Inleiding
Micro-organismen zijn overal! Ze zitten op je huid en in je darmen, op het toetsenbord van je laptop, op het eten of er misschien zelfs in. Ze kunnen zowel nuttig zijn, bijvoorbeeld in de bereiding van ons voedsel, en schadelijk, omdat ze je ziek kunnen maken. Ze maken dus een enorm groot deel uit van je leven.
Onder micro-organismen verstaan we organismen die niet met het blote oog zichtbaar zijn, ze zijn dus micro. Hieronder vallen bijvoorbeeld bacteriën, gisten, schimmels en algen. Eencellige parasieten en virussen vallen officieel niet onder de term micro-organismen, omdat ze niet zelfstandig kunnen delen.
In de microbiologie doen we onderzoek naar deze micro-organismen. In deze module ga je leren over microbiologie en verschillende micro-organismen. In de theorie gaan we vooral kijken naar bacteriën, omdat zij het grootste deel van de micro-organismen omvatten waarmee we te maken krijgen. In de praktijk ga je oefenen met klassieke microbiologische technieken, en wordt je klaargestoomd voor je VMT praktijktoets.
Seeing the Invisible: van Leeuwenhoek's first glimpses of the microbial world
DWDD University: 'Het Allerkleinste' door Robbert Dijkgraaf - 16-11-2012
Praktijklessen microbiologie
In deze periode krijg je te maken met microbiële technieken. Tijdens deze praktijkperiode ga je een aantal microbiologische basisvaardigheden leren die we VMT noemen. VMT staat voor Veilige Microbiologische Technieken. Deze technieken houden in dat je veilig en steriel kan werken met micro-organismen. Daarvoor gaan jullie bacteriën kweken. Kweken houdt in dat jullie een bepaalde hoeveelheid bacteriën gaan laten groeien totdat er genoeg zijn om ze te kunnen zien. Hoe snel de bacteriën groeien is afhankelijk van de soort en de omstandigheden waarin ze groeien, maar het kost altijd tijd. Het gevolg hiervan is dat een practicumproef niet één les duurt maar meestal over meerdere lessen wordt uitgesmeerd. Dit heeft als gevolg dat er meerdere proeven door elkaar heen gaan lopen. Zorg er dus voor dat je je labjournaal goed bijhoudt!!
Kijk dus elke week goed in de planning hieronder en kom voorbereid naar de les.
Theorielessen microbiologie
Tijdens de theorielessen ga je leren over micro-organismen, hoe ze groeien en wat zij nodig hebben om ze op het laboratorium te kunnen kweken. Hiermee krijg je dus de achtergrond van je praktijklessen.
We werken hier met het boek 'Biologie voor analisten' hoofdstuk 12 en 13. In de planning staat wanneer we welk deel gaan behandelen. Let op: we behandelen niet alles uit de hoofdstukken, de pagina's staan in de planning.
Zorg ook dat je een divice bij je hebt, waarmee je bij deze wikiwijs kunt. Denk aan een laptop, tablet of je mobiel. Zorg dat deze goed is opgeladen.
De afronding van dit vak bestaat uit twee onderdelen. Je gaat een toets maken, dit cijfer telt voor 80% mee op je eindcijfer. Je gaat ook in tweetallen werken aan een presentatie opdracht over een bepaalde bacteriesoort. De verdeling van de onderwerpen en het vormen van de tweetallen zal in de eerste les met de docent worden gedaan. Het cijfer dat je haalt op de opdracht telt mee voor 20% op je eindcijfer.
Leerdoelen
Tijdens de komende lessen ga je leren over micro-organismen en microbiologie. Aan het einde van deze lessen kan je..:
- De indeling van de verschillende micro-organismen benoemen en uitleggen wat de belangrijkste kenmerken zijn.
- Toelichten wat het nut en de schadelijkheid van micro-organismen in het dagelijks leven zijn en van beide een voorbeeld geven.
- De bouw en rangschikking van bacteriën benoemen.
- De verschillende voedingsstoffen noemen die bacteriën nodig hebben om te groeien.
- Uitleggen wat een reincultuur en bacteriekolonie zijn, en dit in verband brengen met hoe bacteriën op het laboratorium worden gekweekt.
- Benoemen hoe bacteriën zich vermenigvuldigen
- Uitleggen welke factoren invloed hebben op de groei van bacteriën
- De verschillende fasen van een groeicurve benoemen en hierbij een korte toelichting geven.
- Uitleggen hoe de groei van micro-organismen op het lab wordt gemeten
- De bouw van een virus benoemen en uitleggen wat een virus is
Les 1: Micro-organismen
Deze les ga je leren:
- De indeling van de verschillende micro-organismen en de belangrijkste kenmerken.
- Het nut en de schadelijkheid van micro-organismen in het dagelijks leven.
Hiervoor heb je nodig 'Biologie voor analisten', hoofdstuk12, bladzijde 236-237 en bladzijde 243-244.
Micro-organismen
Micro-organismen hebben een grote invloed op het dagelijkse leven. Deze invloed kan zowel positief als negatief zijn.
Onder micro-organismen verstaan we organismen die niet met het blote oog kunnen worden bekeken. Hiervoor heb je dus een microscoop nodig.
Ze vormen een grote groep die we kunnen onderverdelen in alle drie de domeinen van levende organismen:
- Archea: Oerbacteriën (prokaryoten)
- Bacteriën (prokaryoten)
- Eukaryoten:
- Algen (eencellige wieren)
- Protozoën (eencellige dieren)
- Schimmels (of fungi)
Virussen staan op de grens van leven en dood, ze kunnen niet zelfstandig voortplanten. Daarom worden virussen niet ingedeeld in een van de drie domeinen.
Microbiologie
Micro-biologie is de wetenschap die micro-organismen bestudeert. Binnen de micro-biologie kunnen verschillende subwetenschappen worden onderscheiden, namelijk:
- Virologie
- Mycologie
- Parasitologie
- Bacteriologie
Microbiologie kan verder worden onderverdeeld in de categoriën, zo hebben we:
- Medische microbiologie
- Voedingsmiddelentechnologie
- Biotechnologie
Atrium MC - Werk en opleiding - Microbiologie
Het nut en de schadelijkheid van bacteriën
Nuttige bacteriën:
- Opruimers van de natuur, omdat ze complexe organische moleculen afbreken tot de elementen waaruit deze zijn opgebouwd.
- Bacteriën kunnen samenwerken met andere organismen, het zijn symbionten.
- Mensen kunnen bacteriën gebruiken in de bereiding van voedsel, denk bijvoorbeeld aan producten als kaas, yoghurt en bier.
- Sommige bacteriën kunnen bruikbare stoffen produceren waar mensen gebruik van kunnen maken.
Schadelijke bacteriën:
- Sommige bacteriën kunnen ziekten veroorzaken, dit noemen we pathogenen.
- Bacteriën kunnen ervoor zorgen dat ons voedsel bederft.
- Sommige bacteriën kunnen voedselinfectie of voedselvergiftiging veroorzaken.
- Sommige bacteriën kunnen voedselrijk oppervlakte water ongeschikt maken voor mensen om nog in te zwemmen. Bijvoorbeeld de cyanobacterie zorgt voor blauwalg.
Les 2: De bouw van bacteriën
Deze les ga je leren:
3. De bouw en rangschikking van bacteriën benoemen.
6. Benoemen hoe bacteriën zich vermenigvuldigen
Hiervoor heb je nodig 'Biologie voor analisten', hoofdstuk12, bladzijde 238-242
Tijdens deze les werken we met de PowerPoint die hieronder staat. Deze kun je ook extra gebruiken voor het leren.
Oefening: De bouw van bacteriën
Start
Les 3: Bacteriën kweken
Deze les ga je leren:
4. De verschillende voedingsstoffen noemen die bacteriën nodig hebben om te groeien.
5. Uitleggen wat een reincultuur en bacteriekolonie zijn, en dit in verband brengen met hoe bacteriën op het laboratorium worden gekweekt.
Hiervoor heb je nodig 'Biologie voor analisten', hoofdstuk13, bladzijde 254-258
Tijdens deze les werken we met de PowerPoint die hieronder staat. Deze kun je ook extra gebruiken voor het leren.
Les 4 - Factoren voor groei
Deze les ga je leren:
7. Uitleggen welke factoren invloed hebben op de groei van bacteriën
8. De verschillende fasen van een groeicurve benoemen en hierbij een korte toelichting geven.
9. Uitleggen hoe de groei van micro-organismen op het lab wordt gemeten
Hiervoor heb je nodig 'Biologie voor analisten', hoofdstuk13, bladzijde 258-264
Tijdens deze les werken we met de PowerPoint die hieronder staat. Deze kun je ook extra gebruiken voor het leren.
Les 5 - De bouw van virussen
Deze les ga je leren:
10. De bouw van een virus benoemen en uitleggen wat een virus is.
Hiervoor heb je nodig 'Biologie voor analisten', hoofdstuk12, bladzijde 249-250
Tijdens deze les werken we met de PowerPoint die hieronder staat. Deze kun je ook extra gebruiken voor het leren.
Oefentoets
Wanneer je eraan toe bent kun je de volgende oefentoets maken. In deze oefentoets staan 10 vragen, die van vergelijkbaar niveau zijn als de toets zelf. Het maken en kritisch nakijken van de oefentoets is dus een goede manier om je voor te bereiden op de toets.