1.9 B1-K1-W4 Mondelinge en schriftelijke rapportage

1.9 Mondelinge en schriftelijke rapportage

Inleiding

Om de zorg te kunnen continueren is het van belang dat er goede rapportage is. Het is van belang dat je op de juiste manier kan rapporteren.

Lesdoelen

 

Huiswerk:

Denk na over de volgende vragen:

Neem een voorbeeld mee van een rapportage (anoniem gemaakt)

Neem je bevindingen mee naar de les.

 

Onderwijsactiviteit

De docent gaat uitleg geven over het belang van rapporteren. De verschillen tussen de mondelinge en schriftelijke rapportage worden toegelicht. De termen subjectief en objectief worden nader toegelicht.

De docent introduceert de opdrachten.

Opdracht 1

Je gaat aan de hand van de casussen (zie bestanden) oefenen met rapporteren.

Lees de casussen door en beantwoord de vragen die erbij staan.

Opdracht 2

Bedenk zelf een praktijksituatie en schrijf en daarover een casus uit. Werk in 2-tallen en wissel de casus uit.

Schrijf een rapportage bij de casus van je medestudent. Houd hierbij rekening met de informatie die je vandaag hebt gehoord.

Bespreek je rapportage met elkaar in hetzelfde 2-tal.

 

Casus bij opdracht 1 Rapporteren