1. Leren Leren
Wat is leren leren?
Deze les wordt gegeven aan de hand van onderstaande PowerPoint.
Opdracht
Je krijgt ook een opdracht om te maken. Deze vind je in Teams. De opdracht staat ook hier onder. Je maakt onderstaande opdracht. In Teams wordt een opdracht klaargezet. Voor de volgende les schrijf je een reflectie op de gemaakte opdracht waarin je conclusies trekt over de studievaardigheden waarin je je nog (verder) moet ontwikkelen. Dit lever je in via Teams voordat de volgende les begint. De docent maakt met de klas afspraken over de deadline.
2. Effectief Leren
Nabespreken opdracht studievaardigheden
De docent bespreekt de opdracht die vorige week gemaakt is na met de klas. Studenten delen waar ze sterk in zijn, en waarin ze nog kunnen ontwikkelen. Ook worden er eventuele tips uitgewisseld.
Hoe leer ik effectief?
In deze les leer je hoe je het studeren en leren voor (bijvoorbeeld) toetsen op een effectieve manier kan aanpakken. Een aantal onderdelen die in deze les besproken worden, komen later in de lessenserie nog een keer terug.
Het volgende komt aan bod:
- Routine
- Locatie
- Uitstelgedrag
- Het nemen van pauzes
- Samen leren
Video
Routine
Als je buiten school vrijwel nooit met studeren bezig bent, dan kan het lastig zijn om plots te moeten leren voor een toets. Je energie kan dan meer opgaan aan het vinden van motivatie, dan aan het studeren zelf. Daarom is het belangrijk dat je voor jezelf een goede routine ontwikkelt waarbij je studeren buiten schooltijd "normaal" maakt.
Hoe je dit doet, hangt heel erg af van hoe een week voor jou er uit ziet. Als je een bijbaantje hebt of sport op meerdere dagen, zullen je leermomenten verschillen van klasgenoten die dat niet hebben.
Veel onderweg
Ben je veel onderweg, bijvoorbeeld omdat je met de trein naar school moet reizen, dan kan dat een moment zijn waarop je bezig gaat met school. De tijd in de trein kan je gebruiken om lessen voor te bereiden, of om aantekeningen na te lezen. Zo hoef je bij thuiskomst niet gelijk met school bezig te zijn.
Bioritme
Als je een studieritme gaat ontwikkelen, dan is het ook belangrijk om rekening te houden met je bioritme. Ben je een ochtendmens, en ga je het liefst vroeg naar bed, dan heeft het weinig zin om tot middernacht te studeren. Je slaat dan minder op van wat je bestudeert.
Vergeetcurve
Zoals je in de video hebt kunnen zien, heeft iedereen een vergeetcurve. Nieuwe informatie verdwijnt snel weer uit je kortetermijngeheugen. Hoe vaker je met stof bezig bent, hoe kleiner deze vergeetcurve wordt. Het ontwikkelen van een goede studieroutine helpt dus om informatie langer vast te houden.
De vergeetcurve van de Duitse Psycholoog Hermann Ebbinghaus
Locatie
De plek waar je studeert kan invloed hebben op hoe de effectiviteit van het studeren. Sommige mensen vinden het prettig als het stil is, anderen hebben graag wat rumoer om zich heen. Wat wel voor iedereen belangrijk is, is dat je geconcentreerd kan studeren. Zorg er dus voor dat je zo min mogelijk afleiding hebt.
Als je thuis of bij jou in de buurt geen goede plek hebt om te studeren of om aan school te werken, dan kan je dat na schooltijd ook gewoon op school doen. Sommige studenten vinden het prettig om na de laatste les samen nog even op school te blijven om te werken aan een project, samen te leren of om elkaar te overhoren.
De school is in ieder geval elke dag tot 17:00 uur open, maar vaak ook wel tot 17:30.
Uitstelgedrag
Sommige studenten kunnen behoorlijk last hebben van uitstelgedrag. Soms kan dit positief uitpakken. Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand beter presteert onder druk. Toch is dit niet altijd verstandig. Wanneer je de omvang of complexiteit van een opdracht of het te bestuderen werk hebt onderschat, kan je door je uitstelgedrag in tijdsnood komen. Ook weten we inmiddels dat het spreiden van leermomenten je helpt bij het onthouden van de leerstof.
Als je last hebt van uitstelgedrag, dan kan je de volgende 3 tips toepassen:
1. Beginnen is moeilijk
Gebruik de '10-minutenregel'. Als je tegen jezelf zegt dat je in ieder geval 10 minuten gaat leren, dan is de kans groot dat je daarna nog wel even doorgaat met leren. Door niet tegen de taak aan te kijken alsof het iets heel groots is, begin je makkelijker.
2. Maak het concreet
Wat je moet leren of doen, kan heel veel werk zijn. Als je bijvoorbeeld nog 2 hoofdstukken van elk 4 pagina's moet leren, kan je daar tegenop zien. Stel in plaats daarvan kleinere doelen, bijvoorbeeld dat je begint met bladzijde 1 en 2 (dus de helft van hoofdstuk 1). Als je dat kleinere doel dan behaald hebt, beloon je jezelf met een korte pauze.
Wanneer je taken moet doen (denk bijvoorbeeld aan een groot project waar je aan moet werken) dan is het extra belangrijk dat je dit opdeelt in kleinere taken. Zo kan je vooruitgang blijven boeken, en maak je voor jezelf inzichtelijk waar je precies staat.
3. Say-Do methode
Als het je niet lukt om uit jezelf te gaan studeren, dan kan het helpen om tegen vrienden en/of familie te zeggen wanneer je gaat leren en hen te vragen om je daaraan te helpen herinneren. Zo wordt de druk om te gaan studeren wat groter.
Het nemen van pauzes
Tijdens het studeren kan je beter korte pauzes nemen in plaats van langere pauzes. Een methode die je hiervoor kan gebruiken is de Pomodoro-Methode. Een uitleg van deze methode vind je via onderstaande link.
De Pomodoro-Methode
Samen leren
Samen met een klasgenoot leren heeft enkele voordelen ten opzichte van alleen leren. Zo is de kans groter dat je daadwerkelijk gaat leren, omdat je elkaar hiertoe kan motiveren. Ook kan je elkaar overhoren. Daarnaast is het ook een stuk gezelliger wanneer je tijdens de pauzes tijdens het leren met elkaar kan kletsen.
Huiswerk voor de volgende keer
Neem de volgende les het mapje mee dat je tijdens de introductieweek hebt ontvangen. Hierin vind je ook de bladen voor het maken van aantekeningen.
3. Aantekeningen Maken
Hoe maak je aantekeningen?
Tegenwoordig heeft iedereen wel een laptop, tablet of smartphone. Daardoor schrijven we een stuk minder met de hand. Dit zien we ook terug in het onderwijs, waar steeds meer studenten aantekeningen maken door te typen. Een groot voordeel hiervan is dat studenten veel meer aantekeningen kunnen maken. Typen is immers (meestal) sneller dan schrijven. Toch heeft typen ook wat nadelen ten opzichte van schrijven. In deze les leer je meer over hoe je effectief aantekeningen kunt maken.
Allereerst de vraag aan de klas: "Hoe maken jullie aantekeningen?" Klassikaal wordt besproken welke verschillen er zijn en waarom studenten andere keuzes maken.
Effect van aantekeningen maken
Sommige studenten maken geen aantekeningen tijdens lessen. Misschien ben jij ook wel zo'n student, en heb je het atlijd prima gered op school. Toch kan het handig zijn om wel aantekeningen te maken.
Als je in de les zit, en alleen luistert/meedoet met de les, dan ben je op één manier met de lesstof bezig, namelijk auditief. Je luistert naar wat de docent en klasgenoten zeggen, stelt af en toe een vraag, en luistert daarna weer verder. De informatie komt op één manier binnen.
Als je aantekeningen maakt, dan ben je niet alleen informatie aan het ontvangen, maar ook aan het produceren. Hierdoor moet je nadenken over de informatie die je produceert. Je gebruikt je hersenen meer (je bent meer met de lesstof bezig), waardoor je de informatie beter onthoudt.
Typen vs schrijven
Je kan je aantekeningen op verschillende manieren maken. De meest voorkomende zijn typen en schrijven. In beide gevallen produceer je de informatie die wordt behandeld. Toch zijn er grote verschillen tussen deze manieren van aantekeningen maken.
Typen
Als je je aantekeningen typt, dan maak je waarschijnlijk veel meer aantekeningen dan iemand die schrijft. Ook lukt het je beter om de informatie te typen zoals de docent het heeft vertelt. Hierdoor heb je een eigenlijk een uitgewerkte kopie van de les die gegeven is. Ook kan je digitale aantekeningen makkelijker delen dan uitgeschreven aantekeningen. Typen heeft echter ook wat nadelen.
Juist omdat het typen sneller gaat, loop je het risico dat je geautomatiseerd te werk gaat. Door letterlijk op te schrijven wat de docent vertelt, denk je niet na over de stof die behandeld wordt. Je luistert wel naar de docent, maar je hersenen zijn niet aan het nadenken over wat je nou precies moet opschrijven. Hierdoor ga je minder vragen stellen, en schrijf je misschien dingen op waarvan later blijkt dat je het toch niet helemaal goed snapte.
Schrijven
Als je aantekeningen met pen en papier schrijft (of op een tablet met een pen), dan ben je meestal langzamer dan iemand die aantekeningen typt. Dit lijkt een nadeel, maar is eigenlijk een enorm voordeel.
Juist omdat je langzamer bent, moet je keuzes maken in wat je opschrijft bij het maken van aantekeningen. Je moet kort zijn, dus stel je sneller vragen aan de docent om te checken of je de stof wel goed begrepen hebt. Ook zie je sneller verbanden. Je bent ontzettend actief met de stof bezig, waardoor je er "helemaal in zit". Als je later je handgeschreven aantekeningen met die van een klasgenoot vergelijkt, dan zal je waarschijnlijk ook verschillen zien in wat jullie dachten dat belangrijk was. Dit maakt het gebruiken van elkaars aantekeningen van toegevoegde waarde.
Wat belangrijk is, is dat je met het maken van aantekeningen nooit letterlijk noteert wat de docent aan het vertellen is. Je maakt aantekeningen om je hersenen actief met de stof bezig te laten zijn.
Hoe pak ik dat aan?
Hoe je aantekeningen maakt, is uiteindelijk helemaal aan jou. Toch adviseren we als school dat je je aantekeningen met pen en papier maakt. Zo ben je actiever met de stof bezig, zie je verbanden sneller, en onthoud je de stof na de les een stuk beter.
Als je aantekeningen schrijft, kan je dat alsnog op verschillende manieren doen. Je kan een schrift gebruiken per vak, of een notitieblok kopen met verschillende tabbladen, waarin je je aantekeningen uitschrijft. Misschien markeer je wel belangrijke woorden (iets wat overigens geen/weinig effect heeft op je leren).
Cornell Notes
Er zijn ook specifieke methodes om aantekeningen te maken. Een voorbeeld hiervan zijn Cornell Notes. Je hebt in je meegenomen map een aantal bladen hiervan. Een digitale versie vind je onderaan deze pagina.
Bij Cornell Notes is een blad opgedeeld in 4 vlakken. Bovenin staat het onderwerp, links is er ruimte voor sleutelwoorden, rechts maak je aantekeningen, schema's en tekeningen, en onderin is er beperkt ruimte voor een samenvatting.
Deze methode dwingt je om 3 keer met de informatie bezig te zijn.
1. Je maakt aantekeningen.
2. Je kiest sleutelwoorden die belangrijk zijn.
3. Je maakt een korte samenvatting.
Omdat je maar beperkt de ruimte hebt om je aantekeningen te maken, moet je tijdens het maken van de aantekeningen constant nadenken over wat belangrijk is. Je moet keuzes maken. Om dit te doen, is het belangrijk dat je af en toe bij de docent controleert of je de stof wel goed begrepen hebt.
En nu?
Als je Cornell Notes wil gebruiken om aantekeningen te maken, dan kan je dat op twee manieren doen.
1. Je maakt tijdens de les aantekeningen via de Cornell Notes.
2. Je maakt tijdens de les aantekeningen zoals je wil, en maakt na afloop een samenvatting in Cornell Notes.
Uiteindelijk bepaal je als student zelf hoe je het leren aanpakt. Wel vragen we je om te proberen om je aantekeningen te schrijven, zodat je hiermee oefent. Wil je dit later toch anders aanpakken, dan staat dat je uiteraard vrij.
Wat doe je met je aantekeningen?
Na deze les ben je helemaal geïnspireerd geraakt en maak je al je aantekeningen met pen en papier. Nu is alleen nog de vraag: "Wat doe je met die aantekeningen?"
Je hoeft niet altijd wat met je aantekeningen te doen. In sommige gevallen zal het feit dat je de aantekeningen zorgvuldig met de hand hebt geschreven al voldoende zijn om simpele (niet-complexe) informatie te onthouden.
Bij complexere informatie komen je aantekeningen wel van pas. Het is wel belangrijk wat je precies met je aantekeningen doet.
Lezen
Als er een toets gepland staat, moet je daarvoor leren. Veel studenten gaan dan een paar dagen van te voren hun aantekeningen net zo vaak doornemen totdat ze het (denken te) begrijpen. Hierin schuilt een risico. Je bent namelijk passief met de informatie bezig (je ontvangt deze informatie alleen maar). Door telkens hetzelfde te lezen denk je op een gegeven moment: "Dit herken ik nu wel." Herkennen is echter anders dan begrijpen. Alleen lezen is dus niet voldoende.
Laat je hersenen werken
Om ervoor te zorgen dat je informatie echt snapt, moet je je hersenen aan het werk zetten. Zorg er dus voor dat je op verschillende manieren met de leerstof bezig bent, en dat je het jezelf niet te makkelijk maakt. In aanvulling op het lezen van aantekeningen, kan je het volgende doen:
- Schrijf een samenvatting
- Laat je overhoren
- Overhoor een klasgenoot
- Lees de aantekeningen van iemand anders en stel hier vragen over
- Vertel over wat je hebt geleerd
Door af te wisselen, en ook productief bezig te zijn (je produceert informatie) onthoud je veel beter wat je aan het leren bent, zie je sneller verbanden en worden je hersenen uitgedaagd. Als je alleen maar leert zoals jij iets hebt opgeschreven, maar op de toets worden de vragen op een andere manier gesteld, dan kan het zijn dat het je niet lukt om de vragen goed te beantwoorden.
Huiswerk voor de volgende keer
De volgende les neem je aantekeningen mee van een les die je gevolgd hebt. Deze aantekeningen worden besproken in de klas.
4. Strategisch Leren en Plannen
Nabespreken huiswerk
Je hebt aantekeningen meegenomen van een les. In groepjes ga je je aantekeningen vergelijken met klasgenoten. Welke verschillen in aanpak merken jullie?
Strategisch leren
Als je moet leren voor een toets, dan is het belangrijk dat je dit op een handige, strategische manier aanpakt. De avond van te voren met leren heeft weinig zin. Dan onthoud je de informatie minder goed. Om informatie goed te verwerken, kan je beter vaker kortere momenten met de stof bezig zijn, dan één keer heel lang.
Hoe pakken jullie het leren aan voor een toets?
Plannen en huiswerk "opdelen"
Wanneer je je schoolwerk gaat plannen, dan moet je meer weten dan alleen de deadlines van je schoolwerk. Je kan immers wel in je agenda zetten dat volgende week iets ingeleverd moet zijn, maar wanneer ga je wat doen om de opdracht af te hebben?
Je gaat nu in groepjes van ongeveer 4 studenten terugblikken op wat je de afgelopen weken op school gedaan en geleerd hebt, en brengt in kaart wat er de komende weken op de planning staat. Kijk hiervoor in het rooster en in de lessenseries. Geeft ook antwoord op onderstaande vragen.
- Welke onderwerpen staan er de komende weken op de planning?
- Wat ga je doen tijdens de lessen die de komende tijd op de planning staan?
- Welke taken moet je de komende weken buiten de lessen om doen?
Nadat elke groep dit gedaan heeft, wordt er klassikaal een planning gemaakt. Hierbij wordt het schoolwerk in stukjes opgedeeld. We weten immers dat het spreiden van de tijd die je aan school besteed, je helpt met het onthouden van de informatie.
Individuele Planning
Je gaat nu de planning die klassikaal gemaakt is, omzetten naar een individuele planning. Hiervoor heb je een agenda nodig. Dat kan op papier of digitaal.
Sommige mensen vinden het fijn om een papieren agenda te gebruiken. Het is dan wel belangrijk dat je deze agenda altijd bij je hebt.
Je kan ook een digitale agenda gebruiken. Via Outlook (je schoolmail) heb je ook toegang tot een digitale agenda. Dit heeft een aantal voordelen:
- Je kan in je outlookagenda zien wanneer docenten beschikbaar zijn
- Je kan makkelijk gezamenlijke afspraken inplannen
- Je kan ervoor zorgen dat je via je telefoon van te voren meldingen krijgt over dingen die je in je agenda hebt staan
- Als je je telefoon bij je hebt, heb je ook altijd je agenda bij je
Maak een individuele planning van al het schoolwerk dat de komende tijd gedaan moet worden. Denk hierbij ook aan "extra dingen", zoals het op orde maken van je portfolio en openstaande opdrachten in Teams. Wanneer je denkt klaar te zijn, check je bij een klasgenoot of je niets over het hoofd hebt gezien.
Huiswerk voor de volgende keer
Bekijk onderstaande video ter voorbereiding op de volgende les. Zorg ervoor dat je bij het begin van de volgende les nog weet waar de video over ging. Je kan vragen verwachten over de inhoud van de video. Als er tijd over is deze les, maak je deze opdracht tijdens de les. Naast het kijken van de video moet je dus ook iets doen om ervoor te zorgen dat je de inhoud van de video onthoudt.
Kun je nou beter wel of niet multitasken?
5. Sterke Studeergewoontes
Nabespreken Huiswerk
Ter voorbereiding op deze les heeft iedereen een video bekeken. De video wordt nabesproken met de klas. De docent stelt naast onderstaande vragen, ook specifieke vragen over de inhoud van de video.
Waar ging de video over?
Wat heb je specifiek onthouden uit de video?
Hoe heb je ervoor gezorgd dat je dat onthouden hebt?
Wat zijn nou goede studeergewoontes?
Je gaat kijken naar een college van Neuropsycholoog Jérôme Gijselaers waarin hij uitlegt wat goede (gezonde) studeergewoontes zijn. Na afloop wordt het college nabesproken.
Opdracht: Je eigen gewoontes
Je gaat nu kritisch kijken naar je eigen (studeer)gewoontes, en doelen stellen voor de komende weken. Hiervan maak je een verslag. De docent overlegt met je of en hoe je dit moet inleveren. Deze opdracht kan je ook toevoegen aan je portfolio (onder het kopje loopbaansturing).
Je laat in je uitwerking in ieder geval het antwoord op onderstaande vragen zien:
- Op welke manier studeer je nu?
- Hoe ga je de komende weken met je schoolwerk om?
- Welke doelen stel je voor jezelf?
- Hoe beoordeel je of je je doelen hebt behaald?
Je krijgt hiervoor 20 minuten de tijd. Daarna ga je in groepjes van 4 je uitwerking bespreken. Tijdens het bespreken geef je ook tips/feedback aan klasgenoten.
Na afloop vraagt de docent aan elke groep een korte terugkoppeling.
6. Lichaam en Geest
Lichamelijke Gezondheid
Wanneer je goed wil studeren, dan helpt het wanneer je je lichamelijk goed voelt. Als je je gezond voelt, heb je over het algemeen meer concentratie. Het is echter zo dat je maar gedeeltelijk je eigen gezondheid in de hand hebt. In dit onderdeel van de les ga je nadenken over wat je zelf kan doen om er voor te zorgen dat je je lichamelijk goed voelt.
Beweging
Bewegen is goed voor je. Niet alleen voor je lichamelijke gezondheid, maar ook voor je mentale gezondheid. Je hebt eerder geleerd dat het tijdens het studeren handig is om regelmatig pauzes te nemen. Wanneer je tijdens deze pauzes zorgt dat je beweegt, zul je merken dat het concentreren daarna wat beter zal gaan.
Voeding
Wat je eet, heeft invloed op hoe gezond je bent. Je voeding kan ook van invloed zijn op hoe goed je je kan concentreren. Wanneer je te weinig eet, kan het zijn dat je je slap voelt, en geen concentratie hebt. Maar ook als je te veel eet of drinkt, kan dit van invloed zijn op je concentratie. Denk bijvoorbeeld aan te veel cafeïne of suiker. Het is niet zo dat je alleen nog maar gezond mag eten als je goed wil kunnen studeren. Het belangrijkst is dat je een gezonde balans vindt.
Afhankelijkheid
Het kan zijn dat je afhankelijk bent van bepaalde stoffen om je "goed" te voelen. Denk hierbij aan cafeïne, nicotine, suikers of vetten. De keuzes die je hierin maakt zijn volledig aan jezelf. Toch is het handig om je bewust te zijn van de effecten van deze stoffen wanneer je afhankelijkheid erg groot is. Zo weten we dat mensen die roken vaak een bepaalde regelmaat ontwikkelen (bijvoorbeeld elke pauze een sigaret). In de tijd voorafgaand aan de sigaret, bereid het lichaam zich hier al op voor en vermindert de concentratie. Als student doe je er goed aan hier rekening mee te houden als je het studeren plant.
Mentale Gezondheid
Naast je lichamelijke gezondheid, heb je ook nog je mentale gezondheid. Hoe je je voelt, kan ook invloed hebben op je studieprestaties. Wanneer je je slecht voelt, kan het bijvoorbeeld zijn dat je je minder goed kan concentreren.
Er kunnen verschillende redenen zijn dat je je minder goed voelt dan je zou willen. Dat kan komen door iets vervelends dat gebeurt is, het hebben van vervelende gedachten of iets anders. Belangrijk is dat je hier over praat met iemand die je vertrouwt. Je slb'er op school kan ook met je praten als je dat fijn vindt.
Stress
Het hebben van stress is heel normaal, zeker als het gaat om een belangrijke prestatie die je moet leveren (bijvoorbeeld een toets). Stress wordt pas vervelend als je door de stress minder goed of niet kan presteren, of wanneer de stress voor een langere tijd aanhoudt. Bij burgerschap wordt dit onderwerp ook nog een keer besproken.
Opdracht: Analyse eigen Gezondheid
De meeste mensen weten wel wat gezond is. Toch maakt lang niet iedereen gezonde keuzes. Met onderstaande opdracht laat je zien dat je weet wat een gezonde leefstijl inhoudt en hoe je dit bij jezelf kan toepassen. Je docent spreekt met je af hoe je deze opdracht moet inleveren.
Belangrijk: Deze opdracht kan je toevoegen aan je portfolio. Canmedsrol Gezondheidsbevorderaar, subkopje Gezonde Leefstijl en Voorlichting.
Opdracht:
Je gaat een plan maken waarin je laat zien welke stappen je moet zetten om tot een gezonde leefstijl te komen. Voor sommige studenten zal dit meer stappen bevatten dan voor anderen. In het plan laat je in ieder geval onderstaande terugkomen.
- Een analyse van je huidige fysieke gezondheid
- Een analyse van je huidige mentale gezondheid
- Een ideaalbeeld van je fysieke gezondheid
- Een ideaalbeeld van je mentale gezondheid
- Welke stappen je moet/gaat ondernemen om dichterbij de ideaalbeelden te komen.
Je kan deze opdracht op verschillende manieren doen. Zo kan je bijvoorbeeld een A3-poster maken (horizontaal) met links de huidige situatie, rechts de toekomstige situatie, en in het midden de stappen die je gaat ondernemen. Je kan ook een vlog maken waarin je bovengenoemde punten langsgaat. Hoe je de opdracht uitvoert is aan jezelf. Zorg er wel voor dat je in je uitwerking laat zien dat je kritisch hebt nagedacht over welke stappen je gaat ondernemen.
Belangrijk: Als onderdelen van je gezondheid al "ideaal" zijn, laat je zien dat je weet welke stappen je moet zetten om dit "ideaal" te houden. Sport je 3 keer per week, en past dit binnen jouw visie op een gezonde leefstijl, dan is één van de stappen je gaat zetten dat je 3 keer per week blijft sporten om ervoor te zorgen dat je voldoende beweging blijft houden.
Praten over Gezondheid
Als verpleegkundige voer je veel gesprekken over gezond leven. De inhoud van de gesprekken zal afhangen van de doelgroep waar je mee werkt. Je gaat nu in tweetallen of drietallen naar elkaars uitwerking kijken en in gesprek over de geplande stappen.
Als het gaat om praten over gezondheid, dan is het goed om je er bewust van te zijn dat sommige onderwerpen gevoelig kunnen liggen. Je kiest tijdens deze oefening zelf welke stappen je wel wil delen, en welke je voor jezelf houdt. Als je iets vraagt aan een klasgenoot, en diegene wil geen antwoord op je vraag geven, dan ga je door naar het volgende onderwerp.
7. Eindopdracht
Terugblik op Lessen
Er wordt gezamenlijk teruggeblikt op de afgelopen lessen. De vraag die hierbij centraal staat is: "Wat hebben we geleerd over leren leren?"
Eindopdracht
Je hebt de afgelopen lessen gesproken en nagedacht over leren leren. Je hebt door middel van verschillende opdracht al laten zien dat je kritisch kan kijken naar de keuzes die je maakt. Ook heb je nagedacht over je eigen gezondheid, zodat je gezondheid niet (of minder) een negatieve invloed kan hebben op je prestaties.
Opdracht:
Alles wat je tot nu toe geleerd hebt, moet samenkomen in een plan van aanpak voor de komende periode. Dit plan gaat halverwege het schooljaar geëvalueerd worden. Zorg er dus voor dat je deze opdracht zorgvuldig uitwerkt. Je kan hierbij eerdere opdrachten gebruiken, waaruit je wellicht een aantal zaken kan kopieren.
Maak een plan van aanpak voor de komende 10 weken, waarin je in ieder geval onderstaande punten terug laat komen.
- Een reflectie op je studieprestaties van de afgelopen periode
- Een stappenplan waarin staat hoe je het studeren de komende weken gaat aanpakken
- Een planning waarin je laat zien zien wat je wanneer gaat doen
Denk hierbij niet alleen aan het leren voor toetsen, maar ook bijvoorbeeld actief deelnemen aan de lessen, concentratie tijdens de lessen, je gezondheid, het maken van huiswerk en het om hulp vragen wanneer dat nodig is.
Naast het plan van aanpak maak je ook een poster met 5 studeerregels voor jezelf. Dit zijn regels/acties die voor jou goed werken. Onder elke regel schrijf je op waarom die regel goed werkt voor jou.
Inleveren:
De docent spreekt met de klas af hoe de opdracht ingeleverd moet worden. Je kan de opdracht ook toevoegen aan je portfolio. Weet je nog hoe je er achter komt onder welke competentie een opdracht valt? Tip: Deze opdracht valt onder één van de LOB-Competenties.
Portfolio
Als het goed is, heb je al aardig wat opdrachten toegevoegd aan je portfolio. Je gebruikt de overige tijd deze les om je portfolio te herzien. Doorloop daarbij onderstaande stappen. Is het antwoord op een vraag nee, onderneem dan actie.
- Kloppen alle pagina's?
- Staan de opdrachten op de juiste plek?
- Staat er op de homepage een introductietekst over mijzelf?
- Ben ik tevreden over de introductietekst over mijzelf?
- Ben ik tevreden over het uiterlijk van mijn portfolio?
- Als ik nu mijn portfolio zou moeten presenteren aan mijn slb'er, zouden we dan allebei tevreden zijn?
Heb je op alle vragen ja beantwoord? Ga dan in gesprek met een klasgenoot over elkaars portfolio.
8. Voortgangsbijeenkomst 1
Programma
Je bent nu halverwege het eerste schooljaar. Tijdens de lessenserie Leren Leren is er aandacht besteed aan studiegedrag en studiegewoontes. Je hebt meerdere opdrachten gemaakt en hebt nagedacht over hoe jij het beste kan leren. Tijdens deze les blik je terug op het afgelopen schooljaar, ga je als klas in gesprek over hoe dat gegaan is en reflecteer je op je eigen ontwikkeling.
Klassengesprek
De slb'er gaat met de klas in gesprek over het afgelopen half jaar. Vragen die daarbij aan bod komen zijn:
- Wat ging er goed?
- Wat ging er minder goed?
- Wat heb je tot nu toe geleerd?
- Wat laat je zien in je portfolio?
- Hoe heb je je op persoonlijk vlak ontwikkeld?
- Welke lessen zijn er nu afgerond?
- Hoe staat iedereen er voor qua resultaten en verzuim?
Reflectie
Je gaat nu individueel een reflectie schrijven over het afgelopen half jaar. Dit reflectieverslag hoeft niet geschreven te worden aan de hand van een specifieke reflectiemethode, maar bekijk wel verschillende methoden zodat je zeker weet dat je manier van schrijven voldoende reflecterend is. Je slb'er geeft hier meer uitleg over.
In de tekst die je schrijft, geef je in ieder geval antwoord op onderstaande vragen.
- Hoe gaat het nu met je?
- Hoe heb je het afgelopen half jaar ervaren?
- Wat ging er goed?
- Wat ging minder goed?
- Hoe sta je er voor qua resultaten?
- Hoe sta je er voor qua verzuim?
- Waar ben je het meest trots op?
- Welke theorie uit Leren Leren heeft jou wat opgeleverd?
- Wat zou je met de kennis van nu, anders gedaan hebben?
Vanzelfsprekend mag je meer opschrijven dan antwoord op bovenstaande vragen.
Je slb'er vertelt je hoe je je reflectie moet inleveren.
9. Voortgangsbijeenkomst 2
Programma
Vorige keer heb je gereflecteerd op het afgelopen schooljaar. Tijdens deze les ga je vooruitblikken op de tweede helft van dit schooljaar. Dit doe je aan de hand van een gesprek met de klas en een individuele opdracht.
Klassengesprek
De slb'er gaat in gesprek met de klas over het komende half jaar. Er wordt in ieder geval aandacht besteed aan onderstaande punten.
- Wat staat er aan onderwijs het komende half jaar op de planning?
- Welke bijzonderheden staan er nog op de planning?
- Wat heeft de klas nodig om succesvol te zijn?
- Moeten er nog zaken gepland worden?
- Wat moet er nog aan het portfolio gedaan worden?
- Oudergesprekken
Vooruitblik
Je maakt nu zelf groepjes in de klas. Je maakt de groepjes op basis van met wie je prettig werkt. Groepjes zijn tussen de 2 en 5 mensen. Een groep van 6 wordt dus twee groepjes van 3.
Met je groepje maak je een plan voor het komende half jaar. Hierin laat je in ieder geval onderstaande aan bod komen.
- Wie moet wat nog doen?
- Hoe gaan jullie elkaar daarbij helpen?
- Hoe zorgen jullie ervoor dat groepsleden zich goed blijven voelen?
- Welke theorie uit Leren Leren gaan jullie gebruiken?
- Welke plannen maken jullie om ervoor te zorgen dat elk groepslid succesvol kan zijn?
De slb'er vertelt hoe je dit in moet leveren.
PowerPoint Leren Leren
