PRESENTEREN
Na deze beroepstaak……
- Kun je adequaat reageren op koopsignalen van klanten betreffende mobiliteit.
- Heb je kennis van verkooptechnieken voor mobiliteit.
- Heb je kennis van accessoires en opties voor verschillende vormen van mobiliteit.
- Heb je technische basiskennis van voertuigen.
- Kun je (jezelf) presenteren.
Bij vakleer PRESENTEREN leer je presenteren én jezelf presenteren. Je krijgt 10 gouden tips voor het voorbereiden en houden van een presentatie. Je leert welke betekenis gastvrijheid heeft. Ook leer je over (non)verbale communicatie en feedback geven. Een pitch geven? Daar draai je je hand ook niet meer voor om. Tot slot bespreken we uitgebreid hoe je een reflectie maakt.
(Non) Verbaal
Communicatie is een groot en breed begrip. Het wordt omschreven als het duidelijk maken van bepaalde dingen tussen levende wezens met signalen. Het is een sociale activiteit en communicatie begint met contact hebben. Je kan op verschillende manieren contact met iemand hebben; verbaal en non-verbaal.
Presenteren
Bijna iedereen vindt presenteren spannend. Veel mensen vinden presenteren zelfs iets waar ze enorm tegenop zien. Alle spanning rondom een presentatie kunnen we niet bij je weghalen, maar we kunnen je op basis van 10 tips een heel eind op weg helpen. Door je goed voor te bereiden op een presentatie en door de 10 tips hierin mee te nemen, zul je zien dat je zelfs plezier kunt beleven aan het houden van een presentatie!
Presenteren in 10 stappen
Feedback geven
Het belang van goede feedback geven is groot, omdat je wilt dat de feedback goed overkomt, zodat de ander wat met je feedback kan.
Gastvrijheid
Mensen vergeten wat je hebt gezegd, mensen vergeten wat je hebt gedaan, maar ze vergeten NOOIT het gevoel dat je ze hebt gegeven.
Gastvrijheid
Opdracht gastvrijheid
1.Wat is gastvrijheid volgens jou? Welk beeld heb jij bij gastvrijheid?
2.Wat is klantgerichtheid?
3.Wat is het verschil tussen klantgerichtheid en gastvrijheid?
4.Wat is het symbool voor gastvrijheid? Noem het symbool vanuit het Caribisch gebied en het symbool van de Romeinen.
5.Wat is de betekenis van gastvrijheid in jouw toekomstige beroep?
6.Vertel hier over negatieve persoonlijke belevenis betreffende gastvrijheid.
7.Vertel hier over een positieve persoonlijke belevenis betreffende gastvrijheid.
Belevingversterkers
Opdracht belevingsversterkers
Onderstaande opdracht voer je uit en je neemt je stageplek of je bijbaantje als uitgangspunt. Ook mag je een beleving, die jezelf hebt meegemaakt, uitwerken
Je zult goed in staat zijn om als een klant / gast naar de gastvrijheid te kijken.
Je geeft per vraag aan hoe je ervaring was.
Je antwoorden zijn dus altijd gemotiveerd!
Maak hier een verslag van.
- Leg per belevingsversterker uit hoe de 10 belevingsversterkers worden toegepast. Vervolgens geef je aan of dat volgens jou de juiste manier is. Is dat zo, dan motiveer je waarom dat goed is. Vind jij dat ze het op een bepaald onderdeel niet goed (genoeg) doen, geef dan aan hoe ze het beter kunnen doen!
- Hoe zou jij het doen als jij “de baas” was?
- Hoe kun je jullie klanten onverwacht in het zonnetje zetten?
- Hoe kun je jouw dienstverlening personaliseren?
- Welke communicatie-uitingen kunnen een gastvrijheidsboost gebruiken?
- Welk verhaal wil je dat de klanten delen met hun vrienden en familie over jouw stageplek?
Service is wat je geeft. Gastvrijheid is hoe je het laat voelen.
Belevingkillers
Wat ga je leren?
- Oog hebben voor de zaken die je beleving om zeep helpen
- Pas op voor negatieve communicatie
- Probeer het wachten in eerste plaats te voorkomen en anders te verzachten
1.Nonchalante medewerkers
- Medewerker straalt uit dat hij er (vandaag) geen zin in heeft
- Medewerkers hangen om
- Medewerker is druk met de telefoon bezig
- Medewerkers staan druk met elkaar te kletsen
- Onverzorgd uiterlijk medewerkers
- Manier van groeten (hoi)
- Grappen maken
2.Viezigheid en rommel
- Rommel
- Viezigheid
- Volle prullenbakken
- Vuile vloer
- Vuil toilet
3.Oncomfortabele wachtruimte
- Sfeerloos
- Oncomfortabel
- Tl-verlichting
- Kleur, geur, achtergrondgeluid
4.Wachten
- Wachten duurt altijd lang
5.Moeite moeten doen
- Hoeveel moeite moet een klant / gast doen om aan informatie te komen?
- Hoe meer moeite en frustratie, hoe meer inspanning het kost om negatieve gevoelens om te zetten in een gastvrije ervaring
6.Proces en regels eerst
- Hebt u dit formulier al ingevuld?
- Mijn collega helpt u verder….
- Dat zijn de regels, daar kan ik niet aan doen.
- Heeft u de brief niet gelezen?
- Van het kastje naar de muur sturen.
7.Negatieve communicatie
- Zorg dat de klant / gast weet wat hij/ zij kan verwachten, maar don’t overdo it!
- Kies woorden zorgvuldig
- Ja, maar…… (toppunt van slechte communicatie)
Andere veelvoorkomende belevingskillers:
- Slechte bereikbaarheid
- Gebrek aan kennis bij de medewerkers
- Niet krijgen wat beloofd is
- Onduidelijke informatie
- Agressieve verkooptechnieken
- Slechte kwaliteit van product of dienst
- Slechte prijs-kwaliteitverhouding
- Niet voorradig zijn van producten
- Slechte klimaatcontrole
- Geluidsoverlast
Opdracht belevingskillers
Hoe pak jij het op?
- Welke belevingskillers herken jij in jouw stagebedrijf / bij jouw bibaantje? Omschrijf per belevingskiller een voorbeeld in jouw praktijk. Noem geen namen van bedrijven of personen, maar omschrijf het voorval of de situatie.
- Hoe kun je belevingskillers voorkomen? Omschrijf per belevingskiller hoe je een negatieve ervaring kunt voorkomen. Gebruik het liefst voorbeelden / situaties uit je stage.
- Welke negatieve communicatie wordt er op jouw stage gebruikt?
*Als je een goed voorbeeld weet die je zelf hebt beleefd mag je die ook noemen!
Reflectie
Basis van een reflectie
- Beschrijf hoe je aan deze beroepsopdracht gewerkt hebt:
- In de les of ook buiten de les?
- Vooral samen of alleen?
- Regelmatig ermee bezig geweest of alles op het laatste moment afgemaakt?
- Noteer twee dingen die je bij het maken van deze beroepsopdracht geleerd hebt (kennis en/of vaardigheden).
- Noteer één onderdeel waarin je je - binnen het onderwerp van deze beroepsopdracht – verder wilt ontwikkelen (kennis en/of vaardigheden) en beschrijf hoe je dit wilt gaan doen.
- Beschrijf de samenwerking als deze nodig was bij de opdracht:
- Wie nam de leiding bij de groepsopdrachten? Beschrijf hoe het leidinggeven verliep.
- Welke rol pakten de overige groepsleden?
- Wat heb jij ondernomen om de samenwerking goed te laten verlopen?
- Verliep de samenwerking goed? Leg je antwoord uit.
- Noteer per groepslid wat zijn/haar bijdrage was aan het groepswerk en wat je van zijn/haar bijdrage vond.
- Als de samenwerking beter had gekund, leg dan uit wat je bij een volgende groepsopdracht gaat doen om de samenwerking beter te laten verlopen.
Pitch
Hier leer je wat een pitch is en hoe je een pitch voorbereidt.