Voedselketen

Eten en gegeten worden

In de Waddenzee leven ontzettend veel soorten dieren en planten. De Waddenzee heeft dus een hoge biodiversiteit: naar schatting zijn er zo’n 10.000 verschillende soorten organismen (levende wezens) die hier leven. Sommige organismen leven het gehele jaar in de Waddenzee, anderen zoals trekvogels vliegen naar de Waddenzee toe om een deel van het jaar daar te leven. Dit maakt dat de Waddenzee een heel belangrijk natuurgebied is voor al deze levende wezens. De organismen die in de Waddenzee leven hebben soms wel en soms niet met elkaar te maken: sommige dieren eten planten en sommige dieren eten andere dieren op. De verhoudingen tussen deze organismen kun je laten zien in een voedselketen. Met een voedselketen laat je zien wie door wie gegeten wordt. Zoek op de onderwaterposter naar wadpier of zeester voor een voorbeeld van een voedselketen. Helemaal onderaan de voedselketen staat een organisme dat we een producent noemen. De producent is een organisme dat energie maakt uit zonlicht. De producent maakt in feite zijn eigen voedsel. Een producent op het land zijn bijvoorbeeld de bomen in een bos.

OPDRACHT 1.1
Bekijk de afbeelding op pagina 50-51 van de Bosatlas van de Wadden. Hier zie je een deel van de organismen die in zee leven. Welke organismen zijn de producenten in de Waddenzee? Noem twee voorbeelden.

 

OPDRACHT 1.2
Welke producenten leven op de Waddeneilanden en langs de kust? Noem twee voorbeelden.

 

De voedselketen van de Waddenzee

Je hebt net geleerd wat producenten zijn. Producenten in de Waddenzee zijn de planten en algen die zelf energie maken door middel van fotosynthese. 

OPDRACHT 2.1
Bekijk opnieuw de afbeelding op pagina 50-51 van de Bosatlas van de Wadden. Pak het A3-papier erbij. Je start de voedselketen met de kiezelwier (47c). Schrijf de naam van dit organisme op je A3-papier.

 

OPDRACHT 2.2
Waar denk je dat dit organisme staat in de voedselketen? Helemaal bovenaan? Ergens in het midden? Of helemaal onderaan? Plak je kiezelwier op de positie waar jij denkt dat die hoort.

 

Je bent nu gestart met jouw voedselketen. Nu ga je onderzoeken welke organismen in deze voedselketen horen. Naast producenten zijn er nog twee onderdelen van een voedselketen. De organismen die de producenten opeten heten de herbivoren. Herbivoren zijn de planten/algeneters. Op het land zijn dat bijvoorbeeld koeien en herten die planten opeten.

Je kunt hierbij gebruik maken van de Bosatlas van de Wadden pagina 52 tot en met 67 en wereldwad.nl (https:// wereldwad.nl/alle-clips/) voor meer informatie over je organisme.

OPDRACHT 2.3
Bekijk het volgende filmpje: https://wereldwad.nl/organismen/mossel/

 

OPDRACHT 2.4 Wat eet een mossel?

 

OPDRACHT 2.5 Waar denk je dat dit organisme staat in de voedselketen? Helemaal bovenaan? Ergens in het midden? Of helemaal onderaan? Schrijf de naam van de mossel ergens op het grote vel papier (A3).

 

De volgende schakel in de voedselketen is de consument. Een consument is een organisme die een herbivoor opeet, of zelfs een andere consument eet. Consumenten jagen actief op een prooi en moet de prooi doden om het te kunnen eten. De toppredator is de consument waarmee de voedselketen eindigt. Er is geen ander organisme dat dit dier opeet.

 

OPDRACHT 2.6
Als het goed is ben je erachter gekomen dat de mossel de kiezelwieren (algen) opeet. Zet een pijl tussen de kiezelwier en de mossel.
2.8 Word een mossel opgegeten door iets anders? Zo ja, door wat? Hieronder staan een aantal organismen waaruit je moet kiezen wie de mossel opeet: Strandkrab - Kokkel - Bruinvis - Zilvermeeuw - Zeehond

 

2.9 Kies uit een van deze organismen waarvan jij denkt dat het de mossel opeet en schrijf de naam boven je tweede organisme, de mossel. Zet een pijl tussen de mossel en dit derde organisme.

 

2.10 Is er een organisme dat het derde organisme opeet dat je op je opdrachtformulier hebt geschreven in de vorige opdracht? Plaats dit nieuwe organisme op je A3-papier. Ga zo door tot je niet meer verder kunt.

 

Je voedselketen is klaar!

2.11 Staat het organisme dat je als eerste hebt gekozen op de plek die je had verwacht? Waarom wel/ niet?

 

Het voedselweb van de Waddenzee

In de Waddenzee leven heel veel verschillende soorten die soms wel en soms niet met elkaar te maken hebben. Je hebt bij opdracht 2 een voedselketen gemaakt, maar je kan je voorstellen dat een bepaald organisme door verschillende andere soorten kan worden gegeten, of dat datzelfde organisme verschillende andere soorten opeet. Je kunt dus veel verschillende voedselketens maken. Alle voedselketens samen vormen een voedselweb. Een voedselweb laat zien welke planten en dieren elkaar eten binnen een bepaald gebied zoals de Waddenzee.

Je gaat de voedselketen van een andere klasgenoot vergelijken met die van jou.

 

ODPRACHT 3.1
Kijk naar de organismen die jullie hebben gebruikt. Is er verschil tussen jouw voedselketen en die van een ander? Zo ja, wat zijn die verschillen?

 

OPDRACHT 3.2
Lukt het je om jullie voedselketens samen te voegen en een voedselweb te maken?

 

OPDRACHT 3.3
Kunnen dezelfde organismen in verschillende voedselketens bestaan? Leg je antwoord uit.