Module Dienstverlening Helpende Zorg en Welzijn - Warande

Module Dienstverlening Helpende Zorg en Welzijn - Warande

1.1 Inleiding module Dienstverlening (basisdeel)

Opbouw module

Tijdens deze module werk je aan onderstaande werkprocessen

B1-K1-W1 Bereidt werkzaamheden voor en stemt af

B1-K1-W8 Voert werkzaamheden uit gericht op voeding

B1-K1-W4 Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit

B1-K1-W3 Treedt op als aanspreekpunt

B1-K1-W6 Draagt bij aan een veilige situatie

B1-K1-W2 Maakt ruimtes gebruiksklaar

B1-K1-W5 Assisteert bij voorraadbeheer

B1-K1-W7 Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit

 

Deze werkprocessen worden in de les behandeld. Je gaat je thuis voorbereiden op de les, dit is het huiswerk. Bij de voorbereiding van de les ga je nadenken over wat je in deze les wil leren. Deze leervraag neem je mee naar de les.

Vervolgens gaat de docent het huiswerk in de groep bespreken en gaat door middel van het geven van opdrachten dieper in op het onderwerp. Dit is de onderwijsactiviteit

Bij ieder werkproces staat vermeld welke school opdrachten en (BPV) praktijkopdrachten je moet inleveren bij de docent. Als de werkprocessen zijn behandeld mag je de praktijkopdrachten doen in de praktijk. Welke praktijk opdrachten dit zijn wordt bij ieder werkproces vermeld. Dit zie je staan bij het kopje Examens en praktijkopdrachten. Bij drie werkprocessen hoeven er geen praktijkopdrachten en examens te worden gedaan.

Als de praktijkopdracht met een voldoende is afgerond mag je het praktijkexamen  doen.

Examens en praktijkopdrachten

B1-K1-W1 Bereidt werkzaamheden voor en stemt af:

  • Opdracht T1 Werken volgens planning
  • Opdracht T2 Het afstemmen van collega’s
  • Opdracht T3 Reflecteren

B1-K1-W8 Voert werkzaamheden uit gericht op voeding

  • Opdracht T1 Een bestelling opnemen en verwerken

B1-K1-W4 Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit

  • Let op: Geen praktijkopdracht/examen

B1-K1-W3 Treedt op als aanspreekpunt

  • Opdracht T1 Je treedt op als aanspreekpunt

B1-K1-W6 Draagt bij aan een veilige situatie

  • Opdracht T1 Zorgen voor een veilige situatie
  • Uitgewerkte schoolopdrachten 1,2 en 3

B1-K1-W2 Maakt ruimtes gebruiksklaar

  • Opdracht T1 werken volgens afspraak

B1-K1-W5 Assisteert bij voorraadbeheer

  • Let op: Geen praktijkopdracht/examen

B1-K1-W7 Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit

  • Let op: Geen praktijkopdracht/examen

 

Overzicht module basisdeel Helpende Zorg en Welzijn zelfstandige uren en begeleide onderwijstijd

 

ZU Zelfstandige uren

(klokuren)

 

BOT Begeleide onderwijstijd

Onderwijsactiviteit +

Studieactiviteit

(klokuren)

1.1 Inleiding module

0.45

1.5

1.2 Methodisch werken

0.45

1.5

1.3 Het afstemmen met collega’s

0.45

1.5

1.4 Het voeren van een werkoverleg

0.45

1.5

1.5 Onze voeding en voedselveiligheid

0.45

1.5

1.6 Voedingsgewoonten

0.45

1.5

1.7 Hulp bieden bij eten en drinken

0.45

1,5

1.8 Administratie en AVG

0.45

1.5

1.9 Mondelinge en schriftelijke rapportage

0.45

1,5

1.10 Communicatie

0.45

1.5

1.11 Onverwachte situatie

0.45

1.5

1.12 Veiligheid en veilig handelen

0.45

1.5

1.13 Arbo en Milieu

0.45

1.5

1.14 EHBO

0.45

1.5

1.15 Omgaan met druk en tegenslag

0.45

1.5

1.15 Grenzen aangeven en omgaan met ongewenst/onbegrepen gedrag

0.45

1.5

1.16 workshop weerbaarheid

 

3

1.17 Assisteert bij voorraadbeheer

0.45

45 minuten

1.18 Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit

 

0.45

 

 

45 minuten

 

 

1.2 B1-K1-W1 Methodisch werken

Werkproces B1-K1-W1 Bereidt werkzaamheden voor en stemt af

​​​​​​

 

De Helpende als zorgverlener

Leerdoelen van dit werkproces:

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je weet welke (BPV) opdrachten bij dit werkproces horen.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van methodisch werken.
  • Je kunt een werkplanning maken aan de hand van de 5 W’s en H.
  • Je weet op welke wijze je de werkzaamheden moet afstemmen met anderen.
  • Je hebt inzicht welke vaardigheden er nodig zijn voor een goede samenwerking.
  • Je bent op de hoogte van de functie van een werkoverleg
  • Je kunt een werkoverleg voorbereiden en uitvoeren

 

 

1.2 Methodisch werken

 

Inleiding

Als helpende zorg en welzijn ontvang je werkopdrachten en instructies van de leidinggevende. Je neemt  deel aan overleg om werkzaamheden af te stemmen en de werkuitvoering te bespreken. Je maakt een werkplanning en bereidt de werkzaamheden verder voor door te zorgen dat je beschikt over de benodigde materialen en middelen. Je maakt afspraken over de voortgang van het werk en draagt zo nodig werkzaamheden over.

Onderstaande leerdoelen staan centraal in dit blok:

  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van methodisch werken.
  • Je kunt een werkplanning maken aan de hand van de 5 W’s en H.

 

Huiswerk

Zoek het werkproces B1-K1-W1 op in Digibib (consortium) en lees het door.

Lees uit het boek ' helpende zorg en welzijn' Thema 1, hoofdstuk 8, methodisch werk.

Schrijf een kort verslag waarin je onderstaande vragen beantwoordt en neem dit mee naar de les.

  • Welke taken jij doet als dienstverlener
  • Voor welke taken jij je moest voorbereiden
  • Hoe deze voorbereiding er uit zag
  • Of deze voorbereiding voldoende was.

Onderwijsactiviteit

De docent gaat het huiswerk bespreken en gaat na of er nog vragen zijn naar aanleiding van het huiswerk.

De docent geeft uitleg over methodisch werken.

Begrippen als doel, prioriteit en efficiëntie worden nader toegelicht.

De docent geeft uitleg over het maken van een werkplanning.

 

Opdracht

Je gaat oefenen met het opstellen van een werkplanning.

Dit doe je aan de hand van de 5 W’s en H

  • Waar
  • Waarom (doel)
  • Wanneer (tijd)
  • Wie
  • Welke (materialen en middelen)
  • Hoe

 

De gemaakte werkplanning laat je lezen door een klasgenoot en aan de hand van de feedback die je krijgt kun je de werkplanning zonodig aanpassen.

 

1.3 B1-K1-W1 Het afstemmen met collega's

1.3 Het afstemmen met collega’s

Inleiding

Op je werk wordt van jouw verwacht dat je een professionele houding en gedrag kunt laten zien. Van een goede werknemer wordt verwacht dat hij:

Zo zelfstandig mogelijk, maar ook prettig samen kan werken

  • Afspraken nakomt
  • Kwaliteit levert
  • Duidelijk kan communiceren
  • Samen kan werken.

Lesdoelen: 

  • Je weet op welke wijze je de werkzaamheden moet afstemmen met anderen.
  • Je hebt inzicht welke vaardigheden er nodig zijn voor een goede samenwerking.

 

Huiswerk:

Schrijf voor jezelf op wat jij belangrijk vindt in de samenwerking. Denk na wat jij lastig vindt  in de samenwerking? Wat zou je hierin willen leren en schrijf dit op.

 

Onderwijsactiviteit:

De docent gaat in een onderwijsleergesprek het huiswerk bespreken.

De docent geeft informatie over vaardigheden die nodig zijn voor een goede samenwerking.

Het begrip LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) wordt nader belicht.

1.4 B1-K1-W1 Het voeren van een werkoverleg

1.4 Het voeren van een werkoverleg

Inleiding:

In je werksituatie is een werkoverleg een belangrijk onderdeel om afstemming te hebben met collega's en zaken te bespreken die van belang zijn.

Lesdoelen:

  • Je bent op de hoogte van de functie van een werkoverleg
  • Je kunt een werkoverleg voorbereiden en uitvoeren

 

Huiswerk:

Observeer een werkoverleg in jouw praktijk. Let daarbij op onderstaande onderdelen en maak notities.

  • Is er sprake van een doel
  • Is er een vaste agenda
  • Hoe en waar worden afspraken vastgelegd
  • Is er een vaste voorzitter

 

Onderwijsactiviteit:

De docent gaat in een onderwijsleergesprek het huiswerk bespreken.

De docent gaat nader uitleg geven over het voeren van werkoverleg en geeft uitleg over de opdracht.

 

Opdracht:

  • Organiseer een werkoverleg met een groepje van vier.
  • Stel het doel vast en maak een agenda.
  • Ga het werkoverleg uitvoeren.
  • Een van je klasgenoten maakt een filmopname (met je telefoon) van het overleg.
  • Evalueer het werkoverleg aan de hand van het filmpje.

De terugkoppeling vindt klassikaal plaats.

1.5 B1-K1-W8 Voeding en voedselveiligheid

Werkproces B1-K1-W8 Voert werkzaamheden uit gericht op voeding

​​​​​​

De Helpende als zorgverlener

Leerdoelen van dit werkproces:

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je weet welke (BPV) opdrachten bij dit werkproces horen.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je hebt kennis van de HACCP regels en weet deze toe te passen.
  • Je hebt kennis van de schijf van vijf en weet deze toe te passen.
  • Je hebt kennis en weet hoe te handelen als er sprake is van een NORO virus
  • Je hebt kennis van de verschillende voedingsgewoonten en kan hier naar handelen.
  • Je hebt kennis van het begrip ‘versterven’
  • Je hebt kennis van  de gevolgen van uitdroging en kan hier in handelen.
  • Je hebt kennis van de meest voorkomende slikproblemen.
  • Je weet op welke wijze je eten en drinken kan stimuleren bij de zorgvrager.
  • Je hebt een voorlopige planning gemaakt van de BPV opdracht.

 

1.5 Voeding en voedselveiligheid

Inleiding

Als Helpende zorg en Welzijn heb je een belangrijke rol als het gaat om voeding. Voeding is een belangrijke levensbehoefte en zorgt ervoor dat de zorgvrager in goede conditie blijft. Het is belangrijk dat je weet wat gezonde voeding is en hoe je voedselveilig kan werken.

Onderstaande leerdoelen staat centraal in deze les

  • Je hebt kennis van de HACCP regels en weet deze toe te passen.
  • Je hebt kennis van de schijf van vijf en weet deze toe te passen.
  • Je hebt kennis en weet hoe te handelen als er sprake is van een NORO virus

Huiswerk

Zoek het werkproces op in Digibid (consortium) en lees het door.

 

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema 5 hoofdstuk 12, voeding in verschillende levensfasen,.

Lees uit het boek Dienstverlenende werkzaamheden Thema 5 hoofdstuk 11, voedingsleer en hoofdstuk 12, voedselveiligheid.

 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt het gemaakte huiswerk.

Samen wordt er gekeken naar onderstaand filmpje wat gaat over het NORO virus.

https://www.youtube.com/watch?v=8dySRd7s0Gs

De docent gaat aan de hand van een PP uitleg geven over de HACCP.

https://wat-betekent.nl/wat-betekent-haccp/

De docent geeft kort uitleg over de schijf van vijf en introduceert de opdracht

 

Opdracht in tweetallen.

Ga onderzoeken welke voedingsstoffen voor ouderen belangrijk zijn.

Ga vervolgens na hoeveel van deze voedingsstoffen een oudere nodig heeft.

Maak op basis van de gevonden informatie een menu.

https://www.voedingscentrum.nl/nl.aspx

1.6 B1-K1-W8 Voedingsgewoonten

1.6 Voedingsgewoonten

Inleiding

Ieder mens heeft gewoonten, dit geld ook voor voeding. Dit kan te maken hebben met cultuur, ziekte, en levensstijl.

Lesdoelen

  • Je hebt kennis van de verschillende voedingsgewoonten.
  • Je hebt (samen met anderen) een presentatie voorbereidt.
  • Je hebt (samen met anderen) ) een interactieve presentatie gegeven.

Huiswerk

Lees uit  het boek dienstverlenende werkzaamheden Thema 5 hoofdstuk 15, Voedingsgewoonten.

 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt het huiswerk en introduceert onderstaande opdracht.

 

Opdracht in een groepje

Er worden presentatie voorbereidt ( verschillende voedingsgewoonten) en gepresenteerd aan de groep.

Hierbij kan je denken aan:

  • Vegetarisch
  • Biologisch
  • Glutenvrij
  • Cultuur gebonden voedingsgewoonte

De docent maakt een inventarisatie van de gekozen voedingsgewoonte.

De presentatie moet een interactief karakter hebben, dat wil zeggen de groep moet een actieve rol hebben tijdens de presentatie!

1.7 B1-K1-W8 Hulp bieden bij eten en drinken

1.7 Hulp bieden bij eten en drinken

Inleiding

Gezond en gevarieerd eten is belangrijk voor onze gezondheid. Als Helpende bied je hulp bij eten en drinken in verschillende omstandigheden en houd je rekening met gewoonten, voedingsadviezen en voorschriften uit het Zorgleefplan. Ook houd je rekening met problemen die zich kunnen voordoen op dit gebied zoals slikproblemen of weigeren van eten en/of drinken.

Lesdoelen:

  • Je hebt kennis van het begrip ‘versterven’
  • Je weet de gevolgen van uitdroging en kan hier in handelen.
  • Je hebt kennis van de meest voorkomende slikproblemen.
  • Je weet op welke wijze je eten en drinken kan stimuleren bij de zorgvrager.

 

Huiswerk

Lees uit het boek Helpende zorg en welzijn Thema  9 hoofdstuk 26 Hulp bieden bij eten en drinken.

Lees het artikel 'kwetsbare ouderen' (bestanden)

 

Onderwijsactiviteit:

De docent gaat door middel van een onderwijsleergesprek in op het begrip ‘versterven’,  voorkomen van uitdroging en ondervoeding.

De docent introduceert de onderstaande opdracht.

 

Opdracht 1 in een groepje:

  1. Welke slikproblemen kunnen zich voordoen bij ouderen.
  2. Wat zie je in de praktijk.
  3. Wat kun je doen als er sprake is van slikproblemen?

Van de bovenstaande vragen maken jullie notities, deze worden aan het einde van de les met elkaar gedeeld.

 

Maak een flyer van onderstaande  vragen. De flyer moet er visueel aantrekkelijk uitzien. De flyers worden  aan het einde van de les aan elkaar getoond.

  1. Hoe kan je ondervoeding signaleren?
  2. Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?
  3. Op welke manier kan je het eten en drinken stimuleren?

Er wordt feedback gegeven op:

  • Leesbaarheid
  • Toepasbaarheid voor de oudere zorgvrager
  • Visueel aantrekkelijk

 

Opdracht 2

  • Zoek bij de praktijkopdracht “Opdracht T1- Een bestelling opnemen en verwerken” op in digibib.
  • Ga vast nadenken hoe je deze opdracht in de praktijk gaat uitvoeren en maak alvast een voorlopige planning.
  • Vraag feedback aan je klasgenoot op je planning.

1.8 B1-K1-W4 Administratie en AVG

Werkproces B1-K1-W4 Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit

 

 

 

De Helpende als zorgverlener

 

Leerdoelen van dit werkproces

 

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je bent op de hoogte van de AVG regels en weet deze toe te passen.
  • Je kan in eigen woorden aangeven waarom rapportage belangrijk is.
  • Je weet het verschil tussen mondelinge en schriftelijke rapportage.
  • Je bent op de hoogte van de ‘rapportage regels’en kan deze toepassen.

 

 

 

1.8 Administratie en AVG

Inleiding

Als helpende zorg en welzijn krijg je te maken met een aantal administratieve werkzaamheden. Sommige zaken zijn nog op papier, de meeste administratie is tegenwoordig digitaal. Je moet daar mee kunnen werken.

De belangrijkste activiteit op dit gebied is het rapporteren van je werkzaamheden.

Verder moet je een aantal zaken kunnen vinden die van belang zijn  voor je werk, zoals een vakantierooster, notulen van een vergadering of andere werkafspraken.

In je werk zijn er ook taken die van administratieve aard zijn, daarnaast moet je rekening met bepaalde wet en regelgeving zoals AVG.

Lesdoel

  • Je kan in eigen woorden aangeven waarom rapportage belangrijk is.

Huiswerk:

Lees uit het boek Jij als dienstverlener Thema 4 hoofdstuk 13, Informatie uitwisselen en hoofdstuk 14 Werkzaamheden afstemmen.

Per 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (de geldende privacywetgeving in heel de EU) van persoonsgegevens vastgelegd om de privacy van mensen te beschermen. Zoek zoveel mogelijk informatie over deze wet.

  • Observeer hoe er op je werkplek wordt omgegaan met privacygegevens van de cliënt, maar ook van die van de medewerkers. Denk daarbij bijvoorbeeld aan e-mail en appgebruik.
  • Zijn er dingen veranderd sinds mei 2018?
  • Hoe ga je zelf om met dit soort zaken?

 

Onderwijsactiviteit:

De docent bespreekt het huiswerk en gaat in een onderwijsleergesprek nader in op dit onderwerp.

De docent geeft uitleg over het ontstaan en de gevolgen van de AVG.

 

Opdracht:

In een groepje ga je bespreken wat de AVG betekend voor jullie sector. Op welke manier heb je hier mee te maken. Ga op zoek naar situaties waarin dit een rol speelde.

De terugkoppeling van deze opdracht vindt klassikaal plaats.

 

1.9 B1-K1-W4 Mondelinge en schriftelijke rapportage

1.9 Mondelinge en schriftelijke rapportage

Inleiding

Om de zorg te kunnen continueren is het van belang dat er goede rapportage is. Het is van belang dat je op de juiste manier kan rapporteren.

Lesdoelen

  • Je kan in eigen woorden aangeven waarom rapportage belangrijk is.
  • Je weet het verschil tussen mondelinge en schriftelijke rapportage.
  • Je bent op de hoogte van de ‘rapportage regels’en kan deze toepassen.

 

Huiswerk:

Denk na over de volgende vragen:

  • Welke vaardigheden heb je nodig voor het schrijven van een rapportage?
  • Welke vaardigheden heb je nodig voor een mondelinge overdracht?
  • Op welke manieren wordt er gerapporteerd op je werkplek?

Neem een voorbeeld mee van een rapportage (anoniem gemaakt)

Neem je bevindingen mee naar de les.

 

Onderwijsactiviteit

De docent gaat uitleg geven over het belang van rapporteren. De verschillen tussen de mondelinge en schriftelijke rapportage worden toegelicht. De termen subjectief en objectief worden nader toegelicht.

De docent introduceert de opdrachten.

Opdracht 1

Je gaat aan de hand van de casussen (zie bestanden) oefenen met rapporteren.

Lees de casussen door en beantwoord de vragen die erbij staan.

Opdracht 2

Bedenk zelf een praktijksituatie en schrijf en daarover een casus uit. Werk in 2-tallen en wissel de casus uit.

Schrijf een rapportage bij de casus van je medestudent. Houd hierbij rekening met de informatie die je vandaag hebt gehoord.

Bespreek je rapportage met elkaar in hetzelfde 2-tal.

 

1.10 B1-K1-W4 Mondelinge en schriftelijke rapportage (2)

Inleiding

1.11 B1-K1-W3 Communicatie

Werkproces B1-K1-W3 Treedt op als aanspreekpunt

 

De Helpende als zorgverlener

 

Leerdoelen van dit werkproces

  • Je hebt kennis genomen van dit werkproces
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je hebt kennis uit welke fase een gesprek bestaat.
  • Je hebt kennis van het communicatieproces.
  • Je kan op de juiste manier communiceren met de zorgvrager/naasten.
  • Je kan de methode Pinto benoemen en toepassen
  • Je hebt inzicht hoe cultuurverschillen kan leiden tot communicatieproblemen

1.11 Communicatie

Inleiding

Als Helpende zorg en welzijn vraag je naar de wensen van de zorgvrager en diens naasten. Je geeft informatie of brengt de zorgvrager in contact met een collega. Je registreert eventuele gegevens in het systeem. Je rondt het gesprek af en checkt daarbij de tevredenheid. Dit vraagt van jou vaardigheden op het gebied van communicatie.

Lesdoelen:

  • Je hebt kennis opgedaan van  het communicatieproces
  • Je kan op de juiste manier communiceren met de zorgvrager/naasten.

Huiswerk

Zoek het werkproces op in Digibib en lees het door.

Maak de test op https://www.zorgvoorbeter.nl/communiceren-in-de-zorg/test

Lees de informatie via deze link

https://www.zorgvoorbeter.nl/communiceren-in-de-zorg/goed-gesprek-voeren

 
 
Bedenk voor jou een aantal situaties waarin je het aanspreekpunt bent geweest.  Geef aan welke vaardigheden je hebt toegepast en wat je hierin lastig vond.
 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt het huiswerk en gaat in een onderwijsleergesprek verder in op de manier van communiceren en geeft uitleg aan de fase van een gesprek en het  communicatieproces.

Opdracht

Je bespreekt in een groepje de situaties waarin het lastig was om te komen tot een goed gesprek. Je analyseert de situatie aan de hand van de theorie. De docent kan ervoor kiezen om een situatie te laten uitspelen voor de groep.

Om je kennis te toetsen kun je de free learning maken via onderstaande link.

https://free-learning.nl/modules/goed-in-gesprek/start.html

 

 

1.12 B1-K1-W3 Onverwachte omstandigheden

1.12 Onverwachte omstandigheden

Inleiding

Soms kom het voor dat de communicatie verstoord raakt, dit kan door:

  • Een zorgvrager/naaste die een andere taal spreekt en/of uit een andere cultuur komt
  • Een zorgvrager/naaste die ontevreden of boos is.

 

Lesdoelen

  • Je kan de methode Pinto benoemen en toepassen
  • Je hebt inzicht hoe cultuurverschillen kan leiden tot communicatieproblemen

 

Huiswerk

Denk na over bovenstaande situaties en op welke manier jij hierin handelde. Schrijf dit op en neem het mee naar de les.

Lees de informatie via de link.

https://www.zorgvoorbeter.nl/communiceren-in-de-zorg/lastige-gesprekken/boosheid-irritatie

 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt het huiswerk en gaat in een onderwijsleergesprek in op situaties die studenten inbrengen.

De docent geeft uitleg over de drie stappen van Pinto

  • Stap 1 Leer je eigen waarden en normen kennen
  • Stap 2 Begrijp de normen en waarden van de ander
  • Stap 3 De verschillen overbruggen

De docent introduceert de opdracht

Opdracht

Bespreek in je groepje welke normen en waarden mogelijk botsen met de normen en waarden van jou. Wat betekend dit voor jouw communicatie. Wat zijn de gevolgen hiervan? Op welke manier kan je de verschillen overbruggen zodat er een goede communicatie plaatsvindt.

Maak notities van wat er besproken is in je groepje en kom tot een gezamenlijke conclusie

De terugkoppeling vindt klassikaal plaats.

1.13 B1-K1-W6 Veiligheid en veilig handelen

Werkproces B1-K1-W6 Draagt bij aan een veilige situatie

​​​​​​

De Helpende als zorgverlener

Leerdoelen van dit werkproces:

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je weet welke (BPV) opdrachten bij dit werkproces horen.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je weet op welke manier je kan bijdragen aan een veilige omgeving.
  • Je weet hoe te handelen bij onverwachte situaties
  • Je hebt kennis van het doel van de ARBO dienst
  • Je hebt inzicht op welke manier je kan bijdragen aan een veilige werksfeer en werkplek.
  • Je hebt gebruikt gemaakt van de incident methode
  • Je hebt kennis van milieu bewust werken en kan deze toepassen.
  • Je hebt kennis van eenvoudige EHBO handelingen en kan deze toepassen.
  • Je hebt kennis van de verschillende tijdstijlen.
  • Je hebt inzicht in je handelen om stress te verminderen of te voorkomen.
  • Je hebt kennis en inzicht in onbegrepen gedrag en weet hoe te handelen.

 

Inleiding

Als Helpende zorg en welzijn controleer je de veiligheid van faciliteiten en/materialen en middelen. Je signaleert bijzonderheden en risico’s voor de veiligheid van zorgvragers/naasten en collega’s en onderneemt actie. Je haalt hulp of laat die halen. Je rapporteert de gebeurtenis aan de leidinggevende en/of verantwoordelijke dienst.

1.13 Veiligheid en veilig handelen

Inleiding

In je werk als Helpende Zorg en Welzijn heb je te maken met veiligheid, gezondheid en welzijn op je werkplek. Je draagt bij aan een veilige omgeving voor de zorgvrager maar ook aan de veiligheid van je collega’s en jezelf. Je leert wat veiligheid betekend in verschillende situaties en hoe hiermee om te gaan.

Lesdoelen

  • Je weet op welke manier je kan bijdragen aan een veilige omgeving.
  • Je weet hoe te handelen bij onverwachte situaties

 

Huiswerk

Zoek het werkproces op in Digibid (consortium) en lees het door.

Lees uit het boek ‘Dienstverlenende werkzaamheden’ Thema 4, hoofdstuk 7 veiligheid, hoofdstuk 8 veilig handelen.

Bereid je voor op de les door de onderstaande opdrachten te maken:

Opdracht 1:

  • Schrijf op van welke ruimte jouw zorgvragers gebruik maken
  • Werk per ruimte uit wat in deze ruimte een gevaar kan zijn voor de zorgvrager
  • Welke regels en richtlijnen zijn er in die ruimte van toepassing wat kan bijdragen aan een veilige omgeving.

Opdracht 2

  • Hoe reageert de BHV op een brandmelding
  • Welke blustoestellen en hulpmiddelen zijn aanwezig.
  • Waar zijn deze te vinden.
  • Wat voor deuren zijn er in het gebouw (afdraaiend, toedraaiend)
  • Is er een herkenbare verzamelplek
  • Wat wordt er van jou als Helpende verwacht in geval van brand.
  • Bekijk de protocollen in je praktijk als het gaat om brandalarm en wat te doen bij calamiteiten

 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt in een onderwijsleergesprek de gemaakte opdrachten en introduceert de onderstaande opdracht.

 

Opdracht 3

Bespreek in een groepje welke gevaarlijke situaties kunnen voorkomen in de praktijk. Zoek bij iedere situatie een manier om dit te voorkomen. Maak gebruik van de checklist veilige zorg van Vilans https://www.yumpu.com/nl/document/view/19986436/checklist-veiligheid-zorginstellingen-pdf-vilans

Maak met je groepje een lijst van 10 preventieve maatregelingen, deze zijn bedoeld voor zorgvragers  om gevaarlijke situaties te kunnen voorkomen.

Alle uitgewerkte opdrachten ( opdracht 1,2,3) van dit onderdeel worden bij de docent ingeleverd.

1.14 B1-K1-W6 ARBO en milieu

1.14 Arbo en Milieu

Inleiding

Als de werkomstandigheden niet optimaal zijn, kan dit problemen geven op zowel lichamelijk als geestelijk gebied. Het is dus belangrijk dat je weet waar je eigen verantwoordelijk ligt, maar ook wat je van de werkgever mag verwachten.

 

Lesdoelen

  • Je hebt kennis van het doel van de ARBO dienst
  • Je hebt inzicht op welke manier je kan bijdragen aan een veilige werksfeer en werkplek.
  • Je hebt gebruikt gemaakt van de incident methode

 

Huiswerk

Lees uit het boek ‘Dienstverlenende werkzaamheden ’Thema 4, hoofdstuk 9 Arbo en Milieu.

Neem je boek mee aar de les!

Huiswerkopdracht

Maak onderstaande vragen en neem de gevonden informatie mee naar de les.

  • Wat is het doel van de Arbo dienst.
  • Wat merk je in de praktijk van de Arbo dienst.
  • Wie is het aanspreekpunt binnen jouw organisatie.

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt de bovenstaande opdracht in een onderwijsleergesprek. De docent geeft uitleg over de incidentmethode  en introduceert de onderstaande opdracht.

Opdracht

In je groepje ga je de vragenlijst op bladzijde 74 van je boek ‘Dienstverlenende werkzaamheden’ bespreken. Je geeft elkaar tips:

  • Wat kun je zelf doen om een bepaalde situatie te verbeteren.
  • Kies vervolgens 1 situatie uit van de vragen van bladzijde 74 bij ‘Welzijn’ die jullie hebben besproken of breng zelf een onderwerp in waar je moeite mee hebt.
  • Bespreek dit met elkaar volgens de incident methode. Zie bestand voor toelichting incident methode.

De terugkoppeling vindt klassikaal plaats.

1.15 B1-K1-W6 EHBO

1.15 EHBO

Inleiding

'Een ongeluk zit in een klein hoekje' is het spreekwoord. Meestal wordt eerste hulp verleent door een BHV'er of iemand met een EHBO diploma. Niet altijd is zo iemand in de buurt en moet je zelf handelen. We bespreken daarom de basisregels van EHBO en oefenen een aantal handelingen op dit gebied.

Lesdoelen

  • Je hebt kennis van eenvoudige EHBO handelingen
  • Je hebt geoefend met eenvoudige EHBO handelingen en kan deze toepassen.

 

Huiswerk

Lees uit het boek ' Dienstverlenende werkzaamheden' Thema 4, hoofdstuk 10, EHBO.

Onderwijsactiviteit

De docent geeft met behulp van een PP informatie over EHBO.

Opdracht

Zoek minimaal 10 gevaarlijke stoffen of middelen waar zorgvragers in jouw situatie mee in aanraking kunnen komen.

  • Schrijf bij ieder stof of middel op hoe je moet handelen als de zorgvrager in aanraking komt met deze stof.
  • Maak hier een duidelijk, overzichtelijk en informatieve folder van.
  • De resultaten worden bekeken en nabesproken in de groep.

Vervolgens worden er een aantal EHBO handelingen geoefend.

1.16 B1-K1-W6 Omgaan met druk en tegenslag

1.16 Omgaan met druk en tegenslag

Inleiding

In de zorg werk je vaak onder tijdsdruk. Het is belangrijk overzicht te houden en te kunnen omgaan met de spanning en stress die dat soms oplevert. Ook gaat alles niet altijd zoals je dat van te voren hebt bedacht of gepland. Je moet met deze zaken leren omgaan.

Lesdoelen

  • Je hebt kennis van de verschillende tijdstijlen.
  • Je hebt inzicht in je handelen om stress te verminderen of te voorkomen.

 

Huiswerk

  • Lees uit het boek ' Jij als Dienstverlener' Thema 2, hoofdstuk 6, omgaan met druk en tegenslag.
  • Lees het artikel Wat is werkstress en hoe kun je werkstress verminderen? Zie bijgevoegd bestand.
  • Denk na over hoe jij omgaat met druk en werkstress.

Observeer tijdens een dienst:

  • Welke momenten van rust en onrust je hebt?
  • Op welke momenten je ‘druk’ voelt?
  • Hoe voel je je dan? Wat gebeurt er met je ademhaling?
  • Wat maakt dat je je weer rustiger gaat voelen?

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt in een onderwijsleergesprek het huiswerk. De docent geeft uitleg over de zes tijdstijlen van de zorgmedewerker. https://www.zorgvoorbeter.nl/tijd-zorg/tijdstijl

De docent introduceert de opdracht.

 

Opdracht

Bespreek in je groepje welke tijdstijlen je herkent van jezelf en die van collega’s.

Maak met je groepje een vlog met minimaal 10 tips voor je collega’s om stress te voorkomen en of te verminderen. Deze vlog wordt gedeeld i de groep.

Aansluitend maak je een eigen top 10 om te gebruiken voor jezelf.

 

1.17 B1-K1-W6 Grenzen aangeven en omgaan met ongewenst/onbegrepen gedrag

1.17 Grenzen aangeven en omgaan met ongewenst/onbegrepen gedrag

Inleiding

Het is belangrijk dat je voor jezelf kunt opkomen en dat je op een professionele manier kunt aangeven wat je wel en niet wilt. Daardoor kun je beter inspelen op ongewenste situaties in de praktijk.

Om dit op een professionele manier te kunnen is het belangrijk dat je weet waar jou grenzen liggen.

Daarnaast heb je als Helpende zorg en welzijn te maken met onbegrepen gedrag.

Lesdoel

  • Je hebt kennis en inzicht in onbegrepen gedrag en weet hoe te handelen.

 

Huiswerk

Lees uit het boek ' Jij als Dienstverlener' Thema 2, hoofdstuk 7, opkomen voor jezelf.

Kijk  in  je  organisatie  of  er  afspraken  zijn  waar  jij  je aan moet houden als je te maken krijgt met incidenten rondom ongewenst/onbegrepen gedrag en agressie.

Denk na over de onderstaande vragen en neem je antwoorden mee naar de les.

  • Hoe  merk  je  wat  agressie  met  je  doet?
  • Hoe  ga  je  daar  meestal  mee  om?
  • Wat  vind  je  van  je  reactie?
  • Geef  drie  soorten  gedrag  waarvan  je  meestal  last  hebt. Kan je aangeven waar dat mee te maken heeft?
  • Wat  doe  je  zoal  om  er  geen  last  meer  van  te  hebben?

 

 

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt in een onderwijsleergesprek het huiswerk.

Samen kijken wij naar de video van mijnheer van Vliet https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/videos

Onderstaande vragen worden klassikaal besproken:

  • Hoe is de opvang na een agressie incident in jouw organisatie geregeld.
  • Bij wie kan je terecht?
  • Doe je daar ook een beroep op? Waarom wel / waarom niet

 

De docent introduceert onderstaande opdracht.

Opdracht in tweetallen ‘begrijpen en omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag”

Bespreek twee zorgvragers van jouw werkplek met ‘moeilijk gedrag’.

Om het gedrag beter te kunnen begrijpen is het goed om rekening te houden met de omstandigheden en het tijdstip waarop het gedrag zich voordoet. Beantwoord onderstaande vragen.

  • Tegen wie is dit gedrag gericht
  • Wat deed de zorgvrager
  • Op welk tijdstip  speelde dit zich af.
  • Waar speelde dit zich af
  • Waar was de zorgvrager mee bezig voordat dit gedrag werd vertoond.
  • Wat was jouw reactie op het gedrag.

Kijk samen naar de antwoorden, zie je een bepaalde reden voor dit gedrag?

De opdracht wordt klassikaal nabesproken in de groep.

1.18 B1-K1-W6 Workshop weerbaarheidstraining

De groep krijgt een workshop Weerbaarheid van een gastdocent.

1.19 B1-K1-W5 Voorraad administratie, inventariseren en bestellen

Werkproces B1-K1-W5 assisteert bij voorraadbeheer.

 

 

De Helpende als zorgverlener

 

Leerdoelen van dit werkproces

 

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je hebt kennis op welke manier voorraden in kaart worden gebracht.
  • Je bent op de hoogte wie de bestelling doet en controleert op jouw werkplek.

 

Inleiding

Als je op een afdeling werkt in een zorginstelling of bij een kleinschalig woonproject heb je ook te maken met het bijhouden van de voorraad.

Dat kan in een keuken gaan om koffie of thee, maar het kan ook zijn dat je de voorraad moet bijhouden op gebied van bijvoorbeeld incontinentiemateriaal.

1.19  Voorraad administratie, inventariseren en bestellen

Huiswerk

Lees uit het boek: 'Dienstverlenende werkzaamheden' Thema 7, Hoofdstuk 18 en 19.

Kijk op je werkplek welke methode wordt gebruikt om de voorraad in kaart te brengen en hoe de bestellingen worden gecontroleerd.

Neem zo mogelijk een voorbeeld mee van een voorraadlijst(op papier of een uitdraai uit de computer)

Onderwijsactiviteit

De docent bespreekt het gemaakte huiswerk.

1.20 B1-K1-W7 Onderhoud en herstel werkzaamheden

Werkproces B1-K1-W7 Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit

 

 

De Helpende als zorgverlener

 

Leerdoelen van dit werkproces

 

  • Je hebt kennis genomen van de inhoud van dit werkproces.
  • Je hebt een leervraag gemaakt.
  • Je hebt globale kennis van reparatie en onderhoud van apparatuur, middelen en materialen die op je werkplek van toepassing zijn

 

Inleiding

Tijdens de werk kom je met allerlei apparatuur, materiaal en middelen in aanraking. Goed onderhoud zorgt ervoor dat dit alles beter gaat  functioneren en langer meegaan.

1.20 Onderhoud en herstelwerzaamheden

Inleiding

Tijdens de werk kom je met allerlei apparatuur, materiaal en middelen in aanraking. Goed onderhoud zorgt ervoor dat dit alles beter gaat  functioneren en langer meegaan.

 

Huiswerk (neem je boek mee naar school)

Lees uit 'Dienstverlenende werkzaamheden' Thema 8, Hoofdstuk 20, 21, 22 en 23.

Lees uit ' Helpende zorg en welzijn' Thema 4, Hoofdstuk 11

 

Onderwijsactiviteit:

De docent bespreekt kort het gemaakte huiswerk en introduceert de opdracht.

Opdracht:

Je gaat in een groepje maximaal 3 vragen bedenken wat gaat over onderhoud. De docent verdeelt de onderwerpen.

Deze vragen worden klassikaal gesteld aan de overige groepen.

De groep die de meeste vragen goed heeft gewonnen!

  • Het arrangement Module Dienstverlening Helpende Zorg en Welzijn - Warande is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-04-23 00:04:01
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Werkprocessen behorende bij het Basisdeel Dienstverlening opleiding Helpende Zorg en Welzijn
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Team Janice en Ellen. (z.d.).

    Module Dienstverlening Helpende Zorg en Welzijn

    https://maken.wikiwijs.nl/187316/Module_Dienstverlening_Helpende_Zorg_en_Welzijn

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.