M&N (NASK1) - Algemene vaardigheden en examen doen

M&N (NASK1) - Algemene vaardigheden en examen doen

Info startweek

Als je nask hebt gekozen waarom is deze quest dan verplicht?

Het centraal examen gaat niet alleen over kennis (wat je weet), maar ook over vaardigheden (wat je kunt). Bij de vaardigheden horen bijvoorbeeld: Proefopstelling Bouwen, meetgegevens verzamelen, berekeningen uitvoeren, grafieken tekenen, etc. Dit kun je allemaal terugvinden in deze quest.

 

Wat levert het jou op?

 

Met deze quest, als je hem helemaal doorloopt, vergaar je alle vaardigheden die je nodig moet hebben voor het centraal examen.

 

 

Waar gaat deze quest over?

De vak-coach wil dat je alle componenten naar behoren of voldoende afrond. Maar de vaardigheden moet je wel blijven oefenen nadat je de onderdelen hebt afgerond.

Deze quest hoort bij het domein Mens en Natuur.

 

VERWACHTING VOORDAT JE BEGINT

Deze quest wordt ondersteund met een bloX en een chatgroep via Teams.

  • Zorg dat je jezelf inschrijft voor de bloX (soms gebeurt dit automatisch, maar niet altijd)

  • De coach die deze quest begeleidt nodigt jou uit voor de chatgroep in Teams.

Je leert:

  • Examenopgaven maken

  • Werken met Binas (bekend)

  • Werken met meetinstrumenten

  • Veilig werken met stoffen (scheikunde!)

  • Werken met formules

  • Rekenen met machten van 10

  • Werken met grootheden en eenheden

  • Werken met tabellen en grafieken

  • Verbanden meten

  • Een ontwerp maken

  • Onderzoek doen

  • Een verslag maken

Welke producten moet je leveren?

Voor deze quest moet je de volgende producten leveren:

(Hier moet nog wat komen)

Planning periode 5

Week

Startdatum

Opdracht

START WEEK

09-05-2022

SART

1

16-05-2022

 

2

23-05-2022

 

3

30-05-2022 (+hemelvaart)

 

4

07-06-2022 (+ Pinksteren)

 

5

13-06-2022

 

6

20-06-2022

 

7

27-06-2022

 

CE WEEK 3M

04-07-2022

CE WK 3M

ORGANISATIE WEEK

11-07-2022

DIV ACTIVITEITEN

11

18-07-2022

Zomervakantie

 

 

 

 

 

Infographic komt hier. Hieronder zie je een voorbeeld en de informatie die nodig is voor de infographic.

Inleiding

  • Praktische opdrachten en practica moeten met een voldoende worden beoordeeld.
  • Coaches die de quest begeleiden zijn Mr. Hooghuis en Mr. Howell
  • Begeleiding met Blox ja , aantal 8x,  zie schema voor alle data en onderdelen.
  • Building Learning Power:
    • Veerkracht
      • Hanteren van afleiding “Ik weet in welke omgeving ik prettig kan leren.” Je hebt focus nodig om de tekst goed te lezen en te begrijpen
    • Vindingrijkheid
      • Verbindingen maken “Ik zoek naar verbindingen tussen mijn ervaringen en nieuwe onderwerpen of ideeën.”
      • Logisch redeneren “Ik leg duidelijk uit wat ik bedoel, zodat anderen het ook snappen.”
  • Belangrijkste opbrengsten:
    • Examens maken
    • Werken met Binas
    • Werken met meetinstrumenten
    • Werken met formules
    • Rekenen met machten van 10
    • Werken met grootheden en eenheden
    • Werken met tabellen en grafieken
    • Verbanden meten
    • Onderzoek doen
    • Een verslag maken
    •  
  • En niet te vergeten :
    • Veilig werken met stoffen
    • Ontwerp maken

Inhoud

Motivatiemotor

➜ Maak een tegel aan in Egodact. Beantwoord de vragen hieronder.
    De vragen beantwoorden doe je in een antwoord zin en       
    minimaal met 20 woorden.

 

  1. Hoe heet deze quest?
  2. Wat zijn je verwachtingen?
  3. Wat zou je willen leren?
  4. Wat weet ik al?
  5. Ga je samenwerken, zo ja met wie?
  6. Is het je duidelijk welke tussenproducten je moet maken? zo ja welke?

   0. Inhoud Vaardigheden in Examen doen

 

    --------->

        Inleiding

Verwerking

 

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

1. EXAMENOPGAVEN MAKEN

Hoe benader je een examen opgave?

   

Inleiding

Lees deze tips minstens éénmaal zorgvuldig door, ook al denk je ze niet nodig te hebben. Er staan vast aanwijzingen bij, waar ook jij iets aan hebt.  De onderstaande tips en aanwijzingen zijn niet per sé in volgorde van belangrijkheid gerangschikt.


Verwerking

Top 4 NaSk1 examentips VMBO

  • NaSk1 examentip #1: Oefen voldoende met eenheden omrekenen.
    Een onderdeel wat zeker aan bod komt op het examen NaSk1 is het rekenen met eenheden. Zorg dat je de verschillende eenheden kent van de grootheden voor afstanden, oppervlakte, inhoud, gewicht en tijd en deze eenheden naar elkaar kunt omrekenen. Let altijd op de juiste stapgrootte. Oefen tenslotte voldoende rekenvragen, zodat je er zeker van bent dat je het omrekenen van grootheden goed beheerst.
  • NaSk1 examentip #2: Zorg dat je de begrippen kent.
    Zorg dat je alle begrippen kent die op het Examen NaSk1 terug kunnen komen. Schrijf deze op en overhoor jezelf. Kijk of je van elk begrip precies kunt uitleggen hoe, wat en waarom. In onze samenvatting zijn alle begrippen dikgedrukt, zodat je ze makkelijk terug kunt vinden.
  • NaSk1 examentip #3: Wat neem je mee naar het examen.
    Voor het examen NaSk1 heb je een paar zaken nodig: een rekenmachine, pen, potlood, gum en geodriehoek. Je zult met grootheden moeten rekenen en dat gaat sneller als je je rekenmachine bij je hebt. Ook kan het zijn dat je iets moet tekenen. Met een potlood en geodriehoek kun je nette rechte lijnen tekenen, zodat je docent straks goed kan zien wat jij hebt getekend. Zet de lijnen met potlood, zodat je met je gum eventueel aanpassingen kunt maken als je een fout maakt. Het scheelt veel tijd als je bij een fout niet een hele tekening opnieuw hoeft te maken.
  • NaSk1 examentip #4: Zorg dat je oefent met rekenen.
    Op het examen zul je sommige dingen moeten berekenen. Denk aan het elektrisch vermogen of de spanning. Zorg dat je dit van tevoren veel oefent. Als dit makkelijk gaat, dan zul je op het examen deze vragen sneller kunnen maken en tijd besparen. Tijd heb je op het examen NaSk1 namelijk hard nodig.

    Hieronder zie je een viedo van Mr Wietsma, die herhaalt wat hierboven is beschreven.

 

     

Vastleggen in:

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw en kopieer je link. Vervolgens ga je naar Egodact en upload je de link in je logboek van Egodact.

                                         

2. WERKEN MET BINAS

Hoe werkt het boekje nou?


Binas

 

Inleiding

BINAS is niet alleen handig maar ook onmisbaar. Veel examenopgaven kun je gewoon niet maken zonder gegevens die je in BINAS moet opzoeken. In je natuurkundeboek op school wordt vaak verwezen naar BINAS en mag je op de meeste scholen ook bij schoolexamens je BINAS erbij houden.

Wat is het eigenlijk?

Binas, BINAS of BiNaS is de titel van een informatieboek dat gebruikt wordt voor het voortgezet onderwijs in de natuurwetenschappen. Leerlingen kunnen een Binas doorgaans vrij gebruiken bij opdrachten, proefwerken en schoolexamens.

Wat staat er in BINAS?

"BINAS informatieboek voor natuurwetenschappen" is het officiële naslagwerk wat je mag gebruiken bij centraal examens natuurkunde, scheikunde en biologie. In BINAS vind je alle gegevens, constanten en formules die je bij natuurkunde gebruikt.

 


   

 

 

                                     

 

Oefeningen

Verwerking

Download de opdracht

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

3. MEETINSTRUMENTEN

Werken met meetinstrumenten

 
   
Meten is weten

Inleiding
De betrouwbaarheid vormt een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van een instrument. Een instrument is betrouwbaar als het nauwkeurig en zuiver meet. Dat wil zeggen dat de uitkomst niet afhankelijk mag zijn van toeval.
Er zijn twee redenen waarom jij als onderzoeker een meetinstrument gebruikt. De eerste is dat je niet in staat bent om zelf de waarneming te verrichten. Het meten van stroomsterkte is bijvoorbeeld onmogelijk. Voor dat soort zaken wordt sowieso een apparaat gebruikt.

Verwerking

Meetinstumenten heb je in allerlei vormen. Wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze een hoeveelheid van iets kunnen aangeven. Dát wat ze aangeven heet de eenheid.

Klik op  https://wikikids.nl/Meetinstrument

 

 

Massa

Massa:

Massa is de hoeveelheid materiaal waaruit een voorwerp bestaat.
Massa meet je met een balans.
Hieronder zijn 2 soorten afgebeeld, een ´gewone´ balans en een elektronische bovenweger.

 

Het symbool voor de grootheid massa is de kleine letter m.
Achter het getal komt de eenheid.
De eenheid van massa is g.
Voor kleine massa's wordt gebruikt: mg (milligram  1/1000 g)
Voor grote massa's wordt gebruikt: kg (killo gram  1000 g)

Voorbeeld: m = 30 g
Hierin is:    m de grootheid massa
                  g de eenheid.

Extra
Isaac Newton (1642 - 1727) heeft bedacht dat massa (het aantal kilogrammen dat een voorwerp weegt) kan worden uitgelegd als "een hoeveelheid materie (materiaal, stof) die weerstand biedt tegen het in beweging komen": Hoe meer massa, hoe moeilijker het is om  beweging te krijgen (of anders gezegd: hoe meer energie het kost om iets in beweging te krijgen). Daarnaast kan bepaald worden (uitgerekend worden) hoe groot de aantrekkingskracht op andere massa's is (gravitatiemassa)

Als de massa van een voorwerp bepaald moet worden, wordt daar een balans of een unster voor gebruikt. De grootheid massa (m) wordt gemeten in de eenheid kilogram (kg)

Volume

Volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt.

Inhoud wordt gebruik als je wilt aangeven hoeveel gas/vloeistof er ergens in kan.
Inhoud en volume zijn in dit hoofdstuk hetzelfde.

De grootheid van Volume is de hoofdletter V. De eenheden die we gebruiken bij het volume zijn de volgende. De standaard eenheid is m3. Echter gebruiken we ook wel eens de eenheid L. Hoofdletter L staat voor Liter.

Hieronder leer je hoe je het volume kan bepalen van

  • een regelmatig voorwerp (bijvoorbeeld een balk)
  • een onregelmatig voorwerp (bijvoorbeeld een steen).

Volume - regelmatig voorwerp

Van een regelmatig voorwerp meet je met een liniaal de lengte, breedte en de hoogte.

                                              

Daarna gebruik je de formule  V = l x b x h om het volume te berekenen.

De V is een hoofdletter;  de l, b en h zijn kleine letters.

Je kan ook een schuifmaat gebruiken. Met een schuifmaat bepaal je nauwkeuriger de afmetingen.

Volume - onregelmatige voorwerp

Bij een onregelmatig woorwerp gebruik je de: dompelmethode.

 

1.   Vul een maatcilinder tot een bepaalde hoogte (bijv. 50 cm3)

2.   Dompel de steen in de maatcilinder.

3.   Lees opnieuw de stand van de vloeistof (bijv. 70 cm3)

4.   Het volume van de steen is:

     Vsteen = 70 cm3 - 50 cm3 = 20 cm3

Afbeeldingsresultaat voor meniscus aflezen

Zo moet je de vloeistof aflezen. Aan de onderkant van het "kuiltje". Dit noemen we ook wel de meniscus

 

Hieronder vindt je het instructiefilmpje van de onderdompelmethode kijk va 1 min 57 sec

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

4. VEILIG WERKEN MET STOFFEN

Hoe om te gaan met stoffen tijdens practica?

Inleiding

In school, vaak in praktijklokalen, zijn gevaarlijke stoffen aanwezig; stoffen die licht ontvlambaar zijn, kunnen ontploffen, giftig zijn of een bijtende werking hebben zoals sterke zuren en sterke basen.
Om ernstige gevaren voor de veiligheid (brand en explosie) en de gezondheid (giftige werking) te voorkomen zijn de juiste technische en organisatorische maatregelen nodig.
Het niet (goed) gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen en het ontbreken van doelmatig onderhoud kunnen leiden tot blootstelling en daarmee tot een verhoogd risico.
Zowel bij gebruik als bij opslag van gevaarlijke stoffen kunnen acute risico’s optreden. Voor leerlingen, die wat betreft hun gedrag en lichaam nog sterk in ontwikkeling
zijn, kan een ongewenste blootstelling en de schade daardoor een veel groter effect hebben dan bij een volwassene. Het is dus van belang om voorzieningen te treffen voor als het een keer misgaat.


Verwerking

 

 

1) Bestudeer de video en maak voor je zelf een lijst van regels in volgorde van binnenkomst , het uitvoeren van een proef en het goed afronden van een proef.

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw en zet een link daar naartoe in je logboek van je tegel in egodact.

                                          

Veiligheid

Veiligheidsregels en veiligheidsvoorzieningen. De regels zijn handelingen die je wel en niet mag doen. De veiligheidsvoorzieningen zijn spullen in het lokaal die de veiligheid bevorderen.

 

Doelen

Je kent de practicumregels en past de regels ook toe bij het practicum.
Je weet welke veiligheidsvoorzieningen er in het lokaal aanwezig zijn.
Je weet hoe je deze moet gebruiken.

Practicumregels

Draag altijd een bril

Tijdens het practicum kunnen er stoffen omhoogvliegen. Deze mogen niet in je ogen komen. Een stof kan een chemische reactie aan gaan met het vocht in je oog. Het is lastig om de stof uit je ogen te krijgen als deze achter je ogen of onder de oog leden komt. Je ogen zijn een van je meest waardevolle zintuigen. Wees er dus uiterst zuinig op.

Draag altijd een labjas

De labjas is ter bescherming van je kleding. Als je stof morst komt het op je jas en niet op je eigen kleding. De jas blijft in het lokaal. Zo blijven gemorste chemische stoffen ook altijd in het lokaal.

Bind lange haren op

Tijdens het werken met de brander kunnen lange haren makkelijk in de vlam komen. Als je lange haren opbindt gebeurt dit niet.

Werk rustig en geconcentreerd

Wees altijd met je practicum bezig. Richt je aandacht niet op andere dingen en houd altijd in de gaten wat je aan het doen bent.
Bij twijfel vraag je aan de docent wat je moet doen
Als je iets niet zeker weet kun je het beter vragen. Tijdens een theorieles is het goed om fouten te maken en ervan te leren. Bij het practicum kunnen fouten betekenen dat het gevaarlijk wordt. Vraag dus altijd aan je docent als je het niet zeker weet.

Houd je aan het practicumvoorschrift

De docent heeft het practicum voorbereid. Hierbij is veiligheid het belangrijkste. Wijk dus nooit van de opgegeven opdrachten af. Als het dan toch mis gaat weet de docent welke mengsels van stoffen er aanwezig zijn.

Richt een reageerbuis altijd veilig

Een reactie in een reageerbuis kan ervoor zorgen dat er plotseling stoffen uit de reageerbuis springen. Richt het buisje dan ook altijd op de muur en nooit richting jezelf of een ander.

Doe nooit stof terug in de pot

De opening van een pot met chemische stoffen is eenrichtingsverkeer. Er gaan alleen maar stoffen uit. Zo weet je zeker dat de stoffen in de potten zuiver blijven. Als er toch andere stoffen in een pot komen die er niet in horen kan er in de pot een ongecontroleerde chemische reactie ontstaan. Het kan ook zijn dat bij een volgende proef de vervuilde stof voor onvoorspelbare gevolgen zorgt.

Proef nooit van een stof

Houd de stoffen weg bij je gezicht. Bijna alle chemische stoffen waar we mee werken zijn giftig. Vermijd dus voor de zekerheid ieder direct contact met alle chemische stoffen.

Raak de stoffen niet met je handen aan

Was toch voor de zekerheid je handen na ieder practicum. Soms mors je op de tafel. Later zit je met je handen aan de tafel. Er bestaat dus altijd een kans dat er chemische stoffen op je handen komen. Was op het toilet je handen. Je eet vaak later weer een boterham.

Ruik heel voorzichtig aan stoffen

Als je ruikt wuif je de lucht met je hand richting je neus. Zo vermengt het gas zich met de lucht en is de geur minder sterk in je neus. Soms zijn stoffen bijtend en die mag je nooit direct opsnuiven.

Eet en drink niet in het practicum lokaal

Omdat er altijd een kans bestaat dat er chemische stoffen in het lokaal liggen mag je er nooit eten of drinken. Voor je eigen veiligheid.

 

Voorzieningen

 

Er zijn een aantal veiligheidsvoorzieningen aanwezig in het lokaal. Sommige vallen ook onder de veiligheidsregels. De labjassen en brillen zijn veiligheidsvoorzieningen die je altijd moet gebruiken.

Er zijn ook voorzieningen die je alleen gebruikt als het mis gaat. We maken samen even een rondje in het lokaal.

Er zijn twee deuren in dit lokaal. De reden is dat er bij een deur brand kan zijn en dan kun je via de andere deur naar buiten.

Er is een brandblusser. Deze gebruikt de docent als er een kleine brand is.

Er is een oogdouche en een nooddouche. De oogdouche gebruik je als er stoffen in je ook zijn gekomen. Je houdt je hoofd erboven en zet de sproeiers aan. Je probeert de ogen open te houden.

De nooddouche gebruik je als je in de brand staat. Je gaat er onder staan en doet je schoenen uit. Zo lopen je schoenen niet vol met chemische stoffen die je misschien gemorst hebt.

Er is een branddeken. Hier kunnen kleine brandjes mee geblust worden maar ook personen. Als een persoon in brand staat leg je de branddeken over de persoon heen en klop je zachtjes aan. Zo komt er geen zuurstof meer bij de vlammen en gaat de brand uit.

Er is een EHBO doos. Hiermee worden verwondingen tijdelijk behandeld.

Er is een kast waar de tassen in gaan tijdens het practicum. Zo kun je niet struikelen over de tassen tijdens het practicum.

Er zijn twee noodknoppen waarmee de stroom direct wordt afgesloten.

 

 

Opdrachten

Maak nu de vragen van het oefenblad.

1
Bekijk de afbeeldingen a, b, c en d links. Wat doen de leerlingen allemaal fout? Beantwoord per afbeelding.

2
Maak een foto van het juist gebruik van de oogdouche.

3
Maak een foto van het juist gebruik van de kast.

4
Waarom mag je niet eten en drinken in het lokaal?

5
Waarom moet je je handen wassen na het practicum?

6
Waarom mag je de stof die je over hebt niet terug doen in de pot?

7
Maak in tweetallen foto's of video's van hoe je de volgende regels toepast:
-Labjas aan
-Veiligheidsbril op
-Bind lange haren op
-Richt een reageerbuis veilig
-Proef nooit van een stof
-Ruik heel voorzichtig aan een stof

 

Verwerking

 

Download de opdracht voor een printbare versie of om in te werken.

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

5. WERKEN MET FORMULES

Wat is de juiste manier om een formule aan te vliegen?

Inleiding

Rekenen met formules met gegeven-gevraagd-oplssing

In deze paragraaf ga je oefenen met de methode gegeven, gevraagd, oplossing. Alle berekeningen bij NaSk kun je op deze manier uitvoeren. Het doel is om overzichtelijk een moeilijke som met een hoop gegevens te maken. Door de gegevens uit een tekst of tekening te halen en te bepalen wat er gevraagd wordt kun je de juiste formule uit de Binas bij de vraag vinden.

Voorbeeld

Een vogel vliegt met een snelheid van 7 m/s van Maasland naar Kwintsheul. De dorpen liggen op een afstand van 9.300 m van elkaar. Bereken hoelang de vogel er over doet.

Je haalt uit de tekst de volgende gegevens:
v = 7 m/s
s = 9.300 m

Er wordt gevraagd naar de tijd
t = ...s

De formule uit de Binas die hier bij past is:
s = v x t

Je kunt de formule omschrijven naar:
t = s / v

Nu vul je de gegevens in:
t = 9.300 / 7
t = 1329 s

Volgens tabel 6 van Binas hoort tijd in seconde. Je mag het wel omrekenen naar minuten (22 min) maar dit hoeft niet.

 

Opdrachten


Verwerking

Maak nu de vragen van het oefenblad.

en maak de practicum opdracht.

 

 

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

6. REKENEN MET MACHTEN VAN 10

Metriek

 

Inleiding

In de natuurkunde staat voor de eenheid vaak een letter om grote / kleine getallen leesbaarder op te schrijven. denk aan:

 

mm   cm  dm  m  dam hm km maar ook bij

mg                  g                 kg

mL    cL   dL    L   daL  hL  kL

 

omschrijving afkorting wetenschappelijk factor
kilo k x103 x 1000
hecto h x102 x 100
deca da x101 x 10
  _ x100 x 1
deci d x10-1 x 1/10
centi c x10-2 x 1/100
milli m x10-3 x 1/1000

 

Omrekenen standaard maten, denk aan

lengte                                           m1   een stap per trede  (de m1 schrijf je nooit zo)

oppervlakte      (erop) 2 maten    m2    twee stappen per trede

Volume/inhoud (erin) 3 maten     m3    drie stappen per trede

 

Verwerking

Maak de opgaves.

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

7. WERKEN MET GROOTHEDEN EN EENHEDEN

Wat zijn eenheden en grootheden ?

   

        Inleiding

 

Eenheden

In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Als er gemeten wordt, wil je graag weten hoeveel er gemeten is. Stel altijd de vraag: "hoeveel wat?".
1000den jaren lang was het geen probleem allerlei lichaamsafmetingen te gebruiken om afstand te meten. Er werden hoofdzakelijk korte afstanden gemeten.

Pas de laatste 2000-3000 jaar zijn er andere afmetingen bijgekomen: de inhoud, tijd, methoden om oppervlakte te bepalen.
De Babyloniërs (± 2000 v Chr.) vonden de balans uit zodat massa's vergeleken konden worden. Zij gebruikten verschillende stenen (op maat gekapt) om zo een vergelijking met het te meten voorwerp te maken. Bijvoorbeeld: deze 6 appels hebben een massa van 4 stenen (Stone; nog steeds een eenheid in Groot Brittannië). Er wordt wel gezegd dat de  Babyloniërs voor het eerst standaard eenheden hebben bedacht.

Als we teruggaan naar de tijd van Noach’s Ark, was het gemis van een liniaal niet erg.
In die tijd werd er gebruik gemaakt van lichaamsafmetingen: De elleboog (van topje de middelvinger tot het puntje van de elleboog) was een veelgebruikte referentie

De Romeinen hebben geprobeerd een standaard in te stellen voor wat betreft de afstand.

Pas in de 13e eeuw (1334) heeft Koning Edward  de eerste in Engeland de Yard gedefinieerd: een ijzeren staaf ( de ‘Iron Ulna’) had precies de lengte van 1 yard. Deze yard werd gebruikt als standaard lengtemaat.

In 1793 hebben franse wetenschappers in opdracht van Napoleon een nieuw meetsysteem bedacht: het metrieke stelsel, gebasseerd op wat zij ‘de meter’ noemde. De meter is, volgens deze wetenschappers in 1983: De afstand afgelegd door het licht in een vacuüm op 1/299.792.458e deel van een seconde.

Ook Isaac Newton heeft zich beziggehouden met het standaardiseren van eenheden. Hij deed het vooral wetenschappelijk.

Napoléon Bonaparte gaf in 1793 wetenschappers de opdracht een nieuw stelsel van eenheden te bedenken. Hij vond het lastig dat overal waar hij kwam in zijn Rijk er andere eenheden werden gebruikt om te meten. De eenheden die werden bedacht waren te delen door 10: meter - decimeter - centimeter - millimeter. Doordat alles was te delen door eenzelfde getal (10), en er daardoor een andere meeteenheid ontstond, werd en wordt dit stelsel het metrieke stelsel genoemd.

 

as in 1837 werd dit stelsel echt geaccepteerd.

Amerikanen zijn in hun eenheden een beetje eigenwijs. Zij gebruiken tot op de dag van vandaag eenheden die bijna nergens anders in de wereld worden gebruikt. Hieronder staan er een paar en je kunt zien wat 'zij' bedoelen met hun eenheden. Als je een getal invult in het witte rechthoekje, kun je daarna op de rode letters klikken om te zien hoe 'wij' hetzelfde zeggen. Of juist hoe 'zij' onze eenheden omrekenen:

  • Snelheid op zee wordt ook anders gemeten. Deze snelheid wordt gemeten in knopen.
  • De luchtdruk wordt in 'inches kwik' gemeten. Dat betekent dat zij een buis, met een doorsnede van 1 inch vullen met kwik. De hoogte van de kwikkolom wordt gemeten. De massa die de kwik heeft, geeft een bepaalde druk
  • Ook de lengte-eenheid 'meter' wordt niet gebruikt. In plaats van meter wordt de lengtemaat 'voet' (feet) gebruikt:

 

Opdrachten

Maak nu de vragen van het oefenblad.

Verwerking

Download de opdracht

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

8.WERKEN MET TABELLEN EN GRAFIEKEN

Verbanden worden duidelijker in een grafiek

   

Inleiding

Diagrammen en grafieken

Eigenlijk mag het niet, maar ik benoem grafieken en diagrammen als hetzelfde. Dus alles wat met grafieken te maken heeft, kun je ook lezen als diagram
Een diagram of grafiek is een soort afbeelding waarin informatie op een simpele manier wordt gegeven. In een oogopslag kun je zien hoe groot een deel van het geheel is.Er zijn verschillende soorten diagrammen.
In dit filmpje vind je de uitleg van drie meest voorkomende diagrammen; de staafdiagram, de cirkel diagram en de lijndiagram.

Helemaal onderaan vind je meerdere video's waarin werken met, en maken van diagrammen wordt uitgelegd.

Kijk het instructievideo voor meer uitleg over grafieken:

 

 

 

Verwerking

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

9. VERBANDEN METEN

Hoe werk je met verbanden?

Inleiding

In de natuurkunde wordt gebruik gemaakt van grootheden. Deze grootheden hebben een bepaalde waarde. De waarden van grootheden worden uitgedrukt in eenheden. Een eenheid is een bepaalde maat waarin een grootheid kan worden uitgedrukt. Het verband tussen eenheid en grootheid is dus dat een grootheid wordt uitgedrukt in een eenheid. Hieronder zijn de termen grootheid en eenheid nader omschreven.

Soorten
De meest voorkomende verbanden in de natuurkunde zijn het rechtevenredig, omgekeerd evenredig, kwadratisch, omgekeerd kwadratisch en wortelverband. Een verband kun je herkennen aan de vorm van de grafiek of door een berekening. In deze videoles wordt uitgelegd hoe je de soorten verbanden herkent aan de hand van enkele voorbeelden.

Voorbeeld:

De uitrekking van een veer is recht evenredig met de kracht waarmee je trekt. Als je een grafiek zou maken van het verband tussen kracht en uitrekking van een veer, zou de grafiek dus een rechte lijn zijn door de oorsprong. Als de kracht 2x zo groot wordt, wordt de uitrekking ook 2x zo groot.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UIt de grafiek kun je mooi verbanden zien tussen twee veren.
Bijvoorbeeld welke veer is "stugger" en waarom?

Opgaven

Verwerking

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

10.EEN ONTWERP MAKEN

Hoe maak je een ontwerp?

 

 Inleiding

 

Opgaven

 

Verwerking

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

11.ONDERZOEK DOEN

Hoe voer je een goed onderzoek uit?

        Inleiding

 

- Onderzoeksvraag

- Hypothese = verwachting

- Werkplan:

- Wat ga je meten?

- Hoe?

- Welke materialen en instrumenten heb je nodig?

- Opstelling en tekening

- Welke formules / berekeningen ga je doen?

- Uitvoering: de metingen doen

- Verwerken: tabel, grafiek, berekeningen

- Conclusies trekken

- Verslag maken

 

12.EEN VERSLAG MAKEN

Hoe maak ik een verslag?

  --------->

        Inleiding

Verwerking

 

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

13. Afronding

 

Onderdelen die af moeten

Onderdeel Afgerond J/N NB J/N
     
     
     
     
     

 

 

 

3b. Terugkijker

Verwerkingsvragen

 

Beantwoord de vragen hieronder.

De vragen beantwoorden doe je in een antwoordzin en graag een antwoord zin en  minimaal 20 woorden.

 

  1. Leg uit wat je het leukst van de quest vond?
  2. Wat zijn je verwachtingen ook mee gevellen?
  3. Leg uit wat je het meest is bij gebleven?
  4. Wat heb je geleerd?
  5. Ga het samenwerken, goed? Nee/Ja en waarom?
  6. heb nog tip of tops vaar de begeleindende coach.

Bronnen

www.noordhoff.nl

www.malmberg.nl

www.wikiwijs.nl

www.vu.nl

www.natuurkundeuitgelegd.nl

www.howell.nl

Veiligheid

Maak nu de vragen van het oefenblad.

Maak nu de vragen van het oefenblad.

Verwerking

Download de opdracht

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

Verwerking

Download de opdracht

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens zet een link (van SeeSaw) in je logboek van je tegel in egodact.

Oefeningen

Verwerking

 

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens ga je naar Egodact waar je de link in je logboek upload.

                                          

Verwerking

 

Opgaven

Let op, zet je resultaat(en) in seesaw. Vervolgens zet een link (van SeeSaw) in je logboek van je tegel in egodact.

  • Het arrangement M&N (NASK1) - Algemene vaardigheden en examen doen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-05-11 21:56:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Het centraal examen gaat niet alleen over kennis (wat je weet), maar ook over vaardigheden (wat je kunt). Bij de vaardigheden hoeren bijvoorbeeld: Proefopstelling Bowen, meetgegevens verzamelen, berekeningen uitvoeren, grafieken tekenen, ect. Dit kun je allemaal terugvinden in deze quest.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    12 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (z.d.).

    M&N_NASK1_Vaardigheden Examen doen_3 en 4 k/m

    https://maken.wikiwijs.nl/187556/M_N_NASK1_Vaardigheden_Examen_doen_3_en_4_k_m

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.