan) bij de surveillant. NB: Je sluit het document NIET af, totdat de docent je werk heeft opgeslagen op de toets-USB. Pas als dit is gebeurd, hoor je van je docent of je het document mag sluiten. Dit gebeurt in de laatste tien minuten van de toetszitting.