Bespreek in subgroepen onderstaande casussen. We bespreken deze daarna klassikaal .
1 In het verzorgingshuis woont mevrouw Hulleman. Zij is 80 jaar en is pas terug uit het ziekenhuis waar ze is behandeld nadat ze een hersenbloeding heeft gehad. Voor haar opname was mevrouw redelijk zelfstandig en had alleen hulp nodig bij de wasbeurt. Nu is mevrouw sterk afhankelijk van de zorg. Ze heeft een halfzijdige verlamming en praat moeilijk.Vanwege de problemen met haar spraak begrijpt de omgeving haar ook niet altijd goed.
Behalve dat ze slecht verstaanbaar is, benoemt ze sommige voorwerpen ook anders. Omdat je mevrouw Hulleman al jaren kent weet je hoe ze was vóór ze de hersenbloeding kreeg. Je merkt aan haar dat ze het erg moeilijk heeft met de ontstane situatie.
- Welke aandachtspunten zijn er op gebied van lichamelijke verzorging van mevrouw Hulleman?
- Welke aandachtspunten zijn er op gebied van benaderingswijze?
- Welke adviezen zou je familie, vrienden en mantelzorgers kunnen geven?
- Hoe zou je mevrouw kunnen ondersteunen op gebied van sociale contacten, hulpmiddelen en activiteiten?
2 Mevrouw Wouters woont in het woon -zorgcentrum waar je werkt. Ze heeft al jaren een vorm van hartfalen. De laatste tijd is ze steeds vaker benauwd en kan daardoor steeds minder meedoen aan activiteiten. Ook slaapt mevrouw slecht. Je ziet dat ze de laatste tijd vaker dikke benen heeft als je haar ‟s avonds in bed helpt.
- Wat geef je door aan je leidinggevende?
- Wat kun je zelf doen als helpende om mevrouw te ondersteunen?
- Welke tips kun je mevrouw geven op gebied van voeding, leefwijze en dergelijke?
3 Meneer Koolen belt in de nachtdienst en als je bij hem komt zie je dat hij erg benauwd is. Hij klaagt over pijn in zijn schouder en heeft een beklemd gevoel op de borst. Meneer vraagt om zijn spray, want dat helpt altijd als hij zo benauwd is.
- Welke acties onderneem je als helpende?