Je hebt de vorige keer het artikel over leven met reuma gelezen.
We bespreken klassikaal de volgende vragen:
- Op welke manier beïnvloed reuma het leven van deze persoon?
- Hoe gaat ze om met eventuele medicatie?
- Welke hulpmiddelen kun je herkennen ?
- Welke tips zou je kunnen geven op gebied van leefwijze/voeding?
Lees hierna onderstaande situaties/casussen goed door en geef antwoord op de onderstaande vragen. Vervolgens bespreek je dit in een subgroep.
1 Mevrouw Tiggelaar is een weduwe van 83 jaar. Zij heeft al jaren last van haar rug, knieën en heupen doordat ze last heeft van “slijtage”. Mevrouw is altijd heel zelfstandig geweest en doet haar huishouden nog zelf. Ze gaat regelmatig op bezoek bij familie en heeft nogredelijk wat contacten buitenshuis. Ze vindt het moeilijk om dingen uit handen te geven enwil graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen in haar aanleunwoning. De laatste tijd heeft ze steeds vaker pijnlijke gewrichten en slaapt slecht. Het lopen gaat steeds moeilijker en zonder rollator komt ze eigenlijk nergens meer. Haar familie woont ver weg en hoewel zeregelmatig contact met ze heeft, kunnen die haar niet ondersteunen bij de dagelijksebezigheden. Mevrouw van Tiggelaar vindt het erg vervelend om anderen, “vreemden”, tot last te zijn probeert alles zelf op te lossen. Mevrouw heeft pas een staaroperatie ondergaan en krijgt nu tijdelijk wat hulp van de thuiszorg. Omdat ze niet mag bukken wordt ze geholpenbij de wasbeurt en ook bij wat huishoudelijke taken. Je komt als helpende 2x in de week bij haar en je merkt dat het haar eigenlijk allemaal wat te veel is. Waarin kun je mevrouw ondersteunen?
a. Welke tips kun je haar geven gericht op haar persoonlijke situatie als het gaat om:
- hulpmiddelen
- beweging
- ontspanning
- zelfredzaamheid
Wat geef je door aan je leidinggevende?
2 In het verzorgingshuis woont mijnheer Jansen. Hij is 85 jaar en heeft reumatoïde artritis. Zijn vingers en voeten zijn erg vergroeid. Sinds kort kan hij niet meer goed staan en lopen, waardoor hij steeds vaker op zijn kamer moet blijven eten terwijl hij het altijd erg gezellig vond om in de eetzaal te eten. Ook vind hij het vervelend dat hij zijn bestek niet goed meer kan gebruiken waardoor hij vaak knoeit. Doordat hij de laatste tijd erg is achteruitgegaan wordt hij met veel dingen geholpen en kan hij voor zijn gevoel niet meer bepalen wat hij op welke tijd wil doen. De zusters hebben het al druk genoeg, dus hij heeft het maar nergens over. Eigenlijk vindt hij het allemaal niet meer zo leuk en voelt zich vaak somber. Voor hem “hoeft het allemaal niet meer”. Je merkt als helpende dat mijnheer Jansen de laatste tijd erg stil is en niet meer zo gezellig met je praat. In een gesprekje probeer je er achter te komen wat er is en je vermoed dat mijnheer depressief is.
- Wat zou je voor mijnheer kunnen betekenen?
- Wat meld je aan je leidinggevende ?
- Welke oplossingen zou je samen met mijnheer kunnen bedenken?
- Zou je op korte termijn al dingen kunnen afspreken?
Afsluitend bekijken en bespreken we met elkaar bijgaand filmfragment