Maak de opdracht: Wat kost jij?
Je gaat nu kritisch naar jezelf kijken. Wat kost jouw leven? Je hoeft voor deze opdracht geen exacte bedragen op te geven.
Schrijf op wat jij ongeveer per maand uitgeeft (kost). Maak schattingen. Denk hierbij aan onderstaande kostenposten:
- Eten/drinken
- Onderdak
- Kleding
- Telefoon
- Verzekeringen
- Zorg
- Onderwijs
- Vermaak/hobbies (uitgaan, uitjes, computergames)
- Reizen