Hieronder is een filmpje te zien en een tekst te lezen die goed aansluiten bij het thema "vrede, veiligheid en rechtvaardigheid". Er wordt ingezoomd op het thema oorlog in Oekraïne.
Bespreken filmpje met de klas / bespreken tekst met de klas :
Dat kan aan de hand van activerende vragen. Hieronder zijn suggesties te vinden om het gesprek te voeren. De vragen zijn verdeeld in W-vragen, emotionele competenties, morele competenties en sociale competenties. Kies zelf vragen die relevant zijn voor jouw klas en doelgroep.
De W-vragen
- Wat is er aan de hand?
- Waar gebeurt dit/waar speelt het probleem zich af?
- Waarom gebeurt dit?
- Wat heb je allemaal gezien of gehoord over dit onderwerp?
Emotionele competenties
- Wat is je gevoel over dit onderwerp?
- Wat doet het met je?
Morele competenties
- Wat vind je ervan?
- Hoe zou je dit probleem op kunnen lossen?
Sociale competenties
- Kun jij je in de situatie verplaatsen? Hoe zou je je dan voelen?
- Is er iets wat jij zou kunnen betekenen?
Woordweb
- Je kunt eigenhandig samen met de leerlingen een woordweb op het bord maken. Je schrijf het onderwerp op het bord en je vraagt de leerlingen welke associaties zij met het actuele thema hebben.
- Je kunt aan de hand van Mentimeter de leerlingen een online woordweb laten maken. Ook hier vraag je welke associaties de leerlingen met het actuele thema hebben. Zij kunnen hun antwoorden delen via Mentimeter. De antwoorden verschijnen als een woordweb op het bord.
Sneeuwbaleffect: De leerlingen schrijven 1 ding op van wat ze weten of geleerd hebben over het onderwerp. Zij frommelen het papier op tot een bal. Verzamel de ballen van iedereen, schud ze door elkaar en deel ze daarna uit. De leerlingen maken de sneeuwbal open en lezen wat erop staat. Hierna frommelen ze het papier weer op. Zo kan je een aantal keer doorgaan.
Verwerkingsopdrachten Nederlands:
Kies een tekst die te maken heeft met de oorlog in Oekraïne. Onderstreep in de tekst woorden die mogelijk als lastig worden ervaren door de leerlingen. Geef onderaan de tekst een uitleg van de door jouw geselecteerde woorden.
Lees samen met de leerlingen een tekst. Laat de leerlingen in tweetallen over de tekst praten en laat ze zinnen/woorden onderstrepen die zij opvallend vinden of die hen aanspreken.
Laat de leerlingen uitleggen waarom zij voor deze woorden hebben gekozen.
Maak samen met de leerlingen een schema op het bord en laat de leerlingen ontdekken welke woordsoorten zij hebben geselecteerd.
Je kunt hier een uitweiding maken over de woordsoorten of je kunt de leerlingen 'creatief' laten schrijven, waarbij zij aandacht aan de woordsoorten besteden.
Verhaal schrijven: Het doel van de opdracht is dat de de leerlingen zich leren in te leven in een ander perspectief. In dit geval moeten de leerlingen het verhaal schrijven vanuit het perspectief van een leeftijdgenoot in de oorlog. De vorm van het verhaal kan variëren, denk hierbij aan een dagboekverhaal, een toekomstverhaal of een sprookje.
Brief schrijven: Het doel van de opdracht is dat de leerlingen communiceren met een leeftijdsgenoot die zich in een andere situatie bevindt. In dit geval communiceren de leerlingen, door middel van een brief, met een leeftijdsgenoot die zich in de oorlog in Oekraïne bevindt. De leerlingen moeten zich aan de briefconventies houden.
Voor de leerlingen die het lastig vinden om een brief te schrijven, is er een hulpmiddel beschikbaar in de vorm van een schrijfkader. Deze is hieronder te vinden:
Beste …, Plaatsnaam, maand jaar
Je benoemt de aanleiding van het schrijven. (Ik schrijf deze brief, omdat…)
Vraag naar de actuele situatie. (Hoe is het …)
Vraag naar zijn/haar gevoel. (Hoe vind jij/hoe voel jij…)