Welkom op deze WikiWijs over hoofdstuk 1: onderzoeken! Op deze WikiWijs kan je een overzicht vinden van de leerstof en per onderwerp een samenvatting vinden, inclusief opdrachten. De onderwerpen zijn als volgt verdeeld:
Veiligheid in het practicumlokaal
De brander
Gevarensymbolen
Meten
Per onderwerp kan je een oefening maken maar je kan ook een oefentoets maken die op het einde van deze WikiWijs staat! Op deze WikiWijs kan je antwoorden vinden op veel gestelde vragen. Op het einde staat nog een pagina voor feedback, ik zou het erg waarderen als jullie mij feedback geven op deze WikiWijs.
Heel veel succes met leren en zet hem op!
Veiligheid in het practicumlokaal
Veiligheid is enorm belangrijk, ook op school! Daarom zijn er verschillende regels over veiligheid op school, zoals in het practicumlokaal.
Heel veel van die regels spreken voor zich maar soms gaat het toch mis! Als het fout gaat wordt niemand blij, om dat te voorkomen hebben staan hieronder een aantal regels overzichtelijk opgesteld:
In het practicumlokaal draag je een laboratoriumjas
Je zet een veiligheidsbril op
Met meetinstrumenten en spullen in het practicumlokaal ga je veilig en verantwoord om
Langhaar doe je in een staart
Gaat het toch om een bepaalde reden mis heb je in ieder practicumlokaal een brandblusser, oogdouche en een noodstop. Die noodstop mag je indrukken als er iets fout gaat met bijvoorbeeld machines. Hieronder staat zo'n noodknop afgebeeld:
Heb je nou tijdens een practicum een vraag of twijfel je of iets wel veilig is? Vraag het dan aan een docent of aan een onderwijsassistent. Beter een keer te veel gevraagd dan een keer te weinig!
Lees in de sub-onderwerpen hoe het zit met de veiligheidsregels in het practicumlokaal!
Gedrag in het practicumlokaal
In het practicumlokaal werk je met verschillende stofjes en apparaten. Daarom is het belangrijk dat je hiermee goed omgaat. Niks geks lijkt mij, toch?
Helaas gaat het nog vaak fout denk aan mensen die rennen in het practicumlokaal en vervolgends een pijnlijk stofje over zich heen krijgen. Buiten dat je er vervelende littekens aan over kan houden is het ook enorm gevaarlijk! Doe het daarom niet.
Ook eet of drink je nooit in het practicumlokaal. Daarvoor hebben we een prachtige aula!
Werk je met vuur, glaswerk of stofjes? Loop dan niet zomaar weg van je plek. Als je even iets moet pakken leg je je glaswerk in een rekje of aan de kant en doe je de potjes met stofjes dicht. Ook proef je NOOIT aan stofjes of ruik je niet zomaar aan stoffen.
Hieronder zie je een rekje met reageerbuisjes:
Voor diegene die het nog nooit hebben geroken: niks stinkt zo erg als verbrand haar... Daarom is het belangrijk dat mensen die langhaar hebben hun haar in een staart doen. Zo ben je niet plotseling kaal!
Veiligheidskleding
Buiten je haar in een staart zijn er ook andere dingen die je kan doen aan de veiligheid in het practicumlokaal. Zo draag je altijd in het practicumlokaal een labjas. Deze labjas is misschien geen Gucci of Louis Vuiton jas maar wel enom belangrijk! Als er namelijk iets van een gevaarlijke stof omvalt beschermd deze labjas je huid en kleding, wel zo fijn lijkt mij.
De labjas die je draagt mag niet te groot of te klein zijn. De meeste labjassen passen goed bij iedereen. De mouwen van de labjas blijven lang en die stroop je niet op, anders heeft heel die labjas geen zin... Ook draag je je labjas altijd dicht.
Ook draag je een veiligheidsbril in het practicumlokaal. Zo kan er niks in je ogen belanden. Vaak denken mensen dat een veiligheidsbril te groot of te klein is. Tip: de meeste veiligheidsbrillen kan je verstellen. Heb je van jezelf al een bril? Dan hoef je meestal geen veiligheidsbril op tijdens het practicum, vraag het toch altijd voor de zekerheid aan je docent!
Oefening veiligheid in het practicumlokaal
Om te kijken of je de stof goed begrijpt over de veiligheid in het practicumlokaal kan je deze oefenopgave maken. Aan het einde van de WikiWijs staat ook nog een oefentoetsje.
De brander
Tijdens veel practica zul je gebruik maken van de brander. Het is erg belangrijk dat je weet hoe je met zo'n brander omgaat en hoe die brander in elkaar zit. Als je je gied voorbereid op het werken met een brander is de kans op ongelukken een stuk kleiner!
Wist je trouwens al dat er bij NaSk gebruik wordt gemaakt van verschillende soorten vlammen?
Dit hoofdstuk is ingedeeld in de volgende onderwerpen:
De onderdelen van de brander
Hoe ga je om met een brander?
Welke vlammen gebruiken wij?
Op het einde kan je ook gebruik maken van een oefenvraag over de brander.
Onderdelen van de brander
Op de brander zitten meerdere onderdelen die je gaat gebruiken. Hieronder zie je een plaatje van de onderdelen.
Ieder onderdeel heeft zijn eigen functie.
Gaskraan: De naam verraad het al een beetje, met de gaskraan open je het gas en kan je de brander gebruiken. Zonder gas geen vlam! Je zet de gaskraan altijd helemaal open als je hem gebruikt!
Schoorsteen: De vlam die je maakt komt eruit door de schoorsteen. Dit is dan ook het onderdeel dat het warmst wordt!
Luchtregelring: Met de luchtregelring bepaal je de hoeveelheid lucht die de vlam krijgt. Hiermee bepaal je de hitte van de vlam ook.
Gasregelknop: Hiermee bepaal je de hoeveelheid gas die doorgelaten wordt. Hoe meer gas hoe groter de vlam.
Hoe ga je om met een brander?
Om veilig te kunnen werken met een brander ga je altijd stapsgewijs te werk. Het is heel erg belangrijk om deze stappen te doorlopen bij het gebruik maken van de brander.
Stap 1: Controleer of de gasregelschroef en de luchtring of deze goed dicht ziijn.
Stap 2: Sluit de slang van de brander aan op de gaskraan en draai de gaskraan helemaal open.
Stap 3: Steek een lucifer aan
Stap 4: Draai de gasregelknop langzaam open en steek het gas aan
Stap 5: Draai de luchtring open tot de gewenste vlam. Op de pagina hierna staat uitgewerkt wanneer je welke vlam gebruikt.
Als je de brander wilt gebruiken draai je eerst de luchting dicht, dan de gaskraan en als laatst de gasregelknop.
Maak altijd gebruik van een labjas en ga niet spelen met de brander!
Welke soorten vlammen zijn er?
Bij het werken met een brander gebruik je verschillende soorten vlammen. Er zijn drie soorten vlammen:
Gele vlam: De gele vlam gebruik je nooit om iets te verwarmen. Deze vlam is het beste te zien, daarom gebruik je deze vlam als je even pauze neemt. Zo ziet de rest van de mensen dat er een brander aanstaat. Bij de gele vlam is de luchtring dicht.
Blauwe vlam: Bij de blauwe vlam is de vlam, heel verrassend, blauw van kleur. Omdat deze vlam behoorlijk heet is gebruik je deze vlam als je iets voorzichtig wilt verwarmen. Bij de blauwe vlam is de luchtring een beetje open.
Ruisende vlam: Bij de ruisende vlam is de vlam het heetst, je gebruikt deze dan ook om iets heel sterk te verwarmen. Deze vlam lijkt op de blauwe vlam maar heeft een kleine kern in de vlam en hoor je ook ruizen. Bij deze vlam is de luchtring helemaal open.
Oefening brander
Bij deze opdracht kan je oefenen met de volgorde waarin jij gebruik maakt van de brander. Lees de zinnen goed!
Op het einde van de WikiWijs is ook een oefentoetsje te vinden.
Gevarensymbolen
In het practicumlokaal, in een werkplaats, op een bouwplaats of op je werk later; overal kom je gevarensymbolen tegen. Deze gevarensymbolen zijn goed te herkennen en enorm belangrijk.
Ook als je een gevarenbord in een ander land met een andere taal tegenkomt zijn ze meestal toch goed te herkennen, netzoals verkeersborden.
In de pagina hierna kan je een overzicht vinden van de gevarensymbolen die je moet kennen en een oefening hiermee.
Succes!
Overzicht gevarensymbolen
Gelukkig hoeven jullie niet alle gevarensymbolen uit jullie hoofd te kennen! Toch moeten jullie er een aantal weten, deze zal je ook tegenkomen in het practicumlokaal. Het is belangrijk om te weten wat deze symbolen inhouden en betekenen!
Licht onvlambaar
Dit product brandt snel.
Denk hierbij aan benzine of spiritus.
Irriterend
Deze stof prikt in je ogen en op je huid
Bij inademen kan de stof erg gevaarlijk zijn
Een voorbeeld hiervan is zeeppoeder
Giftig
Maakt je ziek en is dodelijk
Een voorbeeld is rattengif
Oefening gevarensymbolen
Ken jij alle gevarensymbolen goed?
Deze oefening kan je gebruiken om jezelf even te testen. Aan het einde van deze WikiWijs staat ook een oefentoetsje.
Meten
Meten is weten. Daarom is het enorm belangrijk dat je weet hoe je meet en welke instrumenten je daarvoor kan gebruiken. Ook moet je kunnen omrekenen dus bijvoorbeeld van mL naar L.
Soms is het lastig om iets te meten en moet je iets schatten. Bij schatten bdenk je hoe lang iets duurt of hoe groot iets is zonder daadwerkelijk te meten. Het onderwerp meten is opgedeeld in de volgende subonderwerpen:
Meetinstrumenten
Eenheden
Tabellen en grafieken
Op het einde kan je ook nog een oefening maken over meten. Succes!
Meetinstrumenten
Om iets te meten moet je wel iets hebben waarmee je kan meten. Deze dingen noemen wij meetinstrumenten. Al deze meetinstrumenten hebben een eigen benaming.
Hieronder zie je een overzichtje van een aantal belangrijke meetinstrumenten en wat je hiermee kan meten.
Wat wil je meten?
Meetinstrument
Lengte
Liniaal, meetlint, geodriehoek
Tijd
Stopwatch, klok
Massa
Weegschaal
Temperatuur
Thermometer
Volume
Maatbeker, maatcilinder
Het is goed om te kijken in welke eenheid je meetinstrument staat, staat je maatbeker in mL of in L? Ook moet je goed kijken hoe nauwkeurig je meetinstrument is en of het wel bruikbaar is. Als je denkt dat je koorts hebt kan je moeilijk een buitentemperatuurmeter gebruiken...
Eenheden
Als je dingen gaat meten moet je dat wel in de juiste eenheid doen. Soms wordt er specifiek om een eenheid gevraagd, zo wordt er in het ziekenhuis medicijnen gegeven in mL en niet in L.
Hieronder zie je een overzichtje van de standaardeenheden. Dit zijn de eenheden die normaal gezien worden gebruikt tenzij er iets anders wordt gevraagd.
Wat wil je meten
Eenheid
Afkorting
Tijd
Seconde
s
Lengte
Meter
m
Volume
Kubieke meter
m3
Massa
Kilogram
kg
Gewicht
Newton
N
Temperatuur
Kelvin
K
Tabellen en grafieken
Als je verschillende dingen hebt gemeten is het handig om dat overzichtelijk weg te zetten voor jezelf. Om je gegevens in een grafiek weg te zetten is het handig eerst een tabel weg te zetten.
Een tabel zet je als volgt neer:
Wat heb je gemeten (eenheid)
Wat is gemeten (eenheid)
Een grafiek kan je vervolgens invullen met de gegevens die je uit een tabel hebt opgeschreven. Zie hier onder een uitlegvideo over het tekenen van een grafiek:
Oefening meten
Kan jij goed eenheden omrekenen? Doe dan de oefening hier beneden!
Op het einde van de WikiWijs staat ook nog een oefentoetsje.
Hieronder kan je een overzichtje vinden van veel gestelde vragen:\
1. Welk onderdeel is het heetst bij een brander?
In principe is de schoorsteen het warmst en dus ook een onderdeel om van af te blijven. Om wonden te voorkomen is het goed om alleen aan de luchtring en gasregelschroef te komen.
2. Moet je een veiligheidsbril op als je zelf al een bril hebt?
Meestal hoeft dit niet, vraag het toch altijd voor de zekerheid aan de docent.
3. Moet je alle gevarensymbolen kennen?
Nee, alleen de gevarensymbolen die in je boek staan en op deze WikiWijs.
4. Wat gebeurt er als je het gas perongeluk vergeet uit te zetten?
In principe gebeurt er niet direct iets. Als het gas te lang open blijft staan kan dit wel erg gevaarlijk worden. Controleer dan ook of je het gas goed hebt dicht gedaan.
5. Moet je alle meetinstrumenten kennen?
Ja, je moet alle meetinstrumenten van deze WikiWijs kennen.
6. Gaat de toets jullie lukken?
Ja zeker!
Feedback
Voor de studie van meneer de Mello zou het heel erg fijn zijn als jullie een paar minuutjes de tijd hebben om een feedback te geven over deze WikiWijs. Dat kan je doen via de link.
Het arrangement Hoofdstuk 1: Onderzoeken en meten, mavo-2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Camilo de Mello
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-09-20 21:26:06
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In deze WikiWijs kan je oefenen voor het KTT over hoofdstuk 1, onderzoeken en meten. In dit hoofdstuk worden meerdere onderwerpen behandeld.
Binnen deze WikiWijs wordt er onderscheid gemaakt tussen deze onderwerpen met per onderwerp een samenvatting en een vraag hierover. Aan het einde van de WikiWijs is er een oefentoetsje die je kunt maken om te kijken of je de stof beheerst. Ook kan je een aantal meest gestelde vragen opzoeken en tips om te leren voor de toets.
Heel veel succes met leren en zet hem op!!
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Hoofdstuk 1: Onderzoeken en meten, mavo-2
nl
Camilo de Mello
2022-09-20 21:26:06
In deze WikiWijs kan je oefenen voor het KTT over hoofdstuk 1, onderzoeken en meten. In dit hoofdstuk worden meerdere onderwerpen behandeld.
Binnen deze WikiWijs wordt er onderscheid gemaakt tussen deze onderwerpen met per onderwerp een samenvatting en een vraag hierover. Aan het einde van de WikiWijs is er een oefentoetsje die je kunt maken om te kijken of je de stof beheerst. Ook kan je een aantal meest gestelde vragen opzoeken en tips om te leren voor de toets.
Heel veel succes met leren en zet hem op!!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.