Welkom
Inleiding
Welkom op wikiwijs!
In deze wikiwijs gaan we hebben over het gebit. Je zult vandaag aan de slag gaan met leuke opdrachten, bekijken van filmpjes en het maken van een oefentoets.
lesdoelen
In deze les leer je de volgende zaken:
- Je kent de onderdelen uit het gebit.
- Je kent de onderdelen van een tand/kies.
- Je weet wat tandplak is.
- Je weet hoe je je gebit moet verzorgen.
Voorkennis
Het gebit speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering.
Het gebit van een tijger ziet er anders uit dan het gebit van een koe.
Heb je enig idee waarom? Bespreek het met een klasgenoot.
Is het je gelukt om deze vraag te beantwoorden? Goed bezig!
Is het je nog niet helemaal gelukt om de vragen te beantwoorden? Geen probleem!
Ga verder naar het kopje Kennisclip voor een uitgebreide uitleg van deze basisstof.
Kennisclip
In de onderstaande interactieve kennisclip wordt het gebit uitgelegd. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen die gesteld worden.
Na het bekijken van het filmpje mogen jullie naar het kopje Theorie gaan. Daar mag je nog de samenvatting en begrippenlijst doornemen.
Ben je daarmee klaar? Dan mag je beginnen aan het kopje Test Jezelf. Dit is als voorbereiding voor de oefentoets.
Theorie
De bouw van je gebit
Je gebit bestaat uit tanden en kiezen. Tanden en kiezen zitten met een of meer wortels in de onder- of bovenkaak vast. Het deel van een tand of kies dat buiten de kaak uit steekt, heet de kroon.
Een tand of kies bestaat voor het grootste deel uit tandbeen. Het tandbeen van de kroon is bedekt met glazuur. Glazuur is erg hard. Het tandbeen van de wortels is bedekt met een dun laagje cement.
In de tand of kies bevindt zich een holte. In deze tandholte liggen bloedvaten en zenuwen. Om de wortels zit een vlies. Dit wortelvlies zorgt voor de bevestiging van de tand of kies in de kaak. De kaak is bedekt met tandvlees
Lengtedoorsnede van een kies
Tanden en kiezen
Met snijtanden en hoektanden bijt je stukken van je voedsel af. De hoektanden zijn iets puntiger dan de snijtanden. Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Daardoor kan het voedsel tussen de kiezen worden fijngemalen.
Op jouw leeftijd heb je waarschijnlijk acht kiezen: vier in de bovenkaak en vier in de onderkaak. Je kunt er nog vier kiezen bij krijgen. Die kiezen heten verstandskiezen. Ze zitten achter in je kaak. De verstandkiezen zijn vaak te klein om voedsel goed te kunnen kauwen. Een tandarts of kaakchirurg trekt de verstandskiezen als ze andere tanden en kiezen wegdrukken.
Het gebit
Wisselen
Een pasgebore kind heeft nog geen gebit. Tussen 1/2 en 2 jaar breekt het melkgebit door. In de bovenkaak zitten vier snijtanden, twee hoektanden en vier kiezen. In de onderkaak is dat precies hetzelfde.
Vanaf ongeveer 6 jaar ga je wisselen. Het melkgebit wordt dan vervangen door tanden en kiezen van het blijvend gebit. Er komen ook kiezen bij. In zowel de bovenkaak als de onderkaak zitten dan vier snijtanden, twee hoektanden en tien kiezen.
1. Melkgebit
2. Wisselen: Doorbraak van het blijvend gebit
3. Blijvend gebit
Gebit verzorgen
Voor een gezond gebit moet je elke dag je tanden en kiezen minstens twee keer poetsen. Door te poesten verwijder je tandplank van je tanden en kiezen. Tandplak is een dun laagje aanslag. Het bestaat etensresten, speeksel en heel veel bacterien. Elke dag komt weer een nieuw laagje op je tanden en kiezen.
Bacterien in tandplak zetten suiker uit het voedsel om in zuur. Het zuur maakt het glazuur van de tanden kapot. De bacterien vormen dit zuur vooral op de momenten dat je eet, of vlak erna. Hierdoor kunnen gaatjes ontstaan. Ook frisdranken bevatten zure stoffen die het glazuur van de tanden aantasten.
Poets met een tandenborstel volgens een vaste volgorde zodat je niets overslaat. Ook het poetsen van de overgang van je tanden en kiezen naar je tandvlees is belangrijk. Een tandenborstel kan niet overal bijkomen. De ruimte tussen je tanden en kiezen maak je schoon met bijvoorbeeld flosdraad.
Drie fasen van aantasting van een kies
Begrippenlijst
cement (tand) = laagje om het tandbeen van de wortel(s)
tandholte = holte in het tandbeen met bloedvaten en zenuwen
wortels (tand) = deel van een tand of kies dat in de kaak zit
snijtanden = voorste delen van het gebit die dienen om stukken van voedsel af te bijten
melkgebit = gebit van een mens dat ontstaat tussen een 1/2 en 2 jaar
glazuur (tand) = erg harde laag om het tandbeen van de kroon
blijvend gebit = gebit van een mens dat ontstaat vanaf ongeveer 6 jaar door vervanging van het melkgebit
tandplak = een dun laagje aanslag van etensresten, speeksel en bacteriën dat zich dagelijks op tanden en kiezen afzet
hoektanden = deel van het gebit tussen snijtanden en kiezen die dienen om stukken van voedsel af te bijten
kroon = deel van een tand of kies dat buiten de kaak uitsteekt
wortelvlies = een dun vlies waarmee de tand of kies is bevestigd in de kaak
kiezen = achterste delen van het gebit die dienen om voedsel fijn te malen
Test jezelf
Kruiswoordpuzzel
Als het goed is heb je de kennisclip bekeken, theorie en begrippenlijst doorgenomen. Om te controleren of alle nieuwe begrippen zijn binnengekomen, heb ik een kruiswoordpuzzel gemaakt.
Je mag de kruiswoordpuzzel maken en jouw kennis testen.
Veel plezier!
Ben je klaar? Dan mag je beginnen aan de kikkerquiz.
KikkerQuiz
Denk je alles te begrijpen? Ken je het theorie uit je hoofd? Met behulp van deze kikkerquiz gaan we controleren of de belangrijkste zaken zijn overgekomen.
Ben je klaar? Dan mag je beginnen aan de oefentoets.
Oefentoets
We zijn dan nu eindelijk gekomen bij de oefentoets.
Maak hieronder de oefentoets en test je kennis!
Ben je klaar? Vul dan de evalutie in op de volgende tabblad en vertel wat je van deze les vondt.
Evaluatie
Bronnen
Nassau, V. J. (2015). Biologie voor jou 2 vmbo-kgt handboek deel 2a (7de editie). Malmberg.
Biologiepagina.nl. Klas 2 Biologie: Voeding & Vertering. Geraadpleegd op 28 februari 2022, van https://biologiepagina.nl/2en3/Voeding/oefentoets/oefentoetsvertering.htm