Sprich dich aus 1

Sprich dich aus 1

Wir sprechen Deutsch 1

Deze les hoort bij een lessenserie van 4 lessen. Het (leer)doel van deze lessen is dat je door activerende en stimulerende opdrachten tijdens de les zoveel mogelijk Duits praat en/of gesprekken voert.

  • We starten de les met een korte film over een actualiteit.

Met elkaar bespreken we de actualiteit.

  • In deze les ligt de nadruk op lezen. We lezen enkele teksten en bespreken deze teksten klassikaal.
  • In tweetallen ga je de opdracht “Omi nach Hause bringen” uitvoeren. Hiervoor moet je op internet de gegevens opzoeken (en dus lezen!). terwijl je aan deze opdracht werkt, spreek je Duits met je klasgenoot. Je verwerkt de gevraagde informatie die je op internet vindt, in een Wordbestand, in het Duits.

Was lernst du?

Was lernst du?

Nach dieser Lektion:

  1. Weißt du, wie man einen Lesetest macht, weil du einige Tipps erhalten hast und weil du weißt, worauf du achten musst.
  2. Hast du Leseaufgaben auf deinem Niveau geübt.

 

Bitte beachte:

Der Text in Schwarz ist in deutscher Sprache.

Der Text in Blau wird auf Niederländisch erklärt.

 

 

Wat leer je?

Na deze les:

  • Weet je hoe je een leestoets kunt maken, doordat je enkele tips hebt gekregen en omdat je weet waar je op moet letten.
  • Heb je geoefend met leesopdrachten op jouw niveau.

 

Let op:

De tekst in het zwart betreft Duitse taal.

De tekst in het blauw is uitleg in het Nederlands .

 

Aktualität

Immer wieder stellen sich einige die Frage, ob der Krieg in der Ukraine zu einem neuen Weltkrieg führen könnte. Warum viele Experten denken, dass es dazu nicht kommen wird.

Beantworte die Fragen:

  1. Worum geht es in dem Film?
  2. Hast du Angst vor einem Weltkrieg? Warum, warum nicht?
  3. Wird dieser Krieg lange dauern?
  4. Wie wird dieser Krieg deiner Meinung nach enden?
  5. Hat diese Krieg Folgen für die Niederlande?
  6. Betrifft dieser Krieg dich persönlich?

 

Beantwoord de vragen:

  • Waar gaat het filmpje over?
  • Ben jij bang voor een wereldoorlog? Waarom wel, waarom niet?
  • Gaat deze oorlog lang duren?
  • Hoe gaat deze oorlog eindigen, denk je?
  • Heeft deze oorlog gevolgen voor Nederland?
  • Heeft deze oorlog gevolgen voor jouw persoonlijk?

Lesen- wie macht man das?

Leestoetsen

Het meest belangrijke om te oefenen voor een leestoets, is om veel teksten te lezen en oefentoetsen te maken. Voor een gewone toets kun je uit jouw boek leren, maar voor een leestoets heb je bepaalde vaardigheden nodig, waarvoor je veel zult moeten oefenen.

Naast het oefenen van Duitse leestoetsen, zijn er nog een aantal tips om jouw vaardigheden te verbeteren:

Films ondertitelen: door films te ondertitelen, lees je meer Duits en ga je het beter begrijpen.

Woordenschat vergroten: Hoe meer woorden je kent, hoe gemakkelijker het wordt om een tekst te begrijpen.

Duitse boeken lezen: Er zijn veel leuke Duitse boeken, misschien is jouw lievelingsboek ook wel verkrijgbaar in het Duits. Het slimste is dan om de woorden op te zoeken die je niet kent maar vaker voorkomen en niet uit de context af te leiden zijn. Sommige woorden kun je wel al raden door de rest van de zin en de tekst te lezen, maar de andere woorden kun je opzoeken en daarna opschrijven en uit jouw hoofd leren.

 

Er zijn ook slimme strategieën die jij kan gebruiken tijdens het maken van de leestoets:

Voor het lezen: Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst is het? Is het bijvoorbeeld een brief, artikel of advertentie?

Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht/ vragen die bij te tekst horen van tevoren vast goed te bekijken.

Tijdens het lezen: Je kunt de tekst vervolgens op verschillende manieren lezen :

  1. Eerst ga je de tekst skimmen, dat is de tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Je bekijkt de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin.
  2. Daarna ga je de tekst scannen, waarbij je op zoek gaat naar specifieke informatie.
  3. Tot slot ga je de tekst intensief lezen, waarbij je de tekst helemaal gaat lezen.

 

Het beantwoorden van de vragen: Wanneer je de tekst goed gelezen hebt, ga je nogmaals goed naar de vragen kijken . Er zijn verschillende typen vragen:

  • Bij vragen over de hele tekst ga je nogmaals skimmen en zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
  • Voor vragen naar bepaalde informatie kun je gaan scannen en de juiste woorden zoeken.
  • Als bij vragen regelnummers worden gegeven, is het handig als je de hele alinea daar omheen leest.
  • Bij meerkeuzevragen staan de vragen meestal op volgorde van de tekst. Lees alleen het stukje waar jij denkt dat het antwoord staat. Probeer dan eerst zelf een antwoord te geven en daarna te kijken welk antwoord het beste op jouw antwoord lijkt.

Probeer dus bij elke vraag het juiste stuk tekst te vinden waar je het antwoord kunt vinden. Hierdoor lees je dus sommige stukjes meerdere keren. Wanneer je het antwoord echt niet kunt vinden, ga je naar de volgende vraag en kun je er later op terugkomen. Misschien heb je dan het antwoord al op een andere plek zien staan!

Üben 1

 

Selena ist eine junge Frau. Sie ist blond und hübsch. Selena wohnt in Wien. Sie ist Verkäuferin. Sie hat ein neues, rotes  Auto. Sie fährt oft zu schnell. Heute fährt sie auf der Autobahn. Sie will nach Innsbruck  zu ihrem Freund fahren. Sie ist schon fast in Salzburg. Ein Motorrad überholt sie. Es ist ein Polizist. Er winkt ihr. Sie hält an und zeigt ihren Führerschein. Der Polizist sagt: „Es tut mir leid. Sie sind zu schnell gefahren. Ich muss Ihnen einen Strafzettel geben.” Der Polizist füllt einen Schein aus. Selena ist wütend, aber sie lächelt den Polizisten an. Sie sagt: „Hundert Euro! Das ist sehr viel Geld für mich. Wissen Sie, ich bin bloß eine Verkäuferin. Können Sie es nicht etwas billiger machen?” Der Polizist sagt: „Verkäuferin? Ach so! Und wo arbeiten Sie?” Selena antwortet: „Bei Aldi.” Jetzt lächelt der Polizist auch: „Na schön! Dann macht es für Sie 99,95 Euro.”

Beantworte die Fragen:

  • Wie heißt die Frau?
  • Wo lebt sie?
  • Was ist sie von Beruf?
  • Wo arbeitet sie?
  • Wohin fährt sie?
  • Was will sie dort machen?
  • In welchen Transportmittel fährt sie?
  • Warum schreibt der Polizist einen Strafzettel?
  • Wieviel kostet die Strafzettel?
  • Wieviel muss sie am Ende zahlen?

 

Üben 2

Hierna staat een tekst die gaat over gebeurtenis op school. Los het in tweetallen op.

1. Lees de tekst zelf eerst goed door.

2. Lees samen de tekst door.

3. Spreek Duits met elkaar en los het op!

Afbeeldingsresultaten voor speuren

Weet jij wie het heeft gedaan? Dan ga je naar de docent en geef je jullie oplossing door. Kijken we straks klassikaal wie de juiste dader heeft gevonden..................

 

Löst den Kriminalfall!

 

Nun dürft ihr selbst ermitteln. Stellt euch die folgende Szene vor: Gestern ist um ca. 11 Uhr das Handy des Lehrers Akse aus der Schule gestohlen worden. Euer Lehrer hat es noch um 10:45 Uhr benutzt um an zu rufen und schon um 11:15 Uhr ist es aus dem Lehrerzimmer im 1. Stock verschwunden. Drei Personen sind verdächtig. Wer ist der Dieb?

 

Die folgenden Hinweise helfen euch, es herauszufinden. Lest genau:

 

1. Der erste Verdächtige ist der Hausmeister.

2. Der zweite Verdächtige ist Student Tim. Er steht in der Mitte der Tabelle.

3. Ein andere Verdächtiger heißt Peter. Er ist auch einen Student.

4. Tim ist der “Klassenclown”.

5. Rob ist der Name vom Hausmeister. Er steht links neben Tim.

6. Den Hausmeister sehen die anderen sehr selten, da er meistens irgendwo in der

   Schule arbeitet.

7. Peter behauptet, um 11 Uhr im Schulhof gewesen zu sein.

8. Tim soll sich um 11 Uhr im Unterrichtslokal 2.080 im 2. Stock aufgehalten haben.

   (Unterricht Logistiks)

9. Robert war in 2.040, die sich im 2. Stock befindet.( Unterricht Rechnen)

10. Peter hat um 11 Uhr Licht in 2.040 gesehen.

11. Tim hat im 1. Stock nur die Putzfrau beobachtet beim staubsaugen, als die Wanduhr

     11 Mal schlug.

12. Der Hausmeister hat um 11 Uhr von dem Treppenhaus aus eine schwarze Gestalt

     im Lehrerzimmer gesehen.

 

Irgendwo hat sich ein Fehler eingeschlichen. Füllt die Tabelle aus und findet so den Schuldigen:

 

 

Verdächtiger 1

Verdächtiger 2

Verdächtiger 3

Beruf/Position

 

 

 

Name

 

 

 

Wo war die Person um 11 Uhr?

 

 

 

 

Was hat die Person um 11 Uhr gesehen/beobachtet?

 

 

 

 

 

 

Aufgabe "Omi nach Hause bringen"

Erklärung

Die nächste Übung wird paarweise gemacht.

  1. Liest zuerst die Aufgabe sorgfältig durch.
  2. Suche nach Wörtern, die du nicht verstehst.
  3. Bespreche gemeinsam, wie ihr den Auftrag ausführen wird.
  4. Verwende www. check24.de,  um ein passendes Auto zu finden.
  5. Erstelle einen Vorschlag in einem Word-Dokument, der Folgendes enthält:
  6. Kilometer und Abstand, die sie fahren müssen
  7. Zeit, die es insgesamt braucht
  8. Wegbeschreibungen
  9. Wo kann man das Auto abholen?
  10. Wohin mit dem Auto?
  11. Kostenangabe

Der Auftrag ist ein qualitativ hochwertiges Auto zu den niedrigsten Kosten!

 

Uitleg

De volgende oefening wordt in tweetallen gemaakt.

  1. Lees de opdracht eerst goed door.
  2. Zoek woorden op die je niet begrijpt.
  3. Ga samen bespreken hoe je de opdracht gaat uitvoeren.
  4. Gebruik www. check24.de om een passende auto te vinden.
  5. Maak een voorstel in een Word-document met daarin:
  • Afstand die je moet rijden
  • Tijd die het in totaal kost
  • Routebeschrijving
  • Waar auto ophalen
  • Waar auto afleveren
  • Kostenspecificatie

De opdracht is een kwalitatief goede auto voor de laagste kosten!

An die Arbeit!

 

 

Meine Großmutter wird am 15. Mei um 11 Uhr am Hamburger Flughafen ankommen. Ich möchte sie nach Hause bringen. Sie lebt in Gelnhausen. Meine Großmutter ist 98 Jahre alt und ich kann sie nicht problemlos mit meinem Corsa nach Hause bringen.

  • Finde ein passendes Auto für diese Fahrt: bezahlbar und geeignet für Oma
  • Abstand berechnen ( Hamburg – Gelnhausen)
  • Wegbesschreibung machen
  • Kann ich das Auto irgendwo in der Nähe von Gelnhausen abgeben? Was ist die nächste Abgabestelle?
  • Was sind die totale Kosten?
  • Oma muss sich wohl fühlen und in der Lage sein, ein- und auszusteigen.
  • Ich ziehe es vor, nicht unnötig zu viel zu bezahlen

Adresse Oma Kessler:

Am Seegrasen 5

63571 Gelnhausen

 

 

Mijn oma komt op 15 mei om 11 uur aan op het vliegveld van Hamburg. Ik wil haar naar huis brengen. Ze woont in Gelnhausen. Mijn oma is 98 jaar en ik kan haar onmogelijk met mijn Corsa naar huis brengen.

  • Zoek een passende auto voor deze rit.: betaalbaar en geschikt voor oma
  • Afstand berekenen ( Hamburg – Gelnhausen)
  • Routebeschrijving bijvoegen
  • Kan ik de auto ergens in de buurt van Gelnhausen afgeven? Wat is de dichtstbijzijnde afleverplaats?
  • Wat zijn de totale kosten?
  • Oma moet comfortabel zitten en goed in en uit kunnen stappen.
  • Ik betaal liever niet onnodig teveel. Let op de prijs! Bereken de totale kosten!

 

Adres oma Kessler:

Am Seegrasen 5

63571 Gelnhausen

Wer hat das beste Angebot?

Diskussionsaufgabe – im Unterricht

Wir besprechen im Unterricht, was die Ergebnisse der Paare sind. Wir hören jedem Paar zu, was sie sich ausgedacht haben. Wir sprechen Deutsch!

  1. Wer hat das günstigste Auto?
  2. Wer hat das beste Angebot?

Im Unterricht stimmen wir darüber ab, wer den besten Vorschlag hat.

Bespreking opdracht – klassikaal

We bespreken klassikaal wat de uitkomsten van de tweetallen zijn. We luisteren naar ieder tweetal wat zij hebben bedacht. We spreken Duits!

  • Wie heeft de goedkoopste auto?
  • Wie heeft het beste voorstel?

Klassikaal stemmen we die het beste voorstel heeft!

Evaluieren

Evaluieren

  1. Wie ist es gelaufen?
  2. Was hast du heute gelernt?

 

  • Het arrangement Sprich dich aus 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Wieky Adler Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-05-08 15:48:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Activerende en stimulerende lessenserie om de studenten tijdens de les zoveel mogelijk Duits te laten spreken. Deel 1 van 4 lessen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    duits, lezen, spreken

    Bronnen

    Bron Type
    Weltkrieg ja oder nein?
    https://www.zdf.de/kinder/logo/weltkrieg-einfach-erklaert-100.html
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.