Longventilatie is niks anders dan lucht die de longen in en uitstroomt.
Nog specifieker is het als je zegt dat de lucht de alveoli (longblaasjes) in en uitstroomt.
De inademing is een actief proces en de uitademing is een passief proces.
Een heel belangrijk onderdeel van het ademhalingsproces is het diafragma ook wel middenrif genoemd.
Het diafragma vormt de scheiding tussen de borstholte en de buikholte, het zijn hele sterke spieren.
Ze vormen samen met de spieren tussen de ribben de ademhalingsspieren.
Als je inademt dan trekken de spieren van het diafragma samen, het diafragma wordt platter en zo wordt de borstholte groter. Lucht kan naar binnen.
Als je uitademt dan ontspant het diafragma zich en wordt dan weer boller waardoor de lucht makkelijker naar buiten stroomt.
Leg eens beide handen op het onderste gedeelte van je ribbenkast, de vingers wijzen naar het zachte gedeelte net onder het borstbeen.
Adem nu zelf eens 5 x diep in, en voel eens wat er gebeurt met je diafragma. Als je helemaal ontspannen bent dan voel je ook dat de buikspieren ontspannen op het moment dat je inademt. Dat noem je een buikademhaling.
Een buikademhaling gebeurt meestal in rust, als je ontspannen op de bank zit of yoga beoefend. Ook als je slaapt gaat het lichaam automatisch over in een buikademhaling.
Een borstademhaling wil zeggen dat je niet alleen het diafragma gebruikt maar ook de borstspieren. Deze ademhaling kost meer kracht en is de manier van ademhalen als je aan het sporten bent.
Er wordt dan niet alleen gebruik gemaakt van de ademhalingsspieren maar ook van de hulpademhalingsspieren.
Ik ga dit in het volgende voorbeeld visueel maken.
We gaan de derde uitstap richting de praktijk maken.
Een patiënt die benauwd is, heeft moeite met ademhalen. Bij deze patiënten zie je dat ze de hulpademhalingsspieren gebruiken, je ziet dan bij elke inademing dat de patiënt zijn schouders optrekt.
Op dat moment worden de ribben opgetild waardoor er meer ruimte in de longen wordt gecreëerd en er meer lucht naar binnen kan.
Bij de uitademing trekt de patiënt de buikspieren aan en tuit de lippen, zodat de lucht geforceerd naar buiten kan worden geduwd.
De getuite lippen zorgen ervoor dat de alveoli (longblaasjes) openblijven en de volgende inademing daardoor weer makkelijker wordt.
Dit kun je zelf ook ervaren door tijdens inspanning bijvoorbeeld rennen, je lippen te tuiten, je zult dan merken na een tijd dat je meer “conditie” ervaart, gewoon omdat je optimaal gebruikt maakt van alle lucht die je inademt.
Nu je weet hoe de ademhaling werkt en hoe belangrijk het diafragma is, dan kun je ook beredeneren waarom een mens met overgewicht en daarbij een hele dikke buik, vaker moeite heeft met ademhalen.
De buik zit eigenlijk letterlijk de longen in de weg, en er is minder ruimte om lucht in de longen te laten stromen.
Doordat het diafragma niet goed kan samenspannen.
Hou hier rekening mee in het ziekenhuis als je een patiënt met overgewicht verzorgt, zorg ervoor dat de patiënt rechtop kan zitten.
Zodat de buik minder “in de weg zit”.