Politieke Dimensie

Politieke Dimensie

Les 1: Definities politiek

Verschil tussen politiek en democratie

We gebruiken woorden als poltiek en democratie vaak door elkaar heen. Toch betekenen ze niet helemaal hetzelfde. Waar zit het verschil precies in?

Een Democratie is een bestuursvorm waarbij inwoners van een land of stad inspraak hebben op het bestuur door middel van stemmingen, waarbij een meerderheid van de stemmers altijd voor een voorstel moet zijn om het door te voeren. Deze bestuursvorm komt van origine uit Athene, waar volwassen mannen (10-20% van de bevolking) inspraak hadden op het bestuur van de stad.

Er zijn landen op de wereld waar de bevolking van het land weinig tot geen inspraak heeft in de bestuur van hun land. Voorbeelden hiervan zijn landen als Rusland, China en Noord Korea. Toch worden die landen bestuurd door een of meerdere mensen. Deze landen zijn geen democratieën, maar er gebeuren echt wel politieke dingen waar die landen bij betrokken zijn.

Democratie is dus een manier waarop politiek wordt uitgevoerd.

Politiek volgens Easton

Democratie is dus een vorm van politiek. Waar wat is politiek dan weer precies?

Er is eigenlijk geen één correct antwoord op wat politiek nou exact is. Sommige geleerden zeggen dat politiek situaties zijn waarbij de overheid betrokken is of zou moeten zijn. Anderen vinden dat politiek het oplossen van problemen is die te groot zijn voor individuen om aan te pakken. Een andere groep geleerden vindt dat politiek vooral over waarden gaan.

Voor dit vak gebruiken we een definitie die bedacht is door die laatste groep geleerden. We gebruiken in het bijzonder de definitie van David Easton. Hij bedacht de volgende definitie van politiek:

“Politiek is een proces waardoor we bepalen welke waarden wij belangrijk vinden”

Twee kernwoorden in deze definitie zijn de woorden proces en waarden.

Een proces is een serie aan verschillende activiteiten

Een waarde is een idee of een gedachte die wij belangrijk vinden. Ze vormen vaak de kern van onze meningen en opvattingen over de wereld om ons heen.

Een praktisch voorbeeld:

Eline eet graag vlees, maar haar beste vriend Omid eet uit principe (waarde) geen vlees. Om haar te overtuigen van het feit dat vlees eten onethisch is, laat Omid een documentaire zien aan Eline over hoe varkens worden geslacht. Eline gaat nadenken over wat zij gezien heeft. Zij besluit uiteindlijk dat ze het wel zielig is voor de varkens, maar dat haar behoefte aan vlees belangrijker is dan hoe ze aan het vlees is gekomen.  

Easton zou dit omschrijven als een (klein!) politiek verschijnsel: Omid begint hier het proces door Eline de video te laten zien, en Eline heeft bepaald dat zij vlees eten belangrijker vindt dan het welzijn van dieren.

Waarom Easton?

De definitie van Easton doet iets wat vele andere definities van het woord politiek niet lukt: Het maakt duidelijk dat er een politiek aspect zit aan de vele meningen, keuzes en handelingen die wij allemaal dagelijks maken.

Voor jullie werk als OA of GPM is het zinnig om op deze manier naar “de politiek” te kijken. Easton’s definitie helpt ons om te zien dat politiek niet alleen de dingen zijn die gebeuren in het parlement of in debatten op televisie. De leefomgeving van onze leerlingen/kinderen, wat wij aan hun kunnen of mogen leren en hoe wij denken over het opvoeden van kinderen zijn vraagstukken met diepe politieke wortels waar jullie in het werkveld elke dag mee te maken krijgen.

Les 2: Stromingen in de politiek

Wat zijn stromingen?

Tijdens de verkiezingen in 2021 deden een recordaantal van 37 partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Naast de gebruikelijke gezichten van de VVD, D66 en de PvdA kon je in sommige onderdelen van het koninkrijk stemmen op de Libertaire Partij, TROTS, U-Buntu Connected Front of zelfs De Feestpartij.

Die enorme keuzemogelijkheid heeft ook effect op hoe de Tweede Kamer er uit is komen te zien na de verkiezingen; op het moment zitten er 20 fracties in de Kamer. Nog nooit hebber er zoveel fracties tegelijkertijd in het parlement gezeten.

Die enorme hoeveelheid partijen, met allemaal hun eigen partijprogramma’s, kunnen soms onoverzichtelijk zijn. Vandaar dat wij vaak politieke partijen uiteenzetting in stromingen: Categorieën waarbinnen partijen in grote lijnen hetzelfde denken, ook als ze het niet eens zijn over hoe ze dat gaan bereiken. Voor kiezers is deze verdeling handig; als je van jezelf weet wat je ongeveer vindt, kan je vaak heel veel partijen al uitsluiten zonder alle partijplannen te moeten lezen.

 

Binnen de politiek maken wij onderscheid tussen vier stromingen: Links, Rechts, Progressief en Conservatief

Assenstelsel van Nederland
Assenstelsel van Nederland

Kenmerken Links

Links is een vangterm voor alle opvattingen waaruit blijkt dat de overheid meer taken tot zich moet nemen met als doel om de samenleving gelijker te maken op economisch vlak. “De zorg moet meer budget krijgen” en “De overheid moet de controle overnemen van belangrijke goederen en diensten” zijn duidelijk andere opvattingen, maar zijn wel allebei links: Beiden spreken namelijk een mening uit waaruit blijkt dat de overheid een (nog) grote(re) rol moet innemen in de samenleving

Focus op: Economische zaken. Toegang tot werk, huizing, zorg, transport en onderwijs.

Voorbeelden: Partij van de Arbeid (PvdA), Socialistische partij (SP), Partij voor de Dieren (PvdD), GroenLinks (GL).

Campagneposter van de PvdA: Het slogan "Iedereen telt mee" moet duidelijk maken dat de partij links is
Campagneposter van de PvdA: Het slogan "Iedereen telt mee" moet duidelijk maken dat de partij links is

Kenmerken Rechts

Rechts is een vangterm voor alle opvattingen waaruit blijkt dat de overheid een kleiner(e), terughoudende rol moet aannemen in de samenleving, zodat mensen en bedrijven meer ruimte hebben om hun zaken te doen op de manieren die zij zelf prettig vinden. “Bedrijven moeten minder belasting betalen” en “De overheid moet zich alleen richten op het beschermen van de landsgrenzen en het privébezit” zijn duidelijk andere opvattingen, maar zijn wel allebei rechts: Beiden spreken namelijk een mening uit waaruit blijkt dat de rol van de overheid klein moet blijven.

Focus op: Economische zaken. Beperken van regels voor individuen en bedrijven, met als doel om de markt problemen zelfstandig te laten oplossen.

Voorbeelden: De VVD en CDA

Vergelijking Links-Rechts

Overeenkomst: Zowel politiek links als politiek rechts richten zich op de economische aspecten van de samenleving

Verschil: Links is van mening dat de overheid een grote rol in moet nemen in de samenleving om de economie gelijker te maken, en Rechts vindt dat de overheid juist een kleine rol moet innemen, zodat iedereen vrij is om economisch de keuzes te maken die zij willen.

Kenmerken Progressief

Progressief is een vangterm voor alle opvattingen waaruit blijkt dat de maatschappij zich meer moet inspannen om culturele problemen aan te pakken. De samenleving als geheel moet hiervoor soms ingrijpende veranderingen doorgaan. Deze veranderingen kunnen de samenleving op scherp zetten en onrust creëren, maar een progressief zal zeggen dat verandering soms nodig is.

Focus op: Culturele zaken. Bestrijden van (culturele) ongelijkheid tussen verschillende groepen mensen in de samenleving, zoals tussen mannen en vrouwen, mensen met en zonder migratieachtergrond, mensen met een beperking, LHBTI issues etc.

Voorbeelden: D66, Volt, GroenLinks.

Kenmerken Conservatief

Conservatief is een vangterm voor alle opvattingen waaruit blijkt dat de maatschappij haar normen, waarden en (gelovige) tradities zoveel mogelijk moeten behouden. Ingrijpende, snelle verandering kan gevaarlijk zijn, omdat deze onrust creëert. Hierdoor kan de samenleving in gevaar komen. Dat onrecht daardoor misschien langer doorgaat, is voor een conservatief een tragische noodzakelijkheid. De veiligheid en behoud van het geheel moet immers voorgaan op de behoeften van een individu

Focus op: Culturele zaken. Behoud van bestaande normen en waarden in naam van veiligheid, begrijpelijkheid van het leven en de harmonie in de samenleving.

Voorbeelden: SGP, CDA, ChristenUnie, FvD, PVV

Campagneposter van de FvD: De kritiek op genderidentiteit is een voorbeeld van het willen behouden van meer traditionele verhoudingen tussen mensen
Campagneposter van de FvD: De kritiek op genderidentiteit is een voorbeeld van het willen behouden van meer traditionele verhoudingen tussen mensen

Vergelijking Progressief-Conservatief

Overeenkomst: Zowel de progressieve als de conservatieve stroming richten zich op de cultuur van de maatschappij.

Verschil: De progressieve stroming ziet culturele verandering als een belangrijk onderdeel van culturen die aangemoedigd moet worden, maar de conservatieve stroming ziet culturele verandering sneller als een gevaar voor de stabiliteit en harmonie van de samenleving.

Overlap?

Er zit overlap tussen hoe we ideeën categoriseren. Het is geen toeval dat weinig linkse partijen conservatief zijn en er weinig rechts-progressieve partijen zijn. Toch is het belangrijk om te benadrukken dat de ene set termen zich in de kern richt op economische standpunten en de andere set de nadruk legt op het culturele aspect van de samenleving.

Aanvullende webpagina's

Optioneel: Assenstelsel Nederland
ProDemos heeft een handige tool gemaakt waarbij je het Assenstelsel van politiek Nederland zelf kan invullen. Sleep de partijen bij de juiste bolletjes tot je een duimpje te zien krijgt!

Optioneel: Kieswijzer 2021
Wil je weten welke partij misschien het beste bij je past? Doe dan de kieswijzer!

Politieke Oriëntatietest
De Test die je nodig hebt in opdracht 2!

Les 3A: Ideologie

Wat is het verschil tussen een mening en een ideologie?

Een ideologie is in zekere zin hetzelfde als een mening. Toch zouden we niet zeggen dat een mening zoals “ik vind koffie lekker” een goed voorbeeld is van een ideologie. Waar zit het verschil hem dan precies in?

Een mening is een subjectieve* opvatting van de werkelijkheid. Dit kan gaan over van alles; voorkeur voor eten, personen, kwaliteiten, etc. Meningen hoeven onderling niet heel veel samenhang te hebben: Als jij koffie lekker vindt, dan hoeft dat weinig te zeggen over wat jij van thee vindt.

Voor een ideologie is dit anders: Een ideologie is ook een subjectieve opvatting van de werkelijkheid, maar dan op een gestructureerde manier. Het zijn verzamelingen van verschillende meningen die een samenhangend beeld vormen van de werkelijkheid. De focus ligt vaak op “de mens” of “de samenleving” en hoe die twee concepten met elkaar samenwerken.

De drie "bouwstenen" van elke ideologie

Een korte google voor “List of political ideologies” zal je tientallen voorbeelden geven van verschillende politieke ideologieën. Het kan daarom moeilijk zijn om te zeggen welke dingen alle ideologieën met elkaar gemeen hebben. Toch hebben alle ideologieën, van Anarchisme tot Zionisme, in feite drie bouwstenen met elkaar gemeen: De visie op een ideale samenleving, de vergelijking met de huidige samenleving, en het actieplan om de ideale samenleving te bereiken.

De ideale samenleving

Als je ooit hebt bedacht hoe jouw ideale samenleving er uit zou zijn, dan heb je de eerste stap van een ideologie al eens uitgevoerd. Elke ideologie heeft een beeld van hoe de samenleving er idealiter uit zou moeten zien. De focus kan dan liggen op wie welke goederen krijgt, wat de sociale status is van bepaalde groepen of beroepen en hoe je bepaalde waarden het beste tot uiting kan brengen in de werkelijkheid.

De vergelijking met de huidige samenleving

Een ideoloog zal zelden tot nooit tevreden zijn met hoe de huidige samenleving in elkaar zit. Misschien heeft een groep mensen teveel of te weinig macht. Dat kan liggen aan economische, sociale of politieke factoren. Elke ideologie zal een verklaring hebben voor waarom de samenleving nog niet “juist” is, maar op welke manier de samenleving nog niet klopt, verschilt per ideologie.

Het actieplan

Er is een ideale samenleving, en er is de huidige samenleving. Maar hoe kan je dan de samenleving zo veranderen dat die ideale samenleving werkelijkheid wordt? Elke ideologie heeft een idee van wie of wat er zou moeten veranderen voordat die ideale samenleving bereikt kan worden. Dit noemen we – in het algemeen- het actieplan. Dat wilt niet perse zeggen dat er een puntsgewijze handleiding bestaat waarin elke ideologie uitlegt wat er moet gebeuren, maar vaak hebben aanhangers van een ideologie wel een beeld hebben van wat of wie het probleem is.

Het liberalisme

Hoofdkenmerken: Liberalisme is een politieke ideologie waarbij de (economische) vrijheid van individuen centraal staat. Om die vrijheid te garanderen, vinden de meeste liberalen dat de overheid een beperkte rol moet innemen in de samenleving

 

De ideale samenleving: Een Liberaal droomt van een wereld waarin iedereen zo vrij mogelijk is om zichzelf te ontwikkelen tot de meest ideale versie van zichzelf. De overheid moet individuen en hun bezit daarom beschermen, maar zo min mogelijk andere taken tot zich nemen. De economie moet zo vrij mogelijk zijn, want dan kunnen bedrijven en consumenten de beste keuzen voor hunzelf maken.

De huidige situatie: Veel liberalen vinden dat er teveel regels zijn waar bedrijven en individuen zich aan zouden moeten houden. Het is in Nederland bijvoorbeeld heel lang heel lastig geweest om mensen te ontslaan, waardoor veel bedrijven medewerkers in dienst moesten houden waar ze eigenlijk geen behoefte aan hadden. Dit is uiteindelijk voor iedereen nadelig: een bedrijf dat medewerkers moet betalen waar ze niet tevreden mee is wordt beperkt in hun opties om nieuwe, betere werknemers aan te nemen.

Het actieplan

De verzorgingsstaat en het sociale vangnet moet anders: financiële steun moet altijd tijdelijk zijn en mensen moeten worden aangespoord om (zoveel mogelijk) te gaan werken. Het ontslagrecht moet soepeler en de overheid moet belastingen voor bedrijven en voor vermogen verlagen. Dan kunnen mensen pas echt goed tot hun recht komen.

Campagnefilmpje VVD: Gemeente Rotterdam

Het socialisme

Hoofdkenmerken: Socialisme is een politieke ideologie waarbij de (economische) gelijkheid van de gemeenschap centraal staat. Om die gelijkheid te garanderen moet de overheid een grote rol innemen in de samenleving

 

De ideale samenleving: Een socialist droomt van een wereld waarin iedereen die werk verricht, genoeg heeft om rond te komen in de samenleving. De verschillen tussen mensen zijn in de socialistische samenleving beperkt, omdat de manieren waarop goederen en diensten worden gemaakt in handen zijn van de overheid, die alle burgers van de samenleving moet voorzien in hun behoeften.

De huidige situatie: Een harde socialist kan wel janken om hoe het gaat in Nederland: De verschillen in welvaart is in de laatste jaren toegenomen, publieke instituties zoals scholen vragen al jaren om meer budget en veel diensten zoals jeugdzorg worden uit vanuit Den Haag teruggegeven aan gemeenten; een recept voor ongelijkheid op basis van waar je woont. Menig socialist zal de toeslagenaffaire zien als een stereotype voorbeeld van alles wat mis is in Nederland; een overheid die mensen belooft te helpen met geld en middelen, maar in de realiteit het leven van mensen zuur maakt door hen alles af te pakken omdat ze mensen gewoon niet meer geloven.  

Het actieplan: De overheid heeft een te kleine en cynische rol ingenomen in de samenleving. De problemen die daaruit zijn ontstaan kunnen worden opgelost mits de overheid weer een centrale rol durft in te nemen in het dagelijks leven. Daardoor zouden we terug moeten naar een nationaal gezondheidsfonds, opkomen voor mensen in dit land met minder geld en andere middelen, en zouden rijkeren meer belast moeten worden; zij kunnen immers meer betalen, en dat geld kan iedereen ten goede komen.  

Campagnefilmpje: Groenlinks

Het confessionalisme

Hoofdkenmerken: Confessionalisme is de politieke ideologie waarbij religieuze waarden de kern van de politieke standpunten vormen. Om religieuze waarden in de samenleving een plek te geven, moet het behoud van tradities, normen en waarden een van de hoofdtaken van de overheid zijn.

 

De ideale samenleving: Een confessioneel is in Nederland iemand die (vaak) veel waarde hecht aan het Christendom en diens tradities. Het geloof bind mensen die anders weinig met elkaar te maken hebben. Geloof vormt (nog steeds!) in veel gemeenten het bindmiddel waardoor een gemeenschap hecht voelt. Het biedt mensen steun in goede en slechte tijden, geeft antwoorden op moeilijke gewetensvragen en geeft duidelijke morele kaders van gedrag dat wel en niet acceptabel is.

 

De huidige samenleving: De ontkerkelijking van Nederland is een ramp voor onze identiteit als een volk en voor ons moreel besef. Voor verschillende confessionelen zal de kern van het probleem anders liggen; sommige zullen vinden dat we oog zijn verloren voor de behoefte van gezinnen om goede burgers op te voeden. Anderen zullen specifieker problemen hebben met de opkomt van vrije omgangsnormen als het aankomt op seks, abortus, drank en drugsgebruik. Een samenleving waarin we geen gedeeld moreel besef hebben en regels die iedereen strak aan houdt, is een samenleving die gedoemd is om te mislukken.

 

Het actieplan: De samenleving moet zich weer keren tot haar duidelijke, vaste normen en waarden. De overheid moet daarom in Nederland christelijke tradities en rituelen als uitgangspunt nemen voor hoe de samenleving zou moeten werken. Ook moet de overheid middelen als drugs weer verbieden, en moet abortus zoveel mogelijk worden ontmoedigd, dan niet gewoon verboden worden.  

Campagnefilmpje: SGP (2017)

Les 3B: Ideologie

Les 4: van Wens naar Wet

De weg van wens naar wet

Wetten komen niet zomaar uit de lucht vallen; er gaat een heel proces aan vooraf. Over het algemeen maken we onderscheid tussen zes stappen die er nodig zijn voordat ergens een wet voor gemaakt wordt. In volgorde zijn dit:

 

  • Een maatschappelijk probleem wordt een politiek probleem

Wanneer veel mensen in de samenleving een probleem ondervinden, noemen we dit een maatschappelijk probleem; Misschien worden de boodschappen te duur, kunnen starters geen woning kopen of staat er teveel druk op het onderwijs. Het is dan aan politieke partijen, het kabinet en andere politici om dit op te pakken. Vanaf dan is het een politiek probleem.

  • Een minister maakt een wetsvoorstel

Hoewel wettelijk zowel de ministers als de Tweede Kamerleden wetten mogen opstellen, is het in de praktijk zo dat de meeste wetsvoorstellen ingediend worden door de verschillende ministers. Deze laat zijn ambtenaren het voorstel indienen om behandeld te worden in de Tweede Kamer

  • De leden van de Tweede Kamer bereiden het debat voor

Kamerleden beginnen niet zomaar aan een debat zonder zichzelf eerst te hebben ingelezen in het onderwerp. Zij krijgen het wetsvoorstel eerst te zien in commissievergaderingen, waarbij iedere partij met een aantal Kamerleden mag aanschuiven. Deze kan dan aan hun eigen partij uitleggen hoe het wetsvoorstel in elkaar zit en welke kritiek de partij kan hebben op het voorstel

  • De Tweede Kamer debatteert en stemt

Als de partijen zich hebben ingelezen op het onderwerp, kunnen ze het debat aan met de andere partijen. Tijdens het debat kunnen ze ministers verzoeken om iets te doen (een motie) of ze kunnen een aanpassing aan de wet voorstellen (amendement). Als de Kamer klaar is met debatteren, kan er voor en tegen het wetsvoorstel gestemd worden. Als het voorstel een meerderheid behaald, kan het doorgestuurd worden naar de Eerste Kamer

  • De Eerste Kamer debatteert en stemt

De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel zelf niet meer aanpassen, omdat de Tweede Kamer deze al heeft goedgekeurd. De taak van de Eerste Kamer gaat daarom vaak ook niet om de directe inhoud van een wetsvoorstel, maar wordt er veel meer gekeken of het voorstel niet in strijd is met eerdere wetten of internationale wetten of afspraken. Als de Eerste Kamer vindt dat een wet geen problemen veroorzaakt, keuren zij deze goed.

  • De betreffende minister en de koning ondertekenen de wet

Als beide Kamers de wet hebben goedgekeurd, komt de wet op het bureau van de minister die met het onderwerp te maken heeft en op het bureau van de koning. Deze moeten dan nog hun handtekening onder de wet zetten. Deze stap heeft een symbolische functie, gezien geen van beide nog mag weigeren diens handtekening onder de wet te zetten

Invloed hebben

In een democratie kan je op verschillende manieren invloed uitoefenen op de politiek. Voorbeelden hiervan zijn:

 

  • Stemmen

Stemmen is de meest voor de hand liggende vorm van invloed uitoefenen; stemmen kan de opstelling van de Tweede en Eerste Kamer op zo’n manier veranderen dat er andere partijen in de regering komen te zitten, die weer andere plannen kunnen hebben dan de vorige regering

  • Een petitie beginnen

Een petitie is een document waarmee je duidelijk maakt dat een aanzienlijk deel van de bevolking vindt dat een bepaald onderwerp in de politiek besproken moet worden. Als je 40.000 handtekeningen kan krijgen voor je petitie, mag je deze aanleveren in de Tweede Kamer en moet je petitie op de agenda van de Tweede Kamer komen te staan.

  • Een actiegroep oprichten

Als je over langere periode het beleid wilt beïnvloeden over een bepaald onderwerp, dan kan je waarschijnlijk het beste een actiegroep beginnen. Deze kan dan in gesprek gaan met Kamerleden en ministers over bijvoorbeeld de werkdruk binnen het onderwijs. Een voorbeeld van een actiegroep is bijvoorbeeld Greenpeace

  • Contact opnemen met een Kamerlid

Je kan altijd een brief of een email sturen naar Kamerleden als je denkt dat deze je kan helpen met een bepaald probleem. Die kan jou uitnodigen om te komen praten in Den Haag, of je verhaal meenemen in een debat of tijdens interviews

  • Aandacht krijgen in de media

Politici zijn gevoelig voor wat er in de media komt; journalisten kunnen druk uitoefenen op politici om bepaalde onderwerpen te bespreken. Ook kan de media helpen om het volk te betrekken bij je probleem en hen te overtuigen dat het een belangrijk probleem is waarvoor jij de oplossing weet

  • Demonstreren

Als politici niet genoeg gehoor geven aan je behoeften, kan je altijd besluiten om een demonstratie aan te vragen. Je kan dan met borden en spandoeken met een groep mensen ergens staan om je mening te uitten, maar je kan ook opzettelijk je werk stopleggen om druk uit te oefenen.

  • Naar de rechter stappen

Als je denkt dat een wet in strijd is met andere wetten, of dat het overheidsbeleid ervoor zorgt dat wetten niet goed worden uitgevoerd, dan kan je naar de rechter stappen. Die kan oordelen over of je gelijk hebt en het kabinet oproepen om hun beleid aan te passen.

  • Zelf een politieke partij oprichten

Als geen enkele politieke partij doet wat je wilt, kan je er altijd voor kiezen om er zelf een te beginnen. Je moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen en een borgsom betalen, maar dan mag je ook meedoen aan verkiezingen

 

De Tweede Kamer

De Tweede Kamer heeft twee belangrijke taken: een (mede)wetgevende taak en een controlerende taak. Dit betekent dat Kamerleden het recht hebben om zelf een wet op te stellen en te stemmen op wetten, maar ook dat zij de verantwoordelijkheid hebben om ministers en staatssecretarissen op het matje te roepen over hoe zij hun beleid uitvoeren.

 

De Tweede Kamer bestaat uit 150 leden, die ieder een stem hebben bij elke stemming. Vaak betekent dit dat je in je kamer 76 stemmen nodig hebt om een wetsvoorstel aan te nemen.

De Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft vooral een wetgevende taak, maar moet die anders invullen dan de Tweede Kamer. De EK controleert of wetten in strijd zijn met andere wetten en internationale afspraken. De Eerste Kamer mag zelf wetten niet meer aanpassen, omdat de leden van de EK niet direct gekozen zijn door het volk. Als de Eerste Kamer het niet eens is met een wet, legt ze vaak aan de Tweede Kamer uit waarom dat is, en kan hun of de minister wel verzoeken om het wetsvoorstel anders te formuleren, zodat ze het later alsnog goed kunnen keuren.

Les 5: De EU

Waarom is de EU opgericht?

De EU is een samenwerking tussen verschillende landen die op het Europees continent liggen. De EU is ooit begonnen als een samenwerkingsverband tussen zes landen net na de Tweede Oorlog: om te voorkomen dat er weer oorlog zou uitbreken in Europa gingen deze landen samenwerken om hun kolen en staalproductie internationaal te regelen. Deze samenwerking had de naam EGKS. Deze zou laten uitbreiden naar de EEC, die op zijn beurt in 1992 omgevormd werd tot de EU zoals we deze vandaag kennen.

 

Hoewel de rol, omvang en de deelnemers aan deze Europese samenwerking enorm veranderd zijn over de laatste zeventig jaar, zijn de voornaamste doelen van de samenwerkingsvormen onveranderd gebleven; de behoud van vrede en bescherming van democratie op het Europese continent.

Bestuursorganen van de EU

Net zoals in de landelijke politiek, worden beslissingen binnen de EU niet door een groep mensen gemaakt. Er komen vier verschillende bestuursorganen kijken bij de beslissingen die op Europees niveau worden genomen.

De Europese Commissie

De EC is het bestuursorgaan dat wetsvoorstellen schrijft. In de EC zit per lidstaat een eurocommissaris die helpt met het schrijven en bespreken van de wetsvoorstellen. Deze eurocommissaris is aangesteld voor de regering van het desbetreffende land.

 

Het Europees parlement

Het Europees parlement is het bestuursorgaan dat, samen met de Raad van de EU, voor of tegen de wetsvoorstellen stemt die door de Europese commissie geschreven zijn. Het EP is het enige bestuursorgaan binnen de EU dat direct gekozen wordt door de bevolking van de EU. Die mogen elke vijf jaar naar de stembus om te bepalen wie er namens hun in het EP mag komen te zitten.

 

De Europese Raad

De Europese Raad is het bestuursorgaan waar alle regeringsleiders van de landen in de EU inzitten. Zij bepalen vooral in grote lijnen met welke problemen de EU zich moet bemoeien over een aantal jaar. De Europese Raad stelt geen wetsvoorstellen op, maar geeft dus wel richting aan waar de EC zich op zou moeten richten (terrorisme, handel, landbouw, energieprijzen, etc.).

 

 

De Raad van de Europese Unie

Hoewel de Raad van de EU in naam veel lijkt op de Europese Raad, is dit toch een ander bestuursorgaan. De Raad van de EU bestaat namelijk niet uit regeringsleiders, maar uit ministers die met het onderwerp in kwestie te maken hebben. De indeling van de R.v.EU. ziet er dus verschillend uit liggend aan welk onderwerp er besproken moet worden. Dit bestuursorgaan stemt, net zoals het Europees parlement, over de wetsvoorstellen die de Europese Commissie heeft gemaakt. Zonder goedkeuring van zowel het Europees Parlement en de R.v.d.EU, wordt en wet niet op Europees niveau doorgevoerd.

Voordelen lidmaatschap

  • Immigratie en vrije beweging binnen de EU

Burgers binnen de EU hebben het recht zich vrij te verplaatsen en te migreren binnen de grenzen van de EU. Ook is het zo dat je bij landgrenzen bijvoorbeeld niet meer je paspoort hoeft te tonen (tenzij je vliegt). Voor jou als individu is dat vooral handig, omdat je sneller landen in en uit kan reizen. Voor bedrijven zit er ook veel voordeel aan: door de vrije beweging en open landsgrenzen kunnen zij makkelijker personeel aannemen die uit het buitenland komt en hun producten of diensten aanbieden buiten het land waar ze vandaan komen.

 

  • Samen sta je sterker

De individuele Europese landen zijn over het algemeen niet heel erg groot. Daarom zou het voor veel van de landen binnen de EU lastig zijn om impact te maken in de internationale politiek of bedrijven te forceren om zich te houden aan landelijke wetgeving. Door de EU is dit anders: samen vertegenwoordigt de Unie bijna 6% van de wereldbevolking en 20% van de wereldwijde economie. Hierdoor kunnen zij op politiek en economisch vlak veel meer druk uitoefenen dan dat iedere lidstaat in hun eentje zou kunnen

 

  • De interne markt

Veel landen binnen de EU werken met dezelfde munteenheid; de Euro. Dit heeft het voordeel dat landen onderling handel kunnen drijven zonder dat ze hun munteenheid met elkaar moeten ruilen voordat ze elkaar kunnen betalen. Het helpt consumenten ook een scherper beeld te hebben van wat een product nou werkelijk kost, vergeleken met wat zij gewend zijn om hiervoor te betalen. Voor een land als Nederland is de interne markt heel belangrijk; veel producten die verkocht worden in de EU komen binnen via de Rotterdamse haven, waar veel geld wordt verdient in Nederland.

Nadelen lidmaatschap

  • Verlies aan soevereiniteit

Landen zijn soeverein: zij mogen binnen hun landsgrenzen zelf bepalen welke regels gelden, wie de leiding heeft en hoe doe leider(s) kan gekozen worden. Door op internationaal niveau zoveel samen te werken zoals er binnen de EU wordt gedaan, houdt in dat de deelnemende landen in deel hun soevereiniteit moeten afstaan. Ze moeten zich immers aan Europese afspraken en wetten houden. Veel europese landen hebben politieke partijen die dat verlies aan soevereiniteit onacceptabel vinden. In Nederland zijn dit bijvoorbeeld de PVV en de FvD.

 

  • De organisatie

De EU kent veel bestuursorganen, waartussen het verschil niet altijd even duidelijk is voor burgers. Europese politiek krijgt vaak ook weinig aandacht in de media en scholen zijn vaak nog zoekende hoe ze les moeten geven over de EU en wat zij doet. Hierdoor is het voor burgers vaak niet duidelijk wie de leiding heeft binnen de EU, wat zij precies doet en welke voordelen daar uit komen.

 

  • Contributie

De EU heeft verhoudingsgewijs een relatief klein budget; het personeelsbestand is een kwart van de Nederlandse regering en het jaarlijks budget is de helft van het jaarlijkse budget van de Nederlandse regering. Toch vinden critici vaak dat dit budget nog steeds erg groot is, met name omdat een groot deel van dit budget opgaat aan minder welvarende lidstaten van de Unie, en in sommige gevallen gebruikt wordt om wankele economieën draaiende te houden.

Les 6: Voorbereiding debat

Link 1

Link 2

Link 3

Link 4

Link 5

Link 6

Link 7

Link 8

Link 9

Link 10

Link 11

Link 12

Link 13

Link 14

Link 15

Link 16