Inleiding
Mijn naam is Grace Klamer, 24 jaar. Sinds September 2022 volg ik de opelding Sociaal work aan de Hanzehogeschool Groningen.
Ik houd ervan om met mensen te werken en oprecht contact te maken met mijn doelgroep. Door de client/leerling beter te kennen kan ik de juiste begeleidngswijze toepassen. Dit doe ik graag samen met mijn client/leerling, zodat er een juiste/fijne samenwerking ontstaat.
Nieuwsgierig, gedreven en resultaatgericht dat ben ik.
Mijn leerdoel is open staan voor feedback, zodat ik mij kan blijven ontwikkelen.
Leeruitkomst 1
Het beroep Soicaal Werk
Sociaal werker is heel breed en tijdens onze eerste hoorcollege zijn we erachter gekomen dat scoiaal werk een normatief beroep is.
Een sociaal werker werkt in verschillende instanties en domeinen. Dit kan bijvoorbeeld bij het ondererwijs of in een wijk. Maar ook in een ziekenhuis is het mogelijk om als sociaal werker aan de slag te gaan.
Dit beroep is dus breed inzetbaar. De soicaal werker helpt mensen om hulpvragen in kaart te brengen en samen met de client oplossingen te bedenken wat passend is voor de desbetreffende persoon.
Sociaal werkers hebben een analytisch vermogen en gebruiken methodieken.
Deze methodieken zijn gebaseerd op een theorie en deze worden dan vervolgens uitgevoerd in de prakthijk.
Sociaal werk door de jaren heen
Afstand en nabijheid in het sociaal werk is een grote rol als het gaat om hoe een sociaal werker te werk gaat.
Vanaf 1945 tot in de jaren tachtig is het eigenlijk fijner dat jij als sociaal werker dicht bij de burger staat. In de jaren zeventig werd het werk minder vaak “aan de voordeur” plaatsgevonden. De relatie tussen de burger en de sociaal werker word afstand gehouden en is de relatie tussen burger en de hulpverlener meer op een zakelijker manier gevoerd. Echter eind jaren twintig komt men er achter dat het overzicht van de problematiek van de burger minder goed in kaart heeft. Ook denken zij dat ze minder goed weten wat er afspeelt in de leefwereld van deze mensen. Hierdoor denkt men dat die gene die echt hulpbehoevend zijn niet bereikt worden.
Wetten rondom Sociaal Werk
Participatie wet
De wet zorgt ervoor dat mensen die niet volledig op de arbeidsmarkt kunnen werken ondersteuning aan word geboden.
Jeugdwet
Deze wet gaat over alle vormen van ondersteuning aan jongeren en ouders.
De kinderbescherming en jeugdreclassering valt ook onder deze wet.
Wet maatschappelijke oondersteuning (Wmo)
Deze wet word uitgevoerd door de gemeente. Door deze wet krijgen mensen met een beperking recht op hulp en ondersteuning waar nodig is.
De hulp is heel breed. Hier zijn wat voorbeelden: huishoudelijk hulp, beschermde woonvoorziening, begeleiding.
Bijna alle gemeentes hebben een apart Wmo-loket hier kan je heen voor vragen en aanvragen.
Wet langdurige zorg (Wlz)
De mensen die in aanmerking komen voor de wet langdurige zorg hebben 24 uur toezicht nodig of langdurig hulpbehoevend zijn.
De medische zorg valt hier ook onder. De zorg kan zowel thuis, maar vaak word dit binnen een instelling plaats gevonden.
"De zorgkantoor voert de wet langdurige zorg uit."
De wet langdurige zorg staat los van de zorgverzekeringswet.
Sociaal Werkers in de praktijk
Wat is de doelgroep, is de doelgroep veranderd de laatste jaren?
De doelgroep waarmee ik werk zijn adolescenten tussen 12 en 18 jaar. Ze volgen onderwijs op een vrije school in Rotterdam. Ik ben de school maatschappelijk werker.
Ik doe dit werk sinds eind oktober 2021. Hiervoor was ik jeugdbeschermer voor 3 jaar.
Ik merk een toename in faal- en sociale angst bij jongeren sinds de corona periode is begonnen.
De jongeren die het fijn vonden om achter een scherm les te krijgen, ervaren ‘nu’ angst om naar school te gaan.
Sommige jongeren weten niet hoe ze gesprekken met leeftijdsgenoten aan moeten gaan. Vriendschappen zijn verbroken en gemaakt achter de schermen.
Dit zorgt voor onzekerheid bij jongeren, vooral bij meisjes. Ze zijn bang om alleen te zijn.
Ik denk dat adolescenten veel aspecten hebben gemist op sociaal vlak tijdens de pandemie. Dit heeft een flinke impact op hun gehad. Scholen hadden er, in mijn optiek, beter op kunnen anticiperen in de zin dat er meer aandacht besteed had kunnen worden op de emotionele en sociale ontwikkeling / veiligheid van de leerlingen ipv doorgaan met de lesstof. Denk aan leerlingen die uit de brugklas komen of leerlingen die in hun examen jaar zitten of hun examen jaar ingaan.
Worden er specifieke methodieken gebruikt?
In mijn werk gebruik ik verschillende methodieken zoals Signs do Safety, Vlaggensysteem, 5 G’s methode waarbij ik focus op helpende gedachten, FF (methodiek gebruikt bij jeugdbescherming Den Haag. Family First Parol).
Ik gebruik veel aspecten van FFP bij gesprekken met ouders en kind om elkaar te verbinden wanneer ze elkaar niet begrijpen of ongehoord voelen.
Denk aan herformuleren, de nobele intentie benoemen en checken bij de persoon of dit klopt, thema van het gesprek benoemen (focus, alle neuzen dezelfde kant op). Voorbeeld: ouders en kind hebben regelmatig ruzie, er is veel weerstand. Kind komt zijn afspraken niet na. Het thema is niet ‘ruzie’ maar vertrouwen. Het thema moet iets positief zijn (kernwaarde) zodat ouders en kind zich daar op kunnen focussen. Vervolgens verdiepen we in dat thema. Hoe ziet vertrouwen eruit binnen jullie gezin? Hoe belangrijk is het? Wat zijn jullie wensen?
Wat zijn de missie en de visie van de organisatie, en in hoeverre herken je hierin de 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl of de kwalificaties uit het opleidingsdocument Sociaal Werk?
Ik werk bij Enver en hun missie is dat kinderen en jongeren moeten kunnen opgroeien tot volwassenen die zelfstandig en volwaardig meedoen in de maatschappij.
De school waar ik werk huurt mij in via Enver. Op deze manier blijft een school maatschappelijk werker een neutraal persoon binnen de school.
Het is wel noodzakelijk om de missie en visie van de school mee te nemen in mijn achterhoofd maar het is niet noodzakelijk dat ik antroposofisch te werk ga.
Ik focus me meer op de missie en visie van Enver.
In welke mate ben je hier, naar jouw idee, echt als Sociaal Werker bezig?
Volledig. Voor het eerst heb ik het gevoel dat ik echt als sociaal werker bezig ben. Misschien komt het door de leeftijd dat ik ook beter mijn grenzen kan bewaken waardoor ik geen taken op me neem die niet van mij zijn.
Mijn dagen bestaan uit gesprekken met leerlingen, meedenken met collega’s, intern overleggen mbt handelen bij verschillende leerlingen, op zoek naar geschikte hulpverlening, gesprekken met ouders.
Valt de werkplek binnen profiel Jeugd, Zorg of Welzijn en samenleving?
Jeugdhulp.
In welke mate wordt er gewerkt aan participatie en het versterken van zelfregie?
Dit is zeker een van punten waar de focus op ligt. Niet iets overnemen van een leerling maar hem/ haar in zijn/ haar kracht te zetten.
Dit komt ook terug bij ouders. Verwijzen naar de huisarts ipv dat ‘wij’ het voor hun regelen. Wanneer ik merk dat het niet van de grond komt, ondersteun ik waar nodig.
Uiteindelijk zijn wij passanten in hun leven. Hulpverleners komen en gaan. Ouders en kinderen blijven. Zij moeten de patronen doorbreken, zij moeten gemotiveerd worden/ zijn om tot een verandering te komen.
Op welke wijze wordt de beroepscode Sociaal Werk gebruikt?
AVG wordt bij elk gesprek benoemd. Ook benoem ik waar ik rapporteer en wie het kan inzien en dat de leerling het ook kan opvragen.
Bij casusbesprekingen wordt alleen genotuleerd met de voornaam. Stel dat er ooit een dossier lek ontstaat (notulen kwijt) dan beperken we op deze manier de ‘schade’.
Feedback wordt regelmatig gevraagd aan verschillende partijen.
Veel aspecten van de beroepscode gebeuren automatisch (respectvol zijn, rol benoemen, enz).
Welke ontwikkelingen spelen in het Sociaal werk? Je kan hierbij denken aan regionale thema’s als aardbevingsproblematiek maar ook aan technologische ontwikkelingen die relevant (kunnen) zijn voor het sociaal werk.
Er is veel aandacht voor LGBT+ thema, denk aan GSA, paarse vrijdag.
Ik merk dat de afgelopen jaren hulpverleners meer naast hun cliënt staan i.p.v. boven. Er wordt meer tijd genomen voor motiverende gesprekken i.p.v. vertellen wat de cliënten moeten doen (FFP).
Ontwikkelingen in het Sociaal Werk
Conclusie
Kun je een schets maken van wat het sociaal werk inhoudt en hierbij verschillende bronnen van kennis benutten?
Weet wat sociaal werkers in de praktijk doen? En kun ontwikkelingen schetsen die momenteel spelen in het sociaal werk
Wat heb je nog te leren op het gebied van deze leeruitkomst?
Aan de hand van welke producten kun je de leeruitkomst aantonen?
Door de theorie te besturen die aangeboden is op blackboard ben ik meer te weten gekomen over wat het sociaal werk inhoudt.
Denk aan de workshops en skills lessen die zijn aangeboden, maar ook de theorie achter de lesdagen, wat wij hebben geleerd ter voorbereiding van de les. Door in gesprek te gaan met iemand die in het werkveld begeeft ben ik erachter gekomen wat de sociaal werker doet. Ook tijdens de voorlichtingen ben ik erachter gekomen per doelgroep wat een sociaal werker voor functieomschrijving heeft.
Ik heb nog veel te leren als het gaat om deze leeruitkomst. Wat ik ook al beschreef is een sociaal werker erg breed inzetbaar. Na het maken van deze leeruitkomst ben ik erachter gekomen dat sociaal werk een heel breed domein is. Nog groter dan ik in eerste instantie dacht.
Bronnenlijst
Bronnen ontrent de wetgeving in de sociaal werk.
Boek: V.Dalm, U. Peters, T.Cremers, H.Breferd, M.de Knikker, R. de Grroot, M.van den Hof, T.hilhorst, J.Bolt (2016).
Titel: Angerensteijn Welzijn, Maatschappelijke zorg 2
Sociaal werk door de jaren heen
Auteurs: Corrie van Dam, Maaike Kluft, Aukelien Scheffelaar (Movisie) (Maart 2016)
https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/publication-attachment/Leren-van-het-verleden%20%5BMOV-9165719-1.0%5D.pdf
Bron sociaal werker in de prakthijk
Ana Kuijpers interview