Naast de sprookjes die we allemaal kennen, zijn er ook moderne sprookjes. Het moderne sprookje: dit is een sprookje dat aangepast is aan de maatschappij en de tijdsbeleving van deze tijd. Het realistische sprookje: dit is een sprookje zonder toverij of wonderen.
Het onderstaande verhaal is een modern sprookje. Het sprookje van Roodkapje is hier aangepast aan de maatschappijen de tijdsbeleving van deze tijd.
Roodjurkje
Er was eens een jong, klein meisje in een lang hier dichtbij. Het meisje droeg twee blonde lange vlechten in haar haren en had een rood jurkje aan. Dit jurkje had ze van haar oma gekregen. Iedereen uit de omgeving noemde het meisje dan ook ‘Roodjurkje’.
Op een dag vroeg de moeder van het Roodjurkje: ‘Mijn lieve meisje, zou jij koekjes willen bakken voor oma in het woonzorgcentrum?’ Ze zit daar zo alleen op haar kamertje, helemaal nu in deze gekke coronatijden.
Roodjurkje bakte de koekjes en deed er wat chocolade en oreo kruimels overheen. Ze zagen er goddelijk uit. Na het opruimen van de spullen en de kitchenaid pakte Roodjurkje haar elektrische fiets. De fiets was roze en had glitters op en rondom het stuur. Haar eastpak zat volgeladen met de koekjes en ze ging op pad.
Eenmaal aangekomen bij het woonzorgcentrum zette Roodjurkje haar fiets in de stalling. Deze was er speciaal voor elektrische fietsen. Boven de stalling stond een bord met: ‘Blijf thuis, blijf gezond!’ Ondanks dat Roodjurkje deze tekst overal hoorde, vond ze dit bord een beetje eng. Het virus kwam nu wel heel dichtbij voor haar.
Roodjurkje kwam aan bij het woonzorgcentrum. Ze stond voor de deur, maar mocht niet naar binnen toe. De verpleegsters zeiden; ‘Wegens het virus mag jij hier niet zomaar naar binnen toe, wij brengen de koekjes wel naar je oma toe.’ ‘Nee dat gaat niet gebeuren’, zei Roodjurkje boos. ‘Ik wil zelf mijn koekjes naar oma brengen.’
Roodjurkje stormde brutaal naar binnen toe en is naar de kamer van haar oma gelopen. Ze klopte op de deur en oma deed open. Roodjurkje vluchtte snel naar binnen en de verpleegsters konden niks meer doen.
Roodjurkje heeft samen met oma koekjes gegeten en Roosvicee gedronken. Dat is het lievelingsdrankje van haar en haar oma. Ze knuffelden samen en keken Spongebob. Hierna ging Roodjurkje weer naar huis.
Tot grote schrik van moeder, kreeg roodkapje na enkele dagen koorts. Oma had ook al twee dagen koorts. Roodjurkje en oma lieten zich beiden testen. De test was helaas positief.
Uiteindelijk werd oma zelfs zo ziek, dat oma op de intensive care belandde. Het was een grote schrik en ontzettend naar voor Roodjurkje en haar moeder.
Gelukkig maakten de dokters oma snel beter en mocht oma weer naar huis. Met Roodjurkje ging het inmiddels ook weer goed.
Oma heeft nu gelukkig afweer tegen het coronavirus gekregen, maar het had heel anders af kunnen lopen. Uiteindelijk hadden ze geen corona meer en leefden ze nog lang en gelukkig.
Een ander voorbeeld:
Rood (mond) kapje
Er was eens een huisarts genaamd Dr. Roodhart. Dr. Roodhart zorgde graag voor haar oma.
Elke vrijdagmiddag ging ze naar haar toe en bracht ze verse boodschappen van de markt.
Op een dag in 2020, kwam het nieuws dat er een nieuw, gevaarlijk virus was opgedoken in het land. Dr. Roodhart maakte zich daar niet druk om. Ze was immers een dokter, en het helpen van haar patiënten was voor haar veel belangrijker.
Het virus sloeg als een razende om zich heen en al snel werd bekend dat mensen over het hele land mondkapjes moesten gaan dragen, om de verspreiding van het virus tegen te gaan.
Voor Dr. Roodhart was dat geen probleem. Ze moest immers ook een mondkapje op wanneer ze haar patiënten hielp. In ere van haar naam, had haar mondkapje altijd een rode kleur. Dat konden de patiënten altijd wel waarderen. Helaas, zou Dr. Roodhart er deze week niet aan toekomen om bij haar oma op bezoek te gaan…
De broer van Dr. Roodhart, Willem, ging ook regelmatig bij hun oma op bezoek. Vaak alleen als hij iets moest hebben; meestal geld.
Toen hij hoorde dat zijn zus deze vrijdag niet zou komen, greep hij zijn kans! Hij kleedde zich om, deed een labjas aan, en zorgde ervoor dat hij zijn hoofd bedekt had, met iets wat wel leek op een pruik. Een mondkapje deed hij niet op, daar geloofde hij niet in.
Hij kwam bij het huis van oma aan, en zag dat ze in slaap was gevallen. Sinds ze steeds wat ouder werd, nam oma regelmatig een powernap. Snel zocht Willem naar de bril van oma, en zorgde ervoor dat ze hier niet bij kon. Zo zou ze nooit doorhebben dat hij Willem was en niet zijn zus. Voordat oma wekker werd, ging hij zo snel als hij kon op zoek naar wat geld. Zo kon hij nog net inzetten op de toto wedstrijd van die avond.
Wat Willem niet wist, was dat hij onbewust ook besmet was geraakt met het nieuwe virus, en zonder het te weten oma had besmet.
De volgende morgen werd Dr. Roodhart wakker gebeld door de buurman van oma, meneer de Jaeger. Samen met meneer de Jaeger, haastte Dr. Roodhart zich naar het huis van oma.
Toen ze daar aankwamen, zagen ze iemand op de bank liggen. “Oma?, gaat het wel goed met je? Je ziet er zo anders uit.”
“Nee hoor kind, ik zie er hetzelfde uit als anders.” Antwoordde ‘oma’ vlug.
Te vlug, dacht Dr. Roodhart. “Oma, wat heeft u opeens een grote neus.”, zei Dr. Roodhart.
“Dan kan ik je beter ruiken.”, zei ‘oma’.
Opeens hoorde dr. Roodhart en meneer de Jaeger genies uit de andere kamer komen. En ja hoor, daar lag oma, de echte oma, ziek op bed.
Ze was besmet geraakt met het virus! Snel greep dr. Roodhart haar spuiten, en gaf oma en ‘oma’ een inenting. De echte oma voelde zich direct beter en ook de neppe oma leek opgelucht.
Ondertussen had Dr. Roodhart bericht gekregen van de deurwaarder. Hij was opzoek naar meneer W. Roodhart, haar broer en eiste dat hij zijn schuld zou aflossen.
Dr. Roodhart had gevraagd aan meneer de Jaeger of hij contact met de deurwaarder wilde leggen en tegen hem zou willen zeggen dat hij naar het huis van oma Roodhart moest komen.
Zogezegd, zo gedaan en al snel ging de deurbel. En ja hoor, de deurwaarder stond op de stoep en had een afspraak met ‘oma’. Dr. Roodhart en meneer de Jaeger waren blij dat de deurwaarder er was en lieten hem graag binnen.
Hand in hand(boei) verlieten ‘oma’ en de deurwaarder het huis van oma Roodhart.
“Wacht even!” Riep Dr. Roodhart voordat ze de auto instapten. Ze liep snel naar binnen en haalde daar een rood mondkapje op. “Hier,”, zei Dr. Roodhart tegen ‘oma’, “deze is voor jou.” ”Die zul je nodig hebben voor waar je nu naartoe gaat.”
En zo eind goed, al goed. ‘Oma’ Willem, moest zijn schuld afbetalen en kreeg van de politie huisarrest. En Dr. Roodhart en oma? Die gingen voortaan elke vrijdag, samen met meneer de Jaeger naar de markt.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Opdracht 1 en opdracht 2
Allereerst ga jij kijken hoe sprookjes zijn ontstaan en waarom ze zijn ontstaan. Wanneer je deze achtergrondinformatie over sprookjes kent, ga jij verder onderzoek doen. Een sprookje is namelijk een volksverhaal. Naast sprookjes zijn er nog meer volksverhalen. Denk hierbij aan mythen, sages en fabels. Jij gaat onderzoeken wat kenmerkend is voor deze volksverhalen en wat de verschillen onderling zijn. Ben je klaar met de opdrachten? Kom dan hier terug!
*Maak nu de opdrachten (opdracht 1 en opdracht 2) onder het kopje 'theorie verwerken'.*
Gelukt? Wat een topper ben jij! Een echte held, net uit een sprookje.
Je hebt nu veel kennis opgedaan over sprookjes. Hoe vet om nu een eigen sprookje te gaan schrijven, toch?
Goed, ik kan me voorstellen dat je nu denkt: 'euhhm, okeee?! Maar waar moet ik beginnen?' Ik zal je een beetje helpen.
Opdracht 3
Jij kiest straks een bestaand sprookje uit. Dit kan van alles zijn. Kijk misschien even terug naar de opdracht die je tijdens de inleiding hebt gemaakt?
Dit sprookje ga jij herschrijven naar een modern sprookje. Kijk onder het kopje 'modern sprookje' om te lezen wat een modern sprookje is en om voorbeelden te zien. Nu is het aan jou om dit ook te doen, maar dan met een ander sprookje. Denk aan ongeveer 1 A4tje.
Je mag op het internet zoeken naar bronnen, maar vermeld deze onderaan je opdracht.
Succes!
*Maak nu opdracht 3.*