BLP: Hoe leer jij? - Nieuwsgierigheid

BLP: Hoe leer jij? - Nieuwsgierigheid

0. Info startweek

Introductie

Wat doen je hersenen als je leert?

Waarom zou je voor deze badge willen kiezen?

Bij HVX kun je leren wat je zelf wilt. Maar hoe werkt leren eigenlijk in je brein? Als je snapt hoe de hersenen werken, leer je makkelijker.

En dat je (ook ongemerkt) veel leert weet je natuurlijk eigenlijk wel. Denk maar even terug aan toen je een baby was en waar je nu staat.

In deze badge ga je ontdekken hoe jouw brein leert.

Waar gaat deze badge over?

Deze badge bestaat uit drie grote onderdelen:

1) Leren over het brein en verschillende zaken die daarbij belangrijk zijn voor leren (aandacht, planning, impulsiviteit, geheugen),

2) Vaardigheden om Learning Power te ontwikkelen (BLP). Bijvoorbeeld leren omgaan met afleidingen, relfecteren op jouw eigen (leer)gedrag en verdere breinvaardigheden,

3) Ontdekken en leren over leerstrategieen om jouw brein optimaal te gebruiken.

Welke producten moet je leveren?

Voor deze badge moet je de volgende producten leveren:

  • een presentatie over hersenen en hoe jij leert (bijv. via een poster, een fimpje, een podcast enz.)

 

eXplore miles

 

Deze badge levert jou 5 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle opdrachten op tijd levert.

 

1. Jij begint

Motivatiemotor

➜ Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom je deze badge tot een goed einde zou willen brengen.
➜ Bij Voorbereiding/Mijn motivatie schrijf je jouw leerdoelen en op welk niveau jij deze quest wilt maken.
➜ Bij Voorbereiding/Hoe ik het ga aanpakken schrijft je welke vaardigheden jij gaat inzetten.
➜ Bij Tussenproducten neem je alvast alle producten over die je moet inleveren voor deze badge.
➜ Bij Wanneer wil ik beginnen? Zet je jouw geplande startdatum en bij Wanneer wil ik klaar zijn? 

Waarom start iedere badge met een motivatiemotor?

Om voor jezelf op te schrijven waaróm je deze badge wilt doen. Als steun in de rug als het even lastiger wordt dan je gehoopt had. Welke persoonlijke 'motor' gaat er dan voor zorgen dat je de taken toch (met plezier) kunt volbrengen.

 

Verderkijker

Het doel met building learning power bij HVX is, dat jij:

o   een betere “learner” wordt

o   moeilijkheden in het leren durft aan te pakken, begrijpt waarom 'moeilijk doen als het makkelijk kan' ook voordelen heeft

o   ook kleine stappen in jouw leren van waarde vindt

o   zelfvertrouwen ontwikkelt bij jouw leren

o   weet dat BLP niet iets extra’s is, maar een voorwaade om te kúnnen leren

o   vaardigheden ontwikkelt om met je mee te nemen en toe te passen in jouw verdere leven

o   voorbereid bent op een leven lang leren.

 

➜  Waar ben jij al goed in?

➜ En waar wil jij echt nog aan werken?

➜ Geef zo volledig mogelijk antwoord op deze twee vragen, plaats jouw antwoord in Seesaw

➜ Maak een link en plaats deze in jouw tegel van Egodact bij Voorbereiding/Wat ik er al over weet

 

2. Jouw brein

2a. Onderzoek naar jouw brein

Onderzoek

HET BREIN IS NEUROPLASTISCH

Neuro..wat?... Dit betekent dat de structuur van onze hersenen zich aan kan passen. Dit kunnen we doen door bewust dingen wel of juist niet te doen, te leren of te ervaren. Alleen.. dan moeten we dus wel precies weten wat een positief en wat juist een negatief effect kan hebben op onze hersenen. 

Wetenschappers ontdekken steeds meer ‘geheimen’ van ons brein en hoe we daar ‘slim’ mee om kunnen gaan. En dat is goed nieuws, zeker voor ons. Als jij weet hoe je het beste kunt leren of hoe je bijvoorbeeld je concentratie kunt verhogen of wat juist goed is voor je hersenen en wat niet, dan kun je daar rekening mee houden.

Hoe leren je hersenen?

Opdracht:
➜ Wat weet jij over leren? Gebruik wat je gelezen hebt en gehoord hebt in het filmpje.
Als je meer wilt weten kijken dan bij de bronnen!
➜ Laat zien wat jij nu weet in een mindmap, infographic, poster (kies jouw vorm).
➜ Plaats jouw product weer in Seesaw met een link naar de tegel in Egodact die bij deze Quest hoort.

2b. Hoe werkt jouw brein?

Verwerking

  • Hier ga je verder ontdekken hoe de hersenen in elkaar zitten
  • Als je het antwoord op vragen niet weet, ga dan naar het antwoord op zoek
  • Dat kan op veel verschillende manieren, bijvoorbeeld door te vragen, te googelen, in de bronnen te kijken of een manier die jijzelf bedenkt.

 

Jouw hersenen hebben heel veel kleine neuronen. Zij zijn de bouwstenen van jouw brein.

Zie ze als aliens met 3 benen en 1 arm. De benen heten dendriten en de arm heet een axon. Het 'oog' is het centrale deel van de neuron (de nucleus). Echte neuronen kunnen meer dan 3 'benen' hebben.

   

Ze zijn er in alle soorten en maten. Die kleine knobbels zijn dendritische stekels. Die zitten overal over de 'benen'. Deze dendritische stekels zijn heel belangrijk, ze helpen de neuronen om signalen te ontvangen van andere neuronen.

Voor connectie geeft de arm van de neuron een schok naar een van de dendritische stekels. Deze schok springt over via een kleine ruimte in de dendritische stekel; die stekel heet 'synaps'. Deze lijn van 'schokken' kan door blijven gaan. Deze stromende signalen zijn jouw gedachten. Ze maken een spoor zoals een bal in een flipperkast een spoor maakt. In je hersenen zitten 10 tot de macht 13 neuronen. Dat is een getal van een 1 met 13 nullen: 10 000 000 000 000!

Hoe vaker de neuronen met elkaar verbinding maken des te sterker wordt de synaps connectie. Net als vrienden die elkaar vaker spreken en elkaar steeds beter leren kennen. Zo ontstaan verbindingen in je hersenen. Leren betekent het creeren van nieuwe, of sterkere, brain-links.

Als je iets nieuws leert is er nog nauwelijks verbinding. Naarmate je meer oefent wordt de link steeds sterker. De 'vonken' worden groter. Hoe meer je de link gebruikt hoe makkelijker het wordt.

 

 

 

 

 

 

Opdracht
➜ Zet de antwoorden op de onderstaande vragen 1 t/m 9 in een Pages document.
➜ Plaats dit document in Seesaw met een link naar de bijbehorende tegel in Egodact.

2c. Reflective journal: Je kunt alles leren wat jij wilt!

Reflective journal

➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
  • Noem een vaardigheid die jij nu kent en makkelijk kunt doen maar wat je niet kon toen je net geboren was.

  • Schrijf het meest belangrijke op dat jij over leren en hersenen in dit deel geleerd hebt. Waarom is dit belangrijk voor jou?

  • Welk deel van het filmpje hierboven spreekt jou het meest aan? Waarom juist dat onderdeel?

  • Wat zou jij nog graag willen leren?

  • Hoe zou het leren van een nieuwe vaardigheid jouw leven verbeteren?

3. Regie over jouw leren

3a. Onderzoek naar jouw leren

Onderzoek

Building Learning Power
Building Learning Power

Om te kunnen leren heb je allerlei vaardigheden nodig. Bij HVX werk je daarom heel hard aan jouw leerspieren. Je bouwt aan leerkracht (building learning power). Maar om open te staan voor leren heb je ook een bepaalde mindset nodig. Je moet zelf geloven en vertrouwen dat jij (alles wat je wilt) kunt leren. Heb jij zo'n mindset? Of een andere?

Jouw mindset quiz
1. Omcirkel het nummer dat het beste bij jou past (bij iedere vraag)
2. Tel alle punten van jouw antwoorden bij elkaar op
3. Plaats jouw totaalscore in je log in Egodact
Vraag Zeer sterk mee een Mee eens Mee oneens Zeer sterk mee oneens
Jouw intelligentie is wat het is, je kunt dit niet veranderen 0 1 2 3
Hoe intelligent je ook bent, je kunt het altijd nog behoorlijk veranderen 3 2 1 0
Maar enkele mensen zullen echt goed zijn in sport, je moet daarvoor aanleg hebben 0 1 2 3
Hoe harder je werkt aan iets, hoet beter je erin zult worden 3 2 1 0
Ik word van boos als ik feedback krijg op mijn prestatie 0 1 2 3
Ik vind het fijn als ik van mijn ouders, coaches en leraren feedback krijg op mijn prestatie 3 2 1 0
Echt slimme mensen hoeven niet zo hard te leren 0 1 2 3
Je kunt altijd veranderen hoe intelligent je bent 3 2 1 0
Je bent een bepaald iemand en daar is niet zoveel aan te veranderen 0 1 2 3
Een belangrijke reden waarom ik mijn quests en challenges maak is dat ik plezier heb in nieuwe dingen leren 3 2 1 0
Totaal score: ...        

 

Manieren van leren

Het meeste leren gebeurt met vallen en opstaan, door het gewoon te proberen. Zo heb je misschien ook leren fietsen, eerst op een loopfiets of driewieler en later op een echte fiets. Als je hebt leren fietsen, kun je het nu zonder moeite en zonder dat je erbij nadenkt. Dan heb je dus een soort snelweg gemaakt in je hersenen. Leren heeft te maken met het opbouwen van heel veel verbindingen, snelwegen in je hersenen. Als je over heel veel verbindingen beschikt, heb je al best veel geleerd. Waar ben jij goed in? Weet je al wat jouw talenten zijn?

Je brein is speciaal. Hoe meer je traint hoe meer je kunt leren. Je leert je brein om steeds meer en steeds moeilijker leerstof te verwerken. Hoe doe je dat dan, het trainen van je brein?

Hiervoor wordt vaak de metafoor ‘van geitenpaadjes naar neurale snelwegen’ gebruikt. Stel je voor dat je als eerste door een wild begroeid veld met hoog gras wandelt. Als je dan terug kijkt zie je nog net een klein paadje waar jij gelopen hebt, het geitenpaadje. Het geitenpaadje is kwetsbaar en kan door wind en regen weer vervagen en verdwijnen. Wanneer je dit geitenpaadje keer op keer gebruikt wordt het geleidelijk aan een groter pad en uiteindelijk een snelweg. Je oorspronkelijke geitenpaadje is nu een neurale snelweg met veel verkeer!

Wat dit te maken heeft met je brein? Het geitenpaadje staat voor je hersenen voor alles wat nieuw is: lesstof, gedragingen of dat wat je voor het eerst hoort of ziet. Je hersencellen, ook wel neuronen genoemd, maken contact met elkaar doormiddel van het doorgeven van een signaal, en creëren een klein paadje. Hersencellen hebben zich dan verbonden met elkaar. Als deze verbinding vaker gemaakt wordt en het patroon zich herhaalt, verandert er iets in je brein. De verbindingen worden sterker en contact tussen de hersencellen gaat makkelijker. Je hersencellen kunnen de signalen sneller doorgeven. Uiteindelijk ontstaat er uit dat geitenpaadje een neurale snelweg in je brein. Vanaf dat moment veranderen deze signalen in iets sterkers, namelijk een herinnering, een vaardigheid, een geleerd feit. Vanaf dat moment heb je geleerd.

Vanuit het brein gezien is leren dus het uitbreiden en 'asfalteren' van deze wegen. Op deze manier zorg je ervoor dat wanneer de ene snelweg niet gevonden wordt, je brein nog meer routes voor je in petto heeft om toch bij de kennis en informatie te komen die jij op dat moment nodig hebt.

Leren is dus het vormen van nieuwe, sterke en uitgebreide neurale netwerken.

Dat doe je door training.

 

Wist je dat we een linker en rechter hersenhelft hebben? Deze twee helften zijn met elkaar verbonden door een hersenbalk. Via deze hersenbalk werken beide hersenhelften samen. Om iets nieuws te kunnen leren is het nodig dat beide hersenhelften goed samenwerken. Je linker hersenhelft bestuurt alles in de rechterkant van je lichaam en de rechter hersenhelft alles in de linkerkant van je lichaam. Als je veel oefeningen doet met allebei de kanten van je lichaam kun je beter leren. Het is dan ook belangrijk om zo nu en dan even uit het ‘leren’ te stappen en te gaan bewegen! Zo krijg je weer meer zuurstof in je hersenen door het bewegen en dat is goed voor de werking van de hersenen. Zo kan je bijvoorbeeld de kruisloop oefenen, gewoon op de plaats of lopend door de ruimte. Veel plezier!

Opdracht
➜ Vertel jouw coach dat je met deze quest bezig bent en bespreek tijdens jouw eerst volgende coachgesprek jouw score. Laat jouw coach uitleggen wat dit cijfer betekent. Herken je jezelf daarin?

3b. Leren; wat komt daar allemaal bij kijken?

Verwerking

Denk jij weleens na als je fietst wat je precies doet? Al die handelingen gaan inmiddels automatisch. Maar zo was het natuurlijk niet altijd! Zo werkt het ook met leren, allemaal verschillende handelingen/vaardigheden komen daar samen. Als dit goed samenwerkt in jouw brein leg je een succesvolle leerroute af. Deze vaardigheden worden executieve funties genoemd. Ze helpen je om te organiseren, plannen, kiezen, concentreren en niet impulsief te reageren. Je bent nu nog volop in ontwikkeling en dat zijn jouw executieve functies ook! Maar je kunt deze versterken waardoor leren steeds makkelijker gaat, net als fietsen.

Lees hieronder over de executieve functies.

Zelfregulatie, Orde & netheid, Aandacht houden en Impuls controle horen bij VEERKRACHT.

Initiatief, flexibilteit & geheugen horen bij VINDINGRIJKHEID

Planning & time management, Doelenstellen & Zelfinzicht horen bij REFLECTIE.

BLP kijkt ook nog naar INTERACTIE: hoe werk jij samen en welke vaardigheden gebruik jij daarbij. 

 

Maak een post in Egodact:
mijn sterke kanten zijn volgens mij (Leerspier & executieve functies):
mijn verbeterpunten zijn (Leerspier & executieve functies):

 

Opdracht 2

Hieronder staan per executieve functie 7 beweringen.

Omcirkel eens als de bewering op jou van toepassing is, of best in de buurt komt. Kies tussen eens en oneens. Gebruik twijfel bij voorkeur niet! Alleen als je heel, heel erg aarzelt.

Heb je 4 keer eens omcirkeld, kleur dan van binnenuit de spin 4 ringen in de kleur van deze executieve funtie in. Zelfregulatie = rood, Ordelijkheid & netheid = donkerblauw enz.

Als twijfel toch hebt gebruikt, telt dat voor een halve ring, bij 2 keer twijfel is dat dus een hele ring.

De executieve functies spin vind je helemaal aan eind.

Tel per functie het aantal ringen dat je ingekleurd hebt. Rangschik de functies van de meeste naar de minste ringen.
Komt deze uitkomst overeen met jouw inschatting uit opdracht 1?
Als er verschillen zijn, hoe komt dit dan denk jij?
Plaats jouw ingekleurde spin en deze analyse in Seesaw en link deze naar Egodact
Bespreek jouw spin in je volgende coachgesprek!

3c. Reflective Journal

Reflective journal

➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Noem een vaardigheid die jij nu kent en makkelijk kunt doen maar wat je niet kon toen je net geboren was.

  • Schrijf het meest belangrijke op dat jij over leren en hersenen in dit deel geleerd hebt. Waarom is dit belangrijk voor jou?

  • Wat zou jij nog graag willen leren?

  • Hoe zou het leren van een nieuwe vaardigheid jouw leven verbeteren?

4. Leerstrategieen

4a. Onderzoek naar jouw leerstrategieen

Onderzoek

Leerstrategie uitgelegd

Opdracht:
Wat weet jij over leerstrategieen? Gebruik het filmpje en de bronnen uit de badge om antwoord te geven.
Plaats jouw antwoord in Seesaw en link het naar Egodact.

4b. Verwerking

Verwerking  

Bij succesvolle leerstrategieën gaat het om ‘actief leren’ stimuleren.

Top 6 leerstrategieen

Opdracht:
Welke van de leerstrategieen pas jij al toe?
Welke zou jij willen gaan uitproberen?
Maak hier een afspraak met je coach over!

LEER GESPREID

WISSEL VAN ONDERWERP

GEBRUIK VOORBEELDEN

GEBRUIK WOORD EN BEELD

LEG UIT EN CHECK

OVERHOOR JEZELF

4c. Reflectie

Reflective journal

➜ Werk je reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Wat zou jij nog graag willen leren?

  • Hoe zou het leren van een nieuwe leerstrategie jouw leven verbeteren?

 

5. Afronding

5a. Assessment

 

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

  • een presentatie over hersenen en hoe jij leert. Gebruik hierbij welke leerspieren, vaardigheden en leerstrategieen. 
  • de show mag naar jouw eigen smaak vormgegeven worden bijv. via een poster, een fimpje, een podcast enz.

5b. Terugkijker

Bronnen

Aanvullende bronnen, links enz. horend bij het onderwerp worden hier op een volgende pagina geplaatst

Hoe werkt het brein van slimmerikken?

Je geweldige brein!

Breinweetje

Het brein kan NIET multitasken!

Doe één ding tegelijk waar je je aandacht echt bij nodig hebt!

Wat blijkt: Wij denken dat we kunnen multitasken, maar dat kan het brein niet. Ons brein kan wel snel schakelen van het één naar het ander, maar dat maakt ons MINDER effectief.

We doen gecombineerde taken minder goed en we doen we er langer over dan wanneer we ze achter elkaar doen. Dus je huiswerk maken, mail bijhouden en op je telefoon kijken, is niet handig! De kans is groot dat je meer fouten in je huiswerk maakt of er véél langer over doet! Je brein heeft namelijk meerdere minuten nodig om weer optimaal te kunnen focussen op de taak die je eigenlijk aan het doen was! Lopen en tegelijkertijd je boodschappenlijstje verzinnen kan dan weer wel (mits het niet te druk is met verkeer uiteraard!), want lopen is een automatisme en heeft je aandacht niet echt nodig….

Breinweetje

LACH NOG VAKER

Lachen zorgt ervoor dat het stresshormoon in ons bloed daalt! Het voordeel daarvan is dat ons lijf ontspant, we beter bestand zijn tegen ziektes en minder snel angst ervaren.

Dus een klein grapje om vast een beetje te ontspannen:

Het is blauw en niet zwaar:

Lichtblauw!

Breinweetje

BEWEGEN IS GOED VOOR JE HERSENEN

Bewegen zorgt ervoor dat er meer zenuwverbindingen en hersencellen aangemaakt worden in je brein! Dat gebeurt vooral in het deel van je hersenen die je helpt bij het verwerken en het opslaan van nieuwe informatie. Dat is wel heel handig bij het leren natuurlijk! Daarbij komt dat wanneer je beweegt je hart extra bloed naar je hersenen pompt en er dus meer zuurstof bij je hersenen komt. Wanneer je dit met regelmaat doet, worden de bloedvaten in je hersenen wat groter en is de doorbloeding van je hersenen (en dus de werking ervan) beter!

Breinweetje

HET BREIN HOUDT VAN (SLAAP)REGELMAAT

Al eerder hebben we vertelt dat breinrust heel belangrijk is. Nu blijkt ook dat een vast patroon (dus steeds op dezelfde tijd naar bed) je brein ook beter laat werken! Bij een vast avondpatroon, zoals nog even een boek (voor)lezen in bed, begrijpt het brein dat het slaapmoment nadert. Vermijd beeldschermen van computers, telefoons en tv het laatste half uur voordat je gaat slapen, want het kunstmatige licht daarvan houdt je hersenen langer ‘wakker’ en dat komt de breinrust dan weer niet ten goede. Maar… na (gemiddeld) hoeveel uur is het brein en het lijf van een schoolgaand kind weer uitgerust? Hieronder een handig overzicht!

Slaap lekker vanavond!

Leeftijd

Gemiddelde slaapbehoefte

10 tot 12 jaar

10 uur per nacht

13 - 16 jaar 9 uur per nacht

Focus & diffuse

Lessenreeks breinleren uit promotie

En nu doen!

Strategie 1 - Overzien

De strategie Overzien gaat over het inzetten van kennis over leren en hoe je dat het best kunt doen. Dit houdt in dat je weet welke leerstrategieën je kunt inzetten bij een leertaak en wanneer het handig is om ze te gebruiken. Een leerling die deze strategie inzet, kan…

  • Uitleggen welke verschillende manieren er zijn om iets te leren.
  • Uitleggen welke stappen je moet nemen om iets te onthouden.
  • Uitleggen hoe je een best een bepaalde taak kunt uitvoeren of een bepaald probleem kunt oplossen.
  • Een medeleerling advies geven hoe hij het beste een taak kan aanpakken.

Strategie 2 – Jezelf kennen

De strategie Jezelf kennen gaat om het inzicht in je zwakke en sterke punten als het gaat om schoolwerk. En je weet hoe je het best leert. Deze kennis gebruik je tijdens het leren. Een leerling die deze strategie inzet, kan…

  • Aangeven wat hij makkelijk of lastig vindt aan een taak, en waarom hij dat vindt.
  • Vertellen wat hij over een bepaald onderwerp al weet en wat nog niet.
  • Uitleggen hoe hij een opdracht goed afgerond heeft.
  • Uitleggen wat voor hem de beste / snelste manier is om een taak te doen en hoe hij dingen het best onthoudt.

Strategie 3 – Vooruitkijken

De strategie Vooruitkijken gaat om het plannen en voorspellen van leerwerk, wat betreft taken, tijd en prioriteiten. Een leerling die deze strategie inzet, kan…

  • Gestructureerd werken: een nette werkplek en een zorgvuldig bijgehouden agenda.
  • Is op tijd; op school en met opdrachten.
  • Leerwerk spreiden voor een toets; in plaats van op het laatst aan laten komen.
  • Inschatten hoeveel tijd een taak kost.

Strategie 4 – Bijhouden

De strategie Bijhouden gaat om het controleren en bijhouden van de voortgang bij het leren tijdens een leertaak. Hierbij gaat het niet alleen om de resultaten, maar ook over concentratie en inzet. Een leerling die deze strategie inzet, kan…

  • Zichzelf tijdens het leren vragen stellen, bijvoorbeeld of hij het nog begrijpt.
  • Om hulp vragen als hij vastloopt.
  • Zijn werkwijze vergelijken met die van andere leerlingen.
  • Zijn planning uitvoeren.

Strategie 5 – Terugkijken

De strategie Terugkijken gaat over het evalueren van de leertaak en het leerproces. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Controleert zijn (toets) antwoorden voordat hij ze inlevert.
  • Heeft na een toets een redelijk beeld van hoe hij een toets heeft gemaakt.
  • Denkt na een taak / beoordeling na over wat hij een volgende keer weer zo gaat doen, wat er beter had gekund en wat hij anders wil aanpakken.

Strategie 6 – Herhalen

De strategie Herhalen gaat om het letterlijk herhalen van de leerstof. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Leest voor een toets de stof verschillende keren door.
  • Onderstreept kernwoorden of -zinnen in een tekst.
  • Schrijft stukjes tekst letterlijk over.
  • ‘Stampt’ woordjes.
  • Herhaalt voor zichzelf de regels of ezelsbruggetjes tijdens de uitvoering van een taak.

Strategie 7 – Verdiepen

De strategie Verdiepen gaat om het dieper verwerken van de leerstof door er actief iets mee te doen en erover na te denken. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Maakt in eigen woorden een samenvatting van de leerstof.
  • Stelt zichzelf inhoudelijke vragen over de leerstof.
  • Bedenkt voorbeelden en verklaringen.
  • Gebruikt ezelsbruggetjes.
  • Maakt aantekeningen als er iets wordt verteld.
  • Legt verbanden tussen de stof en wat hij eerder heeft geleerd.

Strategie 8 – Structureren

De strategie Structureren gaat om het inperken en organiseren van leerstof in de vorm van tekst of visuele weergaven. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Kan een samenvatting van de leerstof maken.
  • Kan de kern in een grafiek / tabel  / tekening / mindmap vatten.
  • Kan kernachtig vertellen wat de rode draad in de stof is.

Strategie 9 – Jezelf organiseren

De strategie Jezelf organiseren gaat om het in goede banen leiden van je eigen inspanningen bij het leren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Probeert iets wat mislukt is, nog een keer.
  • Werkt gericht naar een doel, ook al is de weg ernaartoe lastig of saai.
  • Doet zijn best, ook als hij lesstof of een taak niet zo leuk vindt.
  • Zet door, ook als het lastig is.
  • Laat zich niet afleiden door medeleerlingen.

Strategie 10 – Omgeving organiseren

De strategie Omgeving organiseren gaat om het creëren van een leeromgeving waarin je optimaal kunt leren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Zoekt actief naar informatie; bijvoorbeeld bij anderen of bij de bibliotheek.
  • Zorgt actief voor de materialen die nodig zijn voor zijn taak.

Strategie 11 – Anderen organiseren

De strategie Anderen organiseren gaat om het beïnvloeden van anderen zodat je van hen krijgt wat je nodig hebt om goed te kunnen leren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Vraagt een medeleerling om samen te werken.
  • Komt voor zichzelf op als anderen hem afleiden, hij vraagt bijvoorbeeld een medeleerling of het wat stiller kan zijn.

Strategie 12 – Jezelf vertrouwen

De strategie Jezelf vertrouwen gaat over het hebben of krijgen van zelfvertrouwen om een leertaak tot een succes te brengen en dat vertrouwen gebruiken om jezelf te motiveren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Begint opgewekt en energiek aan een taak.
  • Vraagt om een moeilijkere taak.
  • Legt een medeleerling uit hoe iets zit.
  • Is niet (erg) zenuwachtig voor een toets.
  • Heeft positieve verwachtingen van zijn prestaties.

Strategie 13 – Het nut zien

De strategie Het nut zien gaat om het krijgen van inzicht in de waarde van leerstof of een leertaak en dat gebruiken om jezelf te motiveren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Legt uit waarom het belangrijk en nuttig is om de taak goed te kunnen. Hij kan hier voorbeelden bij bedenken.
  • Kan negatieve gevolgen bedenken van het niet beheersen van een vaardigheid.

Strategie 14 – Jezelf motiveren

De strategie Jezelf motiveren gaat om het aanboren van de intrinsieke motivatie voor het leren en deze inzetten tijdens het leren. Een leerling die deze strategie inzet…

  • Investeert tijd en energie in schoolwerk.
  • Maakt een taak af, ook als het moeilijk wordt.
  • Wil een goede prestatie neerzetten; een zesje is niet genoeg.
  • Wil zichzelf verbeteren.
  • Heeft weinig aanmoediging nodig om aan de slag te gaan.

Wist je dat

wanneer je je laat afleiden tijdens het leren/concentreren, je brein ongeveer 6 minuten nodig heeft voordat het zich weer volledig kan concentreren? Als je dus om de paar minuten op je telefoon kijkt, of naar de tv kijkt tijdens het leren, of je snel reageert op allerlei ‘prikkels’,  is de kans groot dat er niet veel van de leerstof blijft hangen en je alleen maar langer doet over het leren of maken van iets. Het is dus van groot belang dat je je concentratie traint zodat je je ook niet snel af LAAT leiden.

ZORG VOOR BREINRUST

Wat blijkt: hard, lang, snel en intensief leren of werken maakt ons niet effectiever! Breinwetenschappers hebben aangetoond dat het brein hersteltijd nodig heeft om beter te kunnen functioneren. Eén van de belangrijkste voorwaarden om een effectieve dag op school te hebben is dus om uitgerust zijn. Uitgerust zijn blijft een basisvoorwaarde voor fitheid samen met voldoende lichamelijke beweging. Voor de rust van het brein en het verwerken van informatie betekent dit: op tijd naar bed en beter slapen!

Belangrijk: stop op tijd  met schermactiviteiten op een computer, tablet of telefoon, tv, omdat het licht van het scherm je brein prikkelt. Daardoor denkt je brein dat de dag langer duurt en komt je brein te laat in de avond in de ruststand. Het kan dan pas later beginnen met het verwerken van alle indrukken van die dag. De dag rustig eindigen en op tijd naar bed gaan, is een voorwaarde voor een goede nachtrust en zorgt vervolgens weer voor een effectieve schooldag.

STRESS BLOKKEERT HET LEERVERMOGEN

Wetenschappers hebben ontdekt dat wanneer je veel stress ervaart, je veel moeilijker kunt leren. Stress blokkeert dan letterlijk het vermogen om te kunnen leren doordat de verbinding met een bepaald deel van je hersenen tijdelijk even moeilijk of niet tot stand komt.  Stress kan komen omdat je je heel veel zorgen maakt om iets van thuis of om een ruzie in de klas. Het kan komen omdat je je druk maakt om een toets die gaat komen. Het is belangrijk dat je leert herkennen wanneer jij stress ervaart en hoe dat voelt, om vervolgens iets in te zetten wat ontspanning geeft. Want… wanneer je ontspant (en dat kan al door een paar keer rustig en diep in – en uit te ademen) komt de verbinding met je ‘hogere denken’ weer tot stand en kan je weer makkelijker informatie opnemen of uit je geheugen vissen bij een toets! Dus… relax… 

Breinleren

Brain Lessons GMT

The brain contains many highly-connected cells that communicate with each other

• The brain consists of several parts
• Your senses (eyes, ears, nose, tongue and skin) send information about your environment to your brain
• The brain continues to develop throughout adolescence
• There are individual differences in the rate of brain development

• In general, the brain of a boy develops more slowly than a girl’s brain
• The environment plays an important role in brain development
• The rate of development is not indicative of what you can achieve

• Goal Management Training: STOP! means: take time to focus again

 

Acties:

• Choosing a personal catchphrase

• Find a place for the ‘STOP’ sign
• Formulate a goal-directed action

Goal Management Training

Stap 1: STOP! Stop and focus, by using a personal catchphrase
Stap 2: STEL een doel! Set a goal, think what you need to do. Ask yourself: ‘What is my goal? Am I working towards my goal?’
Stap 3: SPLITS de taken! If goals are large and complex, a task needs to be split into smaller subtasks. Subgoals need to be defined, which have to be prioritized. It is important to check whether the main goal (stap 2) is covered by all subgoals.
Stap 4 CHECK! Check your work after task completion. Go back to step 1 to focus your attention. Next, go to step 2 and compare your work to the goal. Did you reach your goal?

Attention

*The brain filters incoming information
• Attention can be compared with a torch
• Your brain selects information based on its importance
• There are different types of attention: focused attention, sustained attention and divided attention

• Everybody gets distracted once in a while
• You can get distracted by something around you (external influences) or your own thoughts (internal processes)

• Try the tips for good concentration

Planning: Why?

Planning involves looking ahead
• Planning involves decision-making
• You need experience to plan difficult tasks, so practice is needed

• The brain areas which are responsible for planning are still developing at age 20
• Planning is necessary because: it gives you an overview, your work will be finished on time, you will experience feelings of control

You need planning in daily life, for instance when you have a busy schedule

• GMT: STATE! means: you need to consider your goal before you start a task. What do you have to do? What do you have to achieve?

Planning: How?

GMT: Split the task

Try the tips for making a planning
• GMT: Sometimes, tasks are too big to do it all in one time. Then,

you should SPLIT! the goal. For instance, ‘doing homework’ is a large goal. Subgoals would be: ‘math homework: exercise 1-4’ and ‘English homework: read p. 16’. Make the tasks explicit. And then prioritize them.

External influences on learning

There are several external factors that influence your learning performance:

• Sleep: there is a delay in the adolescent’s biological clock
• Good nutrition is important for the development of the brain
• Exercise has positive influences on the brain
• Hormones influence your mood
• A supportive homesituation is positive for learning
• Feelings of stress have a negative effect on learning

Memory

Your memory can be compared with a library in your brain
• There are different types of memory: to remember something very

short (working memory, like a notice board), and to remember

something for a long time (long term memory)
• If you learn, you build connections between cells in your brain • The stronger the connection, the more easy to remember
• If your brain develops, new connections are build, important

connections are strengthened and useless connections are

removed
• Motivation, mood, attention and time available determine the

strength of the connections
• If you forget something, it was deleted from the ‘notice board’ in

your brain
• Recognition is more easy than active memory search
• In some situations, it is more easy to forget something. Can you

think of such situations?
• Try the tips for a better memory

Implusivity

GMT: Check!

Being impulsive means: act before you have thought about the consequences of your act. Impulsive people do what comes in their mind. The ‘brake’ for their behavior is less strong.

• Impulsivity is also: having difficulty to suppress distracting thoughts • Impulsivity can result in errors. This can have negative

consequences. Yet, impulsive behavior can also result in funny

situations.
• As the brain develops, children become less impulsive. With age,

you learn to think before you act.
• The ability to inhibit impulsive behavior takes more time to

develop in boys
• The strategy from this intervention can help to act less impulsively • There are individual differences in impulsivity: also in adults!
• GMT: If you finish your work, you have to CHECK! it with your

goals. Did you do what you had to do? This can help you to prevent

sloppy errors.

Overview psycho-education

Overview GMT

Your senses (eyes, ears, nose, tongue and skin) send information about your environment to your brain
• Your working memory can be compared with a notice board
• Information in your long-term memory will stay there for a long time
• Attention, time, motivation, mood and stress influence your memory
• Attention can be compared with a torch
• There are different types of attention and distraction
• Brain development continues after 20 years of age
• The rate of brain development is different for everyone
• Your environment (parent, school, home) are important for the development of your brain
• GMT: STOP-STATE-SPLIT-CHECK! means: take your time and focus, think what you need to do and how you plan to do this, and check your work when you are finished

Onderzoekers hebben uitgevonden dat wij mensen op twee heel verschillende manieren kunnen denken. Ze noemen dit de Focus modus en de Diffuse modus. 

De Focus modus is als je heel geconcentreerd iets probeert te begrijpen of te leren. Dit is als reizen over een bekende weg. 

 

In de Diffuse modus bekijk je zaken van allerlei kanten, het 'big picture' perspectief. Als we nieuwe ideeen of aanpakken nodig hebben is deze modus heel handig. Het creeert nieuwe paden in je hersenen. 

Je kunt niet tegelijk is beide modus zijn. Het is of de een of de ander.

 

Effectieve leerstrategieen

Verbeterstappen executieve functies
Verbeterstappen executieve functies