Gezonde voeding

Hieronder is een filmpje te zien en een tekst te lezen die goed aansluiten bij het thema "gezonde voeding".

Tekst - Gezonde schoolkantines ruiken naar frikandellen.

Bespreken filmpje met de klas / bespreken tekst met de klas:

Verwerkingsopdrachten Nederlands:

Je kunt er nu voor kiezen om de leerlingen te laten schrijven over het thema 'gezonde voeding' met betrekking tot hun eigen school. Dit kan je op verschillende manieren doen. Hieronder beschrijf ik twee manieren hoe je dit zou kunnen doen:

Voor het betoog kun je de leerlingen een stelling geven, maar je kunt er ook voor kiezen om de leerlingen zelf een stelling te laten opstellen.
Voorbeelden van stellingen zijn:

- In de kantine op school mag alleen maar gezond voedsel verkocht worden.
- Gezond voedsel in de schoolkantine moet goedkoper worden.
- Leerlingen mogen zelf bepalen wat zij kopen in de schoolkantine.
- De schoolkantine is verantwoordelijk voor de (gezonde) voedingsgewoontes van leerlingen.

Hieronder staat een hulpmiddel voor de leerlingen die niet weten hoe zij een goede stelling moeten formuleren:

  Het ontwikkelen van een stelling

  1. Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig.
  2. Een stelling is nooit een vraag.
  3. Een stelling bevat geen argumenten.
  4. Een stelling bevat geen ontkenningen.

  Loop deze checklist door om te kijken of de stelling goed is.

  • De stelling wordt beslist op basis van argumenten.
  • Deelnemers kunnen een meningsverschil hebben over de stelling. Het gaat niet om een vaststaand feit.
  • De stelling bevat geen ontkenningen/argumenten.


Voor de leerlingen die het lastig vinden om een betoog schrijven, is er een hulpmiddel beschikbaar in de vorm van een schrijfkader. Deze is hieronder te zien:

Tip: Maak gebruik van de volgende woorden; gezondheid, welzijn, positief, negatief, verantwoordelijkheid, jongeren, duur, goedkoop etc.

Mijn mening over ..... is dat.....
Ik heb een aantal argumenten voor mijn mening.
Ten eerste ...
Ten tweede...
Sommige mensen zijn het niet met mij eens. Zij vinden bijvoorbeeld dat....
Hun argument is dat....
Een ander argument is dat...
Ik vind dat ze ongelijk hebben, omdat....