Veiligheid

Veiligheidsregels en veiligheidsvoorzieningen. De regels zijn handelingen die je wel en niet mag doen. De veiligheidsvoorzieningen zijn spullen in het lokaal die de veiligheid bevorderen.

 

Doelen

Je kent de practicumregels en past de regels ook toe bij het practicum.
Je weet welke veiligheidsvoorzieningen er in het lokaal aanwezig zijn.
Je weet hoe je deze moet gebruiken.

Practicumregels

Draag altijd een bril

Tijdens het practicum kunnen er stoffen omhoogvliegen. Deze mogen niet in je ogen komen. Een stof kan een chemische reactie aan gaan met het vocht in je oog. Het is lastig om de stof uit je ogen te krijgen als deze achter je ogen of onder de oog leden komt. Je ogen zijn een van je meest waardevolle zintuigen. Wees er dus uiterst zuinig op.

Draag altijd een labjas

De labjas is ter bescherming van je kleding. Als je stof morst komt het op je jas en niet op je eigen kleding. De jas blijft in het lokaal. Zo blijven gemorste chemische stoffen ook altijd in het lokaal.

Bind lange haren op

Tijdens het werken met de brander kunnen lange haren makkelijk in de vlam komen. Als je lange haren opbindt gebeurt dit niet.

Werk rustig en geconcentreerd

Wees altijd met je practicum bezig. Richt je aandacht niet op andere dingen en houd altijd in de gaten wat je aan het doen bent.
Bij twijfel vraag je aan de docent wat je moet doen
Als je iets niet zeker weet kun je het beter vragen. Tijdens een theorieles is het goed om fouten te maken en ervan te leren. Bij het practicum kunnen fouten betekenen dat het gevaarlijk wordt. Vraag dus altijd aan je docent als je het niet zeker weet.

Houd je aan het practicumvoorschrift

De docent heeft het practicum voorbereid. Hierbij is veiligheid het belangrijkste. Wijk dus nooit van de opgegeven opdrachten af. Als het dan toch mis gaat weet de docent welke mengsels van stoffen er aanwezig zijn.

Richt een reageerbuis altijd veilig

Een reactie in een reageerbuis kan ervoor zorgen dat er plotseling stoffen uit de reageerbuis springen. Richt het buisje dan ook altijd op de muur en nooit richting jezelf of een ander.

Doe nooit stof terug in de pot

De opening van een pot met chemische stoffen is eenrichtingsverkeer. Er gaan alleen maar stoffen uit. Zo weet je zeker dat de stoffen in de potten zuiver blijven. Als er toch andere stoffen in een pot komen die er niet in horen kan er in de pot een ongecontroleerde chemische reactie ontstaan. Het kan ook zijn dat bij een volgende proef de vervuilde stof voor onvoorspelbare gevolgen zorgt.

Proef nooit van een stof

Houd de stoffen weg bij je gezicht. Bijna alle chemische stoffen waar we mee werken zijn giftig. Vermijd dus voor de zekerheid ieder direct contact met alle chemische stoffen.

Raak de stoffen niet met je handen aan

Was toch voor de zekerheid je handen na ieder practicum. Soms mors je op de tafel. Later zit je met je handen aan de tafel. Er bestaat dus altijd een kans dat er chemische stoffen op je handen komen. Was op het toilet je handen. Je eet vaak later weer een boterham.

Ruik heel voorzichtig aan stoffen

Als je ruikt wuif je de lucht met je hand richting je neus. Zo vermengt het gas zich met de lucht en is de geur minder sterk in je neus. Soms zijn stoffen bijtend en die mag je nooit direct opsnuiven.

Eet en drink niet in het practicum lokaal

Omdat er altijd een kans bestaat dat er chemische stoffen in het lokaal liggen mag je er nooit eten of drinken. Voor je eigen veiligheid.