Wie je bent en hoe je je gedraagt, heeft alles te maken met de cultuur waarin je opgroeit. De normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep horen, vormen jouw cultuur. Hiernaast zie je een afbeelding met dingen die bij de Nederlandse cultuur horen. Betekent het dat we allemaal hetzelfde zijn? Dat we allemaal op klompen lopen en kaas maken. Natuurlijk niet, we zijn allemaal anders. In Nederland leven een heleboel cultuurgroepen met elkaar samen, bijvoorbeeld van verschillende afkomsten. In dit leerarrangement ga je leren welke verschillende groepen mensen er in Nederland zijn komen wonen en welke redenen mensen hebben om hun eigen land te verlaten.
Met dit leerarrangement ga je zelfstandig aan de slag. Als je vragen hebt kan de docent deze beantwoorden. Je hebt twee lesuren van 50 minuten de tijd om alles af te ronden. Via het menu aan de linkerkant kun je naar de verschillende onderdelen van het leerarrangement.
Je start met jouw eigen voorkennis. Wat weet je allemaal al van dit thema? Vervolgens ga je naar het lesmateriaal. Hier staat alle nieuwe leerstof die je gaat leren. Als je het lesmateriaal afgerond hebt, kijk je de kennisclip. Hierin wordt de leerstof herhaalt. Na het kijken, maak je de diagnostgische toets om te bepalen of je nog oefening nog hebt. Deze oefening vind je bij het verdiepend materiaal. Je kunt ervoor kiezen het uitdagend materiaal te doen. Dit is voor leerlingen die extra uitgedaagd willen worden. Als laatste maak je de eindtoets. Hiermee kan jouw docent zien of je de onderstaande lesdoelen beheerst.
Aan het einde van de les.....
kun je vertellen wat het verschil tussen emigratie en immigratie is.
kun je benoemen welke drie redenen mensen hebben om te migreren en kun je deze in je eigen woorden uitleggen.
weet je welke koloniale gebieden Nederland vroeger bezet en waarom mensen vanuit daar naar Nederland migreerden.
weet je wat arbeidsmigranten zijn en waar ze nu en 60 jaar geleden vandaan kwamen om in Nederland te komen werken.
weet je wat een asielzoeker is en waarom zij hun land verlaten.
kun je de definities van de volgende begrrippen noemen: vluchteling, gezinshereniging, gezinsvorming, kolonie, gastarbeiders en asiel.
Voorkennis
Voordat je nieuwe leerstof gaat leren, kijken we eerst naar wat je allemaal al weet. Kijk bij de verschillende begrippen wat ze ook alweer betekenen.
Cultuur
Wat is cultuur?
Pluriforme samenleving
In Nederland bestaat veel culturele diversiteit. Daarom noemen we Nederland een pluriforme samenleving: een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
Migratie-achtergrond
Veel Nederlanders hebben (voor)ouders die naar Nederland zijn gemigreerd. Daardoor zijn er allerlei cultuurkenmerken bijgekomen. Denk aan eetgewoonten, traditities, geloofsrichtingen, enzovoorts. We spreken van mensen met een migratie-achtergrond als iemand zelf of één van zijn of haar ouders in het buitenland is geboren.
Lesmateriaal
De pluriforme samenleving en migratie naar Nederland.
Het is niet makkelijk om je eigen omgeving te verlaten en te verhuizen naar een land waar je nog niks van kent. Mensen doen het soms toch en waarom ze dit doen ga je hier leren.
In Nederland wonen op dit moment bijna 4,5 miljoen mensen met een migratie-achtergrond. Dat is 25,3% van de Nederlandse bevolking. In de grafiek kun je zien dat 10,9 procent een westerse- en 14,4% een niet-westerse migratie-achtergrond heeft. Personen met een westerse migratie-achtergrond komen bijvoorbeeld uit Europa, Noord-Amerika of Australie. Mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond komen uit Azie, Afrika of uit Latijns-Amerika.
Waarom migreren mensen?
De redenen waarom mensen hun land van herkomst verlaten zijn heel verschillend. Verhuizen is niet altijd makkelijk. Je laat vaak veel achter en moet een nieuwe cultuur leren kennen in het land waar je gaat wonen. Waarom kiezen mensen er dan toch voor? Daarvoor zijn drie soorten oorzaken: 1. politieke redenen, 2. economische redenen en 3. sociale redenen.
1. Politieke redenen.
Vaak gaat het bij deze reden voor migratie over oorlog en geweld. Mensen vluchten omdat ze in hun eigen land niet veilig zijn. Ze lopen gevaar door hun politieke mening en kunnen hiervoor worden opgepakt. Ook kunnen mensen onveilig zijn door hun geloof of seksuele voorkeur. Personen die hun land om deze redenen verlaten noemen we vluchteling: mensen die onder druk van oorlog of geweld hun land verlaten.
De meeste vluchtelingen blijven in de directe omgeving van hun land, bijvoorbeeld een buurland. Sommige vluchtelingen reizen verder en vragen asiel aan in een Europees land. Ze hebben vaak een zware reis achter de rug en vragen toestemming om hier te mogen blijven.
2. Economische redenen.
Als er in jouw land geen werk te vinden is en je daardoor in armoede leeft, kun je naar een ander land migreren voor betere carrieremogelijkheden. Ook kan het zijn dat er behoefte is in een ander land aan jouw arbeidskracht, bijvoorbeeld in de bouw of ICT. Binnen de Europese Unie mogen mensen vrij reizen en werken.
Mensen kunnen ervoor kiezer om in een ander Europees land te gaan werken omdat ze daar werk kunnen vinden of beter betaald krijgen.
Mensen van buiten de Europese Unie kunnen niet zomaar voor economische redenen in een Europees land komen wonen. Zij zijn niet welkom en worden Nederland uitgezet.
3. Sociale redenen.
Mensen die verliefd worden op iemand in het buitenland of graag bij familie willen zijn die in een ander land woont, migreren vanwege sociale redenen.
Gezinshereniging: het gezin of de partner van een persoon woont in het buitenland en ze willen graag weer samen zijn. Gezinnen kunnen door oorlog uit elkaar zijn gerukt en dan hebben mensen recht om elkaar weer op te zoeken en bij elkaar te wonen.
Gezinsvorming: trouwen met een partner uit het buitenland en samen in Nederland komen wonen.
Waar komen de migranten vandaan?
Migratie bestaat al zolang de mensheid bestaat. De geschiedenis beschrijft een heleboel groepen mensen die over de wereld trokken en een nieuw thuisland kregen. Vanaf het einde van de 16e eeuw kwamen de Franse protestanten en de Spaanse en Portugese joden als vluchtelingen in Nederland wonen. Je herkent nog steeds achternamen die uit die tijd stammen, bijvoorbeeld Derogée. In de 19e eeuw kwamen mensen uit Italie, Belgie en Duitsland vanwege armoede naar Nederland.
In dit leerarrangement leer je welke bevolkingsgroepen de afgelopen 70 jaar naar ons land zijn gemigreerd. Je leert waar de migranten vandaan kwamen en waarom ze hun land van herkomst verlieten.
We kunnen drie grote groepen migranten onderscheiden: 1. mensen uit vroegere kolonien, 2. arbeidsmigranten en 3. asielzoekers.
1. Mensen uit de vroegere koloniën
In het verleden bezat Nederland gebieden buiten het land, die gebruikt werden om winst te maken. Deze gebieden zijn veroverd in de 17e eeuw en werden kolonien genoemd. Op de afbeelding kun je zien welke gebieden dit waren en welke producten Nederland hier vandaan haalde. Na de Tweede Wereldoorlog wilde de kolonien onafhankelijke landen worden. Soms werd dit een strijd, omdat Nederland niet zomaar de gebieden wilde opgeven en kwam er een hoop geweld bij kijken. De inwoners van de gebieden mochten bij zo'n onafhankelijkheidsstrijd kiezen voor een Nederlands staatsburgerschap of het staatsburgersschap van het koloniale land. De mensen die kozen voor een Nederlands staatsburgerschap werden naar Nederland gebracht en gingen hier wonen.
Welke koloniale gebieden kwamen de migranten vandaan? Zoals je op de afbeelding kan zien zijn er drie koloniale gebieden: Nederlands-Indie waaronder de Molukken, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Nederlands-Indie en de Molukken.
Nu noemen we deze landen Indonesie. In 1949 werd Nederlands-Indie en twee jaar later in 1951 werden de Molukken onafhankelijk. Hier ging een zware strijd aan vooraf. Ongeveer 400.000 Indische Nederlanders kozen ervoor om naar Nederland te komen.
De Molukkers kwamen ook naar Nederland. Zij hadden gevochten voor Nederland tegen de Indonesiers in de onafhankelijkheidsstrijd en toen Indonesie gewonnen had, moesten ze voor hun veiligheid daar weg en haalde Nederland ze hierheen. Wel werd er door de Nederlandse regering beloofd dat de Molukkers een eigen Molukse staat zouden krijgen als de oorlog voorbij was. Die staat is er nooit gekomen en de 12.500 Molukkers zijn hier gebleven.
Suriname.
In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland. Er waren Surinamers die kozen om naar Nederland te vertrekken door de onrust tussen bevolkingsgroepen in Suriname, maar ook doordat ze bang waren om de banden met Nederland te verliezen. De onafhankelijkheid was een groot feest in Suriname.
Nederlandse Antillen.
De Nederlandse Antillen bestond uit zes eilanden. In 1954 kregen ze hun zelfstandigheid terug, maar hoorden nog wel bij het Nederlandse Koninkrijk. In 1986 werd Aruba als eerste eiland onafhankelijk. Curacao en Sint-Maarten volgden in 2010. De drie overige eilanden, Saba, Sint-Eustasius en Bonaire, worden bijzondere gemeente van Nederland genoemd en krijgen nog veel ondersteuning van Nederland. Er is al jaren veel uitwisseling tussen de zes eilanden en Nederland. Veel jongeren komen bijvoorbeeld hier studeren.
2. Arbeidsmigranten
Mensen verlaten ook hun land omdat er geen werk is en in Nederland wel. Dat gebeurt vandaag de dag veel in de bouw, landbouw en andere sectoren. Deze arbeiders komen andere Europese lidstaten en mogen binnen de Europese Unie vrij reizen, wonen en werken. Ze maken daar gebruik van omdat in hun eigen land minder welvarend is en veel werkloosheid is of de salarissen erg laag zijn. We zien de afgelopen 15 jaar veel arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Polen, Bulgarije of Roemenie.
Zestig jaar geleden kwamen er veel arbeidsmigranten uit Spanje, Italie, Griekenland en later ook uit Marokko en Turkije naar Nederland. Het ging in die jaren heel goed met de Nederlandse economie en er was veel werk te doen. Er ontstonden personeelstekorten en op uitnodiging van de Nederlandse bedrijven kwamen mannelijke arbeiders hierheen om te werken. Er werd verwacht dat de mannen hier een paar maanden weer terug naar zouden keren. Daarom werden deze mensen gastarbeiders genoemd: arbeidskrachten die tijdelijk in Nederland zouden blijven. De meeste Spaanse, Italiaanse en Griekse mannen keerden inderdaad na een tijdje terug naar hun eigen landen. Veel Marokkaanse en Turkse gastarbeiders besloten te blijven en haalden hun vrouw en kinderen ook naar Nederland om hier een bestaan op te bouwen. Inmiddels hebben deze mannen kinderen en soms ook kleinkinderen in Nederland die hier zijn opgegroeid.
3. Asielzoekers
Je hebt al gelezen dat sommige migranten hun land verlaten vanwege politieke redenen. Mensen lopen dan in hun eigen land gevaar vanwege oorlog, geweld of om wie ze zijn. We noemen deze migranten vluchtelingen: mensen die onder druk van oorlog of geweld hun land verlaten. Als een vluchteling Nederland bereikt kan hij hier asiel aanvragen. Dan vraagt de vluchteling toestemming om in Nederland te verblijven. Als iemand asiel aanvraagt in Nederland of een ander land noemen we hem een asielzoeker. In 2021 kwamen er 34.860 asielzoekers naar Nederland. Het grootste aantal van de asielzoekers komt de laatste jaren uit Syrie en Eritrea. Als een vluchteling in Nederland asiel aanvraagt beoordeelt de Nederlandse overheid of de vluchteling voldoet aan de strenge toelatingseisen die Nederland kent. De asielzoekers krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning in Nederland als hun aanvraag wordt goedgekeurd.
Wereldwijd zijn er op dit moment ongeveer 80 miljoen mensen op de vlucht. De meeste vluchtelingen blijven in de regio van hun eigen land en willen terug zodra het veilig en mogelijk is. In buurlanden worden bijvoorbeeld vluchtelingkampen opgezet waar mensen tijdelijk kunnen verblijven. Een klein deel van de mensen vlucht verder weg, bijvoorbeeld naar Nederland of andere Europese landen.
Herhalen van de leerstof met kennisclip
Om te herhalen wat je net bij het lesmateriaal hebt geleerd, volgt hier een kennisclip.
Diagnostische toets
Je mag de diagnostische toets pas maken als je de kennisclip hebt bekeken.
Test: Migratie naar het pluriforme Nederland
0%
Je gaat nu een diagnostische toets doen. Zo kun je zelf zien hoe goed je de leerstof al kent en of je eventueel nog extra oefening nodig hebt. Als je nog extra oefening nodig hebt kun je de video's kijken bij: Verdiepende video's.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ben je toe aan uitdaging ga dan aan de slag met de onderstaande opdracht. Je mag deze opdracht samen doen met een klasgenoot, maar alleen werken kan ook.
Hier vind je de eindtoets die hoort bij het leerarrangement Migratie naar het pluriforme Nederland. Maak de eindtoets om te laten zien dat je de lesdoelen beheerst.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2021). Asiel en integratie 2021. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
UNHCR. (2021 ). Cijfers over vluchtelingen. Opgehaald van UNHCR: https://www.unhcr.org/nl/wat-jij-kan-doen/in-de-klas/cijfers-over-vluchtelingen/
Schuurman, R., Hagers, M., Storm, D., & Sybrandy, M. (2021). Pluriforme samenleving, Examenkatern Maatschappijkunde VMBO KGT. Wormerveer: Uitgeverij Essener.
van den Broeke, J., & ea. (2018). Lesboek Thema's Maatschappijleer VMBO KGT. Wormerveer: Essener.
Het arrangement Migratie naar het pluriforme Nederland is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Julia Derogee
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-03-15 12:34:32
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Maatschappijkunde, vierde leerjaar mavo en kadergerichte beroepsleerweg.
Aan het einde van dit arrangement kunnen de leerlingen:
- vertellen wat het verschil tussen emigratie en immigratie is.
- benoemen welke drie redenen mensen hebben om te migreren en kun je deze in je eigen woorden uitleggen.
- weten welke koloniale gebieden Nederland vroeger bezet en waarom mensen vanuit daar naar Nederland migreerden.
- weten wat arbeidsmigranten zijn en waar ze nu en 60 jaar geleden vandaan kwamen om in Nederland te komen werken.-
- weten wat een asielzoeker is en waarom zij hun land verlaten.
- de definities van de volgende begrrippen noemen: vluchteling, gezinshereniging, gezinsvorming, kolonie, gastarbeiders en asiel.
Maatschappijkunde, vierde leerjaar mavo en kadergerichte beroepsleerweg.
Aan het einde van dit arrangement kunnen de leerlingen:
- vertellen wat het verschil tussen emigratie en immigratie is.
- benoemen welke drie redenen mensen hebben om te migreren en kun je deze in je eigen woorden uitleggen.
- weten welke koloniale gebieden Nederland vroeger bezet en waarom mensen vanuit daar naar Nederland migreerden.
- weten wat arbeidsmigranten zijn en waar ze nu en 60 jaar geleden vandaan kwamen om in Nederland te komen werken.-
- weten wat een asielzoeker is en waarom zij hun land verlaten.
- de definities van de volgende begrrippen noemen: vluchteling, gezinshereniging, gezinsvorming, kolonie, gastarbeiders en asiel.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Migratie naar het pluriforme Nederland
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
