Elasticiteiten

Elasticiteiten

Welkom

Welkom bij deze wikiwijspagina over elasticiteiten.

 

Op deze wikiwijs staat uitleg, fimpjes en oefenmateriaal over elasticiteiten. Behandeld worden de prijselasticiteit, inkomenselasticiteit en voor VWO de kruislingse elasticiteit.

Kijk het uitlegfilmpje of lees de inhoud bij elke woordsoort en begin met de oefeningen.

Het werkt het makkelijkste als je het programma doorloopt en dan afsluit met een formatieve toets.  

Er zijn ook wat extra materialen toegevoegd; een voorbeeld van een examenopgave  en de eindtermen uit de syllabus.

 

Heel veel werkplezier. 

Instructie

Instructie:         

                             

Wat:

Je doorloopt de wikiwijs, kijkt filmpjes en maakt de vragen

Hoe:    Je werkt op je eigen tempo, maar wel stil en serieus.
Tijd: We hebben drie lesuren van vijftig minuten om alles af te maken.
Hulp: Probeer het eerst zelf en als je er niet uitkomt mag je hulp vragen. 
Uitkomst: Na het maken van alle oefeningen maak je de formatieve toets.
Klaar: Maak de extra oefeningen of ga lekker een boek lezen.

   

         

Leerdoelen

Als je dit leerarrangement helemaal hebt afgerond, dan:
- Kun je de definities van de verschillende soorten elasticiteiten benoemen
- Kun je de prijselasticiteit berekenen
- Kun je de omzetelasticiteit berekenen
- Kun je de kruislingse prijselasticiteit berekenen (vwo)
- Kun je de verschillende soorten goederen benoemen
- Kun je aangeven wat het effect is van een prijsverandering op de vraag en de omzet

 

Elasticiteit in het nieuws

Uitleg prijselasticiteit

Uitleg prijselasticiteit

De formule:

De formule voor prijselasticiteit is: 

EV = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid                                                                          procentuele verandering van de prijs

De prijs is altijd de oorzaak en de gevraagde hoeveelheid het gevolg.
Je deelt altijd het gevolg door de oorzaak

De procentuele verandering kan je berekenen met de formule:  (nieuw-oud)  x 100%
                                                                                                           oud

Betekenis uitkomst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Examenprogramma en segment elasticiteit

In het examenprogramma staat in het leerdoel dat betrekking heeft op de inkomenselasticiteit, achter inkomenselasticiteit, tussen haakjes, ‘alleen segmentelasticiteit’. Wat zouden de samenstellers van het examenprogramma hier mee bedoeld hebben? Inkomenselasticiteit ís een segmentelasticiteit.

We nemen als voorbeeld aardappelen. Mensen in een lage inkomensgroep die afhankelijk zijn van de voedselbank, zullen bij een stijging van hun inkomen – wanneer ze niet langer in aanmerking komen voor de voedselbank -, meer gaan besteden aan normale levensmiddelen zoals aardappelen, brood, en groenten. De inkomenselasticiteit voor aardappelen voor lage inkomensgroepen is dan positief, en volgens de indeling die gebruikt wordt voor inkomenselasticiteiten, een normaal goed. Iemand die daarentegen een middeninkomen verdiend, zal misschien minder aardappelen gaan consumeren en aardappelen vervangen door andere producten.

We lezen vaak je dat aardappelen vervangen worden door pasta en rijst. Een toename van het inkomen leidt dan tot een afname van de vraag naar aardappelen. De inkomenselasticiteit is een segmentelasticiteit omdat het vertrekpunt – de hoogte van het initiële inkomen – (mede)bepalend is voor het effect op de vraag.

 

De formule

Elasticiteit is een begrip dat wordt gebruikt om aan te geven wat de verandering van de gevraagde hoeveelheid is als de prijs of het inkomen verandert.

De vraagcurve laat al zien dat de vraag zal afnemen als de prijs stijgt. Maar hoeveel de vraag gaat veranderen is mede afhankelijk van de elasticiteit. De verandering van de vraag is ook afhankelijk van een wijziging van het inkomen.

Aan de hand van een voorbeeld zie je wat de berekening van de prijselasticiteit voor informatie kan geven.

 

Een voorbeeld van een relatief elastische vraag

Stel: je verkoopt boterkoeken voor 1 euro (= 100 eurocent) per stuk en wilt je omzet vergroten. Verhoog je dan je prijs – waardoor je minder verkoopt maar meer verdient per stuk? Of laat je je prijs zakken – waardoor je meer verkoopt maar minder overhoudt per stuk?

 

De vraag in verhouding tot de prijs:

 

  • Stijgt de prijs met +15% (van 100 naar 115), dan zakt de verkoop in dit voorbeeld met -50% (van 100 naar 50)
  • Ceres
  • Ceres
  • De prijselasticiteit bedraagt dan -3,33, wat betekent dat de vraag relatief elastisch is en de prijs dus invloed heeft op de verkoop. Een hogere prijs vertaalt zich hier in minder verkoop en minder totaalomzet, namelijk 5.750 (115 x 50) i.p.v. 10.000 – wat niet zo goed is.

 

Hetzelfde geldt voor het omgekeerde geval: zakt de prijs met -15% (van 100 naar 85), dan stijgt de verkoop in dit voorbeeld met +50% (van 100 naar 150). De totaalomzet bedraagt dan 10.275 (85 x 150) – wat positief is.

Ceres

 

De algemene formule van elasticiteit:

 

                          Procentuele verandering van het gevolg

Elasticiteit =     __________________________________

             

                          Procentuele verandering van de oorzaak

 

De uitkomst is een verhoudingsgetal.  We zagen net hoe de vraag naar boterkoeken verandert bij een prijsverhouding.

Elastisch of inelastisch

Elastisch of inelastisch?

Als een procentuele verandering van de prijs kleiner is dan de procentuele verandering van de vraag, spreek je van een elastische vraag.

De waarde van de prijselasticiteit is dan kleiner dan -1.

 

Als de procentuele verandering van de prijs groter is dan de procentuele verandering van de vraag, spreek je van een inelastische vraag.

De waarde van de prijselasticiteit ligt dan tussen 0 en -1.

 

Als de waarde van de prijselasticiteit precies gelijk is aan 0 is er sprake van een volkomen inelastische vraag.

Wat vertelt de prijselasticiteit over de verandering van de omzet?

Prijselasticiteit en de omzet

In het kortt!
In het kortt!

Inkomenselasticiteit

Terug naar de formule

De algemene formule van elasticiteit:

 

                          Procentuele verandering van het gevolg

Elasticiteit =     __________________________________

             

                          Procentuele verandering van de oorzaak

 

De uitkomst is een verhoudingsgetal.

 

De oorzaak is nu de verandering van het inkomen en het gevolg is de vraag naar een product.

Inkomenselasticiteit

Wanneer het inkomen van een persoon veranderd, zal ook de vraag naar bepaalde goederen en diensten toenemen of juist afnemen. De mate waarin de gevraagde hoeveelheid veranderd noemen we de inkomenselasticiteit.

Om de inkomenselasticiteit te berekenen gebruiken we de volgende formule:

inkomenselasticiteit = % verandering van het gevraagde aantal producten \ % verandering van het inkomen.

De inkomenselasticiteit zegt ons iets over het soort goed wat gekocht word. We onderscheiden de volgende drie soorten goederen:

  • Noodzakelijke goederen (Inkomenselasticiteit is tussen de 0 en 1)
    Wanneer het inkomen stijgt ga je van deze goederen een klein beetje meer kopen. Denk hierbij aan elektriciteit of voedsel. Wanneer je inkomen stijgt ga je niet opeens veel meer stroom verbruiken of voedsel kopen.
  • Luxe goederen (Inkomenselasticiteit is groter dan 1)
    Wanneer het inkomen stijgt ga je van deze goederen meer kopen. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld vakanties, horloges en dure auto’s.
  • Inferieure goederen (Inkomenselasticiteit is negatief)
    Wanneer het inkomen stijgt ga je van deze goederen minder kopen. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld goedkope producten waarvan wanneer je inkomen is gestegen je een duurdere variant kan kopen.

Prijselasticiteit grafiek

Voorbeeld 1

Wanneer je inkomen stijgt met 10% ga je per jaar niet meer twee keer op vakantie maar 3 keer. Dit betekent een toename van 50%. De inkomenselasticiteit is dan 50%10% = 5, voor elk procent dat je inkomen stijgt geef je 5% meer uit aan vakanties. Vakanties zijn dus een luxegoed.

Voorbeeld 2

Wanneer je inkomen stijgt met 20% geef je 15% minder uit aan aardappelen, je gaat nu namelijk vaker uit eten. De inkomenelasticiteit is in dit voorbeeld −15%20% = −0,75, voor elk procent dat je inkomen stijgt geef je 0,75% minder uit aan aardappelen. Aardappels zijn dus een inferieur goed.

Inkomenselasticiteit

Inkomenselasticiteit

Wanneer het inkomen van een persoon verandert, zal ook de vraag naar bepaalde goederen en diensten toenemen of juist afnemen. De mate waarin de gevraagde hoeveelheid veranderd noemen we de inkomenselasticiteit.

De uitkomste van de formule  zegt ons iets over het soort goed wat gekocht word.

Er zijn drie soorten goederen:

  • De uitkomst is tussen 0 en 1. Dan hebben we te maken met noodzakelijke goederen. Wanneer het inkomen stijgt ga je van deze goederen een klein beetje meer kopen. Denk hierbij aan elektriciteit of voedsel. Wanneer je inkomen stijgt ga je niet opeens veel meer stroom verbruiken of voedsel kopen.
  • De uitkomst is groter dan 1. Dan hebben we te maken met luxe goederen.Wanneer het  inkomen stijgt ga je van deze goederen meer kopen. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld merkkleding, horloges, dure auto's.
  • De uitkomst is negatief. Dan hebben we te maken met inferieure goederen.
    Wanneer het inkomen stijgt ga je van deze goederen minder kopen. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld huismerken, tweedehands kleding, je gaat er minder van kopen wanneer je inkomen is gestegen en je een duurdere variant kan kopen.

Prijselasticiteit grafiek

Voorbeeld 1

Wanneer je inkomen stijgt met 10% ga je per jaar niet meer twee keer op vakantie maar 3 keer. Dit betekent een toename van 50%.  50%\10% = 5, voor elk procent dat je inkomen stijgt geef je 5% meer uit aan vakanties. Vakanties zijn dus een luxegoed.

Voorbeeld 2

Wanneer je inkomen stijgt met 20% geef je 15% minder uit aan aardappelen, je gaat nu namelijk vaker uit eten. De inkomenelasticiteit is in dit voorbeeld -15%\20% = −0,75, voor elk procent dat je inkomen stijgt geef je 0,75% minder uit aan aardappelen. Aardappels zijn dus een inferieur goed.

 

 

Alleen VWO Kruislingse elasticiteit

Kruislingse elasticiteit

Kruislingse (prijs)elasticiteit

Bij de kruislingse elasticiteit meten we in welke mate de vraag naar een product reageert als de prijs van een ander product veranderd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de prijs van benzine en de vraag naar auto’s. Wanneer de prijs van benzine stijgt wordt autorijden duurder en zal de vraag naar auto’s ook afnemen. Een ander voorbeeld; als thee duurder wordt dan neemt de vraag naar koffie toe.

 

De kruislingse elasticiteit kunnen we met de volgende formule berekenen:

kruislingse elasticiteit = % verandering van de vraag naar product 1 \ % verandering van prijs van product 2.

 

De kruislingse elasticiteit vertelt ons hoe sterk de vraag naar product 1 wordt beïnvloed door de prijs van product 2. Het kan zijn dat er meer of minder van product 1 gekocht wordt nu of dat de vraag helemaal niet veranderd.

 

  • Complementair goed (kleiner dan 0) 

         Bij complementaire goederen is de kruislingse elasticiteit kleiner dan 0.

         Complementaire goederen zijn goederen die elkaar aanvullen. Denk hierbij aan een printer           en inkt, een auto en benzine, tandenborstels en tandpasta. Wanneer de prijs van tandpasta           daalt zal de vraag naar tandenborstels stijgen. Wanneer de prijs van tandpasta stijgt zal de           vraag naar tandenborstels dalen.

 

  • Substitutiegoederen (groter dan 0)
    Bij substitutiegoederen is de kruislingse elasticiteit groter dan 0.                Substitutiegoederen zijn goederen die dezelfde behoefte bevredigen. Denk hierbij aan een dagje naar de dierentuin of een dagje naar een attractiepark. Beide producten bevredigen de behoefte voor een dagje uit. Wanneer de prijs van een dierentuin bezoek stijgt zal de vraag naar een attractiepark bezoek stijgen omdat dit nu in verhouding goedkoper is geworden.

 

  • Onafhankelijke goederen (elasticiteit is 0)
    De kruislingse elasticiteit is dan 0.  Bij sommige goederen reageert de vraag niet op een prijsverandering van een ander goed. Dit noemen we onafhankelijke goederen.

 

Syllabus VWO en HAVO

De hele syllabus voor het vak economie voor Havo is te vinden via deze link

https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-economie-havo-2022/2022/havo/f=/economie_havo_2022_versie_2.pdf

De hele syllabus voor het vak economie  voor VWO is te vinden via deze link:

https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-economie-vwo-2022/2022/f=/economie_vwo_2022_versie_2.pdf

 

Syllabus Havo (eindtermen elasticiteiten)

1.5. het vraaggedrag van consumenten bij prijsveranderingen en inkomensveranderingen, alsmede hoe dit in prijselasticiteit en inkomenselasticiteit (beide segmentelasticiteit) tot uitdrukking komt;

1.6 effecten van substitutie en complementariteit van goederen op het koopgedrag van consumenten (alleen beredeneren);

1.7 het verband tussen de aard van normale, inferieure en luxe goederen en de hoogte van de inkomenselasticiteit;

 

Syllabus VWO (eindtermen elasticiteiten)

1.5 Prijselasticiteit (alleen segmentelasticiteit) als een maat voor de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een relatieve prijsverandering.

1.6 Het onderscheid tussen een prijselastische- en een prijsinelastische vraag.

1.7 Inkomenselasticiteit (alleen segmentelasticiteit) als een maat voor de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een relatieve inkomensverandering.

1.8 Het onderscheid tussen inferieure, normale en luxe goederen, in relatie met de waarde van de inkomenselasticiteit. 1.9 Substitueerbaarheid en complementariteit van goederen, in relatie tot de vraag naar een (ander) goed; kruislingse elasticiteit.

Havo Examenopgaven 2021

VWO Examenopgave 2016

Formatieve toets Havo

Formatieve toets VWO

Begrijp ik het? Bedenk zelf een toetsvraag, spiekbrief of iets anders.

  • Het arrangement Elasticiteiten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Vakdidactiek
    Laatst gewijzigd
    2024-05-30 09:44:29
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit arrangement bestuderen we de verschillende elasticiteiten. Je kunt dit arrangement zelfstanding doorlopen. Je vindt er filmpjes, uitleg en oefenopgave. Ook hebben we de leerdoelen uit de syllabus er bij gezocht. Een syllabus is zodoende een hulpmiddel voor degenen die anderen of zichzelf op een centraal examen voorbereiden.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Normale, inferieure en luxegoederen; Markt; Economie; Vraag en aanbod; Substitutie en complementariteit; Inkomens‑ en prijselasticiteiten;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Uitleg prijselasticiteit
    https://youtu.be/Em_wWF9gvPw
    Video
    Prijselasticiteit en de omzet
    https://youtu.be/TUEGBK-WWGQ
    Video
    Inkomenselasticiteit
    https://youtu.be/GLW9Zps9mco
    Video
    Kruislingse elasticiteit
    https://youtu.be/hIJhlcgj8A0
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Formatieve toets havo

    Formatieve toets VWO

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.