In het komende jaar ga jij aan de slag met het vak maatschappijleer. Bij dit vak ga je leren hoe de Nederlandse maatschappij in elkaar zit. Je kijkt bij maatschappijleer naar hoe mensen met elkaar samenleven (sociologie) en hoe dit georganiseerd is en hoe het georganiseerd moet worden (politicologie).
Maatschappijleer bestaat uit 4 periodes waarin 4 verschillende onderwerpen aan bod komen die staan beschreven in de eindtermen en het PTA. Deze onderwerpen zijn:
Sociale verschillen;
Cultuur en socialisatie;
Macht en zeggenschap;
Beeldvorming en stereotypering.
Maatschappijleer is een vak wat op alle niveaus in de bovenbouw start. Er wordt dus uitgegaan van een zekere basiskennis die je hebt opgedaan in het dagelijks leven of bij andere schoolvakken uit het domein mens en maatschappij (M&M). Het kan natuurlijk goed zijn dat je bepaalde woorden, feiten of begrippen niet kent. Zoek deze begrippen dan op via internet, raadpleeg hiervoor de begrippenlijst of vraag het aan iemand die je hiermee kan helpen.
Tijdsbesteding
Per periode behandelen we 1 onderwerp tot en met periode 4. Aan het eind van dit jaar rond je maatschappijleer af. Let wel op: het is een eindexamenvak en telt mee voor de zak-slaagregeling.
Attitude:
Bij het maken van deze quest train je alle spieren van de Building Learning Power.
Voor de hele quest geldt, dat je goed moet plannen (Reflectie) Er zijn opdrachten waarbij er van je gevraagd wordt om logisch te redeneren (Vindingrijkheid), maar bovenal heb je doorzettingsvermogen (Veerkracht) nodig om tot een mooi resultaat te komen.
Afsluiting en beoordeling
In deze maatschappijleer quest zie je verschillende verwerkingsopdrachten. Al deze opdrachten tellen mee voor je eindcijfer. De eindopdracht telt het zwaarst en vraagt dan ook de meeste inspanning. Het maken van de eindopdracht wordt natuurlijk wel makkelijker als je zorgvuldig de hele quest hebt doorgewerkt.
Het cijfer is als volgt opgebouwd:
Opdrachten
25%
Eindopdracht
75%
Je sluit alle periodes af met een cijfer die is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Deze 4 cijfers vormen samen het cijfer dat op jouw diploma komt te staan voor maatschappijleer.
Succes en veel plezier met het maken en doorlopen van het vak maatschappijleer!
Sociale verschillen
SE1 - Sociale verschillen
Welkom bij het examenonderdeel sociale verschillen. In dit onderdeel leer je hoe sociale verschillen ontstaan, hoe dit soms in stand gehouden wordt en wat mensen en de overheid doen en kunnen doen om deze sociale verschillen te verkleinen.
Bij het examenonderdeel sociale verschillen horen de volgende leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat sociale verschillen zijn en hoe sociale mobiliteit werkt.
Je kunt uitleggen hoe belangenconflicten ontstaan in de maatschappij.
Je kunt aangeven welke keuzes mensen maken en wat voor invloed dit kan hebben op hun sociale mobiliteit.
Je kunt maatregelen van de overheid rond sociale ongelijkheid beschrijven en uitleggen.
In het bestand 'beoordelingsrubric sociale verschillen' vind je de rubric waarmee het werk beoordeeld wordt. De rubric is handig om te controleren of je hebt voldaan aan de eisen.
Je mag overleggen, maar de opdrachten moeten individueel gemaakt worden en individueel ingeleverd worden.
Alle opdrachten moeten uiterlijk vrijdag 7 oktober in mijn bezit zijn.
Regels omtrent te laat inleveren werk (zoals beschreven in het PTA):
Als het werk te laat wordt ingeleverd, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die het te laat inleveren rechtvaardigen, dan volgt puntenaftrek. Vanaf de eerste dag na het inleveren krijgt het werk één punt aftrek. Levert een leerling na één dag, maar voor zeven dagen na de inleverdatum van het werkstuk in dan volgt twee punten aftrek. Is een leerling meer dan een week, maar minder dan twee weken te laat dan is de puntenaftrek drie. Als een leerling meer dan twee weken te laat is met het inleveren van het werk, dan krijgt hij als eindcijfer een 1.
1. Allemaal verschillend
Lezen
Overal ter wereld worden mensen gelijk en op dezelfde manier geboren. Al heel snel ontstaan er grote verschillen tussen mensen. Sommige van die verschillen zijn biologisch bepaald (vanaf de geboorte). Denk bijvoorbeeld aan de kleur van je ogen of dat je man of vrouw bent. Andere verschillen worden bepaald door de plek waar je opgroeit. Sommige mensen groeien op in extreme armoede, anderen groeien juist op in extreme rijkdom en natuurlijk veel mensen ergens daar tussenin. Door de mate van welvaart, maar ook de plek waar je opgroeit ontstaan dus tussen deze gelijkgeboren homo sapiens (mensen) grote sociale verschillen.
Artikel 1 van de grondwet van Nederland regelt dat wij allemaal gelijk zijn volgens de wet. Toch zijn er grote verschillen tussen mensen. Het inkomen van mensen is van grote invloed op de positie op de maatschappelijke ladder. Deze maatschappelijke ladder is een denkbeeldige ladder iets zegt over de sociale en maatschappelijke postiie van een persoon ten opzichte van anderen. Deze positie wordt bepaald door een aantal kenmerken. Een aantal belangrijke zijn:
- Opleiding
- Werk
- Inkomen
- Status (aanzien van andere mensen)
De sociale verschillen tussen mensen in Nederland kan je vaak dus aflezen aan de positie op de ladder. Zo zal iemand die een rechtenstudie heeft gedaan, advocaat is geworden en 8000 euro per maand verdiend hoger staan op de ladder, dan iemand die z'n middelbare school heeft afgemaakt bij een supermarkt is gaan werken en 1800 euro per maand verdiend.
Iemands positie op de maatschappelijke ladder zegt niet altijd iets over hoe gelukkig iemand is, maar wel over de maatschappelijke positie en het gemak waarmee iemand zich (vooral) financieel kan redden in een samenleving. Ook zal de advocaat zijn kinderen sneller stimuleren om ook te gaan studeren een hoge positie op de maatschappelijke ladder te verwerven dan dat de supermarktmedewerker dat doet. In die zin is het ook 'erfelijk'.
Sociale mobiliteit is in Nederland wel mogelijk. Dit betekent dat een persoon hoger of lager op de maatschappelijke ladder terecht kan komen. De advocaat kan bijvoorbeeld aan de drank raken en zijn baan verliezen en daardoor lager op de maatschappelijke ladder komen dan de supermarktmedewerker. Andersom kan het natuurlijk ook. De supermarktmedewerker besluit een rechtenstudie te gaan doen en wordt advocaat, hij is nu geklommen op de maatschappelijke ladder.
Opdracht
Opdracht A - De maatschappelijke ladder
In deze opdracht ga je verschillende beroepen op de maatschappelijke ladder plaatsen. Je houdt dus rekening met:
- Opleiding
- Werk
- Inkomen
- Status
De volgende beroepen moet jij in de juiste volgorde van laag naar hoog zetten. Het kan helpen om te bedenken en op te zoeken wat voor salaris bij een beroep hoort, maar ook of je voor dit beroep geen opleiding nodig hebt of mbo, hbo of universitair geschoold moet zijn.
1. Verpleegkundige
2. Leraar
3. Profvoetballer bij Barcelona (bv. Frenkie de Jong)
4. Vakkenvuller bij de Albert Heijn
5. Rechter
6. Manager bij de Mediamarkt
7. Burgemeester
8. Zelfstandig werkend kok
9. Vuilnisman
10. Dierenarts
11. Als laatste voeg jij het beroep toe wat jij later wilt gaan doen. Bedenk welke vervolgopleiding je wil gaan doen en welk beroep hierbij past. Zet deze ook op de maatschappelijke ladder. Heb je nog geen idee, bedenk dan een passend beroep.
2. Sollicitatie
Lezen
Sommigen van jullie hebben een baan, anderen hebben misschien geen officieel werk, maar verdienen wel geld. Een baan kan je op verschillende manieren krijgen. Namelijk:
- Netwerken: via bekenden kom je aan de baan;
- Vacatures: een advertentie dat een bedrijf of organisatie op zoek is naar een medewerker;
- Open sollicitatie: je benadert een bedrijf dat je op zoek bent naar werk en dat je graag voor dit bedrijf wilt werken;
- Uitzendbureau of UWV: deze organisaties helpen je met het zoeken naar een geschikte baan.
Opdracht
Opdracht B - Waarden in jouw werk
In deze opdracht ga je jouw ideale baan beschrijven. Je gaat eerst een algemene tekst schrijven over jouw ideale baan. Hierin vertel je wat je ongeveer doet. Werk je met mensen of juist alleen, binnen of buiten, je salaris (wees reëel, we willen allemaal miljonair worden), reistijd, achter de computer of meer fysiek en eigenlijk alles wat jij nog kan bedenken over je ideale baan.
Nadat je de basis van je ideale baan hebt beschreven ga je uit de lijst met waarden die je hieronder vindt 5 waarden kiezen die jij (in die volgorde) het allerbelangrijkst vindt in je werk. Je kiest de 5 waarden en beschrijft bij allemaal waarom je dit belangrijk vindt in je werk.
Verder ben en denk je creatief en maak je er één verhaal van waaraan te zien is hoe jouw ideale baan er later uitziet.
3. Belangen
Lezen
Mensen die met elkaar samenleven hebben altijd een web aan belangen. Een belang is iets wat jij belangrijk vindt omdat jij daar voordeel van hebt of dat nut voor jou heeft.
Ook in jouw gezin spelen belangen een rol. Zo is het in jouw belang dat je iets eet wat jij lekker vindt, maar je broertje of zusje heeft zijn eigen belang hierin. Je ouders hebben er misschien weer meer belang bij dat jullie een gezonde maaltijd eten.
Ook op school vind je veel belangen terug. Zo vinden leerlingen het vaak fijn als 's ochtends een uur uitvalt, omdat ze dan niet vroeg hun bed uit hoeven. Het schoolbestuur wil niet teveel uitval, want dan kunnen ze niet aan de wettelijke urennorm voldoen. Zij hebben er dus belang bij dat het lesuur wordt overgenomen door een andere docent. Terwijl de andere docent genoeg werk heeft en er dus belang bij heeft dat hij in dat vrije uur kan nakijken. Kortom, belangen kunnen soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Er zijn ook veel gedeelde belangen. Zo is het voor jou, je ouders, coaches en het schoolbestuur een gedeeld belang dat jij binnen 4 jaar je diploma haalt.
De hele maatschappij is eigenlijk een web van belangen. Ook in de politiek of bij bedrijven spelen belangen een grote rol. Zo heeft milieuorganisatie Greenpeace er belang bij dat er snel nieuwe bronnen voor groene stroom bijkomen. Aardoliemaatschappij Shell heeft er
weer meer belang bij dat olie als energiebron zo lang mogelijk gebruikt wordt, want die verdient daar zijn geld mee.
Sociale ongelijkheid en belangen
Eerder spraken we over sociale verschillen. De positie die mensen innemen op de maatschappeiljke ladder wordt bepaald door de combinatie van opleiding, werk, inkomen en status.
Om verschillende redenen is het voor sommige mensen lastig om te klimmen op de maatschappelijke ladder. Redenen hiervoor kunnen liggen in: discriminatie op de arbeidsmarkt; de wijk waarin je opgroeit; of je man of vrouw bent en de mensen om je heen (ouders, vrienden en andere bekenden). We noemen dit 'vastzitten' op de maatschappelijke ladder sociale ongelijkheid. Ook bij sociale ongelijkheid spelen belangen een rol.
Wanneer je last hebt van discriminatie op de arbeidsmarkt wil je graag dat hier aandacht voor is en dat er actief wat aan gedaan wordt. Aan de andere kant wil je wanneer je een hoog inkomen hebt vaak niet teveel belasting betalen. Het belastinggeld dat wordt ingezet om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken wordt via belastinggeld verkregen. Ook bij sociale mobiliteit spelen belangen dus een grote rol.
Opdracht
Opdracht C - Belangen
In deze opdracht krijg je een aantal foto's bij die foto's moet je telkens opschrijven waar het volgens jou over gaat. Welke groepen ermee te maken hebben, let op dat kan direct, maar ook indirect zijn! En als laatste schrijf je op welke belangen de persoon of de groep hierbij hebben.
De 1e foto is als voorbeeld gedaan.
Wat zie ik en waar gaat dit over?
Ik zie twee mensen proosten met Heineken bier. Ik denk dat dit gaat over de belangen die mensen en organisaties kunnen hebben bij het drinken van bier.
Welke groepen hebben hier belangen bij en welke belangen spelen er?
1. Mensen die graag bier drinken
Zij hebben er belang bij dat je bier kan drinken, dat het betaalbaar is en makkelijk te krijgen. Ook hebben zij belang bij een goede gezondheid.
2. Bier brouwers zoals Heineken
Zij hebben er belang bij dat mensen zoveel en zo makkelijk mogelijk bier kunnen drinken. Zij willen zoveel mogelijk winst maken met de verkoop van hun product.
3. De Nederlandse overheid
Wil graag dat mensen verantwoord omgaan met het drinken van alcohol zodat mensen er geen gezondheidsproblemen van krijgen. Wil dus proberen om de verkoop van bier lager te krijgen. Ze hebben ook het belang dat ze veel belasting en accijnzen heffen op bier, dus ze verdienen er ook veel geld aan.
4. Mensen die geen bier drinken (hebben hier indirect mee te maken)
Willen geen overlast van mensen die bier drinken. Willen niet dat de kosten voor gezondheidszorg omhoog gaan, omdat mensen teveel bier drinken.
Sigarettenverkoop
Fileprobleem
Corona lockdowns
4. Sociale ongelijkheid en de overheid
Lezen
Eerder heb je geleerd dat mensen soms vastzitten op de maatschappelijke ladder, dit noemen we sociale ongelijkheid. In artikel 20 van onze grondwet wordt beschreven dat de verdeling van welvaart taak van de overheid is en dat mensen die financieel niet voor zichzelf kunnen zorgen bijstand vanuit de overheid kunnen krijgen.
Een land waar de overheid zorgt voor de bestaanszekerheid van zijn burgers noem je een verzorgingsstaat. Op allerlei verschillende manieren zorgt de Nederlandse overheid voor zijn burgers.
Sommige van deze maatregelen gelden voor alle burgers, en sommige van deze maatregelen gelden voor burgers in een specifieke situatie.
AOW (Algemene Oudersdomswet). Iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt heeft recht op deze uitkering. Hierin wordt rekening gehouden of je alleenstaand bent of dat je een partner hebt.
Bijstand is een uitkering die is bedoeld voor mensen die geen werk hebben of kunnen vinden en ook geen werkende partner of spaargeld hebben. Deze uitkering is er om in het bestaansminimum te voorzien (eten, kleding, huur, etc).
Kinderbijslag is een uitkering die ouders krijgen tot het 18e levensjaar van hun kind. Ook kunnen ouders kindergebonden budget krijgen, maar dit is inkomensafhankelijk.
Kinderopvangtoeslag is een toeslag die ouders kunnen ontvangen wanneer ze hun kind naar de opvang brengen. Deze toeslag is inkomensafhankelijk, dus vanaf een bepaald inkomen heb je geen recht op dit toeslag. Door deze maatregel is het voor mensen met een lager inkomen ook betaalbaar om een kind naar de opvang te brengen en zelf te gaan werken.
Ook voor werknemers zijn er verschillende uitkeringen. Wanneer je bijvoorbeeld werkloos, ziek of arbeidsongeschikt raakt kan je ook een uitkering krijgen. Hiervoor betaal je ook maandelijks een bedrag voor dat automatisch van je salaris wordt ingehouden.
Al deze maatregelen zijn ervoor bedoeld om mensen bij de maatschappij te betrekken, extreme armoede uit te bannen en sociale ongelijkheid te verkleinen. In sommige gevallen gaat het helemaal mis, zoals tijdens de toeslagenaffaire. Na jarenlang onderzoek bleek dat de Belastingdienst discriminerend te werk ging. Veel mensen zijn ten onrechte aangemerkt als fraudeur en moesten boetes betalen. Hierdoor heeft de Belastingdienst de sociale ongelijkheid alleen maar groter gemaakt. Bij de eindopdracht ga je een maatschappelijk probleem analyse maken van de toeslagenaffaire.
Bekijk eerst deze video van NOSop3 waarin wordt uitgelegd wat er precies gebeurd is met de toeslagenaffaire.
Oefening
Toets: Waarden & normen
0%
In deze opdracht leer je met een korte oefening wat waarden en normen zijn en hoe deze twee bij elkaar horen.
Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven. Veel van ons gedrag komt voort uit waarden. Zo kijken wij links en rechts als we de straat over steken omdat we het principe veiligheid (waarde!) belangrijk vinden in ons leven. Het gedrag dat voortkomt uit die waarden noemen we normen. De gedragingen die wij normaal vinden noemen wij normen en achter dat gedrag ligt altijd een reden, deze achterliggende reden is een waarde. Een waarde bestaat vaak uit 1 woord, waar een norm vaak een zin is.
Voorbeeld:
Respect (waarde) - Je staat op voor een bejaard persoon in de bus (norm)
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maatschappelijk probleem analyse: de toeslagenaffaire
Voor de eindopdracht van het examenonderdeel Sociale verschillen ga je een maatschappelijk probleem analyse maken. In het filmpje over de toeslagenaffaire heb je al wat uitleg gehad over dit maatschappelijk probleem. Voor een goede analyse ga je eerst aan de slag met bronnen zoeken. Door het gebruik van deze bronnen krijg je een compleet beeld van wat er is gebeurd tijdens de toeslagenaffaire. Na het bronnenonderzoek start je met het beantwoorden van de vragen en bekijk je de eisen waaraan het werk moet voldoen.
A.
Je begint dus met het zoeken van 5 geschikte bronnen die jou een goed beeld geven van de toeslagenaffaire. Denk daarbij aan wat er gebeurd is, maar denk ook aan wat de overheid nu doet en wat er recent over de toeslagenaffaire in het nieuws is gekomen. Je gebruikt hiervoor niet de video van NOSop3, maar zoekt naar andere geschikte bronnen. Denk bijvoorbeeld aan nieuwssites of kranten.
In de opdracht zijn de links te zien van deze 5 bronnen. Let op: de bronnen worden ook beoordeeld op betrouwbaarheid.
B.
Het analyseren van het maatschappelijk probleem doe je aan de hand van een aantal vragen.
Wat is precies het probleem? Hier beschrijf je uitgebreid (stap voor stap) wat het probleem is.
Wat zijn de oorzaken van het probleem? Hoe komt het dat dit probleem is ontstaan?
Wie of welke groepen zijn er bij het probleem betrokken? Denk hier in groepen mensen en organisaties.
Welke waarden hebben de betrokken partijen? Tip: gebruik de waardenlijst.
Schrijf bij iedere waarde een norm die de betrokken partijen hebben. Klik hier voor een uitleg over normen & waarden.
Welke waarden en normen botsen met elkaar? De verschillende groepen hebben vaak botsende normen en waarden. Beschrijf deze botsende normen en waarden.
Welke belangen hebben deze groepen? Schrijf hier voor alle groepen op welk belang zij hebben in de toeslagenaffaire.
Welke belangentegenstelling(en) hebben deze groepen? Welke belangen van de verschillende groepen botsen met elkaar?
Wat doet de overheid (regering) nu al aan dit probleem? Beschrijf het beleid van de regering dat er is gekomen om dit probleem op te lossen.
Wat kan de overheid (regering) nog meer aan dit probleem doen? Bedenk wat jij vindt dat de overheid nog meer kan doen.
C.
Eisen aan de maatschappelijk probleem analyse
Punten
1. Beantwoord de 10 vragen uitgebreid en duidelijk.
30
2. De analyse is in totaal minimaal 1000 woorden en maximaal 2000 woorden.
Noteer het aantal woorden (door Pages of Word geteld) onderaan je document.
5
3. Zorg voor een duidelijke en goede bronvermelding.
5
4. Zorg voor goed verzorgde Nederlandse zinnen. Let op hoofdletters, leestekens en zorg dat je spellingscontrole doet.
Het arrangement SE1 - Sociale verschillen is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Waarden & normen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.