Module AFZ Helpende zorg en welzijn - Warande

Module AFZ Helpende zorg en welzijn - Warande

Algemene inleiding

Algemene inleiding blok AFZ

Je krijgt informatie over relevante ziektebeelden, wat een ziektebeeld betekent voor je client en zijn omgeving en wat het voor jou als helpende betekent. Cliënten hebben hulp nodig, omdat zij zelf iets niet meer kunnen door een lichamelijke en/of geestelijke aandoening. Voor jou als helpende is het belangrijk dat je een aantal aandoeningen kent en weet hoe het menselijk lichaam werkt.

Deze module levert je de volgende schoolopdracht op 1.3 - Verslag aan de hand van vragen: ‘hoe werkt het hart’

1.1 De huid deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

Bij het verzorgen van cliënten is de huid een belangrijk aandachtsgebied. Er zijn veel afwijkingen en huidziekten die je regelmatig tegenkomt

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt in grote lijnen de anatomie van de huid omschrijven
  • Je leert welke huidproblemen en afwijkingen je het meest tegen kunt komen.

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 7 hoofdstuk 20.3: De huid.

Oriënteer je aan de hand van de volgende vragen:

>Welke huidziekten/problemen ken je?

>Is een huidziekte besmettelijk?

Onderwijsactiviteit

Maak evengrote subgroepen. Hierna zal elke subgroep een keuze maken uit een van de onderstaande opgesomde huidaandoeningen.

Jullie zoeken als subgroep informatie op over de gekozen huidaandoening (ieder groepje heeft een ander onderwerp, stem dus goed met elkaar af). Bereid een presentatie voor, over alles wat jullie over de huidaandoening hebben gevonden. Laat in je presentatie in ieder geval het volgende naar voren komen: 

- de oorzaak van de huidaandoening

- de verschijnselen/klachten

- welke behandeling er wordt toegpast

-  wat aandachtspunten zijn bij de verzorging (denk hierbij ook aan besmetting).

 

Keuzes Huidaandoeningen:

- Eczeem

- Gordelroos

- Schurft

- Open been

- Psoriasis

- Steenpuist

- Voet(schimmel)

- Decubitus

- Huidkanker

1.2 De huid deel 2

Onderwijsactiviteit

Tijdens de vorige AFZ onderwijsactiviteit hebben jullie als subgroep een huidaandoening uitgekozen waar jullie je verder in zijn gaan verdiepen. Jullie hebben de gevonden informatie verwerkt in een presentatie. De presentatie zal klassikaal tijdens deze activiteit gegeven worden.

1.3 Hart en bloedvaten deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

Aandoeningen aan Hart en bloedvaten komen veel voor. Als helpende verzorg je deze cliënten en moet je een aantal zaken kunnen herkennen om gerichte zorg te kunnen bieden.

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt in grote lijnen de werking van het hart omschrijven
  • Je kent de anatomie van hart, bloedvaten en bloedsomloop
  • Je leert de belangrijkste verschijnselen en ziektebeelden van een aantal veel voorkomende aandoeningen zoals onder andere CVA, hartinfarct, hartfalen en problemen aan het vaatstelsel
  • Je kunt vertellen wat het begrip ‘afasie’ betekent.
  • Je kunt aandachtspunten beschrijven bij de verzorging van mensen met hart en vaatziekten
  • Je kan aangeven hoe je  gebruik kan maken van hulpmiddelen als iemand bekend is met hart en vaatziekten
  • Je kan klachten van hart en vaatziekten herkenennen en observeren

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 6 hoofdstuk 15, Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten.

 

 

Oriënteer jeze;f aan de hand van de volgende vragen:

> Welke ziektebeelden ken je als het gaat om hart en vaatziekten?

> Kun je voorbeelden beschrijven vanuit de praktijk van cliënten met deze ziekte en / of aandoening?

> Ga  naar  de  website  van  de  hartstichting(www.hartstichting.nl)  en  bekijk  bij  “hoe  werkt  het  hart” de  animaties  van  het  hart  en  de  vaten.

Zoek  ook  andere  informatie op,  waarbij  je  het  antwoord  zoekt  op  de  volgende  vragen:

-      hoeveel  liter  bloed  verwerkt  het  hart

-      wat  is  de  kleine  bloedsomloop

-      wat  is  de  grote  bloedsomloop

-      wat  is  een  aneurysma

-      wat  gebeurd  er  bij  hartfalen

-      wat  gebeurd  er  bij  een  hartinfarct

-      wat  is  aderverkalking

-      wat  is  de  taak  van  de  kransslagaders?

-      wat  zijn  risicofactoren  voor  hart-  en  vaatziekten

Verwerk deze informatie in een kort verslag en lever dit in (schoolopdracht in portfolio/teams)

Onderwijsactiviteit

Bespreek in subgroepen onderstaande casussen. We bespreken deze daarna klassikaal .

1 In  het  verzorgingshuis  woont  mevrouw  Hulleman.  Zij  is  80  jaar  en  is  pas  terug  uit  het ziekenhuis  waar  ze  is  behandeld  nadat  ze  een  hersenbloeding  heeft  gehad.  Voor  haar opname  was  mevrouw  redelijk  zelfstandig  en  had  alleen  hulp  nodig  bij  de  wasbeurt.  Nu  is mevrouw  sterk  afhankelijk  van  de  zorg.  Ze  heeft  een  halfzijdige  verlamming  en  praat moeilijk.Vanwege  de  problemen  met  haar  spraak  begrijpt  de  omgeving  haar  ook  niet  altijd  goed.

Behalve  dat  ze  slecht  verstaanbaar  is,  benoemt  ze  sommige  voorwerpen  ook  anders. Omdat  je  mevrouw  Hulleman  al  jaren  kent  weet  je  hoe  ze  was  vóór  ze  de hersenbloeding kreeg.  Je  merkt  aan  haar  dat  ze  het  erg  moeilijk  heeft  met  de  ontstane  situatie.

-       Welke  aandachtspunten  zijn  er  op  gebied  van  lichamelijke  verzorging  van  mevrouw Hulleman?

-      Welke  aandachtspunten  zijn  er  op  gebied  van  benaderingswijze?

-      Welke  adviezen  zou  je  familie,  vrienden  en  mantelzorgers  kunnen  geven?

-      Hoe  zou  je  mevrouw  kunnen  ondersteunen  op  gebied  van  sociale  contacten, hulpmiddelen  en  activiteiten?

 

2 Mevrouw  Wouters  woont  in  het  woon -zorgcentrum  waar  je  werkt.  Ze  heeft  al  jaren  een  vorm van  hartfalen.  De  laatste  tijd  is  ze  steeds  vaker  benauwd  en  kan  daardoor  steeds  minder meedoen  aan  activiteiten.  Ook  slaapt  mevrouw  slecht.  Je  ziet  dat  ze  de  laatste  tijd  vaker dikke  benen  heeft  als  je  haar  ‟s  avonds  in  bed  helpt.

-      Wat  geef  je  door  aan  je  leidinggevende?

-      Wat  kun  je  zelf  doen  als  helpende  om  mevrouw  te  ondersteunen?

-      Welke  tips  kun  je  mevrouw  geven  op  gebied  van  voeding,  leefwijze  en  dergelijke?

 

3 Meneer  Koolen  belt  in  de  nachtdienst  en  als  je  bij  hem  komt  zie  je  dat  hij  erg  benauwd is. Hij  klaagt  over  pijn in  zijn  schouder  en  heeft  een  beklemd  gevoel  op  de  borst. Meneer  vraagt  om  zijn  spray,  want  dat  helpt  altijd  als  hij  zo  benauwd  is.

-      Welke  acties  onderneem  je  als  helpende?

1.4 Hart en bloedvaten deel 2

Onderwijsactiviteit

Tijdens de vorige AFZ onderwijsactiviteit hebben jullie als subgroep aan verschillende casussen gewerkt die over hart en vaatziekten gaan. We bespreken de casussen nu klassikaal na. Hierna zal de docent afsluitend aanvullende theorie over de anatomie van hart en bloedvaten geven.

1.5 De luchtwegen deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

Aandoeningen aan de luchtwegen komen vaak voor. Sommige ouderen roken of hebben vroeger gerookt en ontwikkelen klachten als COPD of andere aandoeningen aan de luchtwegen. Ook beroepsziekten en luchtverontreiniging kunnen invloed hebben op longproblemen.

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt in grote lijnen de anatomie beschrijven van de luchtwegen
  • Wat  het  ziektebeeld  is  van  een  cliënt  met COPD of andere luchtwegproblemen en wat van deze aandoeningen de  belangrijkste  ziekteverschijnselen zijn
  • Waar  je  als  helpende  zorg  en  welzijn  op  moet letten  als  het  gaat  om  aandachtspunten  bij  de verzorging van mensen met luchtwegproblemen
  • Hoe je mensen mensen met luchtwegproblemen kan ondersteuning met behulp van hulpmiddelen
  • Hoe en wat je observeert als mensen bekend zijn met luchtwegproblemen
  • Welke benaderingswijze je kan inzetten bij mensen met luchtwegproblemen
  • Welke  invloed  deze  ziekte  kan  hebben  op  het dagelijks leven.

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 6 hoofdstuk 16, Aandoeningen aan de luchtwegen.

Oriënteer je aan de hand van de volgende vragen:

>Welke ziektebeelden ken je als het gaat om dit onderwerp?

>Kun je voorbeelden beschrijven uit de praktijk van cliënten met deze ziekte en / of aandoening?

Onderwijsactiviteit

De docent geeft uitleg over de theorie en anatomie van de luchtwegen. 

1.6 De luchtwegen deel 2

Onderwijsactiviteit

Tijdens de vorige AFZ onderwijsactiviteit heeft de docent uitleg gegeven over de theorie en anatomie van de luchtwegen. Tijdens deze les bekijken we met elkaar een aantal videofragmenten over het leven met COPD  en andere aandoeningen.

Dit kan op de website: https://www.longfonds.nl/longziekten/copd/leven-met-copd

Observeer tijdens het kijken van de video's  en  beschrijf:

-      Welke  beperkingen  je  ziet

-      Welke  hulpmiddelen  er worden  gebruikt

-      Wat  de  ziekte  voor  de  cliënt  en  zijn  omgeving  betekent?

-      Welke  hulp  en  adviezen  jij  als  helpende  zou  kunnen  geven?

Nabespreking vindt plaats in de gehele groep.

1.7 Het spijsverteringskanaal deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

Bij spijsverteringsproblematiek kunnen veel zaken een rol spelen. Bij ontregeling door voeding of ziektes kunnen mensen klachten ontwikkelen die invloed hebben op het dagelijks leven. De belangrijkste onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod.

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt gedragsadviezen benoemen als het gaat om cliënten die een eetstoornis hebben  ontwikkeld
  • Je kunt de verschillen en overeenkomsten benoemen van cliënten met diabetes type 1 en 2
  • Wat  het  ziektebeeld  is  van  een  cliënt  met diabetes  en  hier de  belangrijkste  ziekteverschijnselen van benoemen
  • Waar  je  als  helpende  op  moet letten  als  het  gaat  om  aandachtspunten  bij de verzorging van mensen met problem van het spijsverteringskanaal, het  gebruik  van  hulpmiddelen bij hen, de observatie  en benaderingswijze
  • Welke  invloed  deze  ziekte  kan  hebben  op  het dagelijks leven
  • Je kunt in grote lijnen de anatomie beschrijven van het spijsverteringskanaal.

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 6 hoofdstuk 17, Aandoeningen aan  spijsverteringskanaal en voedingsproblemen.

Oriënteer je aan de hand van de volgende vragen:

> Kun je voorbeelden beschrijven uit de praktijk van cliënten met deze ziektes en / of aandoeningen?

> Wat wordt er van jou als helpende verwacht als het gaat om extra aandachtspunten/observatie?

Onderwijsactiviteit

De docent geeft uitleg over de theorie en anatomie van het maagdarmkanaal , voedingsproblemen en de ziekte diabetes.

1.8 Het spijsverteringskanaal deel 2

Onderwijsactiviteit

Tijdens de vorige AFZ onderwijsactiviteit hebben we het gehad over de theorie en anatomie van het maagdarmkanaal , voedingsproblemen en de ziekte diabetes.

Tijdens deze les gaan we met deze stof aan de slag middels de hieronder opgenomen situaties. 

 

A In subgroepjes bespreken jullie onderstaande situaties en beantwoorden jullie de bijbehorende vragen

1 In  het  verzorgingshuis  woont  Mevrouw  de  Jong.  Ze  is  88  jaar  en  al  jaren  diabeet.  Ze  krijgt een  paar  keer  per  dag  insuline  van  de  verzorging  toegediend.  Ook  is  mevrouw  licht dementerend  en  vergeet  vaak  te  eten  en/of  te  drinken,  waardoor  ze  later  vaak  gaat snoepen.  Mevrouw  de  Jong  heeft  veel  overgewicht  en  eet  elke  dag  een  gebakje  wat  door haar  dochter  wordt  gebracht.  Dit  is  al  jaren  zo  en  dochter  en  mevrouw  vinden  dat  dit  moet kunnen  ondanks  de  diabetes.

De  laatste  tijd  is  mevrouw  vaak  duizelig  en  misselijk.

o     Welk  advies  zou  je  mevrouw  de  Jong  kunnen  geven?

o     Waar  moet  je  extra  op  letten?

o     Wat  geef  je  door  aan  je  leidinggevende?

o     Waarin  zou  je  mevrouw  kunnen  ondersteunen?

 

2 Mijnheer  Toonstra  is  pas  in  het  verzorgingshuis  komen  wonen.  Hij  is  diabeet.  Je  kent  hem nog  niet  zo  goed  maar  hij  is  altijd  opgewekt  en  vrolijk  als  je  hem  komt  helpen  en  hij  heeft voor  iedereen  een  aardig  woordje.  Op  een  ochtend  kom  je  binnen  en  mijnheer  begint  je zomaar  uit  te  schelden.  Je  ziet  dat  hij  er  ook  een  beetje  bleek  uit  ziet. Je  schrikt  erg  van  zijn  reactie  en  probeert  hem  te  kalmeren,  wat  niet  zo  goed  lukt.  Mijnheer lijkt  hier  steeds  bozer  van  te  worden.

o     Wat  zou  er  aan  de  hand  kunnen  zijn?

o     Wat  kun  je  in  deze  situatie  doen?

o     Wat  is  je  taak  als  helpende?

 

B (Indien hier nog tijd voor is) Opdracht:

Maak met je groepje 20 vragen en antwoorden over het spijsverteringskanaal en de ziekte diabetes. Gebruik hierbij de behandelde theorie, je boek en eigen gevonden informatie.

Wissel vraag en antwoord uit met een ander groepje in de vorm van een quiz.

1.9 Het bewegingsapparaat deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

In je werk zal je clienten tegen komen met allerlei aandoeningen die te maken hebben met pijn in botten, gewrichten, spierziekten en soms zelfs amputaties.

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt in grote lijnen de anatomie beschrijven van het skelet, botten, spieren en gewrichten
  • Welke aandoeningen het meest voorkomen op dit gebied
  • Wat  het  ziektebeeld  is  van  een  cliënt  met reumatische aandoeningen  en  de belangrijkste  ziekteverschijnselen
  • Waar  je  als  helpende  zorg  en  welzijn  op  moet letten  als  het  gaat  om aandachtspunten  bij  de verzorging,  het  gebruik  van  hulpmiddelen, observatie  en benaderingswijze
  • Welke  invloed  deze  ziektes  kunnen hebben  op  het dagelijks leven.

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 6 hoofdstuk 18, Aandoeningen aan het bewegingsapparaat.

Oriënteer je aan de hand van de volgende vragen:

>Kun je voorbeelden beschrijven uit de praktijk van cliënten met deze ziektes en / of aandoeningen?

>Wat wordt er van jou als helpende verwacht als het gaat om extra aandachtspunten/observatie?

 

Lees ook onderstaand artikel:

“Leven  met  reuma”

„Het  is  hier  een  bouwput,‟  had  ze  door  de  telefoon  gezegd.  En  dat  is  niet  overdreven.  Sinds  drieweken  bewoont  Jos  Kouwenhoven  (50),  samen  met  vriendin  Gees,  een  gloednieuw  huis  in  een Vinex wijk. De  andere  huizen  zijn  nog  grotendeels  onbewoond,  en  pas  als  alle  trottoirs  zijn  aangelegd,  zal  hetniet  meer  zo‟n  modderpoel  zijn.  Toch  voelt  Jos  -  goedlachs, een  heldere stem  en sprankelende  ogen–  zich  al  thuis  op  haar  nieuwe  stek.  Nadat ze de twee  hondjes  naar  hun  plek  heeft  gestuurd,  verteltze:  „Door  mijn  reuma  “paste”  ons  oude  huis  niet  meer.  De  indeling  was  niet  handig,  en  de tuin zógroot  dat  ik  hem  niet  meer  kon  onderhouden.  Dit  nieuwe  huis  heeft  een  kleine  tuin  en  dat  is  fijn  voor  mijn  knieën.  Verder  heeft  het  huis  brede  deuren  en  geen  drempels.  Ik  hoop  dat  het nooit  zover  komt,  maar  mocht  ik  in  de  toekomst  een  rollator  of  rolstoel  nodig  hebben,  dan  kan  ikhier blijven  wonen.‟

Veel  vormen

Jos  heeft  sinds  vijf  jaar  reumatoïde  artritis.  Bij  deze  ziekte  is  het  afweersysteem  van  het  lichaam ontregeld,  waardoor  er  chronische  ontstekingen  in  de  gewrichten  ontstaan.  De  gewrichten  doen  pijn,worden  dik  en  stijf,  en  kunnen  op  den  duur  blijvende  schade  oplopen.  Het  verloop  van reumatoïde  artritis  is  meestal  grillig:  er  zijn  periodes  met  relatief  weinig  klachten  en  tijden  waarin  de ontstekingen  hevig  oplaaien.  Waarom  iemand  de  ziekte  krijgt,  is  niet  duidelijk.  Mogelijk  speelt erfelijkheid  een  rol.  Reumatoïde  artritis  is  één  van  de  meer  dan  honderd  vormen  van  reuma (de  verzamelnaam  voor  klachten  aan  het  bewegingsapparaat).  Volgens  peilingen   leven  in Nederland  2,3  miljoen  volwassenen  met  een  vorm  van  reuma.  Dat  betekent  dat  één  op  de  vijf personen  reumatische  klachten  heeft.  Dat  lijkt  heel  erg  veel,  maar  gelukkig  zijn  de  klachten  niet bij iedereen  even  ernstig.  Er  zijn  290.000  volwassenen  met  reumatoïde  artritis,  de  vorm  die  Jos  heeft.Dat  is  ongeveer  één  op  de  veertig  mensen.  De  ziekte  kan  op  elke  leeftijd  ontstaan,  maar  begint meestal  tussen  het  veertigste  en  vijftigste  jaar.  Twee  van  de  drie  patiënten  zijn  vrouw.

 

Geneesmiddelen

Jos  kan  zich  nog  goed  herinneren  hoe  het  allemaal  begon.  „Ik  was  al  maanden  heel  erg  moe  en  Had pijnlijke  vingers  en  voeten.  Op  een  ochtend  kon  ik  niet  meer  uit  bed  komen,  omdat  werkelijk  ál  mijn gewrichten  ontstoken  waren:  mijn  vingers,  polsen,  ellebogen,  schouders,  tenen,  enkels, knieën..

Toen  Jos  een  paar  weken  later  te  horen  kreeg  dat  reumatoïde  artritis  de  boosdoener  was,  kreeg  zehet  beeld  van  haar  oom  op  het  netvlies.  „Hij  heeft  de  ziekte  ook. Mijn  oom  is  een  man  met vergroeide handen,  die  aan  elk  gewricht  wel  eens  geopereerd  is.  Mijn  eerste  gedachte  was:  dat  staat  mij  ook allemaal  te  wachten!  Maar  inmiddels  realiseer  ik  me  dat  mijn  oom  van  een  andere  generatie  is.  Toen zijn  reuma  begon,  waren  er  minder  goede  geneesmiddelen.  Tegenwoordig  schrijven  artsen  al  in  hetbegin  van  de  ziekte  extra  ontstekingsremmers  voor  om  blijvende  schade  aan  de  gewrichten  zo  veelmogelijk  te  beperken.  Mensen  met  reumatoïde  artritis  hebben  daardoor  minder  vergroeiingen  enkomen  minder  vaak  in  een  rolstoel  terecht  dan  vroeger.‟  Met  geneesmiddelen  die  Jos  via  de reumatoloog  kreeg  voorgeschreven,  verdween  na  een  week  of  zes  de  ergste  pijn.  Ze  gebruikt  nudagelijks  een  onderhoudsdosis  van  twee  geneesmiddelen.  Als  ze  voelt  dat  de  pijn  verergert,  slikt  ze er nog  een  pijnstiller  bij.

Wennen  aan  pijn

Van  de  ergotherapeute  kreeg  Jos  tips  voor  hulpmiddelen  die  het  dagelijks  leven  gemakkelijkermaken.  Zo  gebruikt  ze  een  mes  met  een  omhoogstaand  handvat.  Dat  kan  ze  met  haar  vuistvastpakken  om  meer  kracht  te  zetten.

Ook  heeft  ze  een  pen  die  als  een  ring  aan  haar  vinger  is geklemd.  Op  die  manier  hoeft  ze  haar  vingers  er  niet  omheen  te  doen.

„Pijn  is  heel  vervelend,‟ Zegt Jos.  „maar  op  de  één  of  andere  manier  wen  je  eraan  en  bedenk  je  manieren  om  ermee  te  leven.  

Alsik  ‟s  ochtends  wakker  word,  zijn  mijn  gewrichten  erg  stijf.  Ik trek  dan  een  joggingbroek  aan en ga  met de  honden  naar  buiten.  Door  de  beweging  wordt  mijn  lichaam  langzaam  maar  zeker  soepeler.  

Weer thuisgekomen,  ga  ik  onder  de  douche  staan.

Ik  vouw  mijn  handen  boven  mijn  hoofd,  omdat  het warme  water  mijn  vingers  minder  stijf  maakt.  Daarna  kan  ik  dingen  pakken  en maak  ik mijn ontbijt.Het  koffieapparaat  zet  ik  „s  avonds  al  klaar,  want  „s  ochtends  krijg  ik  het  zakje  er  niet  in.‟Erger  dan  de  pijn,  vindt  Jos  het  gevoel  van  uitputting  dat  ze  vrijwel  elke  dag  heeft.  Bijna  alle  mensenmet  reumatoïde  artritis  hebben  er  last  van.  Waar  die  vermoeidheid  vandaan  komt,  is  nog  niet  goedonderzocht.

Spalken

Ondanks  de  pijn  en  de  vermoeidheid werkt  Jos  fulltime  als  personeelsmanager bij een  cateringbedrijf.Alleen  in  de  eerste  maanden  van  haar  ziekte  is  ze  thuisgebleven.  Ook  op  de  werkplek  zijn  er aanpassingen  die  Jos  helpen  goed  te  blijven  functioneren.

„Dankzij  een  headset  hoef  ik  mijn  mobiele telefoon  niet  vast  te  houden.  Ik  heb  een  ergonomische  muis,  waarmee  ik  mijn  vingers  minder  hoefte gebruiken,  en  ik  krijg  een  spraakgestuurde  computer  op  proef.  Als  ik  een  mindere  dag  heb,  kan  ikthuis  werken.  Verder  heb  ik  behulpzame  collega‟s. Als  we  samen lunchen, maakt  er altijd wel iemand ongevraagd  het  flesje  voor  me  open.  En  als  de  kantinedames  me  zien  binnenkomen, schenken ze alvast  mijn  soep  in.‟  Naar  haar  werk  draagt  Jos  vaak  spalken  die  haar  polsgewrichten  fixeren, waardoor  ze  minder  pijn  doen.  „Als  ik  naar  een  ander  bedrijf  moet,  vind  ik  die  spalken  vervelend. Ze zien er snel versleten uit en dat staat niet representatief. Bovendien vind ik het niet prettig dat die  spalken  meteen  duidelijk  maken  dat  ik  iets  mankeer.  Daarom  heb  ik  bij  een  zilversmid  spalkengekocht  die  eruitzien  als  een  sieraad.  Nu  zeggen  mensen  soms:  “Wat  heb  jij  een  bijzonderearmband!”  Ik  grap  dan:  “Ja,  kinky  hè?”  Zonder  verder  over  de  reuma  te  vertellen.‟Naast  haar  werk  is Jos cursusleidster  van  Reuma  Uitgedaagd!,  een  cursus  van  deReumapatiëntenbond  die  mensen  met  reuma  helpt  hun  leven  weer  zoveel  mogelijk  in  eigen  hand  te krijgen.  „Het  is  heel  fijn  dat  ik  andere  mensen  tips  en  handvatten  kan  geven.  Op  die  manier  komter toch  iets  positiefs  voort  uit  mijn  ziekte.‟

Verdriet

Vriendin  Gees  komt  binnen  en  gaat  erbij  zitten.  Op  welke  manier  heeft  de  reuma  hun  relatie beïnvloed?  „Toen  mijn reuma  begon,  draaide  alles  om  mij,‟  vertelt  Jos.  „Van  het  ene  op  het anderemoment  kon  ik  niets  meer  en  had  ik  Gees  elk  moment  van  de  dag  nodig. Zij moest mij aankleden enverzorgen. Doordat  ik  zoveel  pijn  had,  had  ik  helemaal  geen  aandacht  voor  Gees.  

We  hadden  geengelijkwaardige  relatie  meer.  Het  heeft  wel  drie  jaar  geduurd  voordat  er  weer  evenwicht  kwam.‟Ik  heb  veel  verdriet  van  Jos‟  ziekte  gehad  en  soms  vind  ik  het  nog  moeilijk,‟  vult  Gees  aan.  

„Jos heeftwerken  héél  hoog  in  het vaandel staan,  maar door de  reuma kost het haar enorm veel energie

Daardoor  blijft  er  minder  ruimte  over  om  samen  leuke  dingen  te  doen.  Van  tijd  tot  tijd  praten  weover  wat  we  nou  eigenlijk  willen  in  het  leven  en  wat  ons  gelukkig  maakt.  Dan  komen  we  tot  eensoort compromis  en  gaan  we  weer  een  poosje  verder  op  die  manier.‟  

Jos:  „Het  verloop  van  reumatoïde artritis  is  bij  iedereen  anders.  We  houden  er  rekening  mee  dat  de  ziekte  in  de  toekomst  erger  kanworden,  zonder  ons  daar  bang  door  te  laten  maken.  Wat  komt,  dat  komt.  En  verder  proberen we te genieten  van  elke  dag  dat  het  goed  gaat!‟

Onderwijsactiviteit

De docent geeft uitleg over de theorie rondom aandoeningen aan het bewegingsapparaat.

 

1.10 Het bewegingsapparaat deel 2

Onderwijsactiviteit

Je  hebt  de vorige keer het  artikel  over  leven  met  reuma  gelezen.

We bespreken klassikaal de volgende  vragen:

-      Op  welke  manier  beïnvloed  reuma  het  leven  van  deze  persoon?

-      Hoe  gaat  ze  om  met  eventuele medicatie?

-      Welke  hulpmiddelen  kun  je  herkennen  ?

-      Welke  tips  zou  je  kunnen  geven  op  gebied  van  leefwijze/voeding?

 

Lees hierna onderstaande situaties/casussen goed door en geef antwoord op de onderstaande vragen. Vervolgens bespreek je dit in een subgroep.

1 Mevrouw  Tiggelaar  is  een  weduwe  van  83  jaar.  Zij  heeft  al  jaren  last  van  haar  rug,  knieën  en heupen  doordat  ze  last  heeft  van  “slijtage”.  Mevrouw  is  altijd  heel  zelfstandig  geweest  en doet  haar  huishouden  nog  zelf.  Ze  gaat  regelmatig  op  bezoek  bij  familie  en  heeft  nogredelijk  wat  contacten  buitenshuis.  Ze  vindt  het  moeilijk  om  dingen  uit  handen  te  geven  enwil  graag  zo  lang  mogelijk  zelfstandig  blijven  wonen  in  haar  aanleunwoning.  De  laatste  tijd heeft  ze  steeds  vaker  pijnlijke  gewrichten  en  slaapt  slecht.  Het  lopen  gaat  steeds  moeilijker en zonder rollator komt ze eigenlijk nergens meer. Haar familie woont ver weg en hoewel zeregelmatig  contact  met  ze  heeft,  kunnen  die  haar  niet  ondersteunen  bij  de  dagelijksebezigheden.  Mevrouw  van  Tiggelaar  vindt  het  erg  vervelend  om  anderen,  “vreemden”,  tot last  te  zijn  probeert  alles  zelf  op  te  lossen.  Mevrouw  heeft  pas  een  staaroperatie  ondergaan en  krijgt  nu  tijdelijk  wat  hulp  van  de  thuiszorg.  Omdat  ze  niet  mag  bukken  wordt  ze  geholpenbij  de  wasbeurt  en  ook  bij  wat  huishoudelijke  taken.  Je  komt  als  helpende  2x  in  de  week  bij haar  en  je  merkt  dat  het  haar  eigenlijk  allemaal  wat  te  veel  is. Waarin  kun  je  mevrouw  ondersteunen?

a.  Welke  tips  kun  je  haar  geven  gericht  op  haar  persoonlijke  situatie  als  het  gaat  om:

-      hulpmiddelen

-      beweging

-      ontspanning

-      zelfredzaamheid

  Wat  geef  je  door  aan  je  leidinggevende?

 

2 In  het  verzorgingshuis  woont  mijnheer  Jansen.  Hij  is  85  jaar  en  heeft  reumatoïde  artritis.  Zijn vingers  en  voeten  zijn  erg  vergroeid.  Sinds  kort  kan  hij  niet  meer  goed  staan  en  lopen, waardoor  hij  steeds  vaker  op  zijn  kamer  moet  blijven  eten  terwijl  hij  het  altijd  erg  gezellig vond  om  in  de  eetzaal  te  eten.  Ook  vind  hij  het  vervelend  dat  hij  zijn  bestek  niet  goed  meer kan  gebruiken  waardoor  hij  vaak  knoeit.  Doordat  hij  de  laatste  tijd  erg  is  achteruitgegaan wordt  hij  met  veel  dingen  geholpen  en  kan  hij  voor  zijn  gevoel  niet  meer  bepalen  wat  hij  op welke  tijd  wil  doen.  De  zusters  hebben  het  al  druk  genoeg,  dus  hij  heeft  het  maar  nergens over.  Eigenlijk  vindt  hij  het  allemaal  niet  meer  zo  leuk  en  voelt  zich  vaak  somber.  Voor  hem “hoeft  het  allemaal  niet  meer”.  Je  merkt  als  helpende  dat  mijnheer  Jansen  de  laatste  tijd  erg stil  is  en  niet  meer  zo  gezellig  met  je  praat.  In  een  gesprekje  probeer  je  er  achter  te  komen wat  er  is  en  je  vermoed  dat  mijnheer  depressief  is.

-      Wat  zou  je  voor  mijnheer  kunnen  betekenen?

-      Wat  meld  je  aan  je  leidinggevende  ?

-      Welke  oplossingen  zou  je  samen  met  mijnheer  kunnen  bedenken?

-      Zou  je  op  korte  termijn  al  dingen  kunnen  afspreken?

Afsluitend bekijken en bespreken we met elkaar bijgaand filmfragment

https://www.youtube.com/watch?v=P54qdSEKptA

1.11 Het zenuwstelsel deel 1

Inleiding + Leerdoelen

Inleiding

Het zenuwstelsel is een complex systeem, het systeem werkt samen met je hersenen. De miljarden cellen van het zenuwstelsel leiden een prikkel naar je hersenen. Je hersenen zetten deze prikkel vervolgens om in een opdracht. Als er verstoringen optreden op dit gebied kunnen allerlei problemen ontstaan zoals bewegingsproblemen of stoornissen in gevoel.

 

Onderstaande leerdoelen staan centraal

  • Je kunt in grote lijnen de werking van het willekeurige en onwillekeurige zenuwstelsel uitleggen
  • Je kunt beschrijven wat ALS is
  • Je kunt beschrijven wat MS is
  • Je kunt benoemen wat spasmen zijn

Huiswerk

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 6 hoofdstuk 19, Aandoeningen aan hersenen en zenuwstelsel.

 

Oriënteer je aan de hand van de volgende vragen:

>Kun je voorbeelden beschrijven uit de praktijk van cliënten met deze ziektes en / of aandoeningen?

>Wat wordt er van jou als helpende verwacht als het gaat om extra aandachtspunten/observatie?

Onderwijsactiviteit

De docent geeft uitleg over de theorie van het zenuwstelsel. 

1.12 Het zenuwstelsel deel 2

Onderwijsactiviteit

We bekijken met elkaar de volgende filmfragmenten en bespreken dit na in de groep:

https://www.nhnieuws.nl/nieuws/223116/inas-leven-met-ms-ik-ben-niet-bang-om-dood-te-gaan-maar-wel-om-het-leven-los-te-laten

https://eenvandaag.avrotros.nl/item/door-een-wirwar-aan-instanties-en-regels-krijgen-als-patienten-vaak-te-laat-de-juiste-zorg/

Observeer tijdens het kijken en  beschrijf:

-      Welke  beperkingen  je  ziet

-      Welke  hulpmiddelen  worden  gebruikt?

-      Wat  de  ziekte  voor  de  cliënt  en  zijn  omgeving  betekent?

-      Welke  hulp  en  adviezen  jij  als  helpende  zou  kunnen  geven?

  • Het arrangement Module AFZ Helpende zorg en welzijn - Warande is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-04-23 00:55:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Module AFZ Helpende Zorg en welzijn
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.