Tekststructuren
Inleiding, middenstuk en slot
Leerdoel:
- Je leert waar een inleiding, middenstuk en slot aan moet voldoen
- Je leert de verschillende indelingen bij tekststructuren herkennen
1. Tekstindeling
Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea’s, inleiding en slot vaak uit één.
Functies van tekstdelen:
Inleiding
- de belangstelling wekken van de lezer door bijvoorbeeld in te gaan op een actuele gebeurtenis, het vertellen van een anekdote of het belang van de lezer bij de zaak benadrukken.
- onderwerp, vraagstelling (in een beschouwing) of de mening die een schrijver over het onderwerp heeft (= standpunt in een betoog) introduceren.
- de opbouw (welke deelonderwerpen er behandeld worden) aankondigen.
Je herkent een inleiding soms ook aan een ander lettertype of omdat die vetgedrukt is.
Middenstuk
- hoofdgedachte uitwerken
- per alinea of groepje alinea’s een deelonderwerp uitwerken
- De eerste zinnen van een alinea introduceren vaak een deelonderwerp en
verbindingswoorden geven vaak het verband tussen de alinea’s aan.
Slot
- samenvatting
- conclusie
- oproep
- afweging
- aanbeveling
Inleiding, middenstuk en slot worden vaak gescheiden door een witregel.
Tekststructuur - 1
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur.
Het is belangrijk dat je die herkent, omdat je daardoor de tekst beter begrijpt.
Hieronder geven we schematisch een paar veel voorkomende structuren weer.
Argumentatiestructuur
- Inleiding: standpunt
- Middenstuk: argumenten (voor en tegen met weerlegging) voor je standpunt
- Slot: herhaling standpunt
Probleem - oplossingsstructuur
- Inleiding: probleem
- Middenstuk: oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen
- Slot: de beste oplossing
Verklaringstructuur
- Inleiding: beschrijving verschijnsel
- Middenstuk: redenen, oorzaken en gevolgen
- Slot: beste verklaring, samenvatting
Tekststructuur - 2
Verleden/heden/toekomststructuur
- Inleiding: introductie onderwerp
- Middenstuk: situatie vroeger, situatie nu
- Slot: toekomstverwachting
Vraag - antwoordstructuur
- Inleiding: vraag
- Middenstuk: antwoorden
- Slot: samenvatting of conclusie
Voor- en nadelenstructuur
- Inleiding: vraag
- Middenstuk: voor- en nadelen
- Slot: eindconclusie
Oefenen met tekststructuren
Scheurbuik
Ach, vrienden. Ze zijn net familie, maar dan beter. Je kunt ze zelf uitkiezen, en ze zullen nooit dingen tegen je zeggen als "het is hier geen hotel". Maar hoe leuk je vrienden ook zijn, ze doen soms ook heel erg domme dingen. Dingen waar ze wakker van liggen, en die ze liever niet met de wereld delen. Dingen die vragen bij ze oproepen die ze maar wat graag beantwoord zouden zien. Gelukkig hebben ze jou om die vragen namens hen te stellen. En gelukkig is er deze column, waarin wij hun beschamende vragen beantwoorden.
Vroeger, toen we in Nederland nog daadwerkelijk konden spreken van een VOC-mentaliteit, was onze kennis over gezondheid niet bepaald om over naar huis te schrijven. Op zee kregen mensen last van scheurbuik, waardoor ze allerlei nare bloedingen kregen en hun tanden uitvielen. Uiteindelijk stierven velen een zeer pijnlijke dood. Pas in de achttiende eeuw drong het langzaamaan tot ons door dat het medicijn voor deze ziekte eigenlijk best simpel is: vitamine C.
Het eerste onomstotelijke bewijs daarvoor kwam van de Britse scheepsarts James Lind, toen hij twaalf zieke matrozen verschillende medicijnen gaf, per tweetal. Het ene duo kreeg dagelijks een liter cider, het andere zwavelzuur en weer een andere zeewater. Twee matrozen kregen ook elke dag twee sinaasappels en een citroen, en alleen zij werden weer beter.
Het scenario
Sindsdien vinden we het de normaalste zaak van de wereld om een glas versgeperste jus d’orange te drinken wanneer we ziek zijn. Maar jouw vriend niet. Als kind weigerde hij alles waar ook maar een beetje vruchtvlees in zat, en ook tegenwoordig is hij maar moeilijk te porren voor een appeltje voor de dorst. Er zijn wel meer mensen die niet of nauwelijks fruit eten, zegt hij dan, en het is niet zo alsof er ook maar een van hen ooit scheurbuik heeft gekregen. Of ken jij die soms wel?
De feiten
Nou, niet persoonlijk, maar eind 2016 is scheurbuik wel degelijk vastgesteld bij een aantal Australiërs. Toen een arts het eetpatroon van deze patiënten onder de loep nam, bleek dat ze te weinig fruit hadden gegeten en hun groente te heftig hadden doorgekookt, waardoor alle vitamine C eruit was ontsnapt. Die Australiërs hebben blijkbaar flink hun best gedaan, want als je je groente normaal kookt gaat in principe 20 tot 50 procent van de vitamines verloren. En dat is ook al heel wat, maar lang niet genoeg om scheurbuik te krijgen. De dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C bestaat uit 75 milligram, en in één grote eetlepel groente zit al 8 milligram. Tien lepels en je bent er dus al. En dan hebben we het nog niet eens gehad over andere producten: in een gekookte aardappel zit 6 milligram, en ook in graan, zuivel en zelfs vlees kan een minimale hoeveelheid zitten. En dan is er natuurlijk nog de sinaasappel, waarmee je per stuk in een keer 61 milligram vitamine C binnen krijgt. Scheurbuik krijg je pas als je lange tijd ver onder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid terechtkomt, vertelt Sander Kersten, onderzoeker aan de afdeling Humane Voeding aan de Wageningen Universiteit. "Zelfs als je op 10 à 20 milligram vitamine C per dag zit krijg je nog geen scheurbuik. Daarvoor moet je echt richting de nul gaan. Maar dan krijg je ook waarschijnlijk van andere voedingstoffen te weinig binnen; dan heb je het bijvoorbeeld over mensen wiens dieet voor 80 procent uit alcohol bestaat." Puur en alleen een vitamine C-tekort hebben is haast onmogelijk, zegt hij. Voordat je scheurbuik krijgt, ben je waarschijnlijk allang ziek geworden vanwege tekorten aan andere voedingsstoffen. Hoe dat er exact uitziet is lastig te zeggen, want zo’n groot vitamine C-tekort komt te weinig voor om er goed onderzoek naar te doen. "Je kunt dat natuurlijk niet zomaar op mensen testen, dat is gevaarlijk. Op dieren is ook geen optie, want die hebben geen extra vitamine C nodig. Dat maken ze zelf al aan. Alleen mensen en cavia’s doen dat niet vanuit zichzelf."
Het ergste dat kan gebeuren
Als je vriend het om wat voor obscure reden dan ook nodig vindt om maandenlang te leven op een dieet van alcohol en instant noodles, en daardoor toch scheurbuik heeft gekregen, dan hoeft hij niet bang te zijn dat hij daadwerkelijk allemaal scheuren in zijn buik krijgt. De naam ‘scheurbuik’ is namelijk een verbastering van scorbutus, de medische aanduiding. Wel moet hij bang zijn voor zwellingen en bloedingen. Die kunnen zowel inwendig als uitwendig zijn: op de benen zullen bijvoorbeeld petechiën ontstaan, een soort vlekachtige huidbloedingen. Op den duur zullen ook zijn tanden uitvallen, en als hij het dan nog vertikt om een vruchtensapje te drinken zal hij uiteindelijk sterven. Ik gebruikte trouwens niet voor niets instant noodles als voorbeeld, want daar zit echt gewoon geen vitamine C in. In patat dan weer wel: 5 milligram per portie zelfs. Als je een tijdje alleen maar friet eet, zul je dus weliswaar een vettere buik krijgen, maar in ieder geval geen scheurbuik.
Kortom
"Als je uitgaat van de minimale voeding waarop je kunt leven, zou je in theorie best zonder fruit kunnen," zegt Kersten. "Dan is groente belangrijker. Maar ik zou het niet aanraden om geen fruit te eten; er zitten natuurlijk ook andere goede voedingsstoffen in." Dan hebben we het over foliumzuur, kalium, koolhydraten en voedingsvezels. Dat zijn allemaal voedingsstoffen die je vriend ook uit andere producten zou kunnen halen, maar dat moet hij dan wel maar net doen. Anders zal hij alsnog door een behoorlijk zure appel heen moeten bijten.
Opdracht tekststructuren:
1. Noteer wat voor jou de inleiding, het middenstuk en het slot is.
2. Hoeveel dagen of uren kan je zonder vitamine C?
3. Aan hoeveel vitamine c heb je voldoende per dag?
4. Wat is het ergste wat kan gebeuren?
5. Wanneer was de laatste keer dat iemand scheurbuik had?
6. Hoeveel milligram vitamine c heb je in een stukje vlees?
7. Welke tekststructuren herken je in de tekst?
Tekstverbanden
Theorie tekstverbanden
Leerdoel:
- Je leert de verschillende tekstverbanden herkennen en toepassen.
Voorbeeld van tekstsverband met opsomming
We hebben vandaag nog veel te doen. Eerst gaan we naar de supermarkt. Daarna gaan we lunchen in de stad. Tot slot gaan we nog nieuwe kleren kopen.
Voorbeeld van tekstsverband met middel-doel
We willen vanmiddag naar de stad. Om daar te komen gaan we met de trein.
Door middel van de auto zijn we snel in de stad.
Voorbeeld van tekstsverband met probleem-oplossing
Als je naar de stad wilt gaan, is het probleem dat je dat alleen met de auto kunt doen. Er rijden geen bussen en fietsen is te ver.
Een oplossing zou zijn als er kleine busjes zouden gaan rijden.
Voorbeeld van tekstsverband met oorzaak-gevolg
Doordat er te weinig mensen gebruik maken van de bus, rijden er sinds dit jaar geen bussen meer naar de stad.
Voorbeeld van tekstsverband met overeenkomst-verschil
De trein is net zo snel als de auto als je naar de stad toe gaat. De bus daarentegen doet er langer over.
Voorbeeld van tekstsverband met vraag en antwoord
Op welke manieren kun je naar de stad toe gaan? Er zijn verschillende manieren waarop je dat kunt doen. Je kunt met de bus, de trein en de auto.
Conclusie: er zijn drie manieren waarop je naar de stad kunt gaan.
Voorbeeld van een tekstsverband met een toegeving
Hoewel de auto en de trein het snelst zijn, reis je het gezelligst met de bus.
Voorbeeld van een tekstsverband met een voorwaarde
Als we met de bus gaan dan wil ik wel dat we broodjes meenemen.
Oefenen met tekstverbanden
Opdrachten
Test jouw kennis!
Signaalwoorden
Soorten signaalwoorden
Leerdoel:
- Je leert welke signaalwoorden er zijn en waarvoor ze dienen.
Verbindingswoorden geven aan wat voor een verbanden/relaties er binnen een zin, tussen zinnen en tussen alinea’s zijn. Zij geven aan wat de structuur van een tekst is. Deze verbindingswoorden helpen je wanneer je vragen krijgt over deelonderwerpen. Zoek voor het vinden van deelonderwerpen naar structurerende zinnen en zinsgedeelten (eerste zin(nen), slotzin ). In onderstaand schema vind je tien veel voorkomende verbanden met voorbeelden van verbindingswoorden.
Verbanden
tijd (temporeel)
opsomming
tegenstelling
vergelijking
oorzaak – gevolg
doel – middel
voorbeeld/toelichting
redengevend/argument
voorwaarde
samenvatting/conclusie
|
Verbindingswoorden/signaalwoorden
voordat, nadat, eerst, wanneer, vroeger
en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
maar, echter, hoewel, toch, daarentegen
zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
door, doordat, waardoor, te danken aan
om te, daarmee, waarmee, door middel van
een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie
want, omdat, daarom, vanwege, immers,
als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
samengevat, kortom, dus, vandaar dat
|
Oefenen met signaalwoorden
Samenvatten
Theorie samenvatting schrijven
Leerdoel:
- Je leert waar een samenvatting aan moet voldoen en hoe je dit moet schrijven.
A. Het maken van een samenvatting
De voorbereiding
- Lees de tekst oriënterend/globaal door en stel vast wat het onderwerp is.
- Bepaal de hoofdgedachte (wat wordt er over het onderwerp gezegd?) en tekstsoort (uiteenzetting, beschouwing of betoog).
- Onderstreep de kernzinnen van inleiding en slot.
Hoofdzaken vaststellen
- Lees nu de tekst intensief en onderstreep de kernzinnen van het middenstuk.
- Bepaal de deelonderwerpen (welke alinea’s hebben hetzelfde deelonderwerp?) en de bijbehorende kernzinnen.
- Met welke tekststructuur heb je te maken?
De samenvatting uitschrijven
- Noteer de titel en de naam van de schrijver.
- Schrijf de kernzinnen van inleiding en middenstuk op.
- Noteer uit het slot de hoofdgedachte.
- Controleer je samenvatting op formulering (gebruik geen telegramstijl) en spelling en tel het aantal woorden.
- Schrijf je samenvatting in het net.
B. De geleide samenvatting
Bij het eindexamen moet je een geleide samenvatting maken. In de opdracht wordt dan aangegeven welke aandachtspunten je moet opnemen.
In de samenvatting moet je geen andere aandachtspunten opnemen ook als jij denkt dat ze wel tot de hoofdzaken behoren.
Hoe ga je te werk?
- Maak van de aandachtspunten vragen.
- Lees vervolgens de tekst intensief en onderstreep de antwoorden op de vragen.
- Schrijf de antwoorden uit.
- Controleer je samenvatting op formulering (gebruik geen telegramstijl) en spelling en tel het aantal woorden.
- Schrijf je samenvatting in het net.
Oefenen met samenvattingen schrijven
Opdracht 1:
Lees de tekst:
Een reusachtig reuzenrad
Eén dag was Starneth wereldnieuws. Burgemeester Bloomberg van de wereldstad New York had bekendgemaakt dat het bedrijf uit het Overijsselse dorpje Denekamp in zijn stad het grootste reuzenrad ter wereld gaat bouwen. Starneth ontwerpt en bouwt reusachtige constructies, waaronder reuzenraden. De New York Wheel moet 191 meter hoog worden en krijgt 36 cabines voor elk 40 mensen. Op dit moment is de Singapore Flyer met 165 meter het grootste reuzenrad. Alle medewerkers van Starneth lopen rond met een grote glimlach op hun gezicht. Een medewerkster zegt totaal verrast te zijn door de enorme aandacht die het nieuws genereert: ‘We hadden totaal niet ingeschat wat voor impact het zou hebben’.
Met het binnenslepen van de order lijkt het bouwen van reuzenraden een typisch Nederlandse discipline te zijn geworden. Ook de bouw van de London Eye (het rad dat in 2000 ter gelegenheid van de millennium- wisseling aan de rivier de Theems werd neergezet) is deels gebouwd door Nederlandse bedrijven. Over de financiering van het project werd niets bekendgemaakt, maar zeker is dat de bouw van reuzenraden niet zonder risico is. De afgelopen jaren werd de bouw van meerdere geplande exemplaren stilgelegd vanwege problemen met de financiering.
Opdracht 2:
Je hebt de tekst nu 1x doorgelezen.
Schrijf op of markeer uit de tekst alle belangrijke woorden.
Opdracht 3:
In een tekst zitten altijd woorden die je misschien niet kent.
Schrijf de woorden op uit de tekst van het reuzenrad waarvan je de betekenis niet kent. Zoek daarna met een hulpmiddel uit wat de woorden betekenen. Doe dit zo dat je aan iemand anders zou kunnen uitleggen wat het woord betekent.
Opdracht 4:
Probeer eens een goede samenvatting van deze tekst te maken. Gebruik hiervoor alle "hulpmiddelen" uit de bovenstaande opdrachten.
Zorg ervoor dat de samenvatting uiteindelijk wordt ingeleverd bij je mentor.
Tekstanalyse
Leerdoel:
- Alle domeinen/vaardigheden in deze wikiwijs komen bij de volgende eindopdracht samen en kun je toepassen, herkennen en uitvoeren
De theorie voor tekstanalyse/leesvaardigheid
1. Globaal lezen
a. Lees eerst altijd een tekst globaal.
Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron.
b. Denk na over het onderwerp, wat is het onderwerp van de tekst?
Het onderwerp wordt altijd genoemd in de inleiding.
Het onderwerp is niet hetzelfde als de titel.
Het onderwerp komt in elke alinea terug, dus ook in het slot.
Het onderwerp noem je in een paar woorden, nooit in een zin!
c. Kijk goed naar de bron, is die betrouwbaar?
d. Staat de naam van de schrijver vermeld?
e. Tel de alinea’s, elke alinea behandelt een deel van het
onderwerp. Een slotalinea behandelt geen nieuw deelonderwerp.
2. Lees de tekst grondig
a. Lees de tekst helemaal.
b. Onderstreep de kernzinnen. In kernzinnen staat altijd een kernwoord. Zonder kernwoord kan het geen kernzin zijn. Hoe vind je de kernzinnen?
In de Inleiding: meestal aan het einde van de alinea.
Middenstuk: meestal aan het begin van elke alinea.
Slot: meestal weer aan het eind van de alinea
c. Omcirkel of markeer met een andere kleur de signaalwoorden.
Zorg dat je signaalwoorden en verbanden goed geleerd hebt.
Verbanden en signaalwoorden
Er wordt in een leestoets altijd gecontroleerd of jij samenhang in een tekst kan vinden. Samenhang in een tekst wordt gemaakt door verbanden te leggen. In één zin kan al een verband voorkomen. Voorbeeld: Ik kom niet naar school, want ik ben ziek. Door het signaalwoord want wordt er in de zin zelf een oorzakelijk verband gelegd. Hier is sprake van een zinsverband. Er kan ook een verband zijn tussen delen van een tekst. Vaak is dat het geval tussen alinea’s. Bij complexe teksten is er meestal ook een verband tussen grotere tekstdelen. Het is de bedoeling dat jij laat zien dat je die verbanden kan leggen. Daarmee laat je zien dat je de samenhang in de tekst herkent. Door het grondig leren van de signaalwoorden en de bijbehorende verbanden, leer je steeds beter de samenhang in een tekst te vinden.
Functies en structuur
De verschillende onderdelen van een tekst hebben een bepaalde functie. Met functie wordt bedoeld dat een tekstdeel een bepaalde taak heeft. Een inleiding heeft een andere taak (functie) dan een slotalinea. Van jou wordt verwacht dat je de verschillende functies kent en dat je weet hoe je ze in een tekst kan herkennen. De functie van een tekstdeel hangt samen met de structuur van de tekst.
Je kunt in de volgende tekstdelen de volgende functies en structuren tegenkomen:
De inleiding - het onderwerp van de hele tekst aangeven
- het onderwerp van de tekst als probleem aangeven
- kort samenvatten van de tekst die volgt
- de aanleiding noemen
- de aandacht trekken met een opvallende uitspraak
- de aandacht trekken met een anekdote
(dat is een leuke, grappige gebeurtenis)
- het introduceren van een deskundige die aan het
woord komt.
Het middenstuk heeft de functie dat er nader op het onderwerp wordt
ingegaan in een bepaalde structuur. Dat kan door middel van:
- toelichting
- voorbeelden
- uitwerking,
- oorzaak - gevolg
- opsomming,
- probleem - oplossing,
- mening - argument, etc.
- vroeger en nu structuur
- voor- en nadelen structuur
- overeenkomst - vergelijking structuur
Een slotalinea kan de volgende functie hebben:
- een conclusie geven
- een antwoord geven op een hoofdvraag
- alles nog eens kort samenvatten
- mensen tot actie aansporen
- de mening van de schrijver nog eens weergeven
- een waarschuwing geven
- advies geven
Eindopdracht
Tekst
Beste loterij-verliezer,
Deze week was u ineens toch een beetje een winnaar toen de rechtbank besloot dat de Staatsloterij haar deelnemers tot 2008 misleidde. Met een beetje geluk krijgt u zelfs uw geld terug. Het was natuurlijk ook enorm oneerlijk wat die loterij deed. Ze verkochten drie miljoen loten, maar trokken de prijzen uit een verzameling van eenentwintig miljoen loten. Als u dát had geweten, dan had u natuurlijk nooit een lot gekocht! Hoewel, iets zegt me dat u waarschijnlijk niet zo goed bent in kansen uitrekenen. Laten we eens kijken naar de twintig prijzen van 100.000 euro die de Staatsloterij maandelijks beloofde. Als ze die prijzen keurig uit de verkochte loten trokken, dan was uw kans om te winnen één op honderdvijftigduizend. Als u maandelijks meespeelt, dan moet u daarmee naar verwachting een slordige twaalfduizend jaar wachten op zo’n prijs. En dan was dit nog in het gunstige geval waarbij de Staatsloterij u níet misleidde. U mag natuurlijk hopen dat u net geluk heeft binnen de schamele tachtig jaar dat u leeft, maar als ik u was zou ik er niet op rekenen. Ter vergelijking: als u twintig jaar lang vijftien euro op een spaarrekening stort (in plaats van een lot te kopen), dan heeft u bij een gemiddelde rente van drie procent aan het einde bijna vijfduizend euro. Een loterij zou in dit geval zeggen dat ze 136 procent van uw inzet uitkeren.
De Staatsloterij keert daarentegen iets meer dan zestig procent van de inleg uit. De rest van het geld verdwijnt in de staatskas. Iemand grapte ooit dat loterijen een belasting zijn voor mensen die slecht zijn in wiskunde. Dat lijkt in dit geval extra toepasselijk, want de Staatsloterij spekt de staatskas dubbel. Van de uitgekeerde inleg betaalt de loterij namelijk ook nog kansspelbelasting. Kortom, door mee te doen aan de Staatsloterij betaalt u mooi mee aan de studie van mensen die straks begrijpen waarom het beter is om niet mee te doen aan loterijen.
Dankzij noest speurwerk van Twitter weet ik nu dat de grap over loterij als belasting al in 1662 gemaakt werd door Sir William Petty. Hij schreef:
A Lottery therefore is properly a Tax upon unfortunate self-conceited fools; men that have good opinion of their own luckiness, or that have believed some Fortuneteller or Astrologer, who had promised them great success about the time and place of the Lottery, lying Southwest perhaps from the place where the destiny was read.
Meer in zijn verzamelde werken. Let ook eens op de winkans waarover de Staatsloterij graag roept dat het de grootste van Nederland is. Die kans klinkt best indrukwekkend: bij elke trekking valt op maar liefst 53,8% van de verkochte loten een prijs. Je wint dus meer de helft van de keren dat je meespeelt! Er zit alleen een klein addertje onder het gras: veel van die prijzen zijn kleiner dan de kosten van een lot. De kans dat je een prijs wint die hoger is dan je eigen inleg is 18,5 procent. Eerlijk is eerlijk: bij andere loterijen is het inderdaad nóg beroerder. Het valt me op dat het proces tegen de Staatsloterij zelf ook wel iets van een loterij heeft. Op de website waar gedupeerden zoals u zich kunnen aanmelden staat: “Deelname aan het proces tegen de Staatsloterij kost u éénmalig € 35 inschrijfgeld voor één meegespeeld lot, plus € 10 voor elk volgend lot, ongeacht de periode.” Jammer dat er niet bijstaat wat de winkans hier is.
Al durft u waarschijnlijk wel een gokje te wagen.
Succes!
Lees de tekst en maak daarna de vragen.
- Wat is het onderwerp van deze tekst?
- Wiskunde
- Mensen zijn slecht in wiskunde
- De Staatsloterij
- Het berekenen van een winkans
- Waarmee wordt de aandacht getrokken van de lezer?
- De actualiteit
- Een anekdote
- Een voorbeeld
- Het belang van de lezer
- De tekst heeft geen alinea-indeling. Verdeel hem in alinea’s.
- Verdeel de tekst in inleiding, middenstuk en slot.
- Waarmee sluit de auteur af?
- samenvatting
- conclusie
- oproep
- aanbeveling
- Bedenk een passend kopje voor alinea 2, 3 en 4.
- Welke signaalwoorden kwam je in deze alinea’s tegen en welk verband geven ze aan?
- Wat is het schrijfdoel van de auteur? Leg je antwoord uit.
- informeren
- amuseren
- overtuigen
- activeren
- Wat voor een tekst is dit?
- uiteenzetting
- betoog
- column
- beschouwing
- brief
- Uit de regel: “ineens toch een beetje een winnaar toen de rechtbank besloot dat de Staatsloterij haar deelnemers tot 2008 misleidde.”
Leg deze regel uit.
- Leg uit: “Al durft u waarschijnlijk wel een gokje te wagen.”
- Leg de titel uit: 'Loterijen zijn een belasting voor mensen die slecht zijn in wiskunde'.
- Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
- Vooral mensen die slecht zijn in wiskunde doen mee aan loterijen.
- Door deel te nemen aan een loterij verbetert u de positie van mensen die begrijpen waarom je dat beter niet kan doen.
- U kunt beter mee doen aan een loterij dan uw geld sparen.
- Door mee te doen aan een loterij helpt u de staatskas.
Antwoorden eindopdracht
Antwoorden eindopdracht
- D. Het berekenen van een winkans
- A. De actualiteit
- De goede indeling is:
alinea 1 (begint bij:) Deze week .... (eindigt:) .... een lot gekocht!
alinea 2 (begint bij:) Hoewel, iets zegt .... (eindigt:) .... er niet op rekenen.
alinea 3 (begint bij:) Ter vergelijking: .... (eindigt:) .... uw inzet uitkeren.
alinea 4 (begint bij:) De Staatsloterij .... (eindigt:) .... doen aan loterijen.
alinea 5 (begint bij:) Dankzij noest speurwerk .... (eindigt:) .... verzamelde werken.
alinea 6 (begint bij:) Let ook eens .... (eindigt:) .... nóg beroerder.
alinea 7 (begint bij:) Het valt me .... (eindigt:) .... Succes! Ionica.
- inleiding = 1
middenstuk = 2 t/m 6
slot = 7 (laatste)
- B. conclusie
- 2 = slecht in het bereken van je kans
3 = de spaarrekening
4 = belasting voor mensen die slecht zijn in wiskunde
- 2 = Hoewel = tegenstelling
3 = Ter vergelijking = vergelijking
4 = daarentegen = tegenstelling
- C. overtuigen
Het doel is vooral mensen ervan overtuigen niet deel te nemen aan loterijen. De wiskunde leert dat dat dom is.
- C. column
- De deelnemers hadden onterecht niets gewonnen omdat ze misleid waren. Bovendien krijgen ze mogelijk zonder dat ze dat verwachtten, hun inleg terug.
- Je bent alleen gedupeerde als je al eerder een gokje (staatslot kopen) hebt gewaagd.
- Als je goed kan rekenen doe je niet mee omdat je zo goed als zeker (net als bij de belastingen) je geld kwijt bent.
- B. Door deel te nemen aan een loterij verbetert u de positie van mensen die begrijpen waarom je dat beter niet kan doen.