Je weet hoe jij actief kan bijdragen aan een gemeenschap.
Beoordeling Burgerschap
In deze periode werk je verder aan burgerschap. In periode 1, 3 en 4 heb je lessen Burgerschap gevolgd. In periode 1 kwam Vitaal Burgerschap aan bod, in periode 3 zijn jullie aan de slag gegaan met Digitaal Burgerschap en in deze laatste periode met de 3 dimensies: Politiek-juridische, Economische en Sociaal-maatschappelijke dimensie.
Je wordt beoordeeld op de volgende onderdelen:
Onderdeel 3 Portfolio Politiek-juridische, Economische en Sociaal-maatschappelijke dimensie
Opdracht Activiteiten in de wijk
Opdracht Hoe goed ken jij andere culturen?
Opdracht Deepfake
Opdracht Welke rechten worden geschonden?
Opdracht Werken binnen zorg en welzijn
Opdracht Geen werk
Opdracht ‘Foute’ kleding
Onderdeel 4 Reflectieverslag burgerschap
Schrijf een korte reflectie op wat je dit jaar hebt geleerd bij Burgerschap en hoe je deze lessen kan toepassen in je dagelijks leven of je werk.
Dimensies van burgerschap
In het mbo word je voorbereidt op een beroep, vervolgopleiding en jouw rol in de samenleving. Aan de hand van vier dimensies van burgerschap ontwikkel je belangrijke burgerschapsvaardigheden. De vier dimensies zijn:
Politiek-juridische dimensie: bij deze dimensie leer je meer over het politieke systeem in Nederland, over rechtspraak en over de besluitvorming binnen de politiek.
Economische dimensie: bij deze dimensie leer je meer over het werkende leven, jouw rol als consument en wat jouw rechten als werknemer zijn.
Sociaal-maatschappelijke dimensie: bij deze dimensie leer je meer over jouw eigen gedrag binnen jouw woon- en leefomgeving en hoe jij actief kan bijdragen aan een gemeenschap.
Dimensie vitaal burgerschap: bij deze dimensie leer je meer over alles wat te maken heeft met gezondheid en leefstijl.
Vitaal burgerschap is eerder dit jaar al aan bod gekomen. Deze periode kijken we naar de andere drie dimensies. Vandaag gaan we aan de slag met de Sociaal-maatschappelijke dimensie.
Opdracht: Activiteiten in de wijk
A. Kies een wijk in jouw omgeving waar je interesse in hebt om te verkennen. Dit kan jouw eigen wijk zijn of een wijk die je graag zou willen ontdekken. Beantwoord voor deze wijk de volgende vragen:
Welke activiteiten zijn er voor bewoners in deze wijk? Denk aan sociale bijeenkomsten, culturele evenementen, sportactiviteiten en andere vormen van activiteiten.
Welke activiteiten zijn specifiek gericht op jongeren in de wijk? Dit kunnen jeugdclubs, sportverenigingen, educatieve programma's, en andere jeugdgerelateerde activiteiten zijn.
Welke activiteiten zijn specifiek gericht op ouderen in de wijk? Denk aan seniorenclubs, hobbygroepen, gezondheids- en welzijnsprogramma's of uitstapjes.
Welke mogelijkheden zijn er in de gekozen wijk voor vrijwilligerswerk? Beschrijf de organisaties of initiatieven die vrijwilligers (zouden kunnen) gebruiken en beschrijf de soorten vrijwilligerstaken die beschikbaar zijn of die jij vindt passen bij deze wijk.
B. Beschrijf wat jij vindt van de gekozen wijk. Wat vind jij goed gaan op sociaal en maatschappelijk gebied in deze wijk? Wat zou jij willen verbeteren in deze wijk?
C. Beschrijf of, als jij in deze wijk zou wonen, vrijwilligerswerk in deze wijk zou willen doen. Beschrijf wat voordelen van vrijwilligerswerk zijn voor zowel de gemeenschap als voor jezelf, en motiveer je antwoord.
Evalueren
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
2. Sociaal-maatschappelijke dimensie
Doelen
Je weet wat de sociaal-maatschappelijke dimensie inhoudt.
Je legt uit hoe vooroordelen ontstaan.
Je legt uit het wanneer vooroordelen gevaarlijk worden.
Je vertelt wat je kunt doen tegen vooroordelen.
Je legt uit waarom gelijke rechten belangrijk zijn.
Onderwijsleergesprek Vooroordelen
Onderwijsleergesprek over vooroordelen. Onderstaande links kunnen hierbij gebruikt worden.
Alternatief: studenten worden in 5 groepen verdeeld en beantwoorden allemaal één van onderstaande vragen en presenteren hierna hun antwoord aan de rest van de groep.
Opdracht:Hoe goed ken jij andere culturen?
Als professional kom je mensen tegen met gewoontes, waarden, normen en (religieuze) gebruiken die anders zijn dan die van jou. Hoeveel weet jij eigenlijk over culturen die anders zijn dan jouw eigen cultuur?
Introductie
Ook in de klas zijn er culturele verschillen. Ga in gesprek met elkaar over jullie cultuur en jullie gewoontes, waarden en normen. Wat zijn verschillen? Wat zijn overeenkomsten?
Opdracht
Beantwoord in een kort verslag de volgende vragen:
Wat zijn belangrijke regels in jouw cultuur?
Wat zijn voor jou belangrijke gebruiken en gewoonten?
Hoe belangrijk is religie/geloof voor jou?
Hoe zie je religie/geloof terug in het dagelijks leven om je heen?
Hoe denkt de groep waar je bij hoort/familie over school/studeren?
Hoe denkt de groep waar je bij hoort/familie over werk?
Hoe denkt de groep waar je bij hoort/familie over ziek zijn?
Welke vooroordelen heb jij/ de groep waar jij bij hoort over andere culturen? Noem er minimaal 3.
Geef aan wat je kan doen tegen deze vooroordelen.
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
3. Sociaal-maatschappelijke dimensie
Maken voorafgaand aan de les
Opdracht:Hoe goed ken jij andere culturen?
Zorg dat je de opdracht 'Hoe goed ken jij andere culturen' voorafgaand aan deze les af hebt. In les 2 is er een begin gemaakt aan deze opdracht.
Doelen
Je kent gewoontes, waarden, normen en (religieuze) gebruiken van andere culturen.
Je gaat samen in gesprek over discriminatie.
Cultuurverschillen: bespreken gemaakte opdracht
Bekijk de gemaakte opdracht en bespreek deze na (samen of in groepen).
Reflecteer op wat jullie hebben geleerd over jullie eigen cultuur en jullie vooroordelen over andere culturen. Hoe kan je deze nieuwe inzichten gebruiken?
Onderwijsleergesprek: discriminatie
1. Bekijk en bespreek:
Wat wil Najib Amhali duidelijk maken met zijn sketch?
Waar lees jij mediaberichten? Op welke media lees jij informatie?
Word jij beinvloed door mediaberichten? Kun je een voorbeeld geven?
Word jij beinvloed door nepnieuws? Kun je voorbeelden geven?
Opdracht Deepfake
Bekijk bovenstaande filmpjes en beantwoord daarna de volgende vragen:
1. Hoe komt het dat het zo moeilijk is om deepfake filmpjes te herkennen?
2. Wat is het doel van veel deepfake filmpjes?
3. Hoe kun je controleren of filmpjes fake zijn?
4. Hoe kunnen deepfake filmpjes de politiek beïnvloeden?
Evalueren en huiswerk volgende les
Evalueer de les:
Als je het vermoeden hebt dat je met nepnieuws te maken hebt, wat doe je dan?
Heb je een voorbeeld van nieuws waarop je extra gaat letten?
Wat is het effect van nepnieuws op debatten in de samenleving?
Wat neem je mee uit deze les?
Bekijk: Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
5. Politiek-juridische dimensie
Maken voorafgaand aan de les
Maak de opdracht: Zweedse studente staat op
Een zweedse studente is lopgestaan in een vliegtuig en heeft voor ruim twee uur vertraging gezorgd. Lees het artikel en bekijk het bijhorende filmpje (4 min.) en beantwoord de volgende vragen:
Wat vind je van haar actie? Waarom vind je dit? Zou je dit zelf ook doen/durven, waarom wel/niet?
Welke mensenrechten (van de man) worden er volgens haar geschonden? Is dit ook daadwerkelijk zo? Zoek dit op!
Van welk recht maakt dit meisje gebruik?
Is het strafbaar/illegaal wat dit meisje heeft gedaan? Waarom wel of niet? Geef je eigen mening, maar zoek ook de feiten op via het internet.
Doelen
Je kunt in eigen woorden het ontstaan en belang van mensenrechten uitleggen.
Je vertelt welke vijf mensenrechten jij het belangrijkst vindt en waarom.
Je noemt minimaal twee instanties die zich inzetten voor de rechten van de mens.
Bespreken gemaakte opdracht
Bespreek de gemaakte huiswerkopdracht na: Zweedse studente staat op
Onderwijsleergesprek: rechten van de mens
Onderwijsleergesprek over:
Wat zijn mensenrechten?
Welke instanties in Nederland komen op voor de rechten van de mens?
Bekijk onderstaand informatie clip over de het onstaan van de mensen rechten:
Opdracht
Nu je het verhaal van de mensenrechten kent, wordt het tijd om de 30 rechten eens goed onder de loep te nemen. Een aantal heb je al voorbij horen komen in het filmpje. Op deze website vind je een duidelijke opsomming van de 30 mensenrechten.
1. Bekijk ze allemaal aandachtig en bedenk per recht het volgende:
Wordt dit recht in Nederland voldoende nageleefd?
Waar wordt dit recht - nog niet voldoende - nageleefd? Geef een voorbeeld.
2. Schrijf jouw top 5 rechten op; welke 5 zijn voor jou het belangrijkst en waarom?
Opdracht: Welke rechten worden geschonden?
Kies twee van onderstaande video's en beschrijf per video de situatie. Beschrijf in ieder geval:
Wat heb je gezien in het filmpje?
Welke rechten worden besproken in het filmpje en welke rechten worden geschonden?
Wat vind jij van de situatie uit het filmpje?
Wat moet er volgens jou gebeuren/veranderen om de situatie rechtvaardig te maken?
Video's
Video 1 - Jabbar gaat trouwen
Video 2 - Bloggen in Egypte
Video 3 - Zigeuner in Hongarije
Video 4 - Doodstraf in Jemen
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
Hoe kun je zelf invloed uitoefenen op de Nederlandse politiek?
Wat is een democratie?
Wat is een rechtstaat?
Welke taken heeft de gemeente?
Welke taken heeft de provincie?
Wat doet het waterschap?
Waarom wordt Nederland een constitutionele monarchie genoemd? En, wat is dat?
Wat doet de EU (Europese Unie) en hoe is zij georganiseerd?
Doelen
Je legt uit hoe de Nederlandse politiek werkt.
Je legt uit wat een democratie is.
Je legt uit wat een rechtstaat is.
Je legt uit wat de Europese Unie doet.
Je voert een debat.
Bespreken gemaakte opdracht
Neem de huiswerkopdracht over politiek samen door. Bespreek jullie antwoorden op de vragen.
Debatteren in de klas
Tijdens de les worden er 6 groepjes van 3 studenten gemaakt met ieder een eigen stelling. Jullie weten welke debatgroep voor is en welke debatgroep tegen is.
De overige studenten zijn jury. De jury geeft de groep voor en tegen na afloop een cijfer. Zo komt er een winnaar uit per debat. Zij vertellen ook wat positief opvalt en wat minder overtuigend is en waarom. Een debat duurt maximaal 5 minuten.
Debatgroep 1 – Debatgroep 2 - Jury
Debatgroep 3 – Debatgroep 4 - Jury
Debatgroep 5 – Debatgroep 6 - Jury
Je krijgt ongeveer 5 minuten voor de voorbereiding. Het debat zelf duurt 5 minuten + korte nabespreking
Mogelijke stellingen voor het debat:
Het is belangrijk om op een vrouw te stemmen, zodat vrouwen in de politiek duidelijk gerepresenteerd worden.
Een politicus mag nooit de wet overtreden, want diegene heeft een belangrijke voorbeeldfunctie.
Media zouden de privélevens van politici moeten negeren.
Kinderen van prominente politici moeten worden uitgesloten van politieke ambten.
Abortuswetgeving moet bepaald worden door referenda waarbij alleen vrouwen mogen stemmen.
Als 100 dagen na de verkiezingen geen meerderheidsregering gevormd is, moeten er altijd nieuwe verkiezingen komen.
Het Koningshuis moet door de overheid worden afgestoten als een privaat bedrijf.
In prille democratieën moeten etnische en religieuze partijen uitgesloten worden van verkiezingen.
Nederland moet een stemplicht invoeren.
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
7. Economische dimensie
Maken voorafgaand aan de les
Maak de opdracht: Wat kost jij?
Je gaat nu kritisch naar jezelf kijken. Wat kost jouw leven? Je hoeft voor deze opdracht geen exacte bedragen op te geven.
Schrijf op wat jij ongeveer per maand uitgeeft (kost). Maak schattingen. Denk hierbij aan onderstaande kostenposten:
- Eten/drinken
- Onderdak
- Kleding
- Telefoon
- Verzekeringen
- Zorg
- Onderwijs
- Vermaak/hobbies (uitgaan, uitjes, computergames)
- Reizen
Doelen
Je noemt hoeveel geld je nodig hebt om elke maand rond te komen.
Je legt uit hoe werken veranderd en welke gevolgen dit heeft.
Je gaat in gesprek over de gevolgen van geen werk hebben.
Nabespreken huiswerkopdracht
Bespreek de huiswerkopdracht 'Wat kost jij' na. Je hebt in kaart gebracht wat jouw leven kost. De docent bespreekt de verschillen in de klas.
Bespreek in ieder geval:
Kan iedereen rondkomen van 950 euro?
Wanneer ben je rijk?
Opdracht: Werken binnen zorg en welzijn
Beantwoord de vragen:
Waarom werken we?
Waarom wil jij werken binnen zorg en welzijn?
Wat als jij niet meer zou kunnen werken? Wat voor consequenties zou dat allemaal voor jou hebben?
Bekijk de video. Noem een aantal banen die zijn verdwenen door robotisering.
Ben jij bang dat jouw toekomstige werk zal verdwijnen door robotisering? Waarom wel/niet?
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand niet werkt. Sommige mensen zoeken geen werk en hoeven geen geld te ontvangen, omdat hun partner voldoende verdient. Je kan ook (tijdelijk) niet geschikt zijn om te werken, bijvoorbeeld door een ongeluk of psychisch probleem.
In Nederland kennen we een systeem van uitkeringen voor mensen die geld nodig hebben om te overleven, maar geen werk hebben. In de klas wordt onderstaande video bekeken.
Beschrijf:
1. Welke vooroordelen ken jij of heb jij over mensen die niet werken?
2. Welke vooroordelen ken jij of heb jij over mensen die een uitkering krijgen?
3. Welke soorten uitkeringen zijn er in Nederland?
In de klas wordt onderstaande video bekeken.
Beschrijf:
4. Vergelijk de twee video's. Welke verschillen vallen jou op?
5. Vind je dat het systeem van uitkeringen goed werkt voor deze twee mensen?
6. Wat zou anders moeten in het systeem van uitkeringen volgens jou?
7. Wanneer ben je arm/rijk volgens jou?
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
1. Bezoek een winkel waar producten verkocht worden die met respect voor mens en milieu gemaakt zijn (zoals een wereldwinkel of WAAR). Stel de volgende vragen aan een medewerker:
Uit welke landen komen de producten die ze verkoepen?
Hoe duur is 250 gram Fair Trade koffie?
Werkt de winkel met vrijwilligers? Zo ja, hoe komt men aan deze vrijwilligers?
Worden er altijd dezelfde producten verkocht of wisselt dat? Indien het wisselt, waarom dan?
Welke producten worden het meest verkocht?
Hoe worden de producten ingekocht? Gaan ze bijvoorbeeld zelf naar de landen om de producten in te kopen?
Zijn er ook producten voor de jeugd? Zo ja, welke?
2. Ga naar een supermarkt en bekijk welke Fair Trade producten verkocht worden. Beschrijf 3 Fair Trade producten uit de supermarkt.
Doelen
Je weet wat fairtrade producten zijn en waar je ze kunt kopen.
Je weet hoe 'fout' onze kleding is en wat je hieraan kunt doen.
Nabespreken huiswerk en ervaringen delen
Bespreek de huiswerkopdracht na. Hoe vond je het om een wereldwinkel/ WAAR te bezoeken? Zou je Fair Trade producten bij een supermarkt of wereldwinkel/WAAR willen kopen? Leg uit waarom wel/niet.
Opdracht: 'Foute' kleding
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen:
1. Waarom is veel kleding zo goedkoop?
2. Hoe fout is onze kleding en wat kun jij doen?
3. Beschrijf het laatste kledingstuk dat jij gekocht hebt:
Waar heb je het gekocht? En hoe duurzaam is deze winkel?
Welk merk is het kledingstuk? En hoe duurzaam is dit merk?
Waar heb je op gelet bij het kopen?
Zou je na het kijken van het filmpje op andere dingen letten bij het kopen van nieuwe kleding? Leg uit waarom wel/niet.
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
9. Toetsing en reflectie
Doelen
Je toont aan dat je de afgesproken opdrachten voor burgerschap hebt uitgevoerd.
Je reflecteert op de lessen Burgerschap.
Reflectie op burgerschap
Je schrijft een kort reflectieverslag waarin je aangeeft wat je dit jaar hebt geleerd over burgerschap. Beschrijf:
Hoe heb je de lessen burgerschap ervaren?
Wat neem je mee uit de lessen burgerschap?
Hoe ga je het geleerde toepassen in de praktijk?
Beoordeling Burgerschap
Je wordt beoordeeld op de volgende onderdelen:
Onderdeel 3 Portfolio Politiek-juridische, Economische en Sociaal-maatschappelijke dimensie
Opdracht Activiteiten in de wijk
Opdracht Hoe goed ken jij andere culturen?
Opdracht Deepfake
Opdracht Welke rechten worden geschonden?
Opdracht Werken binnen zorg en welzijn
Opdracht Geen werk
Opdracht ‘Foute’ kleding
Onderdeel 4 Reflectieverslag burgerschap
Schrijf een korte reflectie op wat je dit jaar hebt geleerd bij Burgerschap en hoe je deze lessen kan toepassen in je dagelijks leven of je werk.
Beoordelingsformulier burgerschap p. 1.4
Alle onderdelen moeten voldaan zijn
Onderdeel
Beoordeling
Portfolio met in ieder geval de volgende gemaakte opdrachten:
Het arrangement Burgerschap BOL MZ, VZ, p.1.4 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Tijdens deze periode gaan de studenten aan de slag met de volgende dimensies van Burgerschap:
- Politiek-juridische dimensie
- Economische dimensie
- Sociaal-maatschappelijke dimensie
Tijdens deze periode gaan de studenten aan de slag met de volgende dimensies van Burgerschap:
- Politiek-juridische dimensie
- Economische dimensie
- Sociaal-maatschappelijke dimensie
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.