Leerdoel:
- Je leert welke signaalwoorden er zijn en waarvoor ze dienen.
Verbindingswoorden geven aan wat voor een verbanden/relaties er binnen een zin, tussen zinnen en tussen alinea’s zijn. Zij geven aan wat de structuur van een tekst is. Deze verbindingswoorden helpen je wanneer je vragen krijgt over deelonderwerpen. Zoek voor het vinden van deelonderwerpen naar structurerende zinnen en zinsgedeelten (eerste zin(nen), slotzin ). In onderstaand schema vind je tien veel voorkomende verbanden met voorbeelden van verbindingswoorden.
Verbanden tijd (temporeel) opsomming tegenstelling vergelijking oorzaak – gevolg doel – middel voorbeeld/toelichting redengevend/argument voorwaarde samenvatting/conclusie |
Verbindingswoorden/signaalwoorden voordat, nadat, eerst, wanneer, vroeger en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens maar, echter, hoewel, toch, daarentegen zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e) door, doordat, waardoor, te danken aan om te, daarmee, waarmee, door middel van een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie want, omdat, daarom, vanwege, immers, als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat samengevat, kortom, dus, vandaar dat |