Rijke thema's

Rijke thema's

Introductie

Welkom op deze Wikiwijs

Op deze website is praktisch lesmateriaal te vinden, gebaseerd op de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs (Hajer, 2008). Dat houdt in dat context, interactie en taalsteun onderdeel uitmaken van het praktisch lesmateriaal. Daarnaast is het doel om de SDG's, die al grotendeels binnen het MBO en HBO aan bod komen, ook een plek te geven binnen het voortgezet onderwijs. SDG staat voor Sustainable Development Goals, beter bekend als de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

Het praktisch lesmateriaal is nu enkel gebaseerd op drie van de zeventien SDG's. In de toekomst hoop ik dat deze pagina aangevuld wordt met praktisch lesmateriaal dat gebaseerd is op de resterende SDG's. Overigens zijn aanvullingen op de alreeds uitgewerkte SDG's ook meer dan welkom.

Het praktisch lesmateriaal is toepasbaar binnen alle andere vakken op het Corlaer College. Echter, wordt er alleen verdieping voor het vak Nederlands aangeboden, in de vorm van verwerkingsopdrachten.

Het praktisch lesmateriaal kan per onderdeel naar goeddunken van de docent geselecteerd en uitgevoerd worden. Tevens kunnen de onderdelen door de docent eigenhandig aangepast worden naar vak, niveau en doelgroep.

Aanvullingen zijn van harte welkom en kunnen gemaild worden naar:
m.buitenhuis@corlaercollege.nl

Vrede, veiligheid en rechtvaardigheid

Oorlog in Oekraïne

Hieronder is een filmpje te zien en een tekst te lezen die goed aansluiten bij het thema "vrede, veiligheid en rechtvaardigheid". Er wordt ingezoomd op het thema oorlog in Oekraïne.

 

Open bestand Tekst - Oorlog in Oekraïne

Bespreken filmpje met de klas / bespreken tekst met de klas :

  • Dat kan aan de hand van activerende vragen. Hieronder zijn suggesties te vinden om het gesprek te voeren. De vragen zijn verdeeld in W-vragen, emotionele competenties, morele competenties en sociale competenties. Kies zelf vragen die relevant zijn voor jouw klas en doelgroep.

    De W-vragen

    - Wat is er aan de hand?
    - Waar gebeurt dit/waar speelt het probleem zich af?
    - Waarom gebeurt dit?
    - Wat heb je allemaal gezien of gehoord over dit onderwerp?

    Emotionele competenties

    - Wat is je gevoel over dit onderwerp?
    - Wat doet het met je?

    Morele competenties

    - Wat vind je ervan?
    - Hoe zou je dit probleem op kunnen lossen?

    Sociale competenties

    - Kun jij je in de situatie verplaatsen? Hoe zou je je dan voelen?
    - Is er iets wat jij zou kunnen betekenen?

  • Woordweb
    - Je kunt eigenhandig samen met de leerlingen een woordweb op het bord maken. Je schrijf het onderwerp op het bord en je vraagt de leerlingen welke associaties zij met het actuele thema hebben.
    - Je kunt aan de hand van Mentimeter de leerlingen een online woordweb laten maken. Ook hier vraag je welke associaties de leerlingen met het actuele thema hebben. Zij kunnen hun antwoorden delen via Mentimeter. De antwoorden verschijnen als een woordweb op het bord.
  • Sneeuwbaleffect: De leerlingen schrijven 1 ding op van wat ze weten of geleerd hebben over het onderwerp. Zij frommelen het papier op tot een bal. Verzamel de ballen van iedereen, schud ze door elkaar en deel ze daarna uit. De leerlingen maken de sneeuwbal open en lezen wat erop staat. Hierna frommelen ze het papier weer op. Zo kan je een aantal keer doorgaan.

Verwerkingsopdrachten Nederlands:

Kies een tekst die te maken heeft met de oorlog in Oekraïne. Onderstreep in de tekst woorden die mogelijk als lastig worden ervaren door de leerlingen. Geef onderaan de tekst een uitleg van de door jouw geselecteerde woorden.

  • Lees samen met de leerlingen een tekst. Laat de leerlingen in tweetallen over de tekst praten en laat ze zinnen/woorden onderstrepen die zij opvallend vinden of die hen aanspreken.
  • Laat de leerlingen uitleggen waarom zij voor deze woorden hebben gekozen.
  • Maak samen met de leerlingen een schema op het bord en laat de leerlingen ontdekken welke woordsoorten zij hebben geselecteerd.

Je kunt hier een uitweiding maken over de woordsoorten of je kunt de leerlingen 'creatief' laten schrijven, waarbij zij aandacht aan de woordsoorten besteden.

  • Verhaal schrijven: Het doel van de opdracht is dat de de leerlingen zich leren in te leven in een ander perspectief. In dit geval moeten de leerlingen het verhaal schrijven vanuit het perspectief van een leeftijdgenoot in de oorlog. De vorm van het verhaal kan variëren, denk hierbij aan een dagboekverhaal, een toekomstverhaal of een sprookje.
  • Brief schrijven: Het doel van de opdracht is dat de leerlingen communiceren met een leeftijdsgenoot die zich in een andere situatie bevindt. In dit geval communiceren de leerlingen, door middel van een brief, met een leeftijdsgenoot die zich in de oorlog in Oekraïne bevindt. De leerlingen moeten zich aan de briefconventies houden.

    Voor de leerlingen die het lastig vinden om een brief te schrijven, is er een hulpmiddel beschikbaar in de vorm van een schrijfkader. Deze is hieronder te vinden:

    Beste …,                                                       Plaatsnaam, maand jaar

    Je benoemt de aanleiding van het schrijven. (Ik schrijf deze brief, omdat…)

    Vraag naar de actuele situatie. (Hoe is het …)

    Vraag naar zijn/haar gevoel. (Hoe vind jij/hoe voel jij…)

    Spreek een wens/hoop uit. (Ik hoop dat…)

    Groet,

    Je eigen naam

Gelijke kansen voor iedereen

Armoede

Hieronder is een filmpje te zien en een tekst te lezen die goed aansluiten bij het thema "gelijke kansen voor iedereen". Er wordt hier ingezoomd op armoede en rijkdom.

Open bestand Tekst - Robin Hood

Bespreken filmpje met de klas / bespreken tekst met de klas:

  • Dat kan aan de hand van activerende vragen. Hieronder zijn suggesties te vinden om het gesprek te voeren. De vragen zijn verdeeld in W-vragen, emotionele competenties, morele competenties en sociale competenties. Kies zelf vragen die relevant zijn voor jouw klas en doelgroep.

    De W-vragen

    - Wat is er aan de hand?
    - Waar gebeurt dit/waar speelt het probleem zich af?
    - Waarom gebeurt dit?
    - Wat heb je allemaal gezien of gehoord over dit onderwerp?

    Emotionele competenties

    - Wat is je gevoel over dit onderwerp?
    - Wat doet het met je?

    Morele competenties

    - Wat vind je ervan?
    - Hoe zou je dit probleem op kunnen lossen?

    Sociale competenties

    - Kun jij je in de situatie verplaatsen? Hoe zou je je dan voelen?
    - Is er iets wat jij zou kunnen betekenen?

  • Woordweb
    - Je kunt eigenhandig samen met de leerlingen een woordweb op het bord maken. Je schrijf het onderwerp op het bord en je vraagt de leerlingen welke associaties zij met het actuele thema hebben.
    - Je kunt aan de hand van Mentimeter de leerlingen een online woordweb laten maken. Ook hier vraag je welke associaties de leerlingen met het actuele thema hebben. Zij kunnen hun antwoorden delen via Mentimeter. De antwoorden verschijnen als een woordweb op het bord.
  • Sneeuwbaleffect: De leerlingen schrijven 1 ding op van wat ze weten of geleerd hebben over het onderwerp. Zij frommelen het papier op tot een bal. Verzamel de ballen van iedereen, schud ze door elkaar en deel ze daarna uit. De leerlingen maken de sneeuwbal open en lezen wat erop staat. Hierna frommelen ze het papier weer op. Zo kan je een aantal keer doorgaan.

Verwerkingsopdrachten Nederlands:

Je kunt er nu voor kiezen om de tekst die hierboven is toegevoegd (Robin Hood) te gebruiken. Dit kan je op verschillende manieren doen. Hieronder beschrijf ik er twee:

  • Chambersgesprek: Het doel van de opdracht is het stimuleren van leesbevordering en uitwisseling met elkaar over teksten. Leerlingen denken en praten over teksten. Ze uiten hun mening, hun beleving en interpretatie van een verhaal en delen dit met anderen. Voorbeeldvragen: Wat vinden de leerlingen van Robin Hood? Kun je de link leggen naar het nu? Kun je zelf voorbeelden bedenken die aansluiten op de tekst?
  • Debat: Het doel van de opdracht is het overtuigen van een jury aan de hand van een stelling. Dit doen leerlingen door argumenten te gebruiken. Je kunt zelf een keuze maken uit het soort debat, denk bijvoorbeeld aan: overloopdebat, Trias debat, Lagerhuisdebat etc. Tijdens het debat verbetert de voorzitter (docent of leerling) taaluitspraken.

    Voor het debat kun je de leerlingen een stelling geven, maar je kunt er ook voor kiezen om de leerlingen zelf een stelling te laten opstellen. Voorbeelden van stellingen zijn:
    -
    Rijken moeten meer belasting dan armen.
    - Rijken moeten armen helpen door geld of goederen af te staan.
    - Als je rijk bent, ben je gelukkig (of: als je arm bent, ben je ongelukkig).
    - Armen mogen stelen van de rijken.

    Voor de leerlingen die het lastig vinden om onderscheid te maken tussen standpunt en argument, is er een hulpmiddel beschikbaar. Deze is hieronder te zien:

Het standpunt en het argument

Standpunt -> mening/oordeel over een onderwerp
Argument -> reden/verklaring voor een standpunt

Een hulpmiddel om onderscheid te maken, is om na te gaan of het standpunt en het argument logisch met elkaar te verbinden zijn door middel van de woorden ‘omdat/want’ of ‘daarom/dus’.

Dit werkt als volgt:
Standpunt                       omdat/want                    argument(en)
Argument(en)                 daarom/dus                    standpunt

Voorbeeld:
Standpunt: X behoort een verkeersboete te krijgen.
Argument: X is door rood licht gereden.

Uitgewerkt:
X behoort een verkeersboete te krijgen, omdat hij door rood licht is gereden.
X is door rood licht gereden, daarom/dus hoort hij een verkeersboete te krijgen.

 

Goede gezondheid en welzijn

Gezonde voeding

Hieronder is een filmpje te zien en een tekst te lezen die goed aansluiten bij het thema "gezonde voeding".

Open bestand Tekst - Gezonde schoolkantines ruiken naar frikandellen.

Bespreken filmpje met de klas / bespreken tekst met de klas:

  • Dat kan aan de hand van activerende vragen. Hieronder zijn suggesties te vinden om het gesprek te voeren. De vragen zijn verdeeld in W-vragen, emotionele competenties, morele competenties en sociale competenties. Kies zelf vragen die relevant zijn voor jouw klas en doelgroep.

    De W-vragen

    - Wat is er aan de hand?
    - Waar gebeurt dit/waar speelt het probleem zich af?
    - Waarom gebeurt dit?
    - Wat heb je allemaal gezien of gehoord over dit onderwerp?

    Emotionele competenties

    - Wat is je gevoel over dit onderwerp?
    - Wat doet het met je?

    Morele competenties

    - Wat vind je ervan?
    - Hoe zou je dit probleem op kunnen lossen?

    Sociale competenties

    - Kun jij je in de situatie verplaatsen? Hoe zou je je dan voelen?
    - Is er iets wat jij zou kunnen betekenen?

  • Woordweb
    - Je kunt eigenhandig samen met de leerlingen een woordweb op het bord maken. Je schrijf het onderwerp op het bord en je vraagt de leerlingen welke associaties zij met het actuele thema hebben.
    - Je kunt aan de hand van Mentimeter de leerlingen een online woordweb laten maken. Ook hier vraag je welke associaties de leerlingen met het actuele thema hebben. Zij kunnen hun antwoorden delen via Mentimeter. De antwoorden verschijnen als een woordweb op het bord.
  • Sneeuwbaleffect: De leerlingen schrijven 1 ding op van wat ze weten of geleerd hebben over het onderwerp. Zij frommelen het papier op tot een bal. Verzamel de ballen van iedereen, schud ze door elkaar en deel ze daarna uit. De leerlingen maken de sneeuwbal open en lezen wat erop staat. Hierna frommelen ze het papier weer op. Zo kan je een aantal keer doorgaan.

Verwerkingsopdrachten Nederlands:

Je kunt er nu voor kiezen om de leerlingen te laten schrijven over het thema 'gezonde voeding' met betrekking tot hun eigen school. Dit kan je op verschillende manieren doen. Hieronder beschrijf ik twee manieren hoe je dit zou kunnen doen:

  • Betoog schrijven: Het doel van de opdracht is dat de de leerlingen een betoog schrijven waarin hun mening duidelijk naar voren komt. De leerlingen onderbouwen hun mening door middel van argumenten. Het schrijfdoel is om de lezer te overtuigen van die mening.
  • Artikel schrijven: Het doel van de opdracht is dat de leerlingen een artikel/nieuwsbericht schrijven over (on)gezonde voeding in hun eigen schoolkantine. Het doel van het artikel is om de lezer te informeren.

Voor het betoog kun je de leerlingen een stelling geven, maar je kunt er ook voor kiezen om de leerlingen zelf een stelling te laten opstellen.
Voorbeelden van stellingen zijn:

- In de kantine op school mag alleen maar gezond voedsel verkocht worden.
- Gezond voedsel in de schoolkantine moet goedkoper worden.
- Leerlingen mogen zelf bepalen wat zij kopen in de schoolkantine.
- De schoolkantine is verantwoordelijk voor de (gezonde) voedingsgewoontes van leerlingen.

Hieronder staat een hulpmiddel voor de leerlingen die niet weten hoe zij een goede stelling moeten formuleren:

  Het ontwikkelen van een stelling

  1. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig.
  2. Een stelling is nooit een vraag.
  3. Een stelling bevat geen argumenten.
  4. Een stelling bevat geen ontkenningen.

  Loop deze checklist door om te kijken of de stelling goed is.

  • De stelling wordt beslist op basis van argumenten.
  • Deelnemers kunnen een meningsverschil hebben over de stelling. Het gaat niet om een vaststaand feit.
  • De stelling bevat geen ontkenningen/argumenten.


Voor de leerlingen die het lastig vinden om een betoog schrijven, is er een hulpmiddel beschikbaar in de vorm van een schrijfkader. Deze is hieronder te zien:

Tip: Maak gebruik van de volgende woorden; gezondheid, welzijn, positief, negatief, verantwoordelijkheid, jongeren, duur, goedkoop etc.

Mijn mening over ..... is dat.....
Ik heb een aantal argumenten voor mijn mening.
Ten eerste ...
Ten tweede...
Sommige mensen zijn het niet met mij eens. Zij vinden bijvoorbeeld dat....
Hun argument is dat....
Een ander argument is dat...
Ik vind dat ze ongelijk hebben, omdat....

  • Het arrangement Rijke thema's is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Merlijn Buitenhuis Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-06-07 22:22:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze Wikiwijs is voor docenten die even niet meer weten hoe zij actualiteit kunnen toepassen in de lessen op het voortgezet onderwijs. Het materiaal kan ingezet worden in zowel de onderbouw als in de bovenbouw van verscheidene niveaus.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld