Begrippenlijst

cement (tand) = laagje om het tandbeen van de wortel(s)

tandholte = holte in het tandbeen met bloedvaten en zenuwen

wortels (tand) = deel van een tand of kies dat in de kaak zit

snijtanden = voorste delen van het gebit die dienen om stukken van voedsel af te bijten

melkgebit = gebit van een mens dat ontstaat tussen een 1/2 en 2 jaar

glazuur (tand) = erg harde laag om het tandbeen van de kroon

blijvend gebit = gebit van een mens dat ontstaat vanaf ongeveer 6 jaar door vervanging van het melkgebit

tandplak = een dun laagje aanslag van etensresten, speeksel en bacteriƫn dat zich dagelijks op tanden en kiezen afzet

hoektanden = deel van het gebit tussen snijtanden en kiezen die dienen om stukken van voedsel af te bijten

kroon = deel van een tand of kies dat buiten de kaak uitsteekt

wortelvlies = een dun vlies waarmee de tand of kies is bevestigd in de kaak

kiezen = achterste delen van het gebit die dienen om voedsel fijn te malen