Oordelen

Oordelen

Inleiding

Welkom

Kijk het filmpje hieronder en denk na over de manier waarop de koning omgaat met de reacties die andere geven over zijn magische kleding.

Kleding is al eeuwen oud. Maar waarom dragen wij eigenlijk kleding? Waarom draag jij kleding?

Heb je er wel eens over nagedacht wat kleding met jou doet, wat kleding voor een ander betekent en waarom je, je kleed zoals je, je kleedt.

Komende lessen gaan we aan de slag met:

  • Kleding als symbool.
  • Beoordelen en oordelen op basis van kleding.
  • Jouw idee over beoordelen en oordelen over kleding.

 

Ga naar les 1.

Opdrachten

Les 1 - Kleding als symbool

Doelen van de les

  • Ik onderzoek aan de hand van de filmpjes waar kleding symbool voor kan staan.
  • Ik kan vertellen over welke kleding ik graag draag.
  • Ik laat in mijn groepje zien dat ik stil ben als andere kinderen vertellen.

 

Opdracht

Je gaat zometeen drie filmpjes over verschillende kledingstijlen bekijken.

Beantwoord de vragen onder de filmpjes in je burgerschapschrift.

Filmpje 1

Filmpje 2

Filmpje 3

Vragen

Filmpje 1

  • Wanneer draagt Ashraf een djellaba?
  • Waarom draagt Ashraf soms een djellaba?

Filmpje 2

  • Waarom verkleed Danielle zich als Animé?
  • Hoe voelt Danielle zich bij het dragen van Animé kleding?

Filmpje 3

  • Wat betekent klederdracht?
  • Wat betekent de klederdracht voor deze mevrouw?

Over jou

  • Draag jij een bepaald soort kleding?

Opdracht

Teken drie kledingstijlen die jij graag draagt (burgerschapsschrift). 

Beantwoord de volgende vragen naast je tekeningen. 

  • Wanneer draag je deze kleding graag?
  • Wie kiest jouw kleding?
  • Waar let je op als je, je kleding uit kiest?

Neem je schrift mee in de 'deel je les' kring.

Evalueer  jouw les bij het kopje evaluatie.

Les 2 - Beoordelen en oordelen over kleding

Kijk naar de juf of meester en onthoudt goed wat jouw juf of meester aan heeft.

Doelen (Wat ga jij leren)

  • Ik kan net alsof een kledingstuk aantrekken en vertellen waarom je het aantrekt en waar je het vaak tegen komt.
  • Ik kan uitleggen wat oordelen over kleding voor mij betekent, ik geef antwoord met het begrip 'omdat'.
  • Ik kan respectvol naar de mening van een ander te luisteren, ik geef een hand als reactie aan het eind van het antwoord.

 

Opdracht

Zoek op wat de woorden 'oordelen' en 'beoordelen' betekenen (gebruik eventueel een bron uit de bronnenlijst).

Kijk naar de kledingstukken hieronder. Doe je ogen dicht en doe net alsof jij de kledingstukken draagt. Deel en wissel uit.

  • Wie dragen volgens jou deze kledingstukken?
  • Wanneer draagt deze persoon deze kledingstukken?

Bekijk het filmpje over 'lelijke kleding in de mode'.

Haal bij de juf het tekstballonnen tabel.

Beantwoord de volgende vragen in het tekstballonnen tabel.

  • Tim en Tesla worden buiten door vreemde beoordeeld op hun kleding, wat zegt het beoordelen op basis van je kleding door vreemde jou?
  • Wat betekent het voor jou als een vreemde je beoordeeld op je kleding?
  • Wat betekent het voor jou als een bekende je beoordeeld op je kleding?
  • Hoe kijk jij aan tegen het beoordelen van andere op hun kleding en andersom?

Wissel je antwoord uit met je schoudermaatje.

Speeddaten

We gaan zometeen speeddaten. Je wisselt steeds van maatje en je krijgt 2 minuten de tijd om één van de onderstaande vragen te beantwoorden.

Lees de vragen door en denk vast na over je antwoord. Denk ook vast na waarom jij er zo over denkt.
Ik denk / Ik vind ....., omdat ................

 

Vragen

  • Wat is belangrijk als het gaat om oordelen over kleding?
  • Moet je altijd oordelen als het gaat om kleding?
  • Kun je een oordeel over kleding terug draaien?
  • Kan je oordeel over kleding veranderen?
  • Kun je van te voren bedenken wat een oordeel met iemand doet?

Neem je antwoorden mee in de 'deel je les' kring.

Evalueer jouw les bij het kopje evaluatie.

Les 3 - Jouw idee over beoordelen en oordelen over kleding.

Zoek op wat zijn waarde? wat zijn normen?
Welke waarde vind jij het belangrijkst?

Doelen

  • Ik kan uitleggen wat de begrippen 'waarde' en 'normen' betekenen.
  • Ik noem minimaal 1 waarde die ik belangrijk vind als het gaat om oordelen.
  • Ik presenteer een regel die ik belangrijk vind als het gaat om oordelen.

Opdracht

Bedenk een regel voor in de klas, die past bij jouw idee over oordelen over kleding.

Bedenk een stripverhaal waarin je laat zien hoe jouw regel over oordelen wordt toegepast.

Evalueer jouw les bij het kopje evaluatie.

Bronnen

Evaluatie

Tijdens de lessen levensbeschouwing kun je punten verzamelen.

Waar kun je punten op verzamelen:

  • De reflectiewolk (5 punten)
  • Het samenwerkingskompas (5 punten)
  • Coole kikker tijdens het klassengesprek (5 punten)

Je kunt dus per les 15 punten verzamelen.

De juf zal elke les de DOJO punten bij jouw monster neerzetten.

Reflectiewolk

Zoals je bent gewend kijken we elke les terug op wat je hebt geleerd.

Hoe ga je te werk?

Stap 1: kijk naar de wolk hieronder.

Stap 2: Teken de wolk in jouw schrift.

Stap 3: Schrijf de doelen van de les boven de wolk.

Stap 4: Beantwoord de vragen in de wolk.

Stap 5: Lever jouw wolk in.

Is je wolk optijd ingeleverd en heb je alle vakjes gevuld met een onderbouw antwoord dan krijg je 5 punten.

De coole kikker

Aan het einde van de lessen sluiten we af met een kringgesprek.

Kun je één van deze punten laten zien in het gesprek dan verdien je 5 punten. 

  • Heb je het gesprek voorbereid?
  • Wacht je op je beurt? 
  • Kun je reageren op wat iemand anders verteld? 
  • Durf je, je mening te geven met een argument? 
  • Kun je vertellen wat je hebt geleerd deze les?

Terugblik

De afgelopen twee weken heb je gewerkt aan drie lessen. Weet je nog wat je hebt geleerd?

Les 1

  • Ik onderzoek aan de hand van de filmpjes waar kleding symbool voor kan staan.
  • Ik kan vertellen over welke kleding ik graag draag.
  • Ik laat in mijn groepje zien dat ik stil ben als andere kinderen vertellen.

Les 2

  • Ik kan net alsof een kledingstuk aantrekken en vertellen waarom je het aantrekt en waar je het vaak tegen komt.
  • Ik kan uitleggen wat oordelen over kleding voor mij betekent, ik geef antwoord met het begrip 'omdat'.
  • Ik kan respectvol naar de mening van een ander te luisteren, ik geef een hand als reactie aan het eind van het antwoord.

Les 3

  • Ik kan uitleggen wat de begrippen 'waarde' en 'normen' betekenen.
  • Ik noem minimaal 1 waarde die ik belangrijk vind als het gaat om oordelen.
  • Ik presenteer een regel die ik belangrijk vind als het gaat om oordelen.

Wat kan ik? Wat ken ik?

Opvattingen

Opvattingen zijn meningen en ideeën die je hebt. Je hebt een idee gekregen hoe jij denkt over oordelen en beoordelen op basis van kleding.

Beelden

Je hebt verschillende filmpjes en foto's bekenen over verschillende soorten kledingstijlen als symbool. Je hebt geleerd dat je door de bril van iemand ander kan kijken en dat je daardoor soms ineens anders kunt kijken naar wat je vindt. 

Ervaringen

Je bent je bewust geworden wat kleding voor jou betekent. Je bent je bewust geworden van wat oordelen voor jou betekent en wat je hier belangrijk aan vindt.

Sociale verbondenheid

Je hebt onderzocht wat oordelen doet met een groep en kan regels bedenken die belangrijk zijn voor oordelen in jouw klas.

Bronnen

Schepper, J. (2017). Levensbeschouwing ontwikkelen. Amersfoort: Kwintessens

Kopmels, T. (2020). Verhalen vertellen en vragen stellen. Groningen: Noordhoff.

Wat heb ik geoefend?

Leerkracht

Korte omschrijving lessenserie

De lessenserie richt zich op de rol van kleding in onze maatschappij. Kinderen gaan aan de slag met vooroordelen, beoordelen, het effect en de rol van kleding. Levensbeschouwelijke dimentie: Hoe kom ik tot een oordeel? Wat is belangrijk als het gaat om oordelen?

 

Doelgroep

Groep 7-8, Synthetisch-conventionele ontwikkelingsperiode.

 

Morele ontwikkeling

Volgens de theorie van Kolhberg rondom de morele ontwikkeling bevinden de kinderen zich in de conventionele ontwikkelingsperiode, stadium 1 (Schepper, 2017). De beoordeling van wat goed of fout is, is vooral afhankelijk van de persoonlijke verwachtingen en de wil om zich te kunnen

Identiteitsontwikkeling

Volgens de theorie van Erikson rondom de identiteitsontwikkeling bevinden deze kinderen zich in de arbeidzaamheid-minderwaardigheid fase (Schepper, 2017). Kinderen leren veel nieuws in deze periode. Hierdoor zijn kinderen veel bezig met vergelijken van zichzelf met groepsgenoten, ouders en eventueel de leerkracht. Belangrijk is positieve bekrachtiging.

Levensbeschouwelijke ontwikkeling

Volgens de theorie van Fowler rondom de levensbeschouwelijke ontwikkeling bevinden de kinderen zich in de synthetische-conventionele levensbeschouwing (Schepper, 2017). Ze zijn nog heel erg afhankelijk van invloeden (meningen en oordelen) van buitenaf. Ze willen graag ergens bij horen of zich juist afzetten en zijn zoekende naar symbolen die hierbij passen. De samenhang is nog vaag. Ze kunnen zich beter verplaatsen in de visie van een ander, ze kunnen van daaruit wel naar zichzelf kijken maar vergelijken van standpunten is nog moeilijk door de emotionele betrokkenheid. In alles lessen gaan we aan de slag met eigen kijk op kleding, we gaan in op ervaringen en onderzoeken van waaruit oordelen en beoordelen ontstaat.

Ontwikkeling van de verbeelding

Volgens de theorie van Egan rondom de ontwikkeling van de verbeelding bevinden de kinderen zich in de romantische fase (Schepper, 2017). Dit houdt in dat ze feiten willen onderscheiden van fictie, ze kunnen de emoties van zichzelf en anderen beter benoemen en begrijpen.

 

Basisvaardigheden & Doelstellingen

 

Aspecten

Vaardigheden

Doelen

Activiteit

Ontwikkeling

Les 1

Beelden

Ervaringen

Rituelen

Waarnemend verkennen

Leerlingen leren op verkenning te gaan en zich open te stellen voor de wereld om hen heen.

Via het verhaal van de personages uit de drie filmpjes.

Koppelen eigen ervaring met kleding aan personages.

Kinderen zijn opzoek naar symbolen om ergens bij te willen horen in deze fase, de samenhang is nog vaag (Schepper, 2017).

Verbeelden

Leerlingen leren door verbeelden verbanden leggen en ervaringen samen te brengen tot een samenhangende geheel.

Leerling doet betekenisvolle ervaringen op door zich te verplaatsen in personages en vervolgens hun eigen ervaring te koppelen aan de verhalen die de personages vertellen door zelf kledingstijlen te tekenen die ze graag dragen.

Leerlingen willen graag onderscheid maken tussen fictie en feiten in deze fase. Verbeelding moet in deze fase meer op de werkelijkheid gericht worden (Schepper, 2017).

Redeneren

Leerlingen leren woorden geven aan ervaringen en gedachten.

Leerlingen leggen uit welke kleding ze graag dragen, welke kleding en waarom de personages graag dragen.

Leerlingen zijn nog erg afhankelijk van mening van anderen in deze fase (Schepper, 2017). Eerste stap tot het redeneren is door ze gevoel en gedachten te laten benoemen en uitleggen.

Communiceren

De leerlingen leren op respectvolle wijze met elkaar communiceren over verschillen en ervaringen.

Leerlingen wisselen hun eigen ervaringen met kleding onderling uit.

Leerlingen laten de ervaring van een ander toe zonder dit af te doen als onzin.

Echt dialoog is nog niet mogelijk, omdat eigen mening nog te onzeker is en vergelijking met andere mening nog niet mogelijk in deze fase (Schepper, 2017).

 

Evaluatie

Hanteert de begrippen ‘mening’ ‘ik vind’ ‘ik denk’ en  ‘gevoel’ ‘ik voel’ ‘omdat’ bij het omschrijven van de gedachten en ervaringen van zichzelf met betrekking tot kledingstijlen en het benoemen van gedachten en ervaringen van de personages uit de filmpjes.

 

Redenatie is zichtbaar door beantwoorden vragen bij het teken van hun eigen kledingstijl, alle drie de vragen zijn beantwoord en kunnen door de leerling worden terug verteld.

 

Leerlingen tonen in het dialoog een actieve luisterhouding: kijken elkaar aan, zijn stil wanneer de ander praat en kunnen drie woorden teruggeven die ze hebben gehoord.

Vakintegratie

Wereldoriëntatie, Burgerschrap, Digitale wijsheid, Mondelinge taalvaardigheid.

Les 2

Opvattingen

Verbeelden

Leerlingen leren door verbeelden verbanden leggen en ervaringen samen te brengen tot een samenhangende geheel.

Leerlingen verplaatsen zich in het dragen van diverse kledingstukken en denken na over waarom en wie deze kledingstukken dragen.

Leerlingen willen graag onderscheid maken tussen fictie en feiten in deze fase. Verbeelding moet in deze fase meer op de werkelijkheid gericht worden (Schepper, 2017).

Redeneren

Leerlingen leren een waarom koppelen aan hun ervaring en gedachten.

Leerlingen denken aan de hand van denk vragen na over wat oordelen over kleding voor hun betekent, hoe zij dit vormgeven in het dagelijks leven en worden gestimuleerd om aan hun idee een waarom te koppelen.

Leerlingen zijn nog erg afhankelijk van mening van anderen in deze fase (Schepper, 2017). Eerste stap tot het redeneren is door ze gevoel en gedachten te laten benoemen en uitleggen.

Communiceren

De leerlingen leren op respectvolle wijze met elkaar communiceren over verschillen en ervaringen.

Leerlingen gaan met elkaar in gesprek over de vragen rondom oordelen over kleding in een speeddate.

Belangrijk daarbij is dat ze naar elkaar luisteren zonder de ‘waarom’ van een ander af te doen als raar of gek (niet afwijzen).

Echt dialoog is nog niet mogelijk, omdat eigen mening nog te onzeker is en vergelijking met andere mening nog niet mogelijk in deze fase (Schepper, 2017). Een gesprek kunnen voeren en luisteren naar de mening van een ander zonder dit meteen te beoordelen is al een stap in de goede richting (Schepper, 2017).

 

Evaluatie

Leerlingen benoemen hoe ze het kleding stuk aantrekken, waar ze het vaak zien en kunnen benoemen waarom zij denken dat dit kleding stukken door hun personage wordt gedragen.

 

Laten redenatie zien door een mening of gevoel te verwoorden met een korte uitleg van de ‘waarom’, gebruiken bijvoorbeeld signaalwoord ‘omdat’.

 

De leerling is stil terwijl de andere leerling antwoord geeft op de vraag. De leerlingen schudden handen nadat beide hun gedachten hebben gedeeld in hun antwoord (respect tonen).

Vakintegratie

Wereldoriëntatie, Burgerschap, Digitale geletterdheid, Mondelinge taalvaardigheid.

Les 3

Moraal

Sociale verbanden

Verbondenheid beleven

Handelen

 

 

 

Communiceren

De leerlingen leren op respectvolle wijze met elkaar communiceren over verschillen en ervaringen.

Leerlingen gaan met elkaar in gesprek over regels (normen) die ze hebben bedacht bij het oordelen in de klas. Ze laten elkaar uitpraten en worde n gestimuleerd op elkaar te reageren.

Echt dialoog is nog niet mogelijk, omdat eigen mening nog te onzeker is en vergelijking met andere mening nog niet mogelijk in deze fase (Schepper, 2017).

 

Evaluatie

Benoemt minimaal één aspect wat hij of zij belangrijk vind als het gaat om oordelen.

 

Benoemt minimaal één regel, die past bij zijn of haar waarde als het gaat om oordelen. (Leerkracht helpt bij het positief formuleren).

Vakintegratie

Burgerschap

Ik laat kinderen zich heel bewust beelden van kleding in zich opnemen, omdat bewust steel staan van belang is om hun wereld te verkennen en te vergroten (Schepper, 2017). Ik combineer vragen die op het kind zijn gericht met vragen die zich naar de buitenwereld zijn gericht, omdat kinderen hierdoor verschillende perspectieven in kunnen nemen, ervaren dat ze onbewust zelf ook van mening veranderen. Het stimuleert de verbeelding en redenering, dit is van belang, omdat beide vaardigheden niet zonder elkaar kunnen voor een goede levensbeschouwelijke ontwikkeling (Schepper, 2017). Ook communiceren krijgt een grote rol, doordat kinderen vaak gevraagd wordt gedachten met elkaar uit te wisselen, vragen te stellen aan elkaar, op elkaar te reageren en in samenwerking op zoek te gaan naar overeenkomsten en verschillen. Het is van belang dat kindeen goed leren communcieren, omdat levensbeschouwelijke informatie alleen tot zijn recht komt als kinderen betrokken waardoor er openheid ontstaan (Schepper, 2017). Als laatste is er aandacht voor het handelen, kinderen ontwerpen samen een groepssymbool, groepsregel en bundelen samen hun overeenkomsten en verschillen. Het is van belang om te leren doorzetten, uitvoeren en kiezen, omdat dit invloed heeft op overtuigingen en opvattingen, het morele en de sociale aspecten van levensbeschouwing (Schepper, 2017).

 

Bronnen

Schepper, J. (2017). Levensbeschouwing ontwikkelen. Amersfoort: Kwintessens

Kopmels, T. (2020). Verhalen vertellen en vragen stellen. Groningen: Noordhoff.

  • Het arrangement Oordelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Aranka Dolislager Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-10-11 09:35:34
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Levensbeschouwelijke lessenserie over oordelen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=2TxtSZXaWAI
    https://www.youtube.com/watch?v=2TxtSZXaWAI
    Video
    Filmpje 1
    https://player.ntr.nl/index.php?id=WO_NTR_428866
    Video
    Filmpje 2
    https://player.ntr.nl/index.php?id=WO_HUMAN_13030179
    Video
    Filmpje 3
    https://player.ntr.nl/index.php?id=WO_NTR_427514
    Video
    https://player.ntr.nl/index.php?id=WO_NTR_16524748
    https://player.ntr.nl/index.php?id=WO_NTR_16524748
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Samenwerkingskompas

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.