Anatomie en fysiologie van de longen

Anatomie en fysiologie van de longen

Introductie

Welkom op de wikiwijs: anatomie en fysiologie van de longen.

Het is een leeromgeving met veel verschillende werkvormen, uitdagingen en toetsing.

Ga er goed voor zitten en ga er mee aan de slag.

Veel leerplezier en wat er ook gebeurd, altijd blijven ademen ;-)

 

Jirska Stolwijk

Leerdoelen

Leerdoelen die behoren bij deze wikiwijs:

  • na het volgen van deze wikiwijs kan de student de anatomie van de longen benoemen
  • na het volgen van deze wikiwijs kan de student de functie van de longen benoemen
  • na het volgen van deze wikiwijs kan de student de verschillende aspecten van het ademhalingstelsel herkennen
  • na het volgen van deze wikiwijs kan de student de basis leggen in de link tussen theorie en praktijk met betrekking tot ademhalingsproblemen

 

Anatomie en Fysiologie van de Longen

Aan de slag

Beste student,

Bij de volgende onderdelen ga je daadwerkelijk beginnen met de theorie.

Gebruik het anatomieboek om afbeeldingen te zoeken bij de theorie, dit is jouw eigen verantwoordelijkheid.

Werk niet te snel, doorloop de onderdelen rustig en geconcentreerd.

Pak een pauze als je merkt dat je de stof niet meer goed tot je kan nemen.

 

Het ademhalingsstelsel

HET ADEMHALINGSSTELSEL

 

Ademhalen is iets wat ieder mens gewoon doet en daar denk je eigenlijk niet bij na.

Tot dat er iets gebeurt met het lichaam waardoor je bijvoorbeeld niet meer goed adem kunt halen en dan pas besef je dat je niet zonder ademhalen kunt leven.

De reden waarom een mens ademhaalt is te grote behoefte aan zuurstof. De formule voor zuurstof is o2.

Alle cellen in het menselijk lichaam hebben voedingstoffen en zuurstof nodig om te kunnen functioneren.

Zonder zuurstof sterven deze cellen af.

De mens is een heel mooi ontwerp, alles in het lichaam werkt met elkaar samen en als alle onderdelen van het lichaam perfect werken dan is het menselijk lichaam een goed geoliede machine. Het ademhalingsstelsel is hier ook een onderdeel van, een heel belangrijk onderdeel.

Het ademhalingsstelsel bestaat uit de longen en de luchtwegen.

Want zonder luchtweg komt de lucht rijk aan zuurstof niet in de longen en kan de zuurstof niet worden opgenomen in het bloed.

Iedereen heeft zuurstofrijke lucht om zich heen, je ziet hem niet, soms ruik je hem wel en je kunt hem voelen als het bijvoorbeeld waait. In deze lucht zit ongeveer 21 % zuurstof, deze adem je in via de luchtwegen en komt via een speciale weg in de long terecht.

Deze weg, deze kleine vertakkingen tot aan de longblaasjes ga ik beschrijven onder de kopjes bovenste en onderste luchtwegen.

Bovenste luchtwegen

Bovenste luchtwegen

 

De lucht adem je in via je neus of mond, of tegelijk.

Het voordeel van inademen via je neus is dat de neusholte (cavitas nasi) deze lucht verwarmd, reinigt en bevochtigd, en je kunt de lucht dan ruiken. Maar of dit laatste altijd een voordeel is laat ik in het midden ;-). Via de mond gebeurt er niks met de lucht dan alleen de geleiding hiervan.

Via de neusholte of de mondholte (cavitas oris) komt de lucht terecht in de keelholte, ook wel pharynx genoemd. De keelholte bestaat uit 3 gedeelten:

  • Neusgedeelte (nasopharynx)
  • Mondgedeelte (oropharynx)
  • Strottenhoofdgedeelte (laryngopharynx)

 

De pharynx zorgt ervoor dat de ingeademde lucht naar beneden wordt geleid, dat je kan slikken, articuleren en daar zitten ook de amandelen die zorgen voor de afweer van indringers zoals bacteriën en virussen.

Het laatste onderdeel van de bovenste luchtwegen is de larynx ook wel strottenhoofd genoemd. Hier wordt de stem gevormd en hier wordt de luchtweg afgesloten als je moet hoesten of persen.

 

Hier maak ik even de eerste uitstap naar de praktijk. Nu je weet dat de stem gevormd wordt in dit gedeelte in samenwerking met de stembanden weet je ook iets anders belangrijks. In de praktijk wordt er vaker gezegd dat een patiënt een vrije ademweg heeft als hij kan praten.

Een vrije ademweg is een belangrijk begrip als een mens in nood is. Want een ademweg die niet vrij is, geeft acuut levensgevaar. Want dan kan er geen lucht met zuurstof naar de longen.

Dus simpel gezegd, zonder lucht -->  geen lucht langs de stembanden -->GEEN STEMGELUID.

Tot zo ver de theorie over de bovenste luchtwegen, de onderste luchtwegen worden beschreven in het volgende gedeelte.

Onderste luchtwegen

Onderste luchtwegen

Na het strottenhoofd komt de luchtpijp (trachea).

Hier wordt de lucht verder gereinigd en naar beneden geleid, richting de bronchusboom.

Je hebt 2 longen dus er zal een verdeling moeten komen in de bronchusboom, deze verdeling komt na ongeveer 12 cm luchtpijp. Dan ontstaat er een rechter en linker hoofdbronchus. Allebei de hoofd bronchiën vertakken zich naar kleinere bronchus waar uiteindelijk de kleinste vertakking zich bevindt. Dat noem je een bronchiole.

Dit is het laatste gedeelte van de luchtwegen want aan de bronchiole hangt de longtrechter met een bosje longblaasjes (alveoli) vast.

De alveoli zijn superklein en om de alveoli heen lopen allemaal kleine bloedvaten ook wel capillairen genoemd. Je hebt miljoenen alveoli in je longen, als je ze allemaal zou uitsmeren over de grond dat heb je bijna 100 m2 bedekt. Dat is vergelijkbaar met een half tennisveld.

Dat is bijna niet te bevatten maar dan snap je wel hoe klein ze zijn en hoeveel je er hebt.

In de alveoli vindt de gaswisseling plaats, dat wil niks anders zeggen dan dat de zuurstof die je inademt wordt afgegeven aan het bloed in de bloedvaatjes die langs de alveoli “loopt”. En dat de afvalstof van het bloed richting de alveoli gaat zodat deze met de uitademing naar buiten zal gaan. Deze afvalstof noem je koolstofdioxide en de formule is Co2.

 

Nu maak ik samen met jou de tweede uitstap naar de praktijk. Als ik nu schrijf dat een normale inademing ongeveer 500 ml lucht bevat dan moet je onthouden dat dit een ademteug is in rust en zonder dat dit veel moeite kost.

De ruimte in de longen waar geen gaswisseling plaats kan vinden noem je anatomische dode ruimte.

Hier kan geen o2 en Co2 uitgewisseld worden. Dit is ongeveer 150 ml en omvat de gehele luchtwegen tot aan de alveoli.

Je houdt dus ongeveer 350 ml lucht over wat mee kan doen aan de gaswisseling. Dat is voldoende voor een mens in rust.

Als je een patiënt aan het verzorgen bent die net geopereerd is en daardoor weinig conditie heeft dan kan de ademhaling van die patiënt heel snel zijn.

Hoe sneller de ademhaling hoe minder ml lucht diegene kan inademen.

Dus dan snap je nu misschien ook waarom die patiënt zich benauwd kan gaan voelen als deze snelle ademhaling te lang duurt.

Want dan is de ademteug niet 500 ml maar bijvoorbeeld 300 ml.

300 ml minus 150 ml, dan blijft er maar 150 ml over wat meedoet aan de gaswisseling. Dat is minder lucht en dus minder o2.

 

Om deze reden is het dus belangrijk om ook naar de patiënt te kijken en te tellen wat de ademhalingsfrequentie is per minuut. 12 -15 ademteugen per minuut is normaal voor een volwassen persoon in rust.

 

Opdracht:

Ga eens bij jezelf tellen wat jouw normale ademritme is in rust en ga dit eens vergelijken met het ademritme als je 5 minuten lang op en neer springt. Als je de dingen die je leert probeert om te zetten in dagelijkse kennis door het toe te passen bij jezelf ga je sneller begrijpen hoe het lichaam werkt.

Je gaat namelijk sneller ademen omdat je energie verbruikt met op en neer springen en je lichaam heeft dan meer o2 nodig en die krijg je alleen maar als je meer o2 inademt, in de lucht zit altijd 21 % dus de zuurstof in de lucht heb je geen invloed op. Je hebt wel invloed op hoeveel lucht je inademt. Je moet dan niet alleen je ademritme verhogen maar je moet ervoor zorgen dat jouw teugen even groot blijven.

Dit is iets wat een gezond iemand wel kan maar wat een zieke patiënt niet kan. Een ziek iemand verhoogd wel het ritme maar heeft niet de kracht om dezelfde milliliters in te ademen.

Iemand raakt dan buiten adem en dat is de simpele verwoording voor dyspnoe of te wel benauwdheid.

 

De longen en het mediastinum

De rechterlong en de linkerlong liggen aan weerszijden van het hart in de borstholte.

Het hart ligt in het middengebied van de borstholte, dit wordt ook mediastinum genoemd.

In het mediastinum liggen naast het hart nog meer belangrijke onderdelen van het lichaam.

Waaronder de aorta, de bovenste en onderste holle ader (vena cava superior en inferior) en de slokdarm. De borstwervels, de ribben en het borstbeen (sternum) beschermen zowel het hart als de longen. 

Omdat het hart tussen de longen in ligt heeft de linkerlong maar 2 longkwabben (longlobi) en de rechterlong heeft er 3.

Denkend aan de kleine bloedsomloop is het heel normaal dat het hart tussen de longen in ligt.

Want samen zorgen ze ervoor dat het hele lichaam van zuurstof wordt voorzien. Het zou superonhandig zijn als het hart zich onder in de buik zou bevinden, dan heb je een veel te grote kleine bloedsomloop nodig.

 

Borstvlies en pleuraholte

De longen worden bekleed door een longvlies (pleura pulmonalis).

Dan heb je een dun laagje vocht wat wordt afgedekt met het borstvlies (pleura parietalis), deze 2 bladen noem je de pleurabladen.

De ruimte tussen 2 bladen noem je de pleuraholte, deze heeft een aanzuigende werking voor de long.

Dat betekent dat de long hierdoor altijd de bewegingen van de borstkas en middenrif volgt.

Hieronder is een schematische weergave van de luchtwegen. Als je er op klikt wordt het plaatje groter afgebeeld.

 

 

 

 

Fysiologie van de ademhaling

FYSIOLOGIE VAN DE ADEMHALING

 

Een mens haalt adem om te kunnen leven, zonder zuurstof is er geen leven mogelijk.

Een cel heeft zuurstof (o2) en voedingstoffen nodig om energie op te wekken, na deze verbranding komt er ook een afvalstof vrij. Dit is koolstofdioxide, ook wel Co2 genoemd.

Er zijn 3 grote begrippen die belangrijk zijn om te onthouden:

  1. Longventilatie
  2. Gaswisseling
  3. Gastransport

In de volgende drie paragrafen werk ik een voor een deze begrippen uit.

Longventilatie

 

 

Longventilatie is niks anders dan lucht die de longen in en uitstroomt.

Nog specifieker is het als je zegt dat de lucht de alveoli (longblaasjes) in en uitstroomt.

De inademing is een actief proces en de uitademing is een passief proces.

 

Een heel belangrijk onderdeel van het ademhalingsproces is het diafragma ook wel middenrif genoemd.

Het diafragma vormt de scheiding tussen de borstholte en de buikholte, het zijn hele sterke spieren.

Ze vormen samen met de spieren tussen de ribben de ademhalingsspieren.

Als je inademt dan trekken de spieren van het diafragma samen, het diafragma wordt platter en zo wordt de borstholte groter. Lucht kan naar binnen.

Als je uitademt dan ontspant het diafragma zich en wordt dan weer boller waardoor de lucht makkelijker naar buiten stroomt.

 

Leg eens beide handen op het onderste gedeelte van je ribbenkast, de vingers wijzen naar het zachte gedeelte net onder het borstbeen.

Adem nu zelf eens 5 x diep in, en voel eens wat er gebeurt met je diafragma. Als je helemaal ontspannen bent dan voel je ook dat de buikspieren ontspannen op het moment dat je inademt. Dat noem je een buikademhaling.

Een buikademhaling gebeurt meestal in rust, als je ontspannen op de bank zit of yoga beoefend. Ook als je slaapt gaat het lichaam automatisch over in een buikademhaling.

 

Een borstademhaling wil zeggen dat je niet alleen het diafragma gebruikt maar ook de borstspieren. Deze ademhaling kost meer kracht en is de manier van ademhalen als je aan het sporten bent.

Er wordt dan niet alleen gebruik gemaakt van de ademhalingsspieren maar ook van de hulpademhalingsspieren.

Ik ga dit in het volgende voorbeeld visueel maken.

We gaan de derde uitstap richting de praktijk maken.

Een patiënt die benauwd is, heeft moeite met ademhalen. Bij deze patiënten zie je dat ze de hulpademhalingsspieren gebruiken, je ziet dan bij elke inademing dat de patiënt zijn schouders optrekt.

Op dat moment worden de ribben opgetild waardoor er meer ruimte in de longen wordt gecreëerd en er meer lucht naar binnen kan.

Bij de uitademing trekt de patiënt de buikspieren aan en tuit de lippen, zodat de lucht geforceerd naar buiten kan worden geduwd.

De getuite lippen zorgen ervoor dat de alveoli (longblaasjes) openblijven en de volgende inademing daardoor weer makkelijker wordt.

Dit kun je zelf ook ervaren door tijdens inspanning bijvoorbeeld rennen, je lippen te tuiten, je zult dan merken na een tijd dat je meer “conditie” ervaart, gewoon omdat je optimaal gebruikt maakt van alle lucht die je inademt.

Nu je weet hoe de ademhaling werkt en hoe belangrijk het diafragma is, dan kun je ook beredeneren waarom een mens met overgewicht en daarbij een hele dikke buik, vaker moeite heeft met ademhalen.

De buik zit eigenlijk letterlijk de longen in de weg, en er is minder ruimte om lucht in de longen te laten stromen.

Doordat het diafragma niet goed kan samenspannen.

Hou hier rekening mee in het ziekenhuis als je een patiënt met overgewicht verzorgt, zorg ervoor dat de patiënt rechtop kan zitten.

Zodat de buik minder “in de weg zit”.

 

Gaswisseling

Gaswisseling

 

Bij gaswisseling verplaatsen gassen zich van hoge naar lage druk, dit proces noem je diffusie.

Dit is ook het proces wat er in de longen gebeurd op het niveau van de alveoli (longblaasjes).

O2 gaat naar het bloed wat door de bloedvaatjes langs de alveoli loopt en Co2 gaat richting de alveoli, zodat deze met de uitademing het lichaam kan verlaten.

 

Dit proces is een passief proces, dat wil zeggen dat er dus geen energie voor nodig is om diffusie te laten gebeuren.

 

In het plaatje wat ik hieronder heb toegevoegd is een schematische weergave van de gaswisseling te zien. Klik op de link om te openen.

 

 

 

 

 

 

 

Gastransport

Om o2 in het bloed te vervoeren is er een vervoersmiddel nodig.

Dit vervoersmiddel noem je Hb, dat is de afkorting van hemoglobine. Hemoglobine zit in een rode bloedcel ook wel erytrocyt genoemd.

O2 bindt zich voor 98,5 % aan het ijzer in de hemoglobine. Zo wordt het naar alle cellen van het lichaam gebracht.

Een belangrijke waarde voor de capaciteit waarmee o2 vervoerd kan woorden is het hematocriet. Deze waarde geeft namelijk aan welk deel van het bloed uit rode bloedcellen bestaat. Hoe meer rode bloedcellen hoe meer zuurstof vervoerd kan worden.

Bij hevige inspanning laat hemoglobine meer o2 los zodat er meer naar de cel kan om energie op te wekken.

Zo bijzonder hoe ons lichaam werkt, het zijn allemaal kleine losse fabrieken die een geheel vormen.

Dan kun je nu misschien zelf ook beredeneren waarom iemand moe en lusteloos is als diegene bloedarmoede heeft..

Bloedarmoede wil zeggen dat er te weinig ijzer of te weinig rode bloedcellen aanwezig zijn.

En als er dus niet genoeg vervoersmiddel is voor o2 dan gaat er te weinig o2 naar de cel.

 

Daarom is het in de praktijk heel belangrijk om niet alleen zuurstof te geven als iemand benauwd is maar ook te controleren wat het Hb is in het bloed. Zodat je beiden kunt optimaliseren.

 

Natuurlijk moet je dit soort interventies bij een patiënt altijd overleggen met een gediplomeerd verpleegkundige en ook de behandelend arts.

Maar je wordt een hele slimme pleeg als je wel over deze dingen nadenkt!!!!

Wees geen schaap maar wees de herder ;-)

 

Co2 transport gaat iets anders dan o2 transport. Co2 wordt voor een heel klein gedeelte aan hemoglobine gebonden maar het grootste gedeelte lost op in het bloedplasma.

Als opgeloste stof in het bloed heet het bicarbonaat. Zo wordt het vervoerd richting de bloedvaten die langs de alveoli gaan. Eenmaal daar wordt bicarbonaat weer Co2 zodat het met de uitademing naar buiten het lichaam kan verlaten.

 

Belangrijk om te weten is dat de ademprikkel ontstaat op de hoeveelheid Co2 in het bloed.

Als het Co2 te hoog wordt dan wordt dit opgevangen door receptoren in de aorta en in de halsslagader. Deze geven op hun beurt een seintje aan het ademcentrum in de hersenstam.

Daar zit het ademcentrum ook wel medulla oblongata genoemd. Het ademcentrum stuurt dan een prikkel naar de ademhalingsspieren en er volgt een inademing.

 

Dit is dus de reden waarom je nooit dood kan gaan doordat je zelf je adem inhoudt. Want doordat je niet ademt wordt het Co2 gehalte te hoog en de ademprikkel die daaruit voortkomt kun je niet actief stoppen.

Dat is een hele diepe prikkel die je niet kan negeren.

 

Wat zit een mens toch mooi in elkaar!!!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Leuke digitale tools

Je kunt gebruik maken van de digitale tools om de theorie nog meer eigen te maken.

Bij Quizlet zijn er flashcards waar je gebruik van kan maken bij het leren van de verschillende medische termen.

Bij de puzzel kun je je testen of de theorie die je hebt gelezen al is blijven "hangen".

De tool van nearpod kan je helpen de theorie goed in te zetten in de praktijk.

Het is aan te raden deze tools wel te gebruiken, ze kunnen een goede ondersteuning zijn bij de digitale toets die je moet maken om deze wikiwijs goed af te sluiten.

Maar ook bij de schriftelijke toets die je op school moet maken ter afsluiting van een leerperiode.

Flashcards medische termen

puzzel ademhaling

Flashcards fysiologie van de ademhaling

Quiz Fysiologie longen praktijkcasussen

Eindtoets

Toets: Eindtoets Anatomie en Fysiologie van het ademhalingsstelsel

Start

Bronnen

Vierimaa, H & Laurilla, M.(1e druk, vijfde oplage) Handboek Take Care Anatomie en Fysiologie niveau 4. 's Hertogenbosch: Projectgroep malmberg

 

Afbeelding 1: illustratie © quizlet.com (z.d), https://quizlet.com. Geraadpleegd 22-2-22

Afbeelding 2: foto van illustratie blz 233 uit het boek: Vierimaa, H & Laurilla, M.(1e druk, vijfde oplage) Handboek Take Care Anatomie en Fysiologie niveau 4. 's Hertogenbosch: Projectgroep malmberg

  • Het arrangement Anatomie en fysiologie van de longen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    jirska stolwijk
    Laatst gewijzigd
    2022-03-08 17:26:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Na het volgen van e-learning weet de mbo-student de anatomie en de fysiologie van de longen te beschrijven op MBO niveau 4.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Flashcards medische termen
    https://quizlet.com/_b2jg46?x=1qqt&i=49o5zq
    Link
    puzzel ademhaling
    https://www.educaplay.com/learning-resources/11432853-fysiologie_van_de_ademhaling.html
    Link
    Flashcards fysiologie van de ademhaling
    https://quizlet.com/_b5fl01?x=1qqt&i=49o5zq
    Link
    Quiz Fysiologie longen praktijkcasussen
    https://app.nearpod.com/?pin=8N6QI
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets Anatomie en Fysiologie van het ademhalingsstelsel

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.