Conflicten

Conflicten Midden-Oosten & Arabische Lente

Conflicten Midden-Oosten & Arabische Lente

BEGIN HIER: Praktische introductie P.O.

Wat ga je doen?

Je gaat in ongeveer 6 lessen tijd een verslag maken over een land uit de Arabische wereld.
Het land en het groepje mag je zelf uitkiezen. Het verslag bestaat uit 3 opdrachten die te vinden zijn op deze website. Tijdens het uitvoeren maak je met twee andere klasgenoten een verslag en hiervoor ontvang je een cijfer. Dit cijfer telt mee als proefwerkcijfer en heeft dus een weging van 2.

Elke les open je links op deze website een nieuwe les en dit is wat je uitwerkt.

 

De website legt uit wat je moet doen en geeft je hiervoor de middelen.
De docent is er ter ondersteuning van inhouden of sturing te geven aan je opdrachten.
Je werkt het dus zelfstandig met twee medeleerlingen uit en als je hulp nodig hebt vraag je de docent.

 

Belangrijk: Je neemt dit gehele P.O. een koptelefoon/oortjes mee die je kunt gebruiken op de Chromebook. 

 

Veel succes!

Lessenserie Hoofdstuk 4 Conflicten

Weet je nog? De lesinhoud over conflicten? Dit  is de leidraad van je praktische opdracht. De kennis die je hebt opgedaan van de verschillende onderwerpen dien je nu toe te passen in deze opdracht. Laat dus zien dat je de onderwerpen goed begrijpt en kan toepassen.

 

Als je toch wat wilt teruglezen dan doe je dit in je lesboek hoofdstuk 4 of in de PowerPoints hieronder:

TIP: Hoe meer je weet hoe hogere kwaliteit je praktische opdracht krijgt hoe hoger het cijfer kan uitvallen (Even teruglezen is dus aanbevolen) 

Lesweek 1

Lesweek 1 Les 1

Welkom bij de eerste les.

 

Je gaat klassikaal een video bekijken. Bij deze video horen een aantal vragen.
Deze vragen dien je te beantwoorden en later in je groepje te bespreken

Vragen die je tijdens de video gaat beantwoorden:

1. Waarom willen moslims een kalifaat? (Kalief= opvolger van Mohammed).​
2. Welke landen horen niet bij de Arabische landen in het Midden-Oosten?​

3. Waarom waren de Arabieren boos terwijl het Westen vrijheid beloofde?​
4. Waarom zet de bevolking uit het Midden-Oosten zich af tegen de Westerse wereld?​

5. Waarom is het niet terecht dat het Midden-Oosten boos is op alleen het Westen?​
(Noem nog 2 vijanden)

 

De antwoorden van de vragen noteer je later in je verslag wat je aanlevert op Classroom van aardrijkskunde:
 

Lesweek 1 Les 2

Welkom bij les 2,

Vandaag ga je net als de vorige les je weer verder orienteren op de situatie van het conflict.
Ook hierbij horen weer een aantal vragen. Deze vraag neem je weer op in je groepsdocument.
Heb je de eerste vijf vragen nog niet af? Bekijk dan nog de video van les 1.
Als je alle 10 de vragen hebt beantwoord open je het document in classroom via de website en noteert de 10 antwoorden in je verslag.

 

Veel succes!

 

1. Wat zijn Sjieeten en Soenieten?​
2. Waarom vermoorde IS, mannen die Ali heette? ​

3. Hoeveel procent van de moslims is Sjiitisch ? ​

4. Wat is het verschil tussen Perzen (Iranese) en Arabieren?​

5. Waarom denk je dat al deze volkeren voor conflicten zorgen?

https://www.youtube.com/watch?v=TWWoR1Advl0

Lesweek 2

Lesweek 2 Les 1

​Wat ga je deze les doen?


1. Je opent het document door op de hyperlink te drukken.
2. Kopieer en plak de tekst van het document in de docs waar je al eerder in hebt gewerkt.
3. Je werkt vandaag minimaal de taakverdeling* uit en de opdracht van de mindmap hieronder en laat deze zien aan de docent. * er staan 6 lessen in de planning maar je hebt er echter maar 4 inclusief deze les (de eerste twee lessen heb je namelijk de video's bekeken).
4. Klaar met het invullen van de taakverdeling en mindmap opdracht? Begin met het uitvoeren van de taken die je hebt gekregen.

 

Loop je vast? vraag de docent om ondersteuning, bronnen, sturing en inspiratie.

 

 

Opdracht mindmap

Maak een mindmap en/of tijdlijn van minimaal 40 steekwoorden van onderstaand artikel uit 2011. Je neemt je mindmap naast de antwoorden van de video opdracht op in je inleiding.

 

Precies een jaar geleden begon de Arabische Lente 

Het is vandaag precies een jaar geleden dat de 26-jarige fruitverkoper Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak in Tunesië. Het was een persoonlijke daad van verzet maar zijn actie veranderde niet alleen de situatie in zijn eigen land maar in de hele regio. Dit incident mobiliseerde demonstraties van Tunesië tot Egypte, Libië, Syrië en verder. Dit was het begin van de Arabische Lente. 

De Volkskrant: Laura de Jong 17 december 2011, 20:13  

Op 17 december stak Bouazizi, zichzelf in brand, moegetergd door corrupte politieagenten. Zijn gruwelijke zelfmoord bracht de manifestaties tegen het regime van Ben Ali op gang. Op Bouzizi's begrafenis scandeerde 5000 demonstranten: 'Vaarwel Mohamed, we zullen je wreken. Vandaag huilen we om je, maar we zullen degenen die jouw dood veroorzaakten ook laten huilen.'  

Maar niemand had toen kunnen bedenken wat er vervolgens zou gebeuren: 12 maanden van protesten, geweld en revolutie van Noord-Afrika tot het Midden-Oosten, dat regeringen omver wierp en waarbij duizenden mensen het leven lieten.  

Maar wat is er de afgelopen 12 maanden ook alweer allemaal gebeurd? Welke regeringen zijn gevallen?  

Tunesië  
Op 17 december 2010, stak Bouzizi zichzelf in brand voor het provinciegebouw van Sidi Bouzid.  Waarom? Omdat Bouzizi's fruit weer eens was geconfisqueerd. Een politieagent schold hem uit, een vrouwelijke collega gaf hem een klap in zijn gezicht. Mohamed ging klagen in het gemeentehuis en bij het provinciebestuur, maar niemand wilde hem ontvangen. Ten einde raad kocht hij een jerrycan benzine, overgoot hij zichzelf voor het provinciehuis en stak hij zichzelf in brand. Hij werd in coma naar het ziekenhuis gebracht, en overleed ruim twee weken later. 

De wanhoopsdaad had onopgemerkt kunnen blijven, als neef Ali Bouazizi er niet was geweest. Hij filmde Mohameds omgegooide fruitkar, zijn verbrande lichaam en de kleine protesten die in Sidi Bouzid werden gehouden. Hij plaatste de filmpjes op internet, en riep op tot meer manifestaties. De volkswoede en de demonstraties werden steeds groter, verspreidden zich in heel Tunesië en leidden uiteindelijk tot de vlucht van Ben Ali op 14 januari. Ben Ali was vanaf 1987 aan de macht. Hij vluchtte naar Saoedi-Arabië. 

Op 23 oktober vonden er verkiezingen plaats in Tunesië. De leider van de islamitische Ennahda-partij werd aangewezen als minister-president. 

Egypte 
Na Tunesië wakkerde de vlam over naar Egypte. Op 25 januari verzamelden duizenden mensen op het Tahrirplein. Het protest groeide ondanks het feit dat president Hosni Mubarak er alles aan deed om het protest in de kiem te smoren. Op 27 januari sloot Mubarak het internet en alle mobiele netwerken af en zette hij het leger in op de menigte op het Tahrirplein. 

 

 

 


Het werd een bloedige strijd. Maar op 11 februari gebeurde iets wat niemand daarvoor voor mogelijk had gehouden: na bijna dertig jaar aan de macht te zijn geweest, trad Mubarak af.  

Sinds februari zijn sommige Egyptenaren gedesillusioneerd over hun revolutie en de rol van het nog altijd machtige leger. In december stroomde het Tahrir-plein wederom vol, met gewelddadige uitbarstingen.  Ook vandaag vonden er nog onlusten plaats. De betogers eisten dat de militairen, die sinds de val van president Hosni Mubarak in februari Egypte besturen, onmiddellijk plaatsmaken voor een burgerregering.  

Jemen 
De protesten tegen het regime van president Ali Abdullah Saleh begonnen gelijktijdig met de protesten in Egypte en zwollen aan. Nadat de regering scherpschutters inzette op ongewapende betogers om het protest tevergeefs te stoppen, keerden velen zich af van hun president. Enkele ministers en ambassadeurs namen ontslag. Drie generaals besloten hun troepen in te zetten om demonstranten te beschermen. Op 23 november 2011 trad Saleh af, na maanden van onrust en opstanden. Saleh was vanaf 1990 aan de macht. 

Libië 
In februari werd het eerste verzet tegen kolonel Muammar Kaddafi zichtbaar. Maar al gauw begon dit meer op een burgeroorlog te lijken. Terwijl de oppositie verharde in Benghazi, zette Kaddafi overheidstroepen in om de oppositie te onderdrukken. 

De Verenigde Naties besloot de opstandelingen te steunen, die zich hadden verenigd in de nationale Overgangsraad in Benghazi. De VN handhaafde een vliegverbod en onder NAVO-commando werden militaire voertuigen van Kaddafi aangevallen vanuit de lucht. Maanden van bloedige strijd volgden. Maar in augustus viel Tripoli, dat lange tijd een Kaddafi bolwerk was, in handen van de oppositie. Kaddafi's tijd als leider van Libië kwam na 42 jaar tot een eind. Op 20 oktober werd hij gevangengenomen en gedood vlakbij zijn geboorteplaats Sirtre. 

Bahrein  
In Bahrein uitte de sjiitische meerderheid zich tegen de soennitische koninklijke familie die het land regeert. De gediscrimineerde sjiieten bezetten het Parelplein naar het Egyptische voorbeeld op het Tahrirplein. Met hulp van troepen uit buurlanden Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten herstelde de regering de orde hardhandig. In juli 2011 startte een 'nationale dialoog', waaraan de belangrijkste sjiitische oppositiepartij meedoet. 
 

Syrië  
Half maart begonnen in Syrië de eerste protesten tegen president Bashar al-Assad. De demonstranten eisten meer democratie. Tot op de dag van vandaag gaan de protesten door. Maar de Syrische regering zet hard in tegen de betogers. Volgens schattingen van de Verenigde Naties zijn meer dan 5000 mensen tijdens deze protesten omgekomen. Assad trekt zich vooralsnog niets aan van kritiek vanuit de Arabische Liga en westerse naties op zijn handelen. Ook economische sancties lijken hem niet te raken en hij blijft alle beschuldigingen van betrokkenheid bij kindermartelingen en grootschalig geweld ontkennen.  

Elders 
Ook op andere plekken ter wereld vonden er demonstraties plaats. In Oman werden er sociale protesten op straat gehouden. Ook in Irak vonden er wekelijks demonstraties plaats tegen de overheidscorruptie. In het Iraakse gedeelte van Koerdistan zouden democratische protestacties in februari volgens Reporters without Borders, bloedig zijn neergeslagen. 

In Koeweit, Jordanië en in de Palestijnse gebieden waren ook sprake van protesten waar werd geroepen om politieke hervormingen. Maar deze acties hebben nog niet veel resultaat geboekt. In andere landen zijn wel hervormingen doorgevoerd om demonstraties te voorkomen. In Algerije kondigde president Abdellaziz Bouteflika in april aan inspanningen te leveren om het politieke systeem te veranderen. Ook de koning van Marokko stemde in met constitutionele hervormingen. 

Hoeveel mensen kwamen om? 
Duizenden mensen zijn tijdens de Arabische Lente omgekomen door geweld en intimidatieacties van de overheid. Het is moeilijk om een exact dodental te noemen, zeker omdat het bijvoorbeeld in landen als Syrië moeilijk is om inzicht te krijgen in de situatie. Volgens niet bevestigde schattingen zijn tussen de 30.000 en 40.000 mensen omgekomen. 

Wat is de impact geweest? 
Wat nu precies de uitkomst van de Arabische Lente op de lange termijn zal zijn, is nog steeds onderwerp van discussie. Sommigen menen dat de Arabische lente in een Arabische winter kan uitmonden als de uitbundigheid en de roes van de revolutie is neergedaald en de harde economische werkelijkheid zich aandient. 

Anderen zeggen dat de Arabische Lente boven alles heeft laten zien dat het volk de macht kan grijpen en dat het andere volken kan inspireren. Ook wordt gezegd dat de Arabische Lente heeft laten zien dat betogers de wereldwijde politiek opnieuw vorm kunnen gegeven. 

Veel zeggend was dat het Amerikaanse tijdschrift Time 'de demonstrant' uitriep tot Person of the Year 2011. Volgens Time leken de grote demonstraties de afgelopen 20 jaar, sinds de val van het communisme in 1989, irrelevant en ineffectief, op enkele uitzonderingen als in Zuid-Afrika na. Het hoofdartikel van Time verwoordt het zo: 'Een massaal en effectief straatprotest was wereldwijd een oxymoron, tot het - plotseling, schokkend genoeg - precies een jaar geleden de doorslaggevende kracht van onze tijd werd. En de demonstrant opnieuw de maker van geschiedenis werd.' 

Een ding is zeker, niemand had een jaar geleden kunnen bedenken dat toen de Tunesische fruitverkoper Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak, dit uiteindelijk tot gevolg zou hebben dat niet alleen Ben Ali, maar ook Mubarak, Saleh en Kaddafi het veld zouden ruimen. 

Lesweek 2 les 2

Wat ga je deze les doen?

 

Je werkt je werkstuk over je land deze les verder uit. Dit doe je aan de hand van het goedgekeurde plan van aanpak van de docent. Veel succes!

 

Als je vast loopt vraag je de docent om hulp of uitleg.

 

TIP: Laat de docent tussendoor je werkstuk bekijken zodat je het aan de hand van feedback kan verbeteren waardoor je de kwaliteit verhoogt.

Lesweek 3

Lesweek 3 Les 1

Geen les: je voert je onderzoeksplan uit en verzameld gegevens. 

 

Voor extra feedback of ondersteuning kan je altijd de docent benaderen.

Lesweek 3 Les 2

Vandaag maak je de reflectie:

 

Gezamenlijke reflectie:
Hoe ging het werken in de groep?

3 keer individuele reflectie:

Leerling 1:
Welke rol had je en heb je vooral ingenomen?
Wat ging er goed?
Wat ging er minder goed?
Waarom is je groep tevreden met het werk wat je hebt aangeleverd?
 

Leerling 2:
Welke rol had je en heb je vooral ingenomen?
Wat ging er goed?
Wat ging er minder goed?
Waarom is je groep tevreden met het werk wat je hebt aangeleverd?

 

Leerling 3:
Welke rol had je en heb je vooral ingenomen?
Wat ging er goed?
Wat ging er minder goed?
Waarom is je groep tevreden met het werk wat je hebt aangeleverd?

De leerdoelen

Weten​
1.Je kan de drie belangrijkste woningkenmerken benoemen uit het hoofd. (Ouderdom, soort woning, huur/koop)​
2.Je kan na de praktische opdracht van 4 lessen  de bewonerskenmerken: leeftijd, samenstelling, etniciteit en levensfase uit het hoofd benoemen aan de docent. ​

Uitleggen​
3.Je kan na de praktische opdracht in 100 woorden samenvatten welke factoren meespelend zijn voor een veilige leefomgeving.​
4.Je kan na de praktische opdracht in 100 woorden samenvatten welke factoren meespelend zijn voor sociale cohesie.​
5.Je kan na de praktische opdracht aan een medeleerling uitleggen waarom het buurtprofiel beïnvloed wordt door de woningkenmerken: ouderdom, huur of koop, woningtype en door de bewonerskenmerken: leeftijd, samenstelling, etniciteit en levensfase ​

Toepassen​
6.Je kan na kan na de praktische opdracht aan een medeleerling uitleggen waarom deze bepaalde factoren meespelen voor sociale cohesie.​
7.Je kan na de praktische opdracht, gebieden afbakenen met Google Maps en gegevens van de databank CBS-statline analyseren van het buurtprofiel en deze vervolgens met PowerPoint of Google Slides presenteren aan de docent en medeleerlingen.​
8. Je kan na de praktische opdracht zelf onderzochte informatie uit eigen leefomgeving analyseren en deze presenteren in een zelfgemaakte video.  

Creëren ​
9. Je kan na de praktische opdracht in groepsverband een nieuwe wijk/buurt ontwerpen die het vraagstuk uit je vraagstuk benadering kan oplossen en je kan deze presenteren met behulp van GIS

 

Handige links

Handige links om informatie van je land te vinden:

Statline: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/">https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl

 

Worldbank: http://wits.worldbank.org/visualization/country-analysis-visualization.html

 

Index Mundi: https://www.indexmundi.com/

Docentenhandleiding + Rubric

Oefenen met APA

Extra informatie APA + oefenopdrachten

Als je een werkstuk, presentatie of een boekverslag maakt, ga je op zoek naar informatie en zal je beslist ook gebruik maken van informatie, ideeën en afbeeldingen van allerlei andere mensen. Deze informatie haal je uit boeken, kranten, tijdschriften en websites. Dit zijn allemaal verschillende bronnen. Het is belangrijk dat je bij het gebruiken van deze bronnen opschrijft wat je gebruikt hebt, van wie en waar je het vandaan hebt gehaald. Doe dit vooral tijdens het maken van je werkstuk of presentatie en houd dit goed bij; achteraf zo’n bronnenlijst maken is heel lastig en kost veel tijd. Aan het eind van het (profiel)werkstuk of de presentatie moet je in een overzichtslijst laten zien wat je allemaal gebruikt hebt. Dit heet de bronvermelding, een alfabetische lijst (op achternaam van de auteurs) van al het door jou gebruikte materiaal, zodat de lezer (je docent) weet welke bronnen je hebt gebruikt en de lezer dit ook kan controleren. De manier van bronnen noteren zoals je dat hier leert, is gebaseerd op APA richtlijnen, de meest gebruikte manier in het hoger onderwijs. 

Je gaat een aantal bronvermeldingen van verschillende materialen zien. Lees dit zorgvuldig en pas deze informatie letterlijk zo toe in de opdrachten. Let op hoofdletters gebruik en punten. In het hbo en wo wordt het maken van een bronvermelding op dezelfde manier gedaan, dus is dit alvast een goede oefening. 

 

Basisregel bronvermelding van een boek
Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel: Eventuele subtitel. Plaats uitgever: Uitgever.

Voorbeeld:
Speet, B. (2008). De tijd van steden en staten: 1000 – 1500. Zwolle: Waanders.

Tip: met ‘jaar van uitgave’ wordt bedoeld het jaar waarin het boek is uitgegeven dat jij gelezen hebt. Dit is niet altijd hetzelfde als ‘de oorspronkelijke druk’. Let hier goed op.

Opdracht 1:
voor Nederlands heb je de volgende boeken gelezen:
• De tweeling geschreven door Tessa de Loo en uitgegeven in 2006 door Wolters-Noordhoff uit Groningen.
• Het huis van de moskee geschreven door Kader Abdolah en uitgegeven in 2007 door de Geus uit Breda.
• De donkere kamer van Damocles geschreven door Willem Frederik Hermans en uitgegeven in 1970 door G. van Oorschot in Amsterdam.

Maak met deze gegevens de bronvermeldingen zoals hierboven beschreven is.

​1.
2.
3.

 

Basisregel bronvermelding van een artikel uit krant of tijdschrift
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum). Titel artikel: Eventuele subtitel. Naam van tijdschrift of krant, evt. nummer, paginanummer(s).

Voorbeelden:
Adolf, S. (1 maart 2008). Nederlandse design fleurt Madrid op. NRC Handelsblad, p. 9.
Crok, M. en M. Keulemans (2010). Klimaatverandering: de tussenstand. NWT natuurwetenschap & techniek, 4, p. 24 – 33.

Tip: bronnen zonder auteur worden alfabetisch op titel gezet en komen vooraan in de lijst. Dit komt soms voor bij tijdschriften en internetsites.

Opdracht 2: je hebt één krantenartikel en twee tijdschriftartikelen gebruikt voor je werkstuk:
• Trippen voor de wetenschap uit de Volkskrant van zaterdag 6 oktober 2012 op bladzijde V2 en V3. Het is geschreven door Toine Mudde.
• Laptop in de klas uit het tijdschrift Vives van 12 februari 2012, nr. 122. Het artikel is geschreven door Arjan van Bijnen en staat op bladzijde 16 en 17.
• Pitbulljournalisten uit het tijdschrift Boek nr. 3 jaargang 9 van mei 2012. Het artikel staat op bladzijde 28, 29, 30 en 31 en is geschreven door Jacqueline de Jong.

Maak met deze gegevens de bronvermeldingen zoals hierboven beschreven is.  

1.

2.

3.

 

Internetsite

Basisregel bronvermelding van een internetsite:
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website (altijd alleen de actieve deeplink).

Voorbeelden:
Weijer, K. (2000). Geschiedenis van het gebruik van de Schiphol-Oostbaan. Geraadpleegd op 16 april 2010.    http://www.vliegoverlast.nl/archief/GeschiedenisGebruikSchipholOostbaan071200.html ? 

Zwaartekracht (2010). Geraadpleegd op 16 april 2010. http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht .

Tip: soms is het moeilijk om van internetsites de auteur te vinden; kijk op een site bijvoorbeeld bij Colofon of Over ons. Vind je echt niets, vermeld dan de verantwoordelijke organisatie en als ook dat onduidelijk is, zet dan de titel vooraan en het publicatiejaar er achter.

Tip: neem niet de homepage, maar de deeplink van de sites, die ‘pagina’ waar jij de informatie vandaan hebt gehaald en zorg dat de link actief is (direct aangeklikt kan worden).

 

 

Opdracht 3: je hebt drie internetsites gebruikt voor je werkstuk:

·  http://www.histopia.nl/schiphol.htm

·  http://wp.nlr.nl/2012/10/08/met-nlr-werk-voorziene-chinook-ch-47overgedragen-aan-defensie-helikopter-commando/

· http://www.scholieren.com/werkstuk/6868

Maak de bronvermeldingen voor deze internetsites volgens bovenstaande richtlijnen (basisregel bronvermelding van een internetsite).  

  1.  

 

Verwijzen in de tekst

Een parafrase is het in eigen woorden weergeven van andermans werk en wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes met de achternaam van de auteur(s), het jaartal, en het paginanummer. De auteur kan ook in de lopende tekst genoemd worden.

Het noemen van het paginanummer is niet verplicht maar wordt wel aanbevolen als er naar een specifieke passage verwezen wordt.

Bij internetbronnen worden geen paginanummer(s) genoemd, met uitzondering van genummerde bestanden, zoals een rapport dat als pdf-bestand online is gezet. Bij achternamen worden tussenvoegsels als 'van de', 'de', etc. in de verwijzing in de tekst genoemd, het eerste woord met een hoofdletter. Zie ook: Tussenvoegsels. Achter 'p.' komt altijd een spatie.


Parafrase met de verwijzing tussen haakjes, 1 of 2 auteurs
Bij twee of meer auteurs/redacteurs staat voor de laatste naam het &-teken.

Voor het onderzoek wordt aangeraden eerst het probleem of de situatie te analyseren (Migchelbrink, 2006, p. 68).  

Het wordt aangeraden om voor het onderzoek eerst het probleem te analyseren (Migchelbrink, 2006) en daarna ...  

Er worden verschillende methoden voor het verzamelen van data beschreven (Van der Donk & Van Lanen, 2015, p. 132), waarvan ...  

Een dataverzameling maken kan op verschillende manieren (Van der Donk & Van Lanen, 2015).
  

Parafrase met de verwijzing tussen haakjes, 3 tot en met 5 auteurs
Bij drie of meer auteurs/redacteurs komt voor het &-teken een komma.

 

Eerste verwijzing
Mensen zijn zich niet altijd bewust van bepaalde vormen van gedrag, bijvoorbeeld discriminatie (Baarda, Kalmijn, & De Goede, 2015, p. 15) en ...  

Tweede verwijzing
Vergeleken met een vragenlijst over gedrag is het observeren van gedrag onpraktisch (Baarda et al., 2015, p. 16) en ... 

Samenvatting

Overige richtlijnen bronvermelding:

• Gebruik aanhalingstekens als je teksten letterlijk overneemt (dit heet citeren). Vermeld ook hierbij de bron in je bronnenlijst.
• De titel van een boek en internetartikel altijd cursief vermelden.
• Deel van een boek gebruikt? Vermeld de gebruikte pagina’s.
• Onderstreep het internetadres in je bronvermelding.
• Geen jaar vermeld? Gebruik z.j. (= zonder jaar)
• Geen schrijver bekend of waren er meer dan drie schrijvers? Gebruik dan het eerste woord van de titel (zonder lidwoord).
• Zet je lijst van bronvermeldingen in alfabetische volgorde van de auteur, waarbij de verschillende soorten bronnen door elkaar gebruikt worden.
• Geen auteur bekend? Vermeld de verantwoordelijke organisatie.
• Geen organisatie bekend? Zet de titel vooraan.

 

Opdracht 4:

je hebt nu 9 bronnen genoteerd. In je bronnenlijst moeten deze op alfabetische volgorde staan. Wat zou de volgorde worden van alle bronnen?

  • Het arrangement Conflicten Midden-Oosten & Arabische Lente is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Thomas Uijtdewilligen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-04-05 07:35:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Project over conflicten in het Midden-Oosten & de Arabische Lente
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Uijtdewilligen, Thomas. (z.d.).

    Onderzoek je eigen leefomgeving

    https://maken.wikiwijs.nl/176850/Onderzoek_je_eigen_leefomgeving

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.