Deze lessenserie staat in het teken van de perfecte pitch. Je leert om te argumenteren en anderen te overtuigen van jouw mening. Deze lessenserie bevat zowel individuele opdrachten als samenwerkingsopdrachten. Dit staat altijd aangegeven bij de opdracht!
Deze lessenserie bestaat uit vier lessen. Aan het begin van iedere les staan de lesdoelen weergegeven. De les begint met een startopdracht gevolgd door een stukje theorie (inc. instructiefilmpjes). Na de theorie ga je aan de slag met een verwerkingsopdracht. Iedere les wordt afgesloten met een terugkoppeling van de lesdoelen.
Aan het einde van de lessenserie gaan jullie je eigen werk beoordelen. Dit doe je door middel van het reflectierad. De docent beoordeelt jullie werk aan de hand van een rubric. Hierin staat beschreven waar jullie perfecte pitch aan moet voldoen. De rubric is te vinden onder het kopje 'beoordelingsrubric' in de laatste les (les 4).
Ik wens jullie veel succes en vooral veel plezier toe met het volgen van deze lessenserie!
Les 1: Overtuigen
Lesdoel(en)
De eerste les staat in het teken van overtuigen. Je leert over verschillende overtuigingstechnieken en gaat deze daadwerkelijk inzetten. Hieronder zie je de lesdoelen voor deze les:
- Je kunt je eigen mening vormen.
- Je kent verschillende overtuigingstechnieken.
- Je kunt verschillende overtuigingstechnieken gebruiken.
Aan het einde van de les controleer je of je de lesdoelen hebt behaald.
Niet behaald? Neem de lesstof nogmaals goed door!
Startopdracht
Opdracht (in drie- of viertallen):
Jouw favoriete sporter (voetballer, hockeyer, tennisser etc.) wordt plotseling ontslagen. Je wilt hem of haar helpen door te verkopen aan een andere club. Je moet dus een goed woordje doen om de andere club, in dit geval enkele klasgenoten, ervan te overtuigen dat hij/zij de allerbeste is in hetgeen wat hij doet.
Verwerk de 5W+H vragen. Enkele voorbeeldvragen:
Wie is de sporter?
Welke sport beoefent hij/zij?
Wat zijn zijn/haar kwaliteiten?
Waarom is het jouw favoriete sporter?
Welk bedrag is hij waard?
Hoe gaan jullie te werk?
Bespreek in je drie- of viertal de volgorde. Wie gaat er als eerst? Wie daarna? Etc. Iedere spreker krijgt 2 minuten de tijd om zijn/haar zegje te doen. Één iemand van het groepje houdt tegelijkertijd de tijd in de gaten. Na 2 minuten geven de luisteraars aan of zij zijn overtuigd of niet en waarom wel/niet. Dit doen jullie totdat iedereen aan de beurt is geweest. Wanneer iedereen aan de beurt is geweest, stemmen jullie wie de meeste mensen heeft overtuigd en wie dus de beste overtuigingskracht heeft.
Succes en veel plezier!
*Deze opdracht kan ook uitgevoerd worden in een online omgeving (bijv. via Teams of Google Meet).
Overtuigingstechnieken
Je kent ze wel, de mannetjes aan de deur met hun verkooppraatje. De vlotte babbel die ervoor zorgt dat klanten voortdurend in de val trappen van het kopen van een product dat ze helemaal niet nodig hebben. Het gaat hier om een bepaalde overtuigingskracht, maar des te meer gaat het om bepaalde technieken om mensen over te halen iets te doen of ergens mee in te stemmen. Hieronder volgt een overzicht van bekende overtuigingstechnieken met daarbij een korte toelichting:
1. Framing
Met framing plaats je een boodschap door middel van slim taalgebruik in een gewenste context.
2. De kracht van emotie
Ga na wat de drijfveren zijn van anderen en pas je boodschap daarop aan. Bereid je goed voor, doe research en kies woorden die het hart raken van je toehoorders.
3. Tegemoet komen
Erken de gevoelens van de ander, zodat je gesprekspartner zich gehoord voelt. Vervolgens benoem je waar jullie het wel mee eens zijn. Daarna bouw je door met jouw argumenten. Zorg dat deze als een logisch verhaal aansluiten op wat jullie delen. De conclusie? Jullie zitten in de basis op één lijn en zetten beiden het belang van de organisatie voorop.
4. Eerlijk communiceren
Mensen overtuigen bereik je alleen door oprecht en eerlijk te zijn. Dat doe je door dicht bij jezelf te blijven. Ga een gesprek altijd zo open mogelijk in.
5. Goed luisteren
Door open vragen te stellen, krijg je al heel snel een idee van de ander. Luister goed en vraag door als dingen onduidelijk zijn, zo heb je meer informatie tot je beschikking waar je later op kan inspelen. Je laat je gesprekspartner zien dat je hem/haar serieus neemt.
Aan de slag
Een gouden medaille geef je aan iemand die iets heel goed kan of doet, dat kan dus ook iets anders dan sport zijn.
Wat ga jij doen?
Maak een vlog over iemand die volgens jou een gouden medaille verdient. Je moet anderen er dus van overtuigen te kiezen voor jouw 'kandidaat'. Dit doe je door overtuigingstechnieken te gebruiken.
Waar moet de vlog aan voldoen?
- De vlog duurt ongeveer 1 à 2 minuten.
- In de vlog zit minstens één van de overtuigingstechnieken die jullie hebben geleerd.
Tip: Lees de informatie over overtuigingstechnieken nogmaals door.
Klaar?
Deel jouw vlog met mbuitenhuis@corlaercollege.nl met de titel: Opdracht overtuigen _ voor- en achternaam. LET OP: deel je vlog uiterlijk vóór vrijdag 25 maart 00:00 met mij!
Lesdoel(en) terugkoppelen
- Je kunt je eigen mening vormen.
- Je kent verschillende overtuigingstechnieken.
- Je kunt verschillende overtuigingstechnieken gebruiken.
Les 2: Argumenteren
Lesdoel(en)
De tweede les staat in het teken van argumenteren. Je leert onder andere over verschillende soorten argumenten en signaalwoorden. Hieronder zie je de lesdoelen voor deze les:
- Je weet wat een standpunt is en hoe je deze opstelt.
- Je kent de signaalwoorden waaraan je een standpunt kunt herkennen.
- Je kent de drie verschillende soorten standpunten.
- Je weet wat argumenten zijn en je kunt deze weerleggen.
- Je kent de signaalwoorden waaraan je een argument kunt herkennen.
Aan het einde van de les controleer je of je de lesdoelen hebt behaald.
Niet behaald? Neem de lesstof nogmaals goed door!
Startopdracht
Het Grote Dilemma
Je kent het vast wel. Een keuze maken uit twee uitersten. Wat kies je? En waarom?
Opdracht:
Jullie zien zo een dilemma. Je krijgt 5 minuten de tijd om te kiezen en om argumenten op te schrijven. Na 5 minuten gaan we in gesprek. Jullie mogen op elkaar reageren als je het ergens mee eens bent of juist niet mee eens bent. LET OP: laat de ander wel eerst uitspreken!
Succes en veel plezier!
*Deze opdracht kan ook uitgevoerd worden in een online omgeving (bijv. via Teams of Google Meet).
Argumenteren
In allerlei situaties willen mensen vertellen wat ze vinden. Ze geven hun mening en onderbouwen die met argumenten, om zo anderen te overtuigen. Als anderen het er niet mee eens zijn, kunnen ze ertegenin gaan met hun eigen argumenten.
De basisbegrippen van argumenteren heb je al geleerd. Hoe zat dat nou ook alweer?
Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je een mening over die zaak.
Voorbeelden van standpunten:
Ik vind dat dierentuinen moeten sluiten.
Ik ben van mening dat scholen meer creatieve vakken moeten aanbieden.
Ik vind Lionel Messi de beste voetballer.
Je kunt een standpunt aan de volgende signaalwoorden herkennen: ik vind, volgens mij, ik ben van mening, ik denk dat etc.
Er zijn drie soorten standpunten:
Een positief standpunt: Ik vind dat scholen meer creatieve vakken moeten aanbieden.
Een negatief standpunt: Ik vind dat scholen minder/geen creatieve vakken moeten aanbieden.
Een standpunt van twijfel: Ik ben er nog niet uit of scholen meer of minder creatieve vakken moeten aanbieden.
Met argumenten kun je je eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen. Met een weerlegging ontkracht je een (tegen)argument.
Een argument kan vóór of achter het standpunt staan. Voorbeelden:
De meesten politici zijn niet te vertrouwen (argument), dus ik ga ik de toekomst niet meer stemmen (standpunt).
Ik vind dat dierentuinen moeten sluiten (standpunt), want het is slecht voor het welzijn van de dieren (argument).
Je kunt argumenten herkennen aan de volgende signaalwoorden: want, omdat, namelijk, dus, aangezien, immers etc.
Aan de slag
Je gaat nu naar een filmpje kijken. In het gemeentehuis van Oostburg was er een debat gaande over het alcoholgebruik van jongeren tussen de 16 en 18 jaar. Vanaf 2014 is de leeftijdsgrens verhoogd. Wat vinden de leerlingen hier van?
Maak de onderstaande opdracht:
Klaar?
Deel jouw document met mbuitenhuis@corlaercollege.nl met de titel: Opdracht argumenteren_ voor- en achternaam. LET OP: deel je document uiterlijk vóór vrijdag 1 april 00:00 met mij!
Lesdoel(en) terugkoppelen
- Je weet wat een standpunt is en hoe je deze opstelt.
- Je kent de signaalwoorden waaraan je een standpunt kunt herkennen.
- Je kent de drie verschillende soorten standpunten.
- Je weet wat argumenten zijn en je kunt deze weerleggen.
- Je kent de signaalwoorden waaraan je een argument kunt herkennen.
Les 3: Pitchen
Lesdoel(en)
De derde les staat in het teken van de pitch. Je leert wat een pitch is, waar deze aan moet voldoen en hoe je je pitch opneemt + bewerkt. Hieronder zie je de lesdoelen voor deze les:
- Je weet wat een pitch is.
- Je weet uit welke onderdelen een klassieke pitch bestaat.
- Je kunt zelf een digitale pitch opnemen.
Aan het einde van de les controleer je of je de lesdoelen hebt behaald.
Niet behaald? Neem de lesstof nogmaals goed door!
Startopdracht
Wat weten jullie al van een pitch? Heb je het woord al eens eerder gehoord/gezien of is dit een compleet nieuw woord voor je?
Een pitch is een kort verhaal waarmee je een doel wilt bereiken. Het liefst wil je dat de andere partij laaiend enthousiast wordt van jouw verhaal. Een goede voorbereiding is daarbij cruciaal.
Waar komt het woord 'pitch' vandaan?
De originele term is ‘elevator pitch’. Die is afkomstig uit de Verenigde staten. Uit New York, om precies te zijn. Daar vind je de bekende wolkenkrabbers met kantoren. Het verhaal gaat dat je ‘toevallig’ in de lift stapt bij de directeur van een bedrijf waar je iets van wilt. Terwijl je omhoog zoeft heb je maximaal twee minuten om diegene te overtuigen van je idee of product.
Hoe ziet de perfecte pitch eruit?
Een klassieke pitch bevat drie onderdelen:
De introductie: hierin leg je kort uit wie je bent en wat je biedt.
Het vervolg: je vertelt wat je precies levert en wat de voordelen zijn.
De afsluiting: het verhaal eindigt met een oneliner en vraag om het gesprek
gaande te houden. Je informeert naar de luisteraar en beantwoordt vragen.
Jouw pitch mag best langer of korter duren dan die twee minuten in de lift! Dat hangt af van wat je wilt bereiken. Vertel je een verhaal met focus en bereik je je doel? Dan kan de ideale pitch ook net zo goed tien minuten duren.
Aan de slag
Zoals je hebt gelezen, is de voorbereiding cruciaal voor een goede pitch. Dat is dan ook wat je vandaag gaat doen.
Opdracht
Schrijf een script voor je uiteindelijke digitale pitch. In je digitale pitch overtuig jij de kijker om jouw boek te gaan lezen. Je houdt dus als het ware een verkooppraatje.
Eisen:
- Je pitch bevat een introductie waarin je jezelf voorstelt.
- Je pitch bevat minstens drie argumenten + één tegenargument met weerlegging.
- In je pitch komt minstens één overtuigingstechniek naar voren.
- Je pitch wordt afgesloten met een oneliner.
- Je pitch duurt ongeveer 2 minuten.
Tip: bekijk nogmaals hoe een goede pitch is opgebouwd bij het vorige kopje "wat is een pitch?".
Het script schrijf je in onderstaand document:
Klaar?
Deel jouw script met mbuitenhuis@corlaercollege.nl met de titel: Opdracht script _ voor- en achternaam. LET OP: deel je script uiterlijk vóór vrijdag 8 april 00:00 met mij!
Digitale pitch
Je hebt een script geschreven voor je digitale pitch. Nu is het de bedoeling dat je daadwerkelijk je pitch gaat opnemen. Dit doe je door zowel beeld als geluid te gebruiken.
Hieronder nogmaals de eisen waar jouw digitale pitch aan moet voldoen:
- Je pitch bevat een introductie waarin je jezelf voorstelt.
- Je pitch bevat minstens drie argumenten + één tegenargument met weerlegging.
- In je pitch komt minstens één overtuigingstechniek naar voren.
- Je pitch wordt afgesloten met een oneliner.
- Je pitch duurt ongeveer 2 minuten.
- Je pitch bestaat uit zowel beeld als geluid.
Tip: Bekijk onderstaande kennisclip. Hierin worden nog kort de 5 belangrijkste tips besproken voor een goede pitch.
Kennisclip: De Perfecte Pitch
Het kan zijn dat je niet al je opgenomen materiaal wilt gebruiken. Je hoeft je filmpje dan niet helemaal opnieuw op te nemen. Je kan het filmpje namelijk monteren. Zo kun je fragmenten knippen en plakken. Hoe je dat doet kan je zien in de kennisclip hieronder:
Klaar?
Deel jouw pitch met mbuitenhuis@corlaercollege.nl met de titel: Opdracht pitch _ voor- en achternaam. LET OP: deel je pitch uiterlijk vóór vrijdag 15 april 00:00 met mij!
Lesdoel(en) terugkoppelen
- Je weet wat een pitch is.
- Je weet uit welke onderdelen een klassieke pitch bestaat.
- Je kunt zelf een digitale pitch opnemen.
Les 4: Reflecteren
Lesdoel(en)
De vierde en laatste les staat in het teken van reflecteren. Hieronder zie je de lesdoelen voor deze les:
- Je kunt kritisch (terug)kijken naar je eigen werk.
- Je kunt kritisch (terug)kijken naar je eigen handelen.
- Je kunt reflecteren aan de hand van het reflectierad.
Aan het einde van de les controleer je of je de lesdoelen hebt behaald.
Niet behaald? Neem de lesstof nogmaals goed door!
Aan de slag
Klik op onderstaande link om het reflectierad te openen:
Ik ben benieuwd wat je ervan vond en hoe je de lessenserie bent doorlopen. Vul onderstaande enquête in door op de link te klikken. Vul de enquête naar waarheid in door aan te geven of de stelling bij je past of niet bij je past.
Hieronder vind je de rubric voor de beoordeling. De docent beoordeelt jullie werk aan de hand van deze rubric. LET OP: voldoe je niet aan de onderstaande randvoorwaarden, dan word je werk automatisch met een O beoordeeld!
Randvoorwaarden:
- De pitch duurt ongeveer 2 minuten.
- Alle opdrachten (overtuigen, argumenteren en het script) zijn met mij gedeeld.
Criteria
Onvoldoende
Voldoende
Goed
1. Je pitch bevat een introductie waarin je jezelf voorstelt.
De pitch bevat geen introductie.
De pitch bevat een introductie waarin je jezelf voorstelt.
De pitch bevat een duidelijke introductie waarin je jezelf en het onderwerp introduceert.
2. De pitch bevat minstens drie argumenten.
De pitch bevat minder dan drie goede argumenten.
De pitch bevat drie goede argumenten
De pitch bevat meer dan drie goede argumenten.
3. De pitch bevat één tegenargument met weerlegging
De pitch bevat geen/geen goed tegenargument met geen/geen goede weerlegging.
De pitch bevat één tegenargument met een goede weerlegging.
De pitch bevat meerdere tegenargumenten met een goede weerlegging.
4. De pitch bevat minstens één overtuigingstechniek.
De pitch bevat geen/geen goede overtuigingstechniek.
De pitch bevat één goede overtuigingstechniek.
De pitch bevat meerdere goede overtuigingstechnieken.
5. De pitch wordt afgesloten met een oneliner.
De pitch wordt niet afgesloten met een oneliner.
De pitch wordt afgesloten met een oneliner.
De pitch wordt afgesloten met een korte samenvatting, gevolgd door een oneliner.
Het arrangement De Perfecte Pitch is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Merlijn Buitenhuis
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-05-12 11:30:11
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Leerlingen maken een digitale vertelling over het gelezen boek waarin zij de kijker overtuigen om het boek ook te gaan lezen. Je begrijpt de verhaallijn en weet dit op een pakkende overtuigende manier over te brengen. Deze lessenserie is te gebruiken voor de onderbouw van het VMBO.
Leerlingen maken een digitale vertelling over het gelezen boek waarin zij de kijker overtuigen om het boek ook te gaan lezen. Je begrijpt de verhaallijn en weet dit op een pakkende overtuigende manier over te brengen. Deze lessenserie is te gebruiken voor de onderbouw van het VMBO.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.