0. Info startweek
Deze quest wordt begeleid door mevrouw van der Reijden
Inhoud en eXplore miles
Waar gaat deze quest over?
Deze quest gaat over de Wadden en dat zij altijd in beweging zijn. Bij de opdrachten ga je intensief gebruik maken van de Bosatlas van de Wadden. Er hoort ook een website bij Wereldwad
Hij hoort bij het domein M&M en M&N
Je leert:
* globes, kaarten, atlassen, foto’s, computermodellen en satellietbeelden op diverse schalen gebruiken en interpreteren.
* plattegronden en kaarten op verschillende schalen maken en daarbij diverse symbolen en legenda’s gebruiken.
Welke producten moet je leveren?
Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:
- Mindmap Wadden
- Atlas onderzoek 4 onderwerpen met opdrachten
- Eindopdracht eigen waddeneiland
VERWACHTING VOORDAT JE BEGINT
Deze quest wordt ondersteund met een bloX en een chatgroep via Teams.
eXplore miles
Deze quest levert jou 10 eXplore miles op als je hem helemaal doorloopt, alle stappen zet en alle deliverables op tijd levert.
1. Jij begint
Motivatiemotor
➜ Maak een tegel aan in Egodact. Beschrijf daarin waarom je deze quest tot een goed einde zou willen brengen.
➜ Bij Voorbereiding/Mijn motivatie schrijf je jouw leerdoelen en op welk niveau jij deze quest wilt maken
➜ Bij Voorbereiding/Hoe ik het ga aanpakken schrijft je welke vaardigheden jij gaat inzetten
➜ Bij Tussenproducten neem je alvast alle producten over die je moet inleveren voor deze quest
➜ Bij Wanneer wil ik beginnen? zet je jouw geplande startdatum en bij Wanneer wil ik klaar zijn? jouw geplande einddatum
Verderkijker
De Waddenzee is het grootste gebied ter wereld waar eb en vloed het landschap bepalen. Het is een jong landschap, maar met een bijzondere geschiedenis. Er leven veel soorten dieren en planten in grote hoeveelheden, waardoor het belangrijk is voor de hele wereld. En mensen leven al eeuwen met het komen en gaan van de zee. Elk jaar gaan miljoenen mensen er op vakantie. Daarom nemen we je graag mee naar dit unieke stuk dat zich uitstrekt van Nederland tot Denemarken.
➜ Wat weet jij van de Wadden? Maak een lijstje of een mindmap.
➜ Zet je resultaat in seesaw
➜ Maak een link en plaats deze in jouw tegel van Egodact bij Voorbereiding/Wat ik er al over weet
2. De bosatlas van de Wadden
Het Wad altijd in beweging
Het Wad van boven ziet er toch wonderlijk uit? Al die geulen en mooie vormen, het lijkt soms wel een andere wereld. Het samenspel van getij, wind en golven maken dat de Waddenzee aldoor in beweging is. Ontdek hoe aan- en afvoer van water de Wadden vormen. En dat zo allerlei verschillende leefgebieden ontstaan voor planten en dieren; van mossel tot zeehond. Als het Wad droogvalt is het een geweldige plek om uit te rusten en eten te vinden in de bodem. Het is dan een komen en gaan van duizenden dieren. Ontdek ook hoe de mens heeft gezorgd voor veranderingen in het Waddengebied, al eeuwenlang. Zo zijn het niet alleen natuurlijke processen die het Wad in beweging houdt, maar ook de door mensen bedachte ingrepen.
Geschiedenis van de Wadden
Hoe is het Waddengebied gevormd en welke invloed heeft de mens hier de afgelopen eeuwen op gehad?
Het ontstaan van het Waddengebied
Zo’n 10.000 jaar geleden begon de vorming van de Nederlandse kust zoals die er vandaag de dag ligt. De ijskappen van de laatste ijstijd smolten weg en de zeespiegel van de Noordzee steeg weer. Er vormden strandwallen op de grens van land en water. In de branding sedimenteerde zand. Eerst lagen er langs de westkust van Nederland losse strandwallen met zeegaten ertussen. Het gebied achter de strandwallen, aan de oostzijde, overstroomde bij vloed en viel droog bij eb. Net zoals bij de Waddenzee nu. Uiteindelijk sloten langs de westkust de strandwallen aaneen tot een duinenrij. De Waddeneilanden zijn nog altijd strandwallen met zeegaten ertussen. Er werd in het Waddengebied te weinig zand aangevoerd om de strandwallen te laten sluiten tot een duinenrij. Dit kwam onder andere door de overheersende (meest voorkomende) windrichting. In West-Nederland werd het zand tegen de kust aangeblazen. In Noord-Nederland werd het zand meer langs de kust gevoerd. De combinatie van getij, wind en water maken dat het zand in de Waddenzee aldoor in beweging is. Er komt nieuw zand bij uit de Noordzee dat sedimenteert in de Waddenzee. Tegelijkertijd is er erosie. Geulen en zandplaten verplaatsen steeds een beetje. Zelfs de Waddeneilanden ‘wandelen’ langzaam met de stroom mee langs de kust. Omdat er meer zand bij komt uit de Noordzee dan er het gebied weer uit gaat komen de wadplaten langzamerhand steeds wat hoger te liggen. Of de stijging voldoende zal zijn om de zeespiegelstijging bij te houden weten we niet.
OPDRACHT 1.1
Bekijk de kaarten op Bosatlas van de Wadden 24-25. Wat is de overheersende windrichting die hierboven omschreven wordt? Kies uit: zuidwestenwind – noordwestenwind – oostenwind – noordoostenwind.
OPDRACHT 1.2
De Waddeneilanden wandelen met de getijdestroom mee. Bekijk op Bosatlas van de Wadden 24 kaart 1 in welke richting de getijdenstroom loopt. Leg in twee zinnen uit in welke richting de eilanden wandelen. Kijk goed naar de Noordzeezijde van de eilanden, bijvoorbeeld van Terschelling op foto 1 Bosatlas van de Wadden 26. Gebruik in je antwoord de woorden getijdenstroom, wind, westpunt en oostpunt. (Voor Texel gaat het om zuidwestpunt en noordoostpunt, maar dit hoeft niet in je antwoord te staan).
Tijdlijn van het landschap
Het Waddengebied is gevormd door natuurlijke processen. Het is een dynamisch gebied, wind en stroming verplaatsen zand en zorgen voor veranderingen door de eeuwen heen. Maar menselijke ingrepen brengen ook veranderingen aan in het Waddengebied.
OPDRACHT 2.1
Vul de tijdlijn van de geschiedenis van de Wadden in. Het jaartal / de periode en waar de informatie in de Bosatlas van de Wadden te vinden is, zijn gegeven. Zoek op: - welke menselijke ingrepen of activiteiten er plaatsvonden of -vinden. - welke gevolgen deze ingrepen hadden of hebben op het Waddengebied.
Kustlandschappen en kustverdediging
Het Waddengebied staat sterk onder invloed van wind en stroming en verandert continu. Op sommige plekken vormen de duinenrijen een sterke kustverdediging. Op andere plekken heeft de mens dijken aangelegd om overstromingen te voorkomen.
Twee soorten kustlandschappen
Aan de Noordzeekust van de Waddeneilanden liggen duinen. Deze duinen zijn de zeewering en beschermen de eilanden tegen overstromingen vanuit de Noordzee. Het is een zachte kustverdediging, van zand, net zoals de kust van West-Nederland. Al eeuwenlang wordt helmgras ingeplant als de duinen teveel verstuiven en de zeewering zwakker dreigt te worden. Helmgras heeft hele lange wortels en houdt het zand bij elkaar. Met stuifdijken (dijken van zand met helmgras erop) werden verschillende kleine, vlak naast elkaar liggende eilanden met elkaar verbonden om uiteindelijk de huidige Nederlandse Waddeneilanden te vormen. Op Vlieland en Texel zijn ook strekdammen (of: strandhoofden) aangelegd op de Noordzeestranden om afkalving van de kust te voorkomen. De dammen liggen dwars op de zeereep en houden de kracht van het water en de stroming van het strand af. Ondanks de menselijke ingrepen om de veiligheid te vergroten is de duinenkust toch een grotendeels natuurlijk gevormde kust.
OPDRACHT 1.1
Gebruik Bosatlas van de Wadden hoofdstuk 7 topografische kaart en zonodig topotijdreis.nl om in te kunnen zoomen. Bekijk Texel (noordwesten), Terschelling (oosten), Ameland (oosten) en Schiermonnikoog (midden). Noem twee aanwijzingen die je ziet op de kaart dat hier stuifdijken liggen.
OPDRACHT 1.2
Gebruik Bosatlas van de Wadden hoofdstuk 7 topografische kaart en zonodig topotijdreis.nl om in te kunnen zoomen. Bekijk waar aan de Noordzeekust van Texel en Vlieland de strekdammen liggen. Waarom zijn op Texel en Vlieland aan de Noordzeezijde strekdammen aangelegd en op de andere eilanden niet? Kijk op Bosatlas van de Wadden 24-25 voor een hint.
OPDRACHT 1.3
Waarom liggen op Vlieland langs de Vliehors geen strekdammen?
Rondom de Waddenzee liggen kwelders en dijken. Dit gaat om de waddenzijde van de eilanden en om de kustgebieden van Noord-Holland, Friesland en Groningen. Deze waddenkust is sterk beïnvloed door de mens. De kwelders komen er van nature voor. Ze lopen onder water bij (extra) hoog water. De dijken zijn de zeewering. Dit is een harde kustverdediging, van steen. De kwelders horen dus bij het waddengebied zoals de platen en geulen. Lees Bosatlas van de Wadden 14-15 en bekijk de afbeelding over landaanwinning in het kweldergebied.
OPDRACHT 1.4
Lees Bosatlas van de Wadden 60-61 over kweldervorming. Hoe kun je het proces van kweldervorming versnellen?
OPDRACHT 1.5
De hoge kwelder en het land (Bosatlas van de Wadden 60-61 afbeelding onderaan) liggen ruim boven zeeniveau. Waarom is er dan toch nog een dijk nodig als kustverdediging?
OPDRACHT 1.6
Kijk op Bosatlas van de Wadden 34-35 naar de aandijkingen in Noord Groningen en bij de Dollard. Ga naar
www.topotijdreis.nl. Zoek Uithuizen op en houdt de kust in de gaten terwijl je terug gaat in de tijd tot 1850. Wat zijn de namen van de polders die er bij gekomen zijn?
OPDRACHT 1.7
Blijf op www.topotijdreis.nl. Ga naar de plaats Hongerige Wolf en kijk goed waar de Egyptische dijk ligt. Schuif de tijdbalk terug naar 1825. Hongerige Wolf staat niet meer op de kaart maar de Egyptische Dijk wel (alleen de naam is verdwenen). Hoeveel dijken zijn er bij gekomen aan de Dollard tussen 1825 en 2020?
Kustverdediging
De kustverdediging aan de Noordzee gaat uit van twee principes: - zorgen dat de zeereep sterk genoeg is om het water te keren; - dynamisch kustbeheer. Op plaatsen waar de duinen achter de zeereep breed genoeg zijn of waar geen mensen wonen, mag het zeewater bij extreem hoog water wat verder het land binnen komen of wordt bijvoorbeeld geen helmgras aangeplant om de zeereep vast te houden. Het zeewater brengt dan nieuw zand het duingebied in, wat door de wind weer opgeblazen kan worden tot een duin. Zo versterken de duinen zichzelf.
Dit heet dynamisch kustbeheer; golven, wind en zand hebben vrij spel. Op de ene plek is wat kustafslag, op de andere juist aangroei. Het kustgebied hoogt zichzelf op natuurlijke wijze op. Dit is extra belangrijk met de stijging van de zeespiegel de komende eeuwen. Er moet hiervoor natuurlijk wel genoeg zand beschikbaar zijn. Daarom worden op sommige plaatsen langs de kust zandsuppleties uitgevoerd.
OPDRACHT 2.1
Gebruik Bosatlas van de Wadden hoofdstuk 7 topografische kaart. Kijk naar Terschelling. Vergelijk de Noordsvaarder (westpunt) met de Boschplaat (oostpunt). Waarom is de Boschplaat de meest geschikte locatie voor dynamisch kustbeheer?
OPDRACHT 2.2
Lees Bosatlas van de Wadden 135 ‘Zand voor het strand’ en bekijk figuur 3 en 4. Vooroeversuppleties zijn niet seizoensgebonden. Met andere woorden: deze kunnen het hele jaar door uitgevoerd worden. Strandsuppleties worden tussen maart en oktober uitgevoerd, dus niet in de winter. Wat is de reden voor dit verschil? Hint: kijk naar de waterstanden in figuur 4.
De kustverdediging rond de Waddenzee gaat vooral om het controleren en versterken van de dijken. Omdat de zeespiegel stijgt moeten de dijken versterkt worden. Dit kan op verschillende manieren. Als het lukt wordt niet alleen naar waterveiligheid gekeken, maar wordt ook rekening gehouden met natuurwaarden en recreatiemogelijkheden.
De Brede Groene Dijk Traditioneel worden dijken versterkt door ze hoger te maken en te bekleden met steen/asfalt zodat het talud (de helling) beter tegen de beukende golven kan. Maar een met gras begroeide dijk ziet er natuurlijker uit en heeft ecologisch meer te bieden. Als het talud van de dijk minder steil is, is de dijk beter bestand tegen de golfslag. Er is dan wel veel klei nodig om de dijk te vullen. Een bredere dijk met flauwer talud heeft een groter volume. Ten zuiden van Delfzijl ligt nu een Brede Groene Dijk. Slib uit de Eems Dollard kan als klei gebruikt worden.
De Prins Hendrikzanddijk Aan de zuidoostpunt van Texel is tegen de bestaande, 3 kilometer lange Prins Hendrikdijk een zanddijk opgespoten. Door te versterken met zand aan de zeezijde hoeft er aan de landzijde van de oude dijk niets te veranderen. Tegen de oude dijk aan is een duinlandschap aangelegd, nieuwe natuur in de Waddenzee.
OPDRACHT 2.3
Ga naar
www.topotijdreis.nl en zoek Texel op. Klik op luchtfoto. Kijk naar het zand dat je rondom Texel ziet liggen. Schuif nu de tijd terug naar 2017. De Prins Hendrikzanddijk lag er toen nog niet. Zoom in op de dijk. Klik via 2018 en 2019 naar 2020. Je ziet de zanddijk nu groeien. De aanleg van een zanddijk was een ongewone keuze. Kijk op de luchtfoto’s welk kustlandschap hier lag voor aanleg van de zanddijk. Welke vorm van kustversterking zou je hier verwacht hebben?
OPDRACHT 2.4
Teken dwarsdoorsnedes van de Brede Groene Dijk en de Prins Hendrikzanddijk. Teken eerst de oude situatie, van voor de aanpassingen. Teken daarna de dwarsdoorsnedes van de nieuwe situaties.
Voedselketen
Eten en gegeten worden
In de Waddenzee leven ontzettend veel soorten dieren en planten. De Waddenzee heeft dus een hoge biodiversiteit: naar schatting zijn er zo’n 10.000 verschillende soorten organismen (levende wezens) die hier leven. Sommige organismen leven het gehele jaar in de Waddenzee, anderen zoals trekvogels vliegen naar de Waddenzee toe om een deel van het jaar daar te leven. Dit maakt dat de Waddenzee een heel belangrijk natuurgebied is voor al deze levende wezens. De organismen die in de Waddenzee leven hebben soms wel en soms niet met elkaar te maken: sommige dieren eten planten en sommige dieren eten andere dieren op. De verhoudingen tussen deze organismen kun je laten zien in een voedselketen. Met een voedselketen laat je zien wie door wie gegeten wordt. Zoek op de onderwaterposter naar wadpier of zeester voor een voorbeeld van een voedselketen. Helemaal onderaan de voedselketen staat een organisme dat we een producent noemen. De producent is een organisme dat energie maakt uit zonlicht. De producent maakt in feite zijn eigen voedsel. Een producent op het land zijn bijvoorbeeld de bomen in een bos.
OPDRACHT 1.1
Bekijk de afbeelding op pagina 50-51 van de Bosatlas van de Wadden. Hier zie je een deel van de organismen die in zee leven. Welke organismen zijn de producenten in de Waddenzee? Noem twee voorbeelden.
OPDRACHT 1.2
Welke producenten leven op de Waddeneilanden en langs de kust? Noem twee voorbeelden.
De voedselketen van de Waddenzee
Je hebt net geleerd wat producenten zijn. Producenten in de Waddenzee zijn de planten en algen die zelf energie maken door middel van fotosynthese.
OPDRACHT 2.1
Bekijk opnieuw de afbeelding op pagina 50-51 van de Bosatlas van de Wadden. Pak het A3-papier erbij. Je start de voedselketen met de kiezelwier (47c). Schrijf de naam van dit organisme op je A3-papier.
OPDRACHT 2.2
Waar denk je dat dit organisme staat in de voedselketen? Helemaal bovenaan? Ergens in het midden? Of helemaal onderaan? Plak je kiezelwier op de positie waar jij denkt dat die hoort.
Je bent nu gestart met jouw voedselketen. Nu ga je onderzoeken welke organismen in deze voedselketen horen. Naast producenten zijn er nog twee onderdelen van een voedselketen. De organismen die de producenten opeten heten de herbivoren. Herbivoren zijn de planten/algeneters. Op het land zijn dat bijvoorbeeld koeien en herten die planten opeten.
Je kunt hierbij gebruik maken van de Bosatlas van de Wadden pagina 52 tot en met 67 en wereldwad.nl (https:// wereldwad.nl/alle-clips/) voor meer informatie over je organisme.
OPDRACHT 2.3
OPDRACHT 2.4 Wat eet een mossel?
OPDRACHT 2.5 Waar denk je dat dit organisme staat in de voedselketen? Helemaal bovenaan? Ergens in het midden? Of helemaal onderaan? Schrijf de naam van de mossel ergens op het grote vel papier (A3).
De volgende schakel in de voedselketen is de consument. Een consument is een organisme die een herbivoor opeet, of zelfs een andere consument eet. Consumenten jagen actief op een prooi en moet de prooi doden om het te kunnen eten. De toppredator is de consument waarmee de voedselketen eindigt. Er is geen ander organisme dat dit dier opeet.
OPDRACHT 2.6
Als het goed is ben je erachter gekomen dat de mossel de kiezelwieren (algen) opeet. Zet een pijl tussen de kiezelwier en de mossel.
2.8 Word een mossel opgegeten door iets anders? Zo ja, door wat? Hieronder staan een aantal organismen waaruit je moet kiezen wie de mossel opeet: Strandkrab - Kokkel - Bruinvis - Zilvermeeuw - Zeehond
2.9 Kies uit een van deze organismen waarvan jij denkt dat het de mossel opeet en schrijf de naam boven je tweede organisme, de mossel. Zet een pijl tussen de mossel en dit derde organisme.
2.10 Is er een organisme dat het derde organisme opeet dat je op je opdrachtformulier hebt geschreven in de vorige opdracht? Plaats dit nieuwe organisme op je A3-papier. Ga zo door tot je niet meer verder kunt.
Je voedselketen is klaar!
2.11 Staat het organisme dat je als eerste hebt gekozen op de plek die je had verwacht? Waarom wel/ niet?
Het voedselweb van de Waddenzee
In de Waddenzee leven heel veel verschillende soorten die soms wel en soms niet met elkaar te maken hebben. Je hebt bij opdracht 2 een voedselketen gemaakt, maar je kan je voorstellen dat een bepaald organisme door verschillende andere soorten kan worden gegeten, of dat datzelfde organisme verschillende andere soorten opeet. Je kunt dus veel verschillende voedselketens maken. Alle voedselketens samen vormen een voedselweb. Een voedselweb laat zien welke planten en dieren elkaar eten binnen een bepaald gebied zoals de Waddenzee.
Je gaat de voedselketen van een andere klasgenoot vergelijken met die van jou.
ODPRACHT 3.1
Kijk naar de organismen die jullie hebben gebruikt. Is er verschil tussen jouw voedselketen en die van een ander? Zo ja, wat zijn die verschillen?
OPDRACHT 3.2
Lukt het je om jullie voedselketens samen te voegen en een voedselweb te maken?
OPDRACHT 3.3
Kunnen dezelfde organismen in verschillende voedselketens bestaan? Leg je antwoord uit.
Ecosysteem van de Wadden
Eb en vloed
Het water op aarde wordt beïnvloed door de maan. De maan heeft een aantrekkingskracht waardoor het water naar de maan wordt getrokken en een bepaalde richting op verplaatst. Doordat de aarde draait verandert continu de plek waar de maan het sterkst aan het water trekt. Zo ontstaan er plekken waar het water naartoe wordt getrokken (vloed) en plekken waar het water wordt weggetrokken (eb). De afwisseling van laag en hoog water gebeurt over de hele wereld, maar in de Waddenzee is dit heel duidelijk te zien. Met eb vallen grote delen van de Waddenzee droog en kun je zelfs op de bodem van de zee wadlopen! Dit komt doordat de Waddenzee niet zo heel diep is vergeleken met andere zeeën.
OPDRACHT 1.1
In Nederland is het twee keer eb en twee keer vloed. Hoe ziet de Waddenzee eruit als het eb is en als het vloed is?
OPDRACHT 1.2
Gebruik de Bosatlas van de Wadden (p. 24/25): De Waddenzee loopt van het westen van Nederland (rond Texel) tot en met het zuiden van Denemarken (rond Ribe). Waarom is het niet op hetzelfde moment het laagste punt van eb in Nederland als dat het in Denemarken is?
OPDRACHT 1.3
Bekijk de afbeelding op pagina 4-5 in het Voorwoord van de Bosatlas van de Wadden. Op deze afbeelding zie je de Waddenzee in zijn geheel. De Waddenzee is sinds 2009 UNESCO Werelderfgoed en daarmee het enige natuurlijke Werelderfgoed dat wij in Nederland hebben. De UNESCO-status betekent dat er een internationale afspraak is om de Waddenzee te beschermen.
1.3a Bij welke landen hoort de Waddenzee?
1.3b Op de foto zie je de Waddenzee met de Waddeneilanden, de bijbehorende landen en ook de Noordzee. De Noordzee is de grote donkerblauwe zee. De foto is gemaakt tijdens eb. Waarom ziet de Noordzee er anders uit dan de Waddenzee tijdens eb?
1.3c De belangrijkste reden dat het een Werelderfgoed is geworden is omdat de Waddenzee het grootste getijdengebied ter wereld is. Nergens anders ter wereld valt zo veel aaneengesloten zeebodem tegelijkertijd droog als in de Waddenzee. Noem minstens 3 bedreigingen die de toekomst van dit Werelderfgoed in gevaar brengen.
Aanpassingen van organismen
Het verschil tussen deze getijden is extreem in de Waddenzee. Om te leven in de Waddenzee hebben organismen zich aangepast om om hiermee om te gaan. Op het hoogste punt van vloed kan er wel 2 meter water staan, terwijl bij het laagste punt van eb het water weg is en er droogte is. Tussendoor stroomt het troebele water hard langs. Er zijn verschillende manieren waarop organismen zich hier aan hebben aangepast. Sommige bewegen met het water mee, maar anderen kunnen niet van hun plek of zijn juist afhankelijk van langsstromend water.
OPDRACHT 2.1
Kies zelf een organisme uit. Beschrijf wat dit organisme doet tijdens eb en vloed?
OPDRACHT 2.2
Gebruik de Bosatlas van de Wadden (p. 48-49): in welke ecotoop zal dit organisme zich vooral begeven? Beredeneer waarom.
OPDRACHT 2.3
2.3a Waarom is het zeegras verdwenen?
2.3b Wat hopen de onderzoekers dat er gebeurt wanneer zeegras weer veel in de Waddenzee zou groeien?
OPDRACHT 2.4
Gebruik de Bosatlas van de Wadden (p 60/61): de afgelopen tientallen jaren is de zeespiegel over de hele wereld aan het stijgen. Dat betekent dus dat de gemiddelde hoogwaterstand steeds hoger wordt. Beschrijft wat voor effect dat heeft op de kwelderplanten.
Reflective journal
Reflective journal
➜ Werk je
reflective journal bij door in je logboek in Egodact antwoord te geven op de volgende vragen:
- Vraag 1. Leg uit wat je liever doet: door de atlas bladeren of gericht op zoek naar informatie in de Bosatlas van de Wadden? Waarom?
- Vraag 2. Welke kaart heeft jou het meest nieuwsgierig gemaakt? Leg uit waarom.
- Vraag 3. Hoe komt het dat de kaarten van nu veel meer detail laten zien dan een kaart uit 1573 op blz. 36?
- Vraag 4. Gebruik jij wel eens een kaart? Vertel de situatie en indien nee; hoe kom je dan wel waar je wezen moet als je de weg niet weet?
3. Afronding
3a. Assessment
Eind opdracht
* In het assessment ga je jouw eigen favoriete waddeneiland onderzoeken en in kaart brengen.
* Kies 1 van de waddeneilanden
* Naast de topografische kaart, zoek je nog 2 andere kaarten van jouw waddeneiland. Bij alle kaarten zorg je voor een goede legenda
* In de atlas komen de onderwerpen natuur, werken, toerisme & cultuur en beheer aan bod. Voor jouw waddeneiland ga jij deze onderwerpen onderzoeken en beschrijven. Je gebruikt hiervoor de informatie uit de Bosatlas van de Wadden maar ook het internet.
* Alle informatie over jouw Waddeneiland breng je samen in een eindproduct naar keuze (vlog, keynote, poster, boekje, strip etc.)
* Je plaatst jouw eindproduct in Seesaw en linkt het naar jouw tegel in Egodact.
3b. Terugkijker
Plaats in Egodact jouw reflective journal met daarin antwoord op de volgende vragen:
-
Heeft je motivatiemotor gewerkt, waarom wel/niet?
-
Heb je gepresteerd op het niveau dat je voor ogen had?
-
Wat vond je moeilijk? Wat heb je toen gedaan?
-
Bij deze quest moest je werken met de Bosatlas van de Wadden. Hoe vond je het om met een boek zo intensief aan de slag te zijn?
-
Hoe ben je uitgekomen met de geplande tijd?
Bronnen