Nog meer oefenen met de volgorde van bewerkingen? Maak dan de opgaven hieronder.
Met het schuifbalkje kun je zien of je het goed hebt gedaan. Klik je op de pijltjes in de rechter bovenhoek dan krijg je nieuwe opgaven.

 

Verbanden, gemengde opgaven-2 ....................................................

  §1 Voorkennis

 

Bereken.

a. (16 +16 )× 812 + 4

b. 62+ 452 5

 

 

§1 Voorkennis

 

Formule bij tabel.

Zodra je te maken hebt met een regelmatige tabel (er komt telkens hetzelfde bij of er gaat telkens hetzelfde af) dan kun je hier een formule bij maken.

 

Bekijk de tabellen hierboven.

Vul het schema op je werkblad in. *let op, er is een tabel die niet lineair is!

- Noteer de variabele

- Noteer het begingetal.         

- Bereken de stapgrootte.   

- Schrijf de formule op die bij de tabel hoort

 

 

  §2 Werken met verbanden

Gideon werkt als fietskoerierAfbeeldingsresultaat voor fiets bezorger
Hoeveel geld hij verdient, kan hij berekenen met de volgende woordformule.

inkomsten in € = 5,25 + 2,75 x tijd in uren

  1. Maak van de woordformule een formule met letters.
  2. Heb je bij het verkorten van de formule ook het keerteken weggelaten? Heb je dat niet gedaan, schrijf de formule dan nog eens op zonder keerteken. *Tussen een cijfer en een letter laten we bij wiskunde het keerteken (x) weg!
  3. Op maandagavond werkt Gideon 4 uur. Bereken wat hij die avond verdiend heeft. Schrijf je berekening op in je schrift.
  4. Aan het eind van de maand heeft Gideon in totaal 25 uur gewerkt. Bereken zijn verdiensten voor die maand. Schrijf je berekening op in je schrift.

 

 

  §2 Werken met verbanden

 

Gegeven is de formule: y = 3x - 2

  1. Neem de formule over in je schrift.
    .
  2. Neem de tabel hieronder over in je schrift en bereken de ontbrekende getallen.
    x 0 1 2 3
    y        
  3. Teken de grafiek die bij de formule past in je schrift. Vergeet de assen niet te benoemen.

 

 

  §2 Werken met verbanden

Jasmina en Mitchell gaan een wandeltocht maken in de bergen. Voor de steilste stukken in de tocht maken ze gebruik van cabineliften.

De cabine doet er 10 minuten over om boven te komen. Voor de tocht met deze cabine is de volgende formule opgesteld

H = 1194 + 74 x t

Hierin is h de hoogte waarop de cabine zich bevindt in meters en t de tijd in minuten na het vertrek van de cabine vanuit A.

  1. Bereken op hoeveel meter hoogte de cabine zich na 6 minuten bevindt. Schrijf je berekening op..
  2. Bereken H voor t = 8.
  3. Teken in je schrift een tabel bij de formule. Maak op de x-as stappen van 2 ga door tot je bij 10 minunten bent..
  4. Teken de grafiek bij de tabel van vraag c

 

 

  §3/§4 Kwadratische verbanden

 

Gegeven is de formule y = 0,5x2 + 2x - 1

  1. bereken y voor x = 3
  2. Bereken y voor x = -5  * Let op, vul je een negatief getal in een formule in, zet dat dan tussen haakjes!
  3. Bereken y voor x = 7
  4. Bereken y voor x = -9
  5. Bereken y voor x = 0,5
  6. Bereken y voor x = -1,2

 

 

  §3/§4 Kwadratische verbanden

 

Gegeven is de formule: y = -0,5x² + 2

  1. Neem de tabel die je hieronder ziet staat over in je schrift en vul deze verder in.
x −3 −2 −1    0    1   2     3  
y   −4                        

   

 

  1. Teken de grafiek die bij de formule past.