Periode 2 - Domein Aarde - Vwo 5

Periode 2 - Domein Aarde - Vwo 5

Introductie en informatie

Informatie

Over deze module

Deze module gaat verder op waar je vorig jaar bent gebleven. Het kan dus zijn dat je even wat kennis op moet halen. Deze kun je dan vinden in periode 2 van jaar 4.

In deze module ga je onderzoek doen naar de aarde, en dan vooral naar het Middelllandse Zeegebied.
Dit mooie stuk van Europa kent namelijk nogal wat veranderingen en problemen die de laatste jaren de kop op beginnen te spelen door de invloed van het veranderende klimaat en de mens die ook hier en daar een steentje bijdraagt.
Je gaat onderzoek doen naar de oorzaken en gevolgen voor dit gebied.

Topografie Het Middellandse-Zeegebied | www.topomania.net

Wat ga je doen?

Je werkt de opdrachtenuit op je iPad.
Bij elke opdracht staat bij 'afronding' wat je in moet leveren.
Je maakt bijna altijd een screenshot of foto van de eindopdracht. Deze lever je in via Egodact/ Seesaw.
Je stuurt je vakcoach ook een bericht via Teams als je iets hebt ingeleverd.

Tijdens de BloX is er ruimte voor uitleg, vragen e.d.

Je eindigt deze periode met het maken van een verslag, wat je hiervoor moet doen kun je vinden bij de eindopdracht.

 

Planning

Planning:

Week

Startdatum

Opdracht voor deze week

1 30-10-2023 Opdracht 1
2 06-11-2023 Opdracht 2
3 13-11-2023 Opdracht 3 + 4
4 30-11-2023

Opdracht 5 + 6

5 27-11-2023 Opdracht 7
6 04-12-2023

Opdracht 8

7 11-12-2023

- Opdracht 9
- Werken aan verslag

8 18-12-2023 SE-week II/Deadline-day
9 25-12-2023 Vakantie

 

Opdracht 1: Stralingsbalans van de aarde

Introductie - De stralingsbalans van de aarde

Het leven op aarde heeft alleen kunnen ontstaan dankzij verschillende systemen die naadloos op elkaar aansluiten. Je hebt zonlicht nodig voor licht en warmte, gassen in de dampkring om te kunnen ademen en te groeien en een natuurlijk broeikaseffect om te voorkomen dat het te koud op aarde wordt. Die onderlinge afstemming noemen we ook wel de stralingsbalans van de aarde.

In deze opdracht bekijken jullie hoe die onderlinge afstemming er uitziet. Daarbij onderzoeken jullie of door menselijk ingrijpen die balans gevaar loopt of niet.

Wat ga je leren?

Hoofdvragen

  • Hoe is de stralingsbalans van de aarde tot stand gekomen?
  • Wat betekent het als die balans een onbalans wordt?

Daarbij kijken jullie naar het natuurlijk broeikaseffect en de nadelige gevolgen van het versterkte broeikaseffect. Bij dit versterkte broeikaseffect speelt de mens een aanzienlijke rol.

Deelvragen

  • Wat zijn de gevolgen en welke oplossingen zijn mogelijk?
  • Wat kun jij daar zelf aan doen?

Begrippen

  • Albedo-effect
  • Atmosfeer
  • Klimaatverandering
  • Natuurlijk broeikaseffect
  • Stralingsbalans
  • Energiebalans
  • Versterkt broeikaseffect

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

100 of the Most Uplifting Quotes Ever | Reader's Digest

Stap 1: Gassen en de dampkring

De atmosfeer en broeikasgassen

Onze planeet is verpakt in een laag van gassen, de atmosfeer of dampkring. Die laag is zo’n 1000 kilometer dik. Zonder deze laag zou het leven op aarde onmogelijk zijn.

De atmosfeer bevat de zuurstof (O2) die we inademen en de koolstofdioxide (CO2) die planten nodig hebben om te groeien. Dit zijn niet de enige gassen in onze atmosfeer. De atmosfeer bestaat uit:

  • 78,08%   stikstof
  • 20,95%   zuurstof
  • 0,93%    argon
  • 0,038%   koolstofdioxide
  • 0,002%   overige gassen als helium, krypton, lachgas, methaan, neon, ozon, waterdamp en xenon.

Sommige gassen noemen we broeikasgassen, gassen die warmte vasthouden. De belangrijkste broeikasgassen zijn waterdamp, koolstofdioxide, methaan, distikstofmonoxide of lachgas en ozon. Deze gassen zorgen voor het natuurlijke broeikaseffect. Zonder dit broeikaseffect zou het op onze planeet te koud zijn om te overleven.

Bekijk de volgende video.

Klik op de afbeeldingen om
deze te vergroten.

Deze afbeelding vat de stappen nog eens samen:
De zonnestralen die de aarde van de zon ontvangt zijn kortgolvige stralen, die energie omzetten in licht en warmte. Je kunt de zon vergelijken met een gloeilamp; die lamp geeft licht, maar wordt ook te heet om met je handen vast te pakken.

De albedo

Meer dan de helft van de kortgolvige stralen worden gereflecteerd door de atmosfeer en door het aardoppervlak (de stappen 1 en 4 op de afbeelding). Die reflectie of weerkaatsing door het aardoppervlak heet het albedo-effect. De albedo van de aarde is het weerkaatsingsvermogen. Die reflectie geven we aan met waarden tussen 0 en 1, waarbij 0 staat voor een zwart, niet-reflecterende oppervlakte en 1 staat voor totale reflectie van een wit oppervlakte. De albedo wordt ook gemeten als percentage met een maximum van 100%.

De albedo heeft ook te maken met warmte. Je ziet dat goed aan het zwarte asfalt dat warmte vasthoudt.

Albedo in cijfers  
Verse sneeuw of vers ijs 80-95%
Oude smeltende sneeuw 40-70%
Wolken 40-90%
Woestijnzand 30-50%
Grondaarde 5-30%
Toendra 15-35%
Grasland 25-30%
Bos 10-20%
Water 6-60%

 

De warmte boven het (zwarte) asfalt
zorgt voor een luchtspiegeling.

Omdat grote stukken van de aarde veel licht reflecteren (water, ijskappen, wolken) heeft de aarde een relatief grote albedo (30-35%). De maan heeft door zijn vulkanisch gesteente een albedo van maar 7%. Door menselijk ingrijpen (bijvoorbeeld de grootschalige boskap) wijzigt de albedo van de aarde.

Stap 2: Stralings- en energiebalans

We kijken nog een keer naar het natuurlijk broeikaseffect en de afbeelding. Je weet al dat zonnestralen als energie met kortgolvige stralen het aardoppervlak bereiken.
De enorme hitte van de zon veroorzaakt, naast zichtbaar licht, ook kortegolfstraling als röntgen en ultraviolet. Terwijl inderdaad ultraviolette straling van de zon voor een deel door de dampkring wordt doorgelaten en het aardoppervlak bereikt, houdt de dampkring alle röntgenstraling van de zon of andere hemellichamen tegen.
De aarde wordt warmer en gaat daardoor ook straling uitzenden. Maar de aarde is veel kouder dan de zon en de straling is vooral infrarood. De straling wordt tegengehouden door de broeikasgassen.

Het verschil tussen de inkomende zonnestraling en de uitgaande aardse straling noemen we de stralingsbalans van de aarde. Over het geheel genomen is de verhouding tussen inkomende en uitgaande straling in balans. Als dat niet het geval zou zijn, zou de aarde voortdurend warmer of kouder worden. Je ziet op de afbeelding dat het aardoppervlak meer straling afgeeft (stap 5) dan het ontvangt (stap 3), maar dit tekort wordt gecompenseerd door het broeikaseffect (stap 7).
Ook binnen de atmosfeer is er een evenwicht. Het aardoppervlak straalt meer langgolvige straling uit dan het kortgolvige straling van de zon absorbeert. Maar dit tekort wordt opnieuw gecompenseerd door het broeikaseffect: de golven en warmte worden meermalen heen en weer weerkaatst tussen atmosfeer en aarde.
Het broeikaseffect is de grote motor van het klimaat van de aarde. Zonder het broeikaseffect zou het gemiddeld 33 oC kouder zijn op aarde!

De uitwisseling van straling met de ruimte is een fundamenteel proces binnen ons klimaatsysteem. De aarde ontvangt energie van de zon en verliest energie naar de ruimte door infrarode straling. Deze energiebalans beschrijft de energiestromen.
Onderstaande illustratie is afkomstig van de KNMI-website en geeft deze warmtehuishouding (in Watt/m2)van de aarde weer.



De energiebalans is van groot belang voor het klimaat op aarde want:

  • De gemiddelde temperatuur op aarde wordt er door bepaald;
  • Aan de evenaar ontvangt de aarde netto energie, terwijl ze aan de polen netto energie verliest. Dit verschil is de grondslag voor de algemene circulatie in de oceanen en in de atmosfeer, dus voor weer en klimaat.
  • De aarde ontvang iets meer energie dan ze verliest en dat is de bron van de klimaatverandering.

Stap 3: Klimaatverandering

Klimaatverandering: natuurlijke oorzaken

De aarde is al 4,6 miljard jaar oud. In die tijd heeft de aarde al veel klimaatveranderingen gekend die voortkomen uit wijzigingen in de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer en wijzigingen in de albedo van het aardoppervlak. Denk aan de ijstijden (met een hoger albedo dan nu) en de tijd van de dinosauriërs (150-65 miljoen geleden) toen er geen ijs lag op de Zuidpool (met een lager albedo dan nu).

Voor die klimaatveranderingen zijn er diverse natuurlijke oorzaken aan te wijzen.

  • Zonneactiviteit: schommelingen in de intensiteit van de zonnestraling die de aarde bereikt.
  • Vulkanische activiteit: vulkanen kunnen door grote uitbarstingen het klimaat beïnvloeden. Als stof en zwaveldeeltjes in de atmosfeer terechtkomen, houden ze zonlicht tegen en wordt het kouder.
  • Meteorietinslagen: een inslag van een forse meteoriet kan het klimaat vrij abrupt veranderen. De inslag gaat gepaard met een enorme vervuiling van de atmosfeer door stof, rook en roet. Dat kan het zonlicht jaren tegenhouden.
  • Variaties in de omloopbaan van de aarde rond de zon: de aarde maakt een ovale baan rond de zon. Als die baan iets verandert, komt de aarde in een deel van zijn omloopbaan dichter bij de zon en in een ander deel verder van de zon te liggen. Dat zorgt ervoor dat het warmer wordt in de delen die dichter bij de zon komen en kouder op delen die verder van de zon af komen.
  • De positie van de continenten heeft invloed op de zeestromen. Als de continenten allemaal dicht bij elkaar liggen (zoals miljoenen jaren geleden), is de stroming van de zee anders dan wanneer de continenten verder van elkaar af liggen (zoals nu). Zeewater wordt opgewarmd aan de evenaar en verspreid zich in de richting van de poolkappen. Hoe verder de continenten uit elkaar liggen, hoe minder effectief de warmte door de zee kan worden verspreid over de planeet.
  • Lucht- en zeestromen: zeestromen in de oceaan kunnen het klimaat beïnvloeden.

Stap 4: Het versterkte broeikaseffect

Na de laatste klimaatverandering aan het einde van de laatste IJstijd, zo’n tienduizend jaar geleden, is de gemiddelde wereldtemperatuur relatief stabiel geweest. Maar sinds de Industriële Revolutie (rond 1850) zijn de concentraties aan broeikaseffecten verhoogd en is de aarde aan het opwarmen. Volgens de meeste wetenschappers is die verhoging alleen te verklaren uit het gevolg van menselijke activiteiten.
Bekijk de volgende video.

Er zijn tal van oorzaken aan te geven, maar de belangrijkste is de massale verbranding van fossiele brandstoffen (zoals steenkool, aardolie en aardgas), waarbij grote hoeveelheden koolstofdioxide in de atmosfeer terechtkomen.

De menselijke activiteiten versterken het natuurlijke broeikaseffect en daardoor spreken we van het versterkte broeikaseffect.

De landen met de grootste uitstoot van broeikasgassen zijn China, de VS en de EU, gevolgd door Rusland en Japan. De top 25 van meest vervuilende landen zijn goed voor ongeveer 4/5 van de volledige uitstoot aan broeikasgassen. Door hun sterk groeiende economieën zijn landen als India en Brazilië met een echte inhaalslag bezig.

De kritische grens

De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer wordt uitgedrukt in parts per million (ppm) of deeltjes per miljoen. Voor de Industriële Revolutie bedroeg de atmosferische CO2-concentratie ongeveer 260 tot 280 ppm.

Het niveau waar we onder moeten blijven om klimaatverandering te voorkomen, is 350 ppm.
Door grootschalige verbranding van fossiele brandstoffen, in combinatie met ontbossing, is de wereldwijde CO2-concentratie in de atmosfeer al flink opgelopen. Tot hoeveel? De huidige concentratie kun je terugvinden op co2now.org (Engels) en nl.co2.earth (Nederlands).  



Als de CO2-concentratie blijft stijgen lijkt het proces niet meer te stoppen. Dan komt bijvoorbeeld het broeikasgas methaan vrij uit de wegsmeltende permafrost in Siberië en dat zal de opwarming versnellen.
Om dit te vermijden wordt een stijging van de wereldtemperatuur met 2 graden Celsius als kritische grens aangehouden. Dit wordt een omslagpunt (Engels: tipping point) genoemd. Bij de stijging van de wereldtemperatuur van 2 graden Celsius geldt de wereldtemperatuur van 1800 als startwaarde. Anders gezegd: de aarde mag niet verder opwarmen dan 2 graden Celsius ten opzichte van 1800.
Zie het klimaat als een systeem waarin ‘alles met alles samenhangt’ en veranderingen gevolgen hebben voor alle afzonderlijke delen van het geheel. Als verstoring van het evenwicht dreigt, kunnen er negatieve terugkoppelingsmechanismen optreden (ze werken verandering tegen) of positieve (versterken verandering).

Stap 5: Gevolgen en oplossingen

Het klimaat verandert. De gevolgen daarvan zijn nu al voelbaar. Afhankelijk van de plaats waar je woont op aarde, zullen de gevolgen meer of minder groot zijn. Maar één ding is zeker: de al kwetsbare bevolking in ontwikkelingslanden zal de hoogste rekening gepresenteerd krijgen.

Gevolgen van de klimaatverandering:

  • Extreem weer zoals zware stormen, droogte of juist overvloedige neerslag komen steeds vaker voor.
  • De seizoenen zijn erg onstabiel geworden en dat heeft gevolgen voor de landbouw en voor de fauna en flora.
    Zie ook de video:

  • De zeespiegel stijgt en dat bedreigt miljoenen mensen die bij een kust wonen. Al is de ene kustbewoner beter af dan de andere: Nederland heeft bijvoorbeeld zowel de technische als de financiële middelen om zijn bewoners te beschermen. In een land als Bangladesh ligt dat heel anders.
  • De gletsjers en poolkappen smelten. Het afsmelten van de gletsjers brengt de watervoorziening van miljoenen mensen in gevaar en leidt bovendien tot een toenemend risico op rampen (o.a. het doorbreken van gletsjermeren).

Oplossingen zijn moeilijk te realiseren, maar niet onmogelijk. Om de negatieve gevolgen van de klimaatverandering binnen de perken te houden, gaan wetenschappers ervan uit dat de opwarming van de aarde zeker onder 2 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau moet blijven.

Om dit te bereiken zal de uitstoot van broeikasgassen in 2050 80 tot 95 procent lager moeten zijn dan die in 1990. Diverse studies tonen de haalbaarheid daarvan aan, als er in elk geval op grote schaal actie wordt ondernomen om dat doel te bereiken. In 2015 is op een klimaatconferentie het Akkoord van Parijs bereikt. Daarin verplichten de ondertekenaars zich om de opwarming van de aarde ten opzichte van het pré-industriële tijdperk te beperken tot 2 graden en te streven naar 1,5. Het is inmiddels door 174 landen ondertekend, ook door Nederland.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Albedo-effect  
Atmosfeer  
Klimaatverandering  
Natuurlijk broeikaseffect  
Stralingsbalans van de aarde  
Versterkt broeikaseffect  

 

Eindopdracht A: Toets

Bronnen

Opdracht 2: Klimaten in het Middellandse Zeegebied

Introductie - Klimaten in het Middellandse Zeegebied

Het Middellandse Zeegebied heeft bijna alles in huis: hoge, steile bergen met sneeuw, gletsjers en snelstromende beken, zee en strand, actieve vulkanen, weidse laagvlakten en rivierlandschappen die sterk lijken op die in Nederland en een aangenaam klimaat waar het ’s winters zelden koud wordt en het ’s zomers zelden regent. Nadelen? Oké, misschien wordt het ’s zomers plaatselijk wel wat te warm.

Het meeste in deze opdracht komt je waarschijnlijk bekend voor maar hier ga je er wat dieper op in. Aan het eind van de opdracht maak je een speciale reisfolder voor het Middellandse Zeegebied om toeristen meer dan het gebruikelijke reclameverhaal te vertellen.

In deze opdracht komen diverse onderwerpen uit voorgaande opdrachten nog een keer kort terug: bergen en gebergtevorming, weer en klimaat, water, landschappen, stenen en verschillende bijbehorende begrippen. Alles komt samen rond de Middellandse Zee.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Welke klimaten zijn er in het Middellandse Zeegebied?

Deelvragen

  • Hoe wordt het klimaat in de verschillende regio’s in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door hun afstand tot de Atlantische Oceaan?
  • Hoe wordt het klimaat in de verschillende regio’s in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door hun afstand tot de Middellandse Zee en/of de Zwarte Zee?
  • Welke invloed heeft het reliëf van de regio’s in het Middellandse Zeegebied op het klimaat van die regio’s?
  • Welke invloed heeft de breedteligging van de regio’s in het Middellandse Zeegebied op het klimaat van die regio’s?
  • Welke invloed heeft de verdeling tussen zones met hoge en zones met lage luchtdruk op het klimaat in de regio’s die zich bevinden rond de Middellandse Zee? Hoe is de atmosferische circulatie in deze zones?
  • Waarom is die invloed ’s zomers anders dan tijdens de winter?

Begrippen

  • Atmosferische circulatie / grote windsystemen:
    • ITCZ / Zone van equatoriale lage luchtdruk
    • Wet van Buys Ballot
    • passaat en moesson
  • Klimaatgebied
  • Klimaatsysteem van Köppen
  • Klimaatdiagram

Aan de slag

17 Short Inspirational Quotes that Will Make Your Day | The Healthy

Stap 1: Het Middellandse Zeegebied

Weer en klimaat in het Middellandse Zeegebied

Winden waaien uit allerlei richtingen, maar elke plek op aarde heeft wel een dominante windrichting. Ze zijn vastgelegd in zogenaamde circulatiecellen. Het werkt als volgt: de streek rond de evenaar vangt het meeste zonlicht en wordt het sterkst verwarmt. De verwarmde lucht stijgt op, koelt in hogere luchtlagen weer af en wordt richting de polen weggedrukt tot de 30e breedtegraad. Daar daalt de lucht weer naar het aardoppervlak om terug te vloeien naar de evenaar. Bekijk ook eens dit filmpje.
Die circulatie van subtropische cellen wordt de Hadleycel genoemd; in deze zone waaien de passaatwinden. Dit zijn winden rond de Evenaar die vrijwel altijd waaien. Dit komt door de verschillen in luchtdruk die elkaar proberen op te heffen, Zie onderstaande afbeelding waar deze precies waaien. 

Op de polen stijgt de lucht niet op maar de koude lucht wordt over het aardoppervlak weggeduwd richting evenaar. Langzaamaan warmt de lucht op om bij de 60e breedtegraad op te stijgen. Op zo’n 8 kilometer hoogte wordt de luchtstroom weer in de richting van de polen geduwd om daar weer te dalen. Daarmee is de polaire circulatiecel rond. In deze zone waaien de poolwinden.
Tussen de Hadleycel en de polaire cel - tussen 30o en 60o - ligt de Ferrelcel. Deze atmosferische circulatiecel is niet als de andere twee een gesloten systeem, maar kent een meer ingewikkelde en onregelmatiger luchtcirculatie, met meer variatie in het weer.

De wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied maar door de draaiing van de aarde waaien de winden niet in een rechte lijn. Ze worden afgebogen, op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links.

Op www.ventusky.com vind je actuele weerkaarten. Aanrader!          

In het Middellandse Zeegebied kan het weer in korte tijd veranderen. Dat gebeurt telkens als er een lagedrukgebied langskomt dat gevolgd wordt door een hogedrukgebied.


Bekijk de afbeelding en beantwoord de onderstaande vragen.
Als je niet uit de vragen komt, vraag je coach om uitleg of zoek het uit op het internet.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'Eindopdracht: Klimaatgids'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Atmosferische circulatie  
Zone van equatoriale lage luchtdruk  
Wet van Buys Ballot  
Passaat  
Moesson  
Klimaatgebied  
Klimaatsysteem van Köppen  
Klimaatdiagram  

Eindopdracht: Klimaatgids

In Stap 1 heb je aan de hand van het voorbeeld van het Middellandse Zeegebied je kennis opgefrist van de atmosferische, hoge- en lagedrukgebieden en andere zaken die van invloed zijn op het klimaat. Die kennis ga je nu toepassen door een Klimaatgids te maken waarmee je jezelf meer informatie geeft over het weer en het klimaat in het Middellandse Zeegebied.

Dat doe je zo:
Je gaat van acht gebieden onderzoeken wat het klimaat is en hierover extra informatie zoeken.

Wat moet je in je klimaatgids vermelden?

  • Een omschrijving elk gebied van de ligging in het Middellandse Zeegebied;
  • Een klimaatdiagram van een belangrijke stad in de streek. Die kun je vinden op www.klimadiagramme.de of www.worldmeteo.nl;
  • Een bijzonder kenmerk van het weer in de regio. Dat kan bijvoorbeeld een wind zijn die gedurende een bepaalde tijd in het jaar waait;
  • De uitwerking van dat kenmerk op de bewoners en de natuur van de regio;
  • De klimaataanduiding van Köppen waarmee het klimaat in de regio het best wordt omschreven. Deze combinaties van maximaal vier letters wordt wereldwijd gebruikt om klimaten mee aan te duiden. Waar toeristen die je reisgids raadplegen ook vandaan komen, ze kunnen met die codes een indruk krijgen van het te verwachten klimaat in de regio.
  • Antwoorden op de onderstaande deelvragen:
    • Hoe wordt het klimaat in de verschillende regio’s in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door hun afstand tot de Atlantische Oceaan?
    • Hoe wordt het klimaat in de verschillende regio’s in het Middellandse Zeegebied beïnvloed door hun afstand tot de Middellandse Zee en/of de Zwarte Zee?
    • Welke invloed heeft het reliëf van de regio’s in het Middellandse Zeegebied op het klimaat van die regio’s?
    • Welke invloed heeft de breedteligging van de regio’s in het Middellandse Zeegebied op het klimaat van die regio’s?
    • Welke invloed heeft de verdeling tussen zones met hoge en zones met lage luchtdruk op het klimaat in de regio’s die zich bevinden rond de Middellandse Zee? Hoe is de atmosferische circulatie in deze zones?
    • Waarom is die invloed ’s zomers anders dan tijdens de winter?

Waarop of hoe  je de gids maakt, mag je zelf weten.

Hieronder staan de volgende acht gebieden in het Middellandse Zeegebied om te onderzoeken:

1. Barcelona en omgeving

De Sagrada Familia is een beroemde toeristische attractie in Barcelona.

 

2. De stad en de streek Almería: aan de oostkust van Spanje

Een cowboystadje nabij Almería, nu vooral bedoeld voor de toeristen.


3. De Sierra Nevada en het gebied tussen dit gebergte en de Middellandse Zeekust

Het is moeilijk voor te stellen dat de Sierra Nevada vlak bij de Spaanse kust ligt en ook nog helemaal in het zuiden.


4. Bolzano en de autonome provincie Bolzano-Zuid-Tirol

Een deel van Bolzano, omringd door heuvels en bergen. De omgeving van de stad is hier en daar sprookjesachtig mooi.


5. De Rhône-delta en de Côte d’Azur met de stad Nice

Nice met een deel van de haven. De stad is een van de mooiste en rijkste van de Franse zuidkust.     


6. Israël met de steden Tel Aviv en Jeruzalem

Israel had in 1969 al de eerste vrouwelijke premier.

 

7. Gizeh bij Caïro in Egypte

De wereldberoemde piramide van Cheops, geflankeerd door de niet minder beroemde Sfinx.


8. Griekse eilanden: Lesbos en Chios

Vluchtelingen op het Griekse eiland Lesbos hebben het zwaar, vanwege het extreme weer.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van ExamenKracht van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vraag 13

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vragen 14-17

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 14
VWO 2021-TV2 Vraag 15


Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.

Bronnen

Websites:

Video's:

Opdracht 3: Mensen veranderen landschappen

Introductie - Mensen veranderen landschappen

De grootste veranderingen in het landschap zijn aangebracht door de landbouw. Een groeiende behoefte aan voedsel heeft de ontwikkelingen in de landbouw aangejaagd.

Schaalvergroting in de sector was lang een bedreiging voor bossen, heidevelden, steppen en andere natuurlandschappen, die meer en meer plaatsgemaakt hebben voor cultuurlandschap. In Nederland bestaat nu 9/10 deel van het landoppervlak uit cultuurlandschap. Het merendeel daarvan is in gebruik voor landbouw en veeteelt.

In deze opdracht ga je zien hoe mensen dat hebben aangepakt.

 

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Hoe slagen mensen erin om natuurlandschap in cultuur te brengen zonder de bodem ernstig te beschadigen of roofbouw te plegen op de aanwezige hulpbronnen?

Deelvragen

  • Waarom passen mensen landschappen aan?
  • Hoe hebben mensen geleerd landschappen aan te passen zonder te veel schade aan te richten en de hulpbronnen uit te putten?
  • Op welke geografische factoren proberen mensen greep te krijgen bij het aanbrengen van veranderingen in landschappen?
  • Hoe komt het dat als mensen een of meer geografische factoren in een landschap beïnvloeden, ook andere geografische factoren veranderen?

Begrippen

  • Domesticatie
  • Extensieve veeteelt
  • Intensieve veeteelt
  • Flora en fauna
  • Zwerflandbouw
  • Landschapszones:
    • polaire zone
    • boreale zone
    • gematigde zone
    • subtropische zone
    • (semi-)aride zone
    • tropische zone.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbank.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

150 Hard Work Quotes to Push You Farther | Keep Inspiring Me

Stap 1: Veeteelt

Een belangrijke aanpassing van de leefomgeving, door mensen aangebracht, was de domesticatie van dieren en planten. Door selectie en fokken veranderden de mensen de eigenschappen van dieren en planten zodanig dat deze steeds meer geschikt werden om aan de voedselbehoefte van de mensen te voldoen. Domesticatie begon na het einde van de Weichselien-ijstijd, ongeveer 12.000 jaar geleden. 
Al deze dieren zorgen er natuurlijk voor dat er grond nodig is waar ze kunnen lopen...

Extensieve of intensieve veeteelt

Van extensieve veeteelt is sprake als kleine groepen dieren gehouden worden op grote oppervlaktes land. Dit gebeurt bijvoorbeeld op heidevelden, berghellingen en steppes, maar ook op armere gronden, zoals zandgronden. Extensieve veeteelt komt vooral voor in de (semi-)aride zone en de polaire zone waar toendra’s zijn.

Paarden en runderen grazen stukken land in zijn geheel af. Schapen en geiten trekken tijdens het grazen voortdurend van plek naar plek waarbij ze er steeds maar een deel van de begroeiing eten.

In Nederland kennen we geen extensieve veeteelt. Ook als de dieren hier 'vrij' rondlopen, hebben ze nog steeds een heel klein stukje grond ten opzichte van extensieve veeteelt.
Sommige boeren in Australië hebben bijvoorbeeld een helicopter om het vee te zoeken en bij elkaar te drijven.

Onderstaande video laat zien hoe dit eruit kan zien. (de auto's hebben ze normaliter niet natuurlijk..)

Bij intensieve veeteelt, dus als grote aantallen dieren op een klein oppervlak worden gehouden, wordt het landschap aangepast, namelijk door een terrein af te bakenen en stallen te bouwen. Er worden grote aantallen van dezelfde soort dieren bij elkaar gehuisvest. Deze vorm van veeteelt is vooral te vinden in de gematigde zone. Veeteelt zoals wij dat kennen in Nederland is intensief, ook als ze los in dee wei lopen, noemen we dit nog steeds intensief.
Het verschil met extensief is dat daar veel meer grond bij komt kijken (zodat sommige Ausstralische boeren helicopters hebben om het vee te zoeken en bij elkaar te drijven, dit heb je als het goed is gezien in het laatste filmpje)

Stap 2: Verstandig gebruik van bodem

In alle landschappen met fauna en flora doorlopen voedingsstoffen een kringloop. Planten en bomen maken met behulp van fotosynthese voedingsstoffen aan en halen met hun wortels voedingsstoffen uit de bodem. Dieren nemen die voedingsstoffen op door van planten en bomen te eten. Bladeren, resten van dode planten en bomen, resten van dode dieren en uitwerpselen van dieren komen op en in de bodem terecht. Die resten worden afgebroken waarbij voedingsstoffen vrijkomen die door planten en bomen kunnen worden opgenomen.

In de boreale, gematigde en subtropische zone zijn natuurlandschappen in cultuur gebracht voor de teelt van gewassen. In de polaire zone is dit niet gebeurd omdat het daar te koud is, omdat het groeiseizoen te kort is en omdat de bodem geen humus (de bovenste, vruchtbare laag met dood materiaal van de bodem) bevat. In de (semi-)aride zone is dit evenmin gebeurd omdat het daar te droog is en de bodem weinig of geen humus bevat. In de tropische zone zijn akkers te vinden op plekken waar de bodem uit vulkanische as bestaat en daardoor vruchtbaar is. Maar waar dat niet het geval is komt ook akkerbouw voor, maar dan in de vorm van zwerflandbouw, omdat de bodem geen humus bevat.

Kijk naar deze twee video's.

‘Boll Weevil Eradication’



‘Phytophtora kreeg in onze aardappelen geen kans dankzij Canvas’


NB: Een boll weevil is een keversoort die in Mexico inheems is, maar die zich over het zuiden van de Verenigde Staten heeft verspreid. Phytophtora wordt in het Nederlands ook wel ‘aardappelziekte’ genoemd.

Voor het probleem met de bodem zijn er, naast de toevoeging van dierlijke mest of kunstmest aan de bodem, nog twee andere manieren om dat aan te pakken:

  • Wisselbouw of vruchtwissel
    Een vorm van landbouw waarbij een stuk grond in stukken is verdeeld, waarbij op elk stuk een ander gewas wordt geteeld en elk gewas elk jaar naar een ander stuk verhuist. Na verloop van een aantal jaren wordt elk gewas weer op zijn oude stuk verbouwd.
  • Zwerflandbouw
    Een kleinschalige vorm van landbouw, waarbij een stuk grond een of enkele jaren gecultiveerd wordt, waarna het wordt verlaten om een nieuw stuk grond te ontginnen. Het stuk grond dat gecultiveerd is geweest, ligt daarna zo lang braak dat de natuurlijke begroeiing weer terug kan keren. Deze vorm van landbouw wordt bedreven in gebieden met een tropische flora, vooral in Zuidoost-Azië.

Lees de tekst ‘Zwerflandbouw, een schadelijke traditie’.

Stap 3: Karakter van landschappen

Slim gebruik maken van het dynamisch karakter van landschappen

Landschappen krijgen hun vorm en karakter door de wisselwerking tussen geografische factoren. Mensen weten van dat dynamische karakter van landschappen gebruik te maken door landbouw te bedrijven met een slim gebruik van de plaatselijke omstandigheden.
Lees een voorbeeld hiervan in de onderstaande tekst:

Tiahuanaco’s waren slimme boeren
De Altiplano is een hoogvlakte in de Andes, aan weerszijden van de grens tussen Bolivia en Peru. Op die vlakte ligt het Titicacameer. De vlakte heeft een klimaat dat trekjes heeft van een hooggebergteklimaat. Het waait er vaak hard en ’s nachts daalt de temperatuur regelmatig tot onder het vriespunt. Ook varieert de hoeveelheid neerslag die er valt sterk van jaar tot jaar. In sommige jaren valt voldoende regen voor de gewassen, in andere jaren verdorren de gewassen min of meer en valt de oogst schraal uit. Ten slotte vallen op de Altiplano vaak hagelbuien die schade aanrichten aan de gewassen. Toch slaagden de Tiahuanaco’s, een volk dat op de hoogvlakte leefde, erin om tussen de 1e en 12e eeuw na Chr. op die hoogvlakte landbouw te bedrijven. Ze bouwden een beschaving op die ongeveer duizend jaar lang floreerde.

Ze gingen als volgt te werk:

Rondom het Titicacameer legden boeren verhoogde velden aan. Eerst legden ze een laag klei op de bodem die vrijwel geen water doorlaat en daarbovenop een laag grind en zanderige grond die water kan vasthouden. De velden waren vijf tot tien meter breed en 200 meter lang. Tussen de velden groeven ze greppels. De landbouwers vulden de greppels met water dat ze via natuurlijke geulen en kanalen aanvoerden uit de heuvels in de buurt.

Lake Titicaca

Samen vormden de greppels, geulen en kanalen een irrigatiesysteem waarmee de gewassen beschermd werden tegen de gevolgen van een langdurige droogte. De boeren voerden steeds zoveel water aan als nodig was om de bodem van de velden voldoende vochtig te houden. Uiteindelijk werd het water in het irrigatiesysteem via aquaducten naar het Titicacameer afgevoerd.

Het water in de greppels hield ’s nachts de warmte vast die overdag werd opgenomen. Die warmte gaf het af aan de lucht boven de velden zodat de temperatuur boven het vriespunt bleef en de gewassen geen vorstschade opliepen. In de greppels leefden waterplanten, vissen en eenden. Die vormden als ze stierven een laag organisch materiaal op de bodem van de greppels. De boeren haalden dat materiaal uit de greppels en verspreidden het over de velden zodat de bodem ervan vruchtbaar bleef.

Aan deze vorm van landbouw kwam rond 1100 na Chr. een einde door een klimaatverandering in het gebied.

Bron: Nigel Calder, ‘Ruimteschip Aarde, Satellietverkenningen van onze planeet’, Stichting Teleac, Utrecht, 1991, Pagina’s 198-200.

Opdracht: Mindmap

Maak aan de hand van de brontekst een mindmap met de namen van geografische factoren die de Tiahuanaco-boeren gebruikt hebben en met de namen van andere geografische factoren die door dit gebruik veranderd zijn.

Hoe je een mindmap maakt, kun je bekijken in de Gereedschapskist hieronder.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

Domesticatie  
Extensieve veeteelt  
Intensieve veeteelt  
Flora en fauna  
Zwerflandbouw  
Polaire zone  
Boreale zone  
Gematigde zone  
Subtropische zone  
(Semi-)aride zone  
Tropische zone  

 

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2018-TV1

VWO 2018-TV1 Vraag 16

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vragen 17-21

VWO 2019-TV1

VWO 2019-TV1 Vraag 17

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 18

Bronnen

Opdracht 4: Mensen breken landschappen af

Introductie - Mensen breken landschappen af

Als mensen ingrijpen in het landschap, bijvoorbeeld door hun omgeving te gebruiken voor landbouw, heeft dat soms onvoorziene gevolgen voor dat landschap.
Dit gaat van geen prolblemen tot grote problemen. Een groot probleem is dat ded opbrengsten van de landbouw kunnen geleidelijk gaan afnemen en het landschap kan zelfs ongeschikt worden voor landbouw. Het komt ook voor dat ingrijpen in een landschap gevolgen heeft voor de verre omgeving of zelfs wereldwijde gevolgen.

Wat gaat er dan mis en hoe is dat te verklaren aan de hand van de plaatselijke omstandigheden? In deze opdracht komt een aantal voorbeelden voorbij.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Waardoor gaat in landschappen de bodem in kwaliteit achteruit door het ingrijpen van mensen die in hun behoefte aan voedsel willen voorzien?

Deelvragen

  • Op welke manieren gaat de kwaliteit van de bodem achteruit?
  • Welke ingrepen leiden tot deze achteruitgang?
  • In welke gevallen heeft het ingrijpen in een landschap ook gevolgen in de omgeving van het landschap of zelfs op mondiale schaal?

Begrippen

  • Landdegradatie:
    • (versnelde) bodemerosie
    • verzilting
    • verwoestijning
  • Oorzaken van landdegradatie:
    • overbeweiding
    • ontbossing
    • vervuiling: eutrofiëring

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

5 x quotes van beroemde falers

Stap 1: Teveel zout der aarde

Gestrand schip op het Aralmeer
in Aral, Kazachstan

Wanneer mensen ingrijpen in een landschap om aan landbouw te doen, merken ze vaak na verloop van tijd dat die landbouw steeds minder opbrengt door landdegradatie: de kwaliteit van de bodem gaat achteruit. Op den duur kan de bodem geheel ongeschikt worden voor landbouw. Wereldwijd gaat er op die manier veel landbouwgrond verloren.

Landdegradatie wordt onder meer veroorzaakt door verzilting.
Verzilting wordt onder meer veroorzaakt door sommige vormen van irrigatie. Bij bevloeiing van akkers kan zoveel water worden aangevoerd dat het grondwaterpeil onder de akkers stijgt tot aan het oppervlak. Een deel van dat water verdampt waarbij zout en andere mineralen die in het water zitten aan de oppervlakte blijven liggen. Daardoor wordt de bodem voor steeds minder planten geschikt en blijft er minder voedsel over voor plantenetende diersoorten. Hierdoor gaat de biodiversiteit achteruit. Op den duur hoopt zich zoveel zout op en onder het oppervlak van de akkers op dat er niets meer groeit.
Dit gebeurt dus vooral bij vormen van irrigatie waarbij veel water wordt gebruikt en zal sneller gebeuren in een warm klimaat (= meer verdamping).
Bij druppelirrigatie zal je dit probleem niet tegenkomen, maar dat is een duurdere manier van irrigeren en niet voor elk gewas geschikt.

Irrigatiesysteem Tuin // 4x Druppelirrigatie Systemen
Druppelirrigatie zorgt voor de juiste hoeveelheid water op de juiste plaats. Zo is er geen onnodig waterverbruik en minder verdamping en daardoor minder verzilting.

Lees de tekst ‘Verzilting kost elke dag 2000 hectare landbouwgrond’ tot aan de paragraaf “Verschillende methoden om het areaal”. Het is weliswaar een tekst uit 2014, maar nog steeds onverminderd actueel.

Ook zeewater veroorzaakt verzilting als het doordringt in de bodem en zich vermengt met het daar aanwezige grondwater.

Lees de volgende tekst:

Zomer 2018 (juni, juli, augustus)

In Nederland viel in de maanden juni en juli van 2018 gemiddeld over het land bij elkaar 31 millimeter regen. Normaal is dat voor die twee maanden 147 millimeter. In augustus viel gemiddeld over het land 76 millimeter tegen 78 millimeter normaal. Toch was de hele periode van 1 juni tot en met 31 augustus een van de droogste sinds 1906.

Bron: KNMI, ‘Zomer 2018 (juni, juli, augustus)’.


Bekijk onderstaande kaart.

Stap 2: Verwoestijning

Een andere oorzaak van landdegradatie is verwoestijning. Dat is de uitbreiding van bestaande woestijnen en het ontstaan van nieuwe woestijngebieden. Steppelandschappen, en soms ook landschappen met bossen waar extensieve veeteelt en akkerbouw mogelijk waren, veranderen in woestijnlandschappen.
Dit komt door verkeerd gebruik van de bodem: overbegrazing waardoor alle begroeiing wordt opgegeten of verzilting door verkeerde irrigatie.

Lees het artikel ‘Verwoestijning: zand, stof en kale rotsen rukken op’.

Stap 3: Bodem in beweging

Versnelde bodemerosie door wind,
ook wel een stofstorm genoemd.

In het artikel dat je in de vorige stap hebt gelezen, wordt (versnelde) bodemerosie als een oorzaak van landdegradatie genoemd. Van bodemerosie, een proces dat ook van nature voorkomt, is sprake als wind of water bodemmateriaal opneemt en naar een andere plek afvoert.
Soms ontstaat dit proces door menselijk ingrijpen, bijvoorbeeld door ontbossing (als in een bos bomen in sneller tempo worden gerooid dan dat er nieuwe groeien) waardoor de bodem in snel tempo minder geschikt of zelfs geheel ongeschikt wordt voor landbouw. Dat komt omdat wind of water altijd materiaal aan het bodemoppervlak wegvoert, materiaal waarin de voedingsstoffen voor planten zitten. Hoe kleiner de korrels van dit bodemmateriaal, hoe makkelijker ze verplaatst kunnen worden en hoe moeilijker er regenwater in de bodem kan doordringen.

Kijk naar dit videofragment: van 2:06 min. inzoomen op wereldkaart tot 4:25 min. “and beyond its borders.“

Stap 4 - Vervuilde landschappen

Bestrijdingsmiddelen worden soms
vanuit een vliegtuig over de akkers
gesproeid.

Eutrofiëring

Landbouw leidt niet alleen tot landdegradatie, maar soms ook tot vervuiling van het landschap en van de (verre) omgeving ervan. Een van de gevolgen van die vervuiling is eutrofiëring. Dit is dat er teveel voedingsstoffen aan een gebied worden toegevoegd, wat zorgt voor een veranderd landschap. 

Bekijk de video.

Planten- en dierensterfte

Een ander gevolg van vervuiling is de achteruitgang in aantal van een groot aantal planten- en diersoorten of zelfs het uitsterven ervan.

Lees de tekst 'Bijensterfte: oorzaken en gevolgen'.

Stap 5 - Natuur en mens

Tussen natuurramp en milieuramp

Bijna twee weken na de ramp met de
Bento Rodrigues-dam bereikte het
ijzerafval de wateren van de
Atlantische Oceaan en vormde het de
ergste milieuramp in de geschiedenis
van Brazilië.

Natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen en aardbevingen worden door de natuur veroorzaakt.
In tegenstelling tot natuurrampen zijn milieurampen ontstaan door menselijk handelen. Op 25 januari 2019 brak in de Braziliaanse deelstaat Minas Gerais een dam door van een reservoir dat gevuld was met water en afval uit een ijzermijn. Hierdoor liep het reservoir leeg en raakten huizen en akkers bij het reservoir bedolven onder het afval. Bij deze ramp vielen meer dan honderd doden. Maar zijn alle rampen die we gewoonlijk ‘natuurrampen’ noemen, ook werkelijk natuurrampen?

Lees het artikel ‘Erosie draagt bij aan overstromingen’.

In onderstaande link kun je goed zijn welke invloed het landschap heeft op de afvoer van het water. Hoe hoger de piek, hoe groter de kans op een overstroming. 
"Verstedelijking" kun je hier ook opvatten als een gebied waarbij het water niet meer vastgehouden wordt door de planten en wortels. Net als in een stedelijk gebied, komt het water snel in een rivier terecht.

Lees het artikel ‘Zijn Europese bosbranden het gevolg van klimaatverandering?’ tot aan de paragraaf ‘De eerste bosbrand’.

Aardverschuivingen, bodem die van een helling schuift, treden op bijvoorbeeld als begroeiing van die helling is weggekapt en de bodem oververzadigd raakt met water. Het is een extreem snelle vorm van bodemerosie.

Lees het artikel 'Dodental door aardverschuivingen in Colombia loopt op'.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Landdegradatie  
(Versnelde) bodemerosie  
Verzilting  
Verwoestijning  
Overbeweiding  
Ontbossing  
Eutrofiëring  

 

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vraag 14

VWO 2016-TV2

VWO 2016-TV2 Vraag 21

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vragen 14-17

VWO 2017-TV2

VWO 2017-TV2 Vraag 18

VWO 2018-TV1

VWO 2018-TV1 Vraag 16

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vraag 21

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vraag 11

Bronnen

Opdracht 5: Mens en bodem

Introductie - Mens en bodem

Waarom staat het Middellandse Zeegebied erom bekend dat er vaak een aardbeving plaatsvindt en af en toe ook een vulkaanuitbarsting?
Hoe zijn de Alpen, de Apennijnen en andere berggebieden in deze regio ontstaan?
Waarom liggen in deze regio sommige eilanden in groepen of rijen bij elkaar?

De antwoorden op deze vragen liggen onder het oppervlak van bedoelde regio en die gaan jullie opgraven in deze opdracht.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Hoe zijn reliëf, vulkanisme en aardbevingen in het Middellands Zeegebied te verklaren aan de hand van bewegingen van aardplaten in deze regio?

Deelvragen

  • Waarom komen aardbevingen alleen op bepaalde plekken voor in het Middellands Zeegebied?
  • Hoe zijn het ontstaan en de werking van vulkanen in deze regio te verklaren?
  • Hoe zijn in de regio gebergtes en groepen eilanden ontstaan?
  • Hoe komt het dat aardbevingen, vulkanisme en gebergtevorming vaak samen optreden in een en hetzelfde gebied?

Begrippen

  • Alpien plooiingsgebied

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Inspirational Quotes - Daily Inspirational Quotes | Reader's Digest

Stap 1: De bodem beeft

Deze kerk liep tijdens de aardbeving
in Midden-Italië flinke schade op.

Het Middellands Zeegebied is het grensgebied tussen de Euraziatische Plaat in het noorden en de Afrikaanse Plaat in het zuiden. De Afrikaanse plaat beweegt naar het noorden, waardoor de Middellandse Zee steeds smaller wordt. Ook maakt de plaat een draaiende beweging tegen de wijzers van de klok in, waardoor die in het oosten sneller opschuift ten opzichte van de aangrenzende platen dan in het westen.

Lees het artikel ‘Meer dan honderdvijftig doden bij aardbeving Italië’ tot aan de paragraaf 'Gebouwen'.

Stap 2: Vurige buren

Een krater op Santorini

Van de Vesuvius, de Etna en de Stromboli hebben veel mensen wel gehoord, maar de meesten van ons hebben nooit gehoord van de Campi Flegrei.

Lees het artikel 'In spanning om supervulkaan Campi Flegrei' over de monstervulkaan in de buurt van Napels.

De drie andere bekende vulkanen steken wel boven hun omgeving uit. Ze barsten af en toe uit en liggen net als de Campi Flegrei op de Tyrreense Plaat, zie onderstaande afbeelding.

 

Met die plaat is iets bijzonders aan de hand, hij draait namelijk tegen de wijzers van de klok rond, met het draaipunt in de Povlakte in Noord-Italië. Maar verder verschillen de drie vulkanen van elkaar.

  • Vulkaan de Etna

    De Vesuvius barst zelden uit. Tussen twee erupties in zitten tientallen jaren en de laatste uitbarsting was in 1944.
    Lees de tekst op Wikipedia over de Vesuvius.

  • De Etna barst vaker uit. Bijna elk jaar komt er uit een van de vele kraters van de vulkaan as, soms ook grote hoeveelheden lava, net als bij een uitbarsting van een schild- of spleetvulkaan. Alleen wanneer dat laag op een helling gebeurt, niet ver van een stad of dorp, lopen mensen en hun eigendommen gevaar.
    Bekijk de video in het artikel: 'Siciliaanse dorpen met as bedekt'.
  • De Stromboli is een vulkaan op een eiland met dezelfde naam. Het is een van de Eolische eilanden. Ook de andere eilanden van deze groep vertonen tekenen van vulkanisme. De vulkaan Stromboli laat bijna dagelijks kleine uitbarstingen zien en is daarmee de actiefste van de drie. Gevaar is er nauwelijks voor de bewoners of voor de toeristen die deze vulkaan bezoeken.
    Bekijk de video in het artikel: 'Camera's leggen explosie van vulkaan Stromboli vast'.

Stap 3: Plooien, groepen, bogen

Alpien plooiingsgebied

Bekijk met Google Earth het alpien plooiingsgebied (het berggebied van oostelijk Frankrijk tot in de Balkan), de Pyreneeën, de Sierra Nevada en het Atlasgebergte.


Bekijk ook de onderstaande kaarten.

 


Egeïsche Plaat

Sommige eilanden ten zuidoosten van het Griekse vasteland zijn gerangschikt in twee evenwijdig aan elkaar lopende bogen. De zuidelijkst gelegen boog is de Helleense Boog en bestaat uit eilanden met plooiingsgebergten. De andere boog bestaat uit vulkaaneilanden.
Ten slotte liggen er in de Egeïsche Zee nog andere eilanden met bergen. Deze eilanden vormen samen met Santorini de archipel Cycladen.

Lees de tekst over ‘Egeïsche Plaat’.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' wordt één begrip genoemd.
Geef zelf een omschrijving van dit begrip.

​Alpien plooiingsgebied  

 

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2017-TV2

VWO 2017-TV2 Vragen 9-12

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vragen 13-16

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 15

Bronnen

Opdracht 6: Mens en klimaat

Introductie - Mens en klimaat

Het Middellandse Zeegebied heeft verschillende klimaten, van vochtig tot droog, van koud - hoog in de Spaanse Sierra Nevada, in de Apennijnen, de Pyreneeën en het alpien plooiingsgebied -  tot ’s zomers warm, zonnig en droog, ’s winters zacht met af en toe regen. Dat laatste is wat de meeste toeristen en Noordwest-Europeanen, die er de winter doorbrengen, kennen.

Hoe heeft de vegetatie zich aangepast aan dit klimaat? Hoe hebben mensen geleerd ermee te leven en op zodanige wijze landbouw te bedrijven dat hun akkers en weiden voldoende opleveren om ervan te leven?

 

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Hoe slagen bewoners van het Middellandse Zeegebied erin zo om te gaan met de bodem, de levende natuur en het klimaat dat ze aan de kost kunnen komen?

Deelvragen

  • Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het klimaat in de regio?
  • Hoe worden geografische factoren bodem en flora in de regio beïnvloed door de geografische factor klimaat en lucht?
  • Hoe bedrijven mensen landbouw in de regio binnen de mogelijkheden en beperkingen van de geografische factoren bodem, flora en klimaat en lucht en de manieren waarop die factoren op elkaar inwerken?

Begrippen

  • Subtropische landschapszone
  • Mediterrane vegetatie
  • Mediterrane landbouwtypen

 

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Motivational Quotes and Messages | Inspirational Quotes Online - Ferns N  Petals

Stap 1: Klimaat met uitschieters

Baai op Mallorca

Je gaat op vakantie ergens in het Middellandse Zeegebied of je bent gepensioneerd en wilt de winter ergens in deze regio doorbrengen. Wat voor klimaat zul je er aantreffen?

 

 

 

 

 

Bekijk onderstaande kaart.


 

Maak gebruik van de klimaatcodes van Köppen in de volgende oefening.

 

Temperatuur

Ondanks het klimaat dat bijna overal in de regio heerst, kan het er ook buitengewoon warm of koud worden. In Barcelona en omgeving kan het in januari ineens zomers warm worden, zelfs tot rond 30 graden Celsius.

Lees de volgende tekst.

ROME - In Italië wordt gesproken van een heuse Driekoningensneeuwstorm. Het noorden is wel gewend aan winterweer, maar nu zucht ook de rest van het mediterrane land onder ijzige temperaturen en sneeuwval. In Rome duikt de temperatuur onder het vriespunt en de Vesuvius bij Napels is bedekt met een laag sneeuw. Zelfs op de Eolische eilanden tussen Sicilië en het vasteland zijn sneeuwvlokken neergedwarreld, meldde persbureau ANSA vrijdag.

Door het slechte weer op zee bleven de veerboten van en naar deze en andere Italiaanse eilanden aan de kade. In Avenillo, ten oosten van Napels, kwam een 44-jarige dakloze om het leven door de kou. In het zuidelijke Bari, de hoofdstad van de regio Apulië, lag zo'n 15 centimeter sneeuw.

De uitzonderlijke kou en neerslag hebben her en der het treinverkeer platgelegd. Ook op de wegen ontstonden problemen.

Bron: De Telegraaf 6 januari 2017.

 

Wind

Deze uitschieters in temperatuur hebben op meerdere plaatsen te maken met een wind die af en toe opsteekt en in diverse streken een eigen naam heeft gekregen. De bekendste zijn de Föhn, de Mistral, de Bora, de Sirocco en de Meltemi. Daardoor kan het op die plaatsen in korte tijd aanzienlijk kouder of juist warmer worden.

Neerslag

Met de neerslag die in de regio valt, zijn twee dingen aan de hand die je niet kan afleiden uit klimaatcodes van Köppen en klimaatdiagrammen van plaatsen als Mallorca, Athene en Algiers. Neerslag valt meestal in de vorm van zware buien. Soms valt daarbij zoveel neerslag in korte tijd dat beken en rivieren buiten hun oevers treden en straten en huizen onder water komen te staan.

Lees over het tweede kenmerk dat schuilgaat achter klimaatcodes en -diagrammen het artikel ‘Verdroging Zuid-Europa’

Stap 2: Middellandse zee en bodem

Maquis op Corsica

Samenspel van bodem, flora en klimaat

Het klimaat in het Middellandse Zeegebied, of eigenlijk de geografische factor klimaat en lucht, is van grote invloed op twee andere geografische factoren, flora en bodem. De flora is ook afhankelijk van de bodem. Samen bepalen deze factoren het aanzien van landschappen in de regio.

 

 

Bekijk de onderstaande kaart.


Vergelijk deze kaarten met de kaarten die je in Stap 1 hebt geraadpleegd.

Bomen- en plantengroei

In de Oudheid waren er veel bossen in de regio. Daarna hebben die op de meeste plaatsen plaatsgemaakt voor struiken en kleine bomen. Dit type flora wordt maquis of macchia genoemd. Deze bomen en planten zijn bestand tegen lange periodes van droogte en hoge temperaturen en sommige planten herstellen zich gemakkelijk na natuurbranden omdat ze zaden voortbrengen die pas ontkiemen als er een brand is geweest. Bomen en planten groeien op een stenige en vaak afhellende bodem met daarop weinig of geen verweringsmateriaal waarin regenwater dus ver in kan wegzakken in scheuren en spleten. Ten slotte moeten planten zich zien te beschermen tegen dieren die ervan eten.

Bomen en planten hebben zich op allerlei manieren aangepast aan deze omstandigheden. Toch groeien bomen en planten in de regel niet dicht op elkaar, of anders gezegd: is de begroeiingsdichtheid niet groot.

Stap 3: Mensen en land(bouw)

Wijngaard in Portugal, een mooi
voorbeeld van terrassenlandbouw.

Hoe mensen omgaan met bodem, flora en klimaat

Van oudsher werd landbouw vooral bedreven op glooiende terreinen tussen 200 en 500 meter boven de zeespiegel en ook in hoger gelegen gebieden. In de laagvlaktes kwam de malariamug voor en liepen mensen gevaar om malaria te krijgen. Ook kwamen er soms overstromingen op die laagvlakten voor. Nadat de malariamug is uitgeroeid, werden ook laagvlaktes in cultuur gebracht.

De manier waarop landbouw bedreven wordt, is aangepast aan het klimaat, en aan de gesteldheid van bodem en flora. Dat is te zien aan de keuze van gewassen en het soort boerderijdieren waarmee boeren werken.


Bekijk de onderstaande kaart.


Lees over een andere manier waarop de landbouw zich aanpast het artikel ‘De onderschatte erfenis van de Arabieren in Al-Andalus'.

Schaalvergroting

Na de Tweede Wereldoorlog maakten kleine landbouwbedrijven in de regio steeds meer plaats voor grote. Deze schaalvergroting werd in de hand gewerkt door het wegtrekken van vooral jonge mensen uit de regio naar landen in West- en Noord-Europa, omdat ze daar meer konden verdienen dan in hun gebied van herkomst.
Een andere oorzaak van deze schaalvergroting is steeds meer samenwerking tussen landen in Europa na de oprichting van de EEG (voorloper van de EU) in 1957.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Subtropische landschapszone  
Mediterrane vegetatie  
Mediterrane landbouwtypen  

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vragen 13-16

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vraag 15
VWO 2017-TV1 Vraag 17

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 14
VWO 2021-TV2 Vraag 15

Bronnen

Opdracht 7: Hoe landdegradatie ontstaat

Introductie - Hoe landdegradatie ontstaat

Overal ter wereld gaat landbouwgrond in kwaliteit achteruit, waardoor de opbrengst ervan afneemt, soms tot op het nulpunt. Ook in het Middellandse Zeegebied is dat het geval.

Wat zijn in deze regio de oorzaken voor de achteruitgang van de bodem? Welke rol is hierin weggelegd voor het landbouwbeleid van de Europese Unie en voor de opkomst van het toerisme in deze omgeving? Dat zijn de vragen in deze opdracht.

 

 

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Waarom heeft het Middellandse Zeegebied te kampen met landdegradatie?

Deelvragen

  • Welke vormen van landdegradatie treden er op in het Middellandse Zeegebied?
  • Welke factoren die ook elders in de wereld een rol spelen, dragen bij aan deze landdegradatie?
  • Welke factoren die alleen in de regio een rol spelen, dragen bij aan deze landdegradatie?
  • Wat voor rol spelen het landbouwbeleid van de Europese Unie en de opkomst van het (massa)toerisme in de regio bij het optreden van landdegradatie in de regio?

Begrippen

  • Landdegradatie:
    • (versnelde) bodemerosie
    • verzilting
    • verwoestijning
  • Oorzaken van landdegradatie:
    • overbeweiding
    • ontbossing.

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Cute Lil' Quotes

Stap 1: Landdegradatie in kaart

Erosie van een landschap in beeld:
de Kloof van Aradena op Kreta.

In het Middellandse Zeegebied gaat op sommige plaatsen de bodem in kwaliteit achteruit waardoor landbouw steeds minder opbrengt. Deze landdegradatie vindt op drie verschillende manieren plaats: door (versnelde) bodemerosie, verzilting of verwoestijning.

 

 

 

 

 

 

 

Vergelijk met elkaar de volgende kaarten over het Middellandse Zeegebied:


 

 

De Spaanse stad Almería lijkt in een woestijn te liggen. Een blik op badlands in Spanje.

Stap 2: Oorzaken van landdegradatie

De bodem wordt steeds slechter voor
landbouw

Landdegradatie is niet nieuw in het Middellandse Zeegebied en evenmin iets dat alleen in deze regio voorkomt. Van oudsher is al sprake geweest van erosie (waarbij behalve de toplaag ook andere lagen van de bodem door wind of water worden weggevoerd) en (versnelde) bodemerosie (waarbij alleen de toplaag wordt weggevoerd door wind of water).
Het rooien van bossen (om ruimte te maken voor akkers of weiden) en overbeweiding hebben net als elders in de wereld bodemerosie versterkt. Daarnaast is er op enkele plaatsen in de regio ook sprake van dreigende verwoestijning en komt met name in Spanje verzilting van de bodem voor.

Stap 3: De rol van politiek en toerisme

Naast de olijfboom is ook de amandelboom - zie de steenvrucht en de amandel op de afbeelding - een gewas dat veel geteeld wordt in het Middellandse Zeegebied. De amandelboom gedijt goed in het klimaat dat kenmerkend is voor het grootste deel van deze regio.

In het Middellandse Zeegebied is het probleem van landdegradatie groter geworden door:

1. Veranderingen in de landbouw
Eerst was de landbouw in het Middellandse Zeegebied kleinschalig en aangepast aan de omstandigheden, vooral aan het klimaat en de bodem van de regio. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde dat, bijvoorbeeld in Zuid-Spanje.

Lees het artikel ‘Verwoestijning in Zuid-Spanje’.

Lees de tekst over Landbouwbeleid tot het kopje ‘Hervormingen in 1992’.

2. Ontwikkeling van het (massa)toerisme
Na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) en na de wederopbouwperiode nam de welvaart in Europa toe. Hierdoor konden steeds meer mensen zich veroorloven om in het buitenland op vakantie te gaan,  ’s zomers om te kamperen of voor een zon-, zand- en zeevakantie en ’s winters om aan wintersport te doen.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Landdegradatie  
(Versnelde) bodemerosie  
Verzilting  
Verwoestijning  
Overbeweiding  
Ontbossing  


 

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2017-TV1

VWO 2017-TV1 Vragen 14-17

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vraag 16

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vraag 11

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vragen 12-15

Bronnen

Opdracht 8: Mens en water

Introductie - Mens en water

In het Middellandse Zeegebied is tot halverwege de 20e eeuw voldoende water voorhanden geweest om in de behoefte van landbouw, bedrijfsleven en huishoudens te voorzien ondanks het feit dat droge en natte jaren elkaar afwisselden. Toen was het verbruik van water in de regio in balans met de regenval, de verdamping van water uit de bodem en uit beschikbare ondergrondse voorraden. Niet alleen was er voldoende water voor iedereen, maar ook voldoende veilig drinkwater. Daarna is die balans steeds verder verstoord geraakt. De gevolgen zijn vooral watertekorten en een belangenstrijd tussen groepen die in hun behoefte aan water proberen te voorzien.

Hoe is die groeiende onbalans te verklaren? Draagt de opwarming van de aarde als gevolg van het versterkte broeikaseffect bij aan dit groeiende waterprobleem? Hoe wordt geprobeerd om die onbalans aan te pakken en om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de behoefte aan water van alle groepen gebruikers?

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Waarom kampt het Middellandse Zeegebied steeds meer met watertekorten en in het bijzonder met een tekort aan zoet water?

Deelvragen

  • Waarom was er in het Middellandse Zeegebied tot halverwege de 20e eeuw sprake van een waterbalans ondanks de grillen van het klimaat in deze regio?
  • Hoe wordt nog steeds de beschikbare hoeveelheid zoet water aangevuld in het Middellandse Zeegebied?
  • Welke groepen leggen beslag op het beschikbare water in de regio en hoeveel heeft elke groep nodig?
  • Waardoor is het waterverbruik in de regio toegenomen?
  • Waardoor is het in de regio vanaf halverwege de 20e eeuw steeds moeilijker geworden om in de behoefte aan (veilig) water te voorzien?
  • Speelt hierbij de nu in gang zijnde klimaatverandering op aarde een rol en zo ja, op welke manier?

Begrippen

  • (grond)waterproblematiek
  • waterbalans
  • duurzaam water- en landgebruik
  • aquifer
  • evapotranspiratie
  • ontzilting

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.
Van de Kennisbank 'Weer en Klimaat' alleen de laatste twee pagina's: Middellandse Zeeklimaat en Koude klimaatzone.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

Motivational Quotes for the Workplace

Quote of the Day – WisdomQuotes

Stap 1: In balans of verstoord?

Waterbalans in het Middellandse Zeegebied

Het Meer van Tiberias in Israël

Tot omstreeks 1950 was de waterbalans in het Middellandse Zeegebied in evenwicht.

Om te beginnen viel er tot dat jaar gemiddeld voldoende regen per jaar om in de regio aan landbouw te kunnen doen, al wisselden jaren die droger dan gemiddeld waren en jaren die natter waren dan gemiddeld, elkaar af.

De tweede reden waarom de balans in evenwicht was, is de aanvoer van water van buiten de regio door de Nijl.

 

 

 

 

Bekijk de onderstaande kaart,

Daarnaast is er altijd water opgeslagen in meren in de regio, met name in de meren in Italië aan de zuidrand van het alpien plooiingsgebied en in het Meer van Genève.

Kijk nog eens naar bovenstaande kaart.

   

Aquifers

Ook onder het bodemoppervlak ligt water opgeslagen, deels als grondwater niet ver onder het oppervlak, maar ook dieper in aquifers, poreuze steenlagen die verzadigd zijn met water.


Bekijk onderstaande kaart.

 

Evapotranspiratie

Een deel van het water op land verdwijnt in zee, een deel wordt gebruikt in de landbouw, industrie of in huishoudens en een deel wordt door vegetatie aan de lucht afgestaan via evapotranspiratie. Zoals een mens zweet, kunnen planten dat ook (soort van).

 

Stap 2: Toenemende onbalans

In Spanje wordt op uitgebreide schaal
rijst verbouwd, vooral rond Valencia.

Op 13 januari 2019 viel de tweejarige peuter Julen bij Malaga (Spanje) in een diepe, illegaal geslagen waterput. Reddingswerkers probeerden met groot materieel de plek te bereiken waar de jongen werd vermoed. Op 26 januari troffen ze hem dood aan, onder in de put. Het was niet het eerste of laatste ongeluk met een illegaal geslagen put, waarvan er vele honderdduizenden te vinden zijn in het land.
Behalve veiligheidsproblemen veroorzaken ze ook een ander probleem. Lees hierover de tekst ‘De andere vloek van illegale putten’.

Waterschaarste

Dit probleem is een symptoom van de (grond)waterproblematiek in het Middellandse Zeegebied. Deze problematiek is ontstaan doordat vanaf omstreeks 1950 de waterbalans in deze regio steeds verder verstoord werd.

Bekijk onderstaande kaart.

Behalve dat het door klimaatverandering droger wordt, is dat niet de enige reden waardoor er minder water beschikbaar zou kunnen zijn in de toekomst.
Doordat het warmer wordt, komt er ook meer verdamping en evatransporatie. Ook een groeiende bevolking kan zorgen voor minder water.

Ten slotte is in de regio de balans zoek tussen aanvoer en beschikbaarheid van water enerzijds en het verbruik ervan anderzijds zoek door een toename van het watergebruik. Die toename is niet alleen het gevolg van toenemende welvaart in de regio.

Lees het artikel ‘Zuid-Europa: weinig neerslag, dorstige grond’  tot aan de paragraaftitel ‘Vergroting waterreservoirs?’.

Stap 3: Duurzaam watergebruik

Waterresevoir in Cyprus.

Om de (grond)waterproblematiek, voortkomend uit de onbalans tussen beschikbaar water en het verbruik van water, aan te pakken worden maatregelen genomen om te komen tot  duurzaam water- en landgebruik.

Lees het artikel ‘Zuid-Europa: weinig neerslag, dorstige grond’ vanaf de paragraaftitel ‘Vergroting waterreservoirs?’.

Ontzilting

Zoet water wordt gewonnen uit bronnen en aquifers, rivieren en meren.
Een andere manier om aan zoet water te komen is ontzilting van zout of brak water.

Droogte in Israël.

Druppelirrigatie

Daarnaast zoekt men manieren om doelmatiger met water om te gaan. Zo wordt er druppelirrigatie toegepast.

Lees over een andere mogelijkheid om water doelmatiger te gebruiken het artikel ‘Het waterbesparend geheim voor zoetere tomaten’.

Dauwwater

Lees van het artikel ‘Water in Israël: vechten om elke druppel water’ de paragrafen ‘Israël haalt water uit dauw' en ‘Watertechnologie industrie in Israël bloeit'.

Watermanagement

Bij duurzaam watergebruik is één zaak onontbeerlijk, mits goed opgezet en uitgevoerd.
Lees hierover het artikel ‘Spaanse boeren willen water betalen, maar niet managen’.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​(Grond)waterproblematiek  
Waterbalans  
Duurzaam water- en landgebruik  
Aquifer  
Evapotranspiratie  
Ontzilting  

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2016-TV1

VWO 2016-TV1 Vragen 13-16

VWO 2018-TV1

VWO 2018-TV1 Vraag 13
VWO 2018-TV1 Vraag 15

VWO 2021-TV2

VWO 2021-TV2 Vraag 15

Bronnen

Opdracht 9: Hazard Management

Introductie - Hazard management

Natuurrampen doen zich voor, ook in het Middellandse Zeegebied, zonder dat mensen er enige rol in spelen. Ze zijn niet te voorkomen. Toch kunnen we de gevolgen ervan wel beperken door voorzorgsmaatregelen te nemen. Rampen in het verleden kunnen ons inspireren en tot voorbeeld dienen.

In deze opdracht komen enkele voorbeelden voorbij en zien we hoe mensen in de regio met preventief ingrijpen het risico van diverse soorten rampen kunnen beperken of zelfs helemaal opheffen. Dat ingrijpen wordt ‘hazard management’ genoemd.

Wat ga je leren?

Hoofdvraag

  • Hoe gaat hazard management in zijn werk in het Middellandse Zeegebied?

Deelvragen

  • Wat is het verschil tussen natuurrampen en milieurampen?
  • Hoe kunnen mensen in het Middellandse Zeegebied de gevolgen van natuurrampen beperken?
  • Hoe kunnen mensen in deze regio de gevolgen van milieurampen beperken?
  • Hoe kunnen mensen in deze regio de omvang van milieurampen beperken of milieurampen helemaal voorkomen?

Begrippen

  • Natuurramp
  • Milieuramp
  • Hazard Management
  • Evapotranspiratie
  • Geografische factoren of landschapsfactoren:
    • gesteente en reliëf
    • klimaat en lucht
    • bodem
    • water
    • flora en fauna

 

Wat kun je al?

Bestudeer de Kennisbanken.

Maak nu de instaptoets.

Aan de slag

32 non-corny teamwork quotes you'll actually like - Work Life by Atlassian

Stap 1: Natuurrampen

Niet te voorkomen, wel te managen

Istanboel en Bosporus bedreigd door
zware aardbeving.

In het Middellandse Zeegebied vinden geregeld aardbevingen plaats, vooral in Italië en ten oosten van Italië. Italië en Griekenland zijn ook bekend met vulkanische uitbarstingen. Bij deze natuurrampen speelt de mens geen rol. De rampen worden veroorzaakt door endogene krachten van de aarde, dat zijn krachten die van binnenuit de aarde komen.
Hazard Management wordt toegepast om schade en slachtoffers te beperken. Hiervan geven we twee voorbeelden:

1. Istanbul
Bekijk onderstaande kaart.

 

Lees deze artikelen:

Klik op de afbeelding om deze
te vergroten.

Gebieden waar mensen gevaar
lopen als de Vesuvius tot
uitbarsting komt. In het rode
gebied is het gevaar het grootst.

2. Napels
De havenstad Napels ligt aan de voet van de Vesuvius en loopt gevaar als de vulkaan uitbarst. Ook elders rondom de vulkaan wonen veel mensen dicht op elkaar.

Lees het artikel over de Vesuvius op Vulkanisme.nl, met name de paragraaf ‘De toekomst van Mount Vesuvius’.

Stap 2: Natuur en mens

Bodem, water, mens soms een dodelijke combinatie

Een overstroming in Calabrië,
Italië in 2010.

Aardverschuivingen en overstromingen zijn er in het Middellandse Zeegebied altijd geweest. Waar en wanneer ze optreden, wordt bepaald door geografische factoren of landschapsfactoren (zaken die een landschap vorm geven), denk aan klimaat, grondsoort, reliëf, bodem, waterhuishouding en flora en fauna. Daar is naderhand de factor 'mens' bijgekomen.

Door menselijke invloeden treden verschillende rampen vaker op met kwalijke gevolgen. Dergelijke rampen worden doorgaans milieurampen genoemd (een milieuramp is de mens de oorzaak, een natuurramp is de natuur de oorzaak).
Met hazard management kan men van zulke rampen niet alleen de gevolgen beperken, maar ook de omvang en frequentie. Met goed optreden zijn milieurampen zelfs compleet te voorkomen.

Op 4 november 1966 vond in de Italiaanse stad Florence en omgeving een overstroming plaats, die meer dan honderd dodelijke slachtoffers maakte. Het water richtte enorme schade aan in de stad, vooral aan de grote hoeveelheid kunstschatten daar. Lees over deze ramp en over hazard management ná deze ramp het artikel over de rivier de ‘Arno’.

Een ander soort milieuramp die zich nogal eens voordoet in de regio, is de aardverschuiving, soms in de vorm van een modderstroom. Lees de uitleg over ‘Modderstromen’.

Stap 3: Mens en vuur

Door het planten van veel
eucalyptusbomen, een zeer brandbare
boomsoort vanwege de eucalyptol-
houdende bladeren in mediterrane
bossen, is het brandgevaar er
toegenomen.

Bosbranden zijn van alle tijden in het Middellandse Zeegebied. Ze treden het vaakst op tijdens lange periodes met warm en droog weer, meestal tussen juni en september.
Vaak hebben bosbranden een natuurlijke oorzaak, blikseminslag bijvoorbeeld, maar door menselijk handelen is ook dit soort rampen in aantal toegenomen en zijn de gevolgen ervan vaak kwalijker dan voorheen. Bij ruim negen van de tien bosbranden speelt de mens een rol. Ook natuurbranden zijn milieurampen geworden.

Hoe dat komt, lees je in het artikel ‘Krachtiger preventieve maatregelen nodig om het steeds grotere risico van bosbranden in de toekomst te beperken'.

Deskundigen menen dat het aantal en de intensiteit van bosbranden in het Middellandse Zeegebied mede toeneemt als gevolg van klimaatverandering.
Door klimaatverandering wordt het namelijk gemiddeld overal warmer, en in het Middellandse Zeegebied is dat niet anders.

Afronding

Je gaat nu afronden.
Dit betekent dat je bewijsmateriaal in gaat leveren.


In Egodact lever je het volgende in:
1 - de begrippenlijst van 'samenvattend' (volgende stap)
2 - een printscreen van je resultaat van 'eindopdracht A'

Samenvattend

Bij 'Wat ga je leren?' worden de volgende begrippen genoemd.
Geef zelf een omschrijving van deze begrippen.

​Natuurramp  
Milieuramp  
Hazard management  
Evapotranspiratie  
Geografische factoren  

 

Eindopdracht A: Toets

Examenvragen

Op deze pagina vind je examenvragen van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van dat wat je al eerder geleerd hebt. Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw. Nadat je een vraag beantwoord hebt, kun je deze zelf nakijken en je score aangeven.

VWO 2017-TV2

VWO 2017-TV2 Vragen 9-12

VWO 2018-TV2

VWO 2018-TV2 Vraag 15

VWO 2019-TV2

VWO 2019-TV2 Vragen 8-11

Bronnen

Eindopdracht

Eindopdracht: Verslag 'Wat als..?'..

Eindopdracht
Je gaat deze periode afronden door een verslag te maken.

Wie
Je maakt die verslag alleen of in tweetallen.

Wanneer
Je krijgt hier de laatste weken in de les de tijd voor en je levert het uiterlijk in op de deadline day van december.

Wat
Introductie
Je gaat voor een klimaatbureau verschillende scenario's uitwerken waarbij het ineens helemaal misgaat ergens in de wereld. Ze willen namelijk goed voorbereid zijn en dus moet er een goed advies worden geschreven.
De scenario's worden je gegeven, de gevolgen en de adviezen moet je zelf gaan bedenken. Dat doe je door logisch na te denken en alle informatie uit de opdrachten van periode 2 te gebruiken. Je doet dit aan de hand van gekregen vragen. Je mag zelf ook nog extra vragen verzinnen.

Hoe ziet je verslag eruit?

  • Voorkant
    (Eén pagina)
    Op je voorkomt komt :de titel van je verslag, je naam + achternaam en je klas.
    Daarnaast zorg je dat je zorgt dat de voorkant er aantrekkelijk uitziet (afbeelding, omlijsting, ...)
  • Inleiding
    (Eén pagina)
    Hierin vertel je wat je in dit verslag hebt onderzocht, waarom je dat hebt gedaan en wat de relevantie is van dit verslag.
  • Scenario 1: Wat gebeurt er als er in het Middellandse Zeegebied volledige ontbossing zou zijn?
    (Drie pagina's. Eén pagina per deelvraag, dit is inclusief afbeeldingen)
    Alle bomen worden gekapt. Er staat er letterlijk geen eentje meer. Hier en daar een plukje onkruid komt er nog wel, maar de bomen en grotere planten zijn verdwenen.
    • Deelvraag 1.1: Wat gebeurt er met de (vruchtbare) bodem?
      Wat gebeurt er met de bodem? Komen de planten vanzelf weer terug zoals het ooit was?
    • Deelvraag 1.2: Wat gebeurt er met de rivieren als het eens flink heeft geregend?
      Leg uit hoe de afvoer eruit ziet en wat er verandert in/in de omgeving van de rivier
    • Deelvraag 1.3: Wat gebeurt er met de gemiddelde temperatuur in gebieden die eerst bebost waren?
      Leg uit en gebruik daarbij het begrip 'evapotranspiratie'.
    • Deelvraag 1.4: Hoe zouden mensen zich kunnen beschermen tegen de gevolgen van de ontbossing?
      Leg uit wat de mens kan doen om om te gaan met de gevolgen van de ontbossing ('weer bomen planten' is dus géén goed antwoord).
  • Scenario 2: Wat gebeurt er als mensen twee keer zoveel water gaan gebruiken in het Middellandse Zeegebied?
    (Vier pagina's. Eén pagina per deelvraag, dit is inclusief afbeeldingen)
    Op alle fronten wordt twee keer zoveel water verbruikt. De douche, maar ook in de landbouw en we drinken ook twee keer zoveel.
    • Deelvraag 2.1: Wat gebeurt er met de aquifers in het land?
      Leg uit wat een aquifer is en wat ermee gebeurt in dit scenario.
    • Deelvraag 2.2: Wat gebeurt er met de grondwaterstand op korte en lange termijn?
      Leg uit en maak duidelijk het verschil tussen de korte en de lange termijn.
    • Deelvraag 2.3: Wat gebeurt er met de kwaliteit van de bodem?
      Leg uit wat het doet met de bodem en akkerbouw en gebruik 'verzilting' in je antwoord.
    • Deelvraag 2.4: Hoe zou de mens zich kunnen beschermen tegen de gevolgen van het vele waterverbruik?
      Leg dit uit d.m.v. een soort samenvatting: leg uit wat er gebeurt en hoe de mens hiermee om moet gaan.
  • Scenario 3: Wat gebeurt er als het circa 5 graden Celsius opwarmt in het Middellandse Zeegebied?
    (Vier pagina's. Eén pagina per deelvraag, dit is inclusief afbeeldingen)
    Het wordt in de komende 30 jaar gemiddeld 5 graden Celsius warmer in het Middellandse Zeegebied.
    • Deelvraag 3.1: Wat gebeurt er met het klimaat?
      Leg uit wat er gebeurt met het klimaat en ook of dat verandert? Zo ja, wat is dan het klimaat dat ze gaan krijgen?
    • Deelvraag 3.2: Wat gebeurt er met de landbouw?
      Leg uit wat er met de landbouw gaat gebeuren? Zijn de gewasen hetzelfde? Wordt er net zoveel gesproeid? Wat gebeurt er met de kwaliteit/kwantiteit van de oogst?
    • Deelvraag 3.3: Wat gebeurt er met de aanwezig vegetatie?
      Leg uit wat er met de niet landbouw-gebonden vegetatie gaat gebeuren in de komende jaren.
    • Deelvraag 3.4: Hoe zouden mensen zich voor kunnen bereiden om de gevolgen van de opwarming?
      De gevolgen zijn er dus al en je gaat niét iets verzinnen om dat te voorkomen. Je gaat iets verzinnen om met de gevolgen om te gaan.

 

Inleveren
Je levert het via Teams, het is pas officieel ingeleverd als de coach heeft gereageerd op jouw bericht.