Cyberpesten

Cyberpesten

Inleiding

Beste leerlingen,

In deze WikiWijs is een lessenreeks gemaakt om jullie meer informatie te geven en de gevolgen te laten inzien van wat cyberpesten inhoudt. In deze lessen gaan jullie in groepsverband meer verdiepen en ontwikkelen in de gevolgen van cyberpesten en wat je eraan kan doen om cyberpesten te voorkomen.

Cyberpesten is andere vorm dan gewoon pesten. Bij cyberpesten wordt er gebruik gemaakt van digitale middelen zoals computers en smartphones. Voorbeelden van digitaal pesten zijn het versturen van een dreigmail, iemand uitschelden per mail, chat, of sms.  Het grote probleem bij cyberpesten is de anonimiteit. De afzender is vaak lastig te achterhalen.

Waarom is cyberpesten een probleem in de sociale veiligheid? Veel leerlingen kennen de gevaren niet van cyberpesten. Om de gevaren en gevolgen van cyberpesten bij jullie onder de aandacht te brengen is het belangrijk dat de school hier aandacht aan besteed en hier voorlichting over geeft.

                      

                                   De bronafbeelding bekijken

 

 

https://www.stoppestennu.nl/
Wil je meer weten over cyberpesten? Bezoek dan de bovenstaande website.

Les 1 Introductie cyberpesten

Opdracht

Voordat we met de les gaan beginnen is het belangrijk om te weten wat je nou al eigenlijk weet over cyberpesten. Jullie worden door de docent in groepjes van 2 verdeeld en gaan naast elkaar plaats nemen. Ga samen in gesprek en probeer van elkaar te achterhalen wat je al van het onderwerp weet. Probeer alles op te schrijven wat er in je op komt. Als je klaar bent mag je even wachten tot de rest van je klasgenoten ook klaar is, zodat we daarna samen met elkaar gaan kijken wat jullie al weten.

1. Pak je smartphone of je laptop en ga naar www.menti.com

2. Vul de lettercode 5035 0390.

3. Daarna zie je een Mentimeter met de vraag: Wat weet je al over cyberpesten? Schrijf alles op wat in je opkomt waarvan je denkt dat het te maken heeft met cyberpesten.

4. Met de klas gaan we naar elkaars antwoorden kijken

 

Mentimeter - YouTube

 

Leerdoel

Dit is de eerste les die julie gaan volgen over cyberpesten. In deze les gaan jullie kennis maken met wat cyberpesten is. Het doel van deze les is dat jullie aan het einde van de les kunnen benoemen wat verschillende begrippen zijn rondom cyberpesten.

Informatie

Wat is cyberpesten nou eigenlijk precies? Cyberpesten is net wat anders dan gewoon pesten. Cyberpesten is pesten via nieuwe media zoals internet en smartphone. Het kan bijvoorbeeld gebeuren via sms- berichten via sociale netweksites zoals facebook, of via e-mail of chat.

Niet alle negatieve uitlatingen van jongeren op internet is cyberpesten. We spreken pas van pesten als negatief gedrag de volgende drie kenmerken heeft;

1. De dader wil de ander kwetsen

Als iemand belediginde dingen over iemand op het internet verspreid met als doel om die persoon de kwetsen spreken we van cyberpesten.

2. De dader heeft meer macht dan het slachtoffer

Hij of zij is bijvoorbeeld groter, sterker, of populairder dan het slachtoffer. Jongeren blijven vaak cyberpesten om populair te zijn of om macht te hebben

3. Het negatieve gedrag komt vaak voor

Normaal gezien spreken we enkel van pesten als het meer dan één keer gebeurd. Veel mensen kunnen berichten foto´s en filpjes bekijken en delen op het internet. Een kwetsende boodschap kan het slachtoffer voor een lange tijd achtervolgen. Ook dat is een vorm van cyberpesten.

In de onderstaande link wordt een filmpje getoond over cyberpesten. Bekijk het filmpje goed want aan het einde van het filmpje gaan we hierover in gesprek.

https://www.youtube.com/watch?v=3n8eSe5mYVo

Youtube logo vector .eps (full color official logo)

Evalueren

In deze les is het onderwerp cyberpesten aan jullie geintroduceert. Jullie hebben in tweetallen nagedacht wat jullie weten over het onderwerp vervolgens hebben jullie informatie gehad over wat cyberpesten nou eigenlijk is en als laatst hebben we een filmpje bekeken over cyberpesten.

Om te kijken wat jullie hebben geleerd van deze les gaan jullie zelfstandig de vragen van de padlet invullen. In de padlet kunnen jullie antwoord geven op de vragen door op het plusje te klikken. Open de padlet door de QR code te scannen die op het bord verschijnt of klik op de link hieronder.

Mijn stralende padlet

De bronafbeelding bekijken

Huiswerk

In de volgende les komt er een gastdocent zijn ervaringen delen over cyberpesten. Het huiswerk voor de volgende les is dat jullie individueel 2 vragen gaan bedenken die gaan over cyberpesten. Deze vragen kan je tijdens de gastles stellen aan de gastdocent.  

 

Huiswerk

Les 2 Wat zijn de gevolgen van cyberpesten

In les 1 hebben we een start gemaakt met het onderwerp cyberpesten. Jullie hebben met behulp van de mentimeter die jullie hebben gemaakt hopelijk een inzicht gekregen over cyberpesten. Jullie gaan je in deze les verder in het onderwerp. We gaan het hebben over de gevolgen van cyberpesten.

 

Ongewenste gevolgen van digitale media – Multimedia in de basisschool

Leerdoel

Het leerdoel van deze les is dat jullie je aan het einde van de les kunnen benoemen wat de gevolgen zijn van cyberpesten en hoe jullie je kunnen associeren met de gevolgen van cyberpesten.                                                             

Informatie

Soms denken jongeren dat cyberpesten niet zo erg is al gewoon pesten. Omdat er geen fysiek geweld bij komt kijken. Toch heeft cyberpesten een groot negatief effect op de mentale en lichamelijke gezondheid van zowel het slachtoffer als de dader. 

Hoe voelt een slachtoffer van cyberpesten zich?

Iemand die  gecyberpest wordt, voelt zich vaak verdrietig, eenzaam en gestresseerd. Slachtoffers trekken zich vaak terug nadat ze gepest zijn geweest en gaan aan zichzef twijfelen.

Slachtoffers van cyberpesten leiden vaak ook aan lichamelijke klachten.

  • Ze voelen zich duizelig

  • Ze zijn zenuwachtig of voelen zich futloos

  • Ze zijn humeurig of slechtgezind

  • Ze slapen slecht

  • Ze hebben rugpijn, buikpijn of hoofdpijn  

Niet alleen op korte termijn, maar ook op lange termijn kan pesten cyberpesten gevolgen hebben. Volwassenen die tijdens hun tienerjaren ge(cyber)pest werden, lopen een groter risico op mentale gezondheidsproblemen. Voorbeelden van deze problemen zijn depressie, eenzaamheid, een laag zelfbeeld of sociale angst (bang zijn dat iedereen negatief over je denkt).

Ook passen slachtoffers van (cyber)pesten vaak hun gedrag aan. Alles wat vroeger ooit tot het pesten heeft geleid (uiterlijke kenmerken, voorkeuren, bepaald gedrag…), proberen ze - zélfs als volwassene - te vermijden.

Iemand die vroeger is gecybepest is vaak ook meer op zijn of haar hoede voor het delen van persoonlijke infomratie en vaak proberen ze ook een conflict te vermijden. 

 

 

Opdracht

Aansluitend op het filmpje die jullie zometeen gaan bekijken komt er in deze les een gastdocent die het slachtoffer is geweest van cyberpesten zijn verhaal met jullie delen.

Tijdens deze les kunnen jullie uiteraard de vragen stellen die jullie als huiswerk hebben gemaakt aan de gastdocent stellen.

ouderavond cyberpesten van SocialmediaIMPACT: actueel en interactief

http://www.youtube.com/watch?v=2RN8kYoM1GY

Evaluatie

In deze les hebben jullie geleerd wat de gevolgen kunnen zijn van cyberpesten. Jullie hebben een filmpje gezien over cybpersten en er is een gastdocent geweest om te spreken over zijn ervaring met cyberpesten.  We gaan nu terugblikken op deze les. 

- Wat vond je van deze les?

- Wat heb je geleerd ?

- Heb je nieuwe inzichten gekregen?

- Wat zou je nu doen als je ziet dat iemand gecyberpest wordt?

- Wat zou je tegen degene zeggen die mee doen aan cyberpesten?

 

Les 3 Hoe kun je cyberpesten voorkomen

Opdracht

Jullie weten nu wat cyberpesten inhoud door les 1. In les 1 hebben jullie in tweetallen in de Mentimeter gebrainstormd over cyberpesten vervolgens heeft de docent het begrip zelf nog uitgelegd en verschillende begrippen er om heen. Les 3 gaat nu over hoe je cyberpesten kan voorkomen.

Opdracht:

  1. Verdeel de taken en rollen in groepjes van 4 studenten.
  2. De volgende personen zitten in de rollenspel. Iemand is:
  • De decaan: verzamelt voorbeelden van cyberpesten, liefst voorbeelden die hebben plaatsgevonden in de eigen school.
  • Rector/directeur: Maakt voorstellen hoe de docenten in hun les aandacht kunnen besteden aan cyberpesten
  • Leerling van de leerlingeraad: Nadenken over een videoclip maken die cyberpesten laat stoppen
  • Voorzitter: doet aanbevelingen voor wijzingen van het schoolbeleid en de schoolregels.
    De voorzitter van het groepje is ook meteen de leider van het groepje.
    Neem de rol van een van de bovenstaande personen

     3. Probeer voor te stellen wat hij/zij zou doen of zeggen.

     4. Jullie gaan gebruiken maken van google bij het zoeken van informatie en strategieën voor                preventie over cyberpesten.

    5. Als jullie klaar zijn met de informatie gaan jullie de rollen met elkaar spelen in je groepje.

    6. Aan het einde van de les gaan we klassikaal reflecteren over deze les

 

leerdoel

De doelen van deze les zijn:

- Aan het einde van de les kunnen jullie benoemen wat op dit moment het beleid is over cyberpesten op hun school.

- Aan het eind van de les kunnnen jullie je eigen rol tijdens het samenwerken beschrijven, en hebben jullie de taken leren verdelen onder elkaar.

- Aan het einde van de les kunnen jullie met behulp van google de juiste informatie weten te vinden voor jullie opdracht.

 

 

 

 

                                                                                                                Tips voor ouders om cyberpesten te voorkomen - Psychogoed

Informatie

Waarom is een pestprotocol belangerijk?

Een goed anti-pestprotocol geeft leerlingen, leraren en ouders duidelijkheid over hoe pesten wordt voorkomen en hoe gehandeld wordt wanneer er gepest wordt. Door het protocol te volgen ontstaat een samenwerking tussen alle betrokkenen: leraar, pester, gepeste, overige klasgenoten en ouders.

Met een anti-pestprotocol laat de school zien, aan ouders en leerlingen, dat zij pesten serieus neemt, hoe zij pesten voorkomt en aanpakt. Van belang is dat het anti-pestprotocol bij iedereen in de schoolgemeenschap bekend is en wordt gehanteerd in pestsituaties. Direct optreden tegen pesten geeft een duidelijk signaal af aan leerlingen dat pesten op school niet wordt getolereerd. Dit heeft als positief bij effect dat de veiligheidsbeleving van leerlingen zal toenemen.

 

Hoe gaat de les:

  • De docent laat het pestprotocol van de school zien aan de leerlingen. Het protocol word globaal gezamenlijk besproken. Hierdoor weten de leerlingen wat het beleid van de school is.
  • Vervolgens gaan jullie een rollenspel spelen.
  • Het team bedenkt vier verschillende strategieën, die er voor moeten zorgen dat zowel bij leerlingen, ouders en docenten bewuster wordt omgegaan met Cyberpesten.
  • De verschillende ideeën moeten nader uitgewerkt worden. Dat moet meer zijn dan een paar zinnen of alinea's. Bij elke aanpak moeten ook aantal een voorbeelden worden bedacht.
  • De werkgroep mag zelf taken verdelen, maar de voorzitter van het schoolbestuur zal (als de werkgroep er niet samen aan uit komt) de beslissing nemen wie verantwoordelijk zal zijn voor welk onderdeel. Ieder groepslid is namelijk verantwoordelijk voor een deel van de totale opdracht en voor de complete presentatie.
  • Hierbij gaat het bij de studenten om de positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele aanspreekbaarheid directe interactie en de reflectie van het groepsproces vanuit de 5 principes van het samenwerkend leren.

Evalueren

In deze les hebben jullie geleerd hoe je cyberpesten kan voorkomen. We hebben het beleid van de de school klassikaal bekeken en besproken. Jullie hebben een rollenspel gespeeld onderling en de taken verdeeld onder elkaar. Daarnaast hebben jullie op het internet informatie en strategieën gezocht over cyberpesten. 

Om te kijken wat jullie hebben geleerd van deze les gaan jullie zelfstandig de vragen van de padlet invullen. In de padlet kunnen jullie antwoord geven op de vragen door op het plusje te klikken. Open de padlet door de QR code te scannen die op het bord verschijnt of klik op de link hieronder.

https://padlet.com/stephanyestevao15/o41xuqlwl3q5z17d

Les 4 Presenteren

Leerdoel

De afgelopen 3 lessen hebben jullie je op verschillende manieren verdiept in het onderwerp cyberpesten. Om te kijken welke nieuwe kennis jullie hebben gecreëerd over het onderwerp worden jullie in groepjes verdeeld zodat jullie in groepsverband een presentatie kunnen maken van wat jullie hebben geleerd.

 

 

 

 

                                                                     Presentatie cyberpesten by Sarah Harte                                                                                                             

Voorwaardes

Het is belangrijk om te weten dat de presentatie minimaal 5 en maximaal 7 minuten mag duren. Met het presenteren houd je rekening met de verstaanbaarheid.

Tijdens de presentatie is het van belang om te luisteren naar je klasgenoot. Naast een actieve houding word er ook verwacht dat je na de presentaties feedback geeft aan elkaar.

Je kunt de volgende websites raadplegen om je informatie te zoeken voor je powerpoint presentatie.

Wat is Online Pesten | Cyberpesten | Kenniscentrum | Stop Pesten Nu

wat is cyberpesten | 113 Zelfmoordpreventie

Stop (digitaal) pesten en cyberpesten » tips en lespakket (mediawijsheid.nl)

 

Opdracht

Jullie worden door de docent in groepjes van 3 verdeeld. Binnen je groep maak je een taakverdeling. In je powerpoint verwerk je de volgende punten;

Inleiding
Vermeld in de inleiding de namen en je klas.

Kopjes:

1; Wat is cyberpesten

2; Wat zijn de gevolgen van cyberpesten

2; Hoe kun je cyberpesten voorkomen

Nawoord
Vertel in deze dia wat jullie van de opdracht vonden

Filmpje
Verwerk in je powerpoint een filmpje over cyberpesten van maximaal 3 minuten en vertel waarom je met je groepje voor dit filmpje heb gekozen.
 

In het kopje beoordeling kun je het beoordelingsformulier vinden. Het beoordelingsformulier kun je gebruiken om je voor te bereiden op de presentatie en je kunt zien op welke punten je wordt beoordeeld. 

Evalueren

Dit was de laatste les over het onderwerp cyberpesten. Jullie hebben de kennis van de afgelopen lessen verwerkt in de presentaties. Ook hebben jullie feedback gekregen over de presentaties van jullie klasgenoten.

Nu gaan wij de afgelopen lessen evalueren wat jullie over het onderwerp geleerd hebben. 

1. Ga naar www.menti.com

2. Voer de lettercode 7943 3265 in

3. Beschrijf hier hoe je de afgelopen lessen hebt ervaren en wat je nu weet over cyberpesten.

Beoordeling

Naam:                                                                                                 Groep:
Datum:                                                                                                Beoordeling:
Onderwerp:                                                                                        Binnen de afgesproken tijd:

Aspect

1

3

4

5

Toelichting

1. Structuur

         

a. Inleiding

 

b. Alle kopjes zijn verwerkt in de powerpoint

 

c. De overgang is goed

 

d. Slot

 

 

 

1

3

4

5

Toelichting

2. Hulpmiddelen

         

 

 

 

a. Powerpoint is duidelijk en voldoende dia’s.

 

b. Powerpoint is aantrekkelijk

 

                                                                                                                                                                                                                         

 

1

3

4

5

Toelichting

3. Houding

         
 

1

3

4

5

Toelichting

Stem en taalgebruik

         

 

 

 

 

 

a. Contact met publiek

 

b. Gebaren

 

c. Enthousiasme

 

a. Articulatie

 

b. Intonatie

 

c. Volume

 

d. Tempo

 

c. Zinsbouw en woordkeus

 

d. Vloeiend spreken

 

 

Beoordelingsformulier Powerpoint Presentatie

 

  • Je mag een klein steekwoorden briefje gebruiken maar je mag niet voorlezen.
  • Je powerpoint moet tussen de 5 en 7 minuten duren.
  • Vergeet geen filmpje van maximaal 3 minuten te verwerken in je powerpoint.

 

Verantwoording

Definitie sociale veiligheid

Met behulp van de onderstaande bronnen zijn de docenten tot de volgende definitie van sociale veiligheid gekomen

Een school is veilig als de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen niet door handelingen van anderen wordt aangetast. Dat betekent dat er een veilige en positieve sfeer is op school. Het betekent ook dat de school optreedt tegen pesten, uitschelden, discriminatie, geweld en andere vormen van ongepast gedrag, en deze zoveel mogelijk voorkomt (www.onderwijsinspectie.nl).

Sociale veilig houdt in dat sociaal gedrag wordt bevorderd door bijvoorbeeld gedragsregels op school en het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en ongewenst gedrag. Alle scholen zijn volgend de wet verplicht beleid te voeren voor sociale veiligheid van leerlingen en medewerkers. Gericht op de bescherming van leerlingen tegen onder andere pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme, (homo) seksuele intimidatie, radicalisering en extremisme. Daarbij is sociale veiligheid ook noodzakelijk om goed te kunnen leren. Onze visie op sociale veiligheid (2021, 2 februari)

Sociale veiligheid is meer dan het voorkomen van onveiligheid. Een veilige leeromgeving wordt gekenmerkt door een omgeving waarin iedereen binnen de school zich gerespecteerd en aanvaard weet en waar ongeoorloofd gedrag en geweld actief voorkomen en bestreden wordt. (www.kieresoe.nl).
Pesten is daar een van. Dat hoort niet binnen een sociale omgeving waar jij je veilig kunt voelen en elkaar respecteerd. Een vervelende vorm ervan is cyberpesten. Cyberpesten is het pesten via digitale media op het internet. Vaak gebeurt het anoniem. Daders voelen zich onbereikbaar en durven daardoor meer. Door het digitale karakter is het moeilijker je af te sluiten van deze vorm van pesten: het komt ook thuis de veilige omgeving binnen, wat extra belastend is.dia op internet. Een ander woord is digitaal pesten. Dit gaat meestal via social media zoals You Tube, Facebook, Instagram, Twitter, SnapChat of Whatsapp en chatrooms. De meest voorkomende vorm is laster in de vorm van kwetsende teksten of belastende foto’s en filmpjes. Vaak gebeurt het anoniem – daders voelen zich onbereikbaar en durven daardoor meer. (www. Wij-leren.nl).

Wij als groep gaven elkaar de tijd geven om betrouwbare bronnen op te zoeken via het internet. Dit deden wij, omdat we zo zelf ook een duidelijk beeld kregen over onze gekozen onderwerp. Bij de eerste volgende bijeenkomst, gingen we onze bronnen met elkaar delen. De defenitie betekende hetzelfde, alleen we hadden individueel andere bronnen opgezocht. Daarna hebben we 4 bronnen gebruikt die de defenitie sociale veiligheid duidelijk maakt zoals hierboven is aangegeven. Uiteindelijk namen we gezamelijk een besluit en vervolgens hadden wij die defenitie in onze wikiwijs geplaats.

 

Met behulp van de volgende bronnen zijn de docenten tot de definitie van het landelijk beleid gekomen

Het creëren van een sociaal veilig schoolklimaat is niet alleen noodzakelijk om goed te kunnen leren maar ook omdat het moet. Zorgen voor de sociale veiligheid van leerlingen én medewerkers is namelijk wettelijk verplicht.

Zo schrijven de Arbowet en de cao’s onderwijs voor dat de werkgever verplicht is een beleid te voeren gericht op de bescherming van medewerkers tegen onder andere seksuele intimidatie, agressie en geweld en het voorkomen van ongewenst gedrag.

De Kwaliteitswet zorgt ervoor dat scholen klachten over onder andere ongewenst gedrag of het niet nemen van maatregelen gericht op de veiligheid moeten behandelen.

De Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs heeft tot doel zedenmisdrijven in het onderwijs te voorkomen.

In 2015 is daar – als gevolg van een aanpassing van de onderwijswetten voor het primair en voortgezet onderwijs – de wet veiligheid op school bijgekomen. Deze wet verplicht scholen beleid te voeren gericht op het aanpakken en voorkomen van pesten.

De wet schrijft voor dat het bevoegd gezag in ieder geval:

  • een sociaal veiligheidsbeleid moeten uitvoeren;

Landelijk beleid geeft aan dat een onderdeel van de zorgplicht sociale veiligheid is dat scholen ieder jaar monitoren of de leerlingen zich veilig voelen op school. Scholen dienen monitoringsgegevens aan te leveren bij de onderwijsinspectie. Scholen mogen zelf kiezen met welke instrumenten zijn monitoren, mits deze aan de wettelijke eisen voldoen. De school dient periodiek de veiligheidsbeleving van de leerlingen te monitoren. De inspectie stelt jaarlijks vast of de school monitort. Als de monitoring goed is is er geen verdere aandacht van de inspectie nodig. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2021, 4 oktober)

Volgens het landelijke beleid moeten scholen voor de sociale veiligheid jaarlijks monitoring afleggen. Dit om de veiligheidsbeleving van de leerlingen te kunnen meten. Hier zijn bepaalde eisen voorgelegd. De scholen mogen zelf bepalen welke instrument zij willen gebruiken voor de monitoring, als deze aan de wettelijke eisen voldoen. De scholen horen dit terugkerend te doen zodat de inspectie het jaarlijks kan vaststellen. De onderwijsinspectie heeft toegang tot de monitorgegevens van de scholen. (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

  • twee taken binnen het onderwijsteam moeten beleggen.

  • Er moet een aanspreekpunt pesten zijn waar leerlingen en ouders pesten kunnen melden. Ook moet iemand het pestbeleid op school coördineren. Dit kan dezelfde persoon zijn, maar dat hoeft niet;

  • de beleving van veiligheid en het welzijn van hun leerlingen moeten volgen. De bedoeling hiervan is dat er altijd een actueel en representatief beeld is van de situatie op school (www.rijksoverheid.nl)

Wet Veiligheid op school (Landelijk beleid)

De wet Veiligheid op school regelt dat scholen zich inspannen om pesten tegen te gaan en de sociale veiligheid op school verbeteren. De wet geldt voor het basisonderwijs (bo), speciaal onderwijs (so) en  voortgezet onderwijs (vo).

In de wet staat verder dat scholen een sociaal veiligheidsbeleid moeten uitvoeren.
Dat zijn:

Er zijn 2 taken binnen het onderwijsteam. Er is een aanspreekpunt waar ouders en leerling kunnem melden. Daarnaast is er ook iemand die het pestbeleid regelt op school. De beleving van veiligheid, de aantasting van die veiligheid en het welzijn van hun leerlingen moeten worden gemeten. Zo is er altijd een actueel en representatief beeld van de situatie waar de school naar kan handelen.

Veiligheid
Scholen zijn verantwoordelijk voor veiligheid. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op school. Ze beslissen hoe zij:

  • het veiligheidsbeleid vormgeven;

  • welke maatregelen zij nemen om de veiligheid te verbeteren; pesten tegengaan;

  • hun personeel trainen bijvoorbeeld tegen agressie en geweld.

Veiligheidsplan
Scholen moeten een veiligheidsplan hebben. Daar staat het pestprotocol en het veiligheidsplan van de school zoals bijv. drugs en wapenverbod. Ook staat erin hoe scholen dit controleren. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe de school pesten probeert te voorkomen. In het veiligheidsplan staat ook hoe een school omgaat met een incident en of zij bijvoorbeeld hulp vraagt aan de politie of bureau Jeugdzorg. En wanneer een school aangifte zal doen.

VOG onderwijspersoneel

Scholen vragen aan nieuw onderwijspersoneel een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Hieruit blijkt of er hindernissen zijn om in de nieuwe functie aan de slag te gaan. De VOG blijft 6 maanden geldig.

Toezicht op veiligheidsbeleid en monitoring sociale veiligheid bij scholen

De Inspectie van het Onderwijs controleert of scholen maatregelen nemen voor een veilige omgeving. Er moet een veilige omgeving zijn voor leerlingen en de docenten. De inspectie let er vooral op of scholen de sociale veiligheid van hun leerlingen monitoren. Ook controleert de inspectie of er op scholen een vast aanspreekpunt voor pesten is.
Scholen moeten ieder jaar meten of de leerlingen zich veilig voelen op school. De Inspectie van het Onderwijs controleert dit. Scholen kiezen zelf hoe zij meten, als zij maar aan de wettelijke eisen voldoen. Als het nodig is, moet de school het veiligheidsbeleid aanpassen. Het schoolbestuur is hiervoor verantwoordelijk.

Veiligheid onderwijspersoneel

Duidelijke regels helpen bij een veilige werk- en leeromgeving van scholen. Ook onderwijsmedewerkers hebben recht op een veilige en werkplek zonder agressie. Een goed aangiftebeleid kan zorgen dat medewerkers en leerlingen zich veilig voelen. Hierin staat duidelijk waar de grenzen liggen en wat er gebeurt als iemand deze overschrijdt.  

 

 

Culturele diversiteit

Onder diversiteit worden in de regel alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen verstaan. Daarbij gaat het zowel om zichtbare kenmerken als geslacht, etniciteit en leeftijd, als om niet

Onder diversiteit worden in de regel alle aspecten waarop mensen van elkaar verschillen verstaan. Daarbij gaat het zowel om zichtbare kenmerken als geslacht, etniciteit en leeftijd, als om niet zichtbare kenmerken, zoals persoonlijkheidseigenschappen, kwaliteiten en manier van werken. Culturele diversiteit betreft de diversiteit van mensen naar culturele achtergrond. Culturele diversiteit betreft in dit onderzoek de diversiteit in het personeelsbestand, ofwel de aanwezigheid van mensen met verschillende culturele achtergronden. (www.rijksoverheid.nl)

Wij hebben in onze lessenreeks rekening gehouden met culturele diversiteit door de klas in groepsverband te laten werken. Dit hebben wij gedaan zodat de leerlingen ook van elkaar kunnen leren. Wij hebben rekening gehouden met de groepsindelingen, zodat iedereen zijn eigenschappen naar voren kon brengen.

Wanneer er sprake is van superdiversiteit binnen een klas, is er ook sprake van een verschil in normen en waarden. Om deze reden vinden wij het belangrijk om tijdens de lessen aandacht te besteden aan het maken van gezamenlijke normen en waarden binnen de klas. Deze normen en waarden hebben tijdens deze lessenreeks met name te maken met cyberpesten. Wanneer deze gezamenlijke normen en waarden daadwerkelijk worden toegepast, kan dit ervoor zorgen dat cyberpesten afneemt (NJI, 2014)

 

                                          Afbeeldingsresultaten voor culturele diversiteit

 

 

 

Analyse beleidsstukken sociale veiligheid

Beleid Penta college Hoogvliet

Een veilige omgeving voor leerlingen en medewerkers is meer dan een prettige sfeer op school. Scholen willen incidenten voorkomen die te maken hebben met ongepast gedrag, intimidatie, pesten, diefstal en agressie. Daarom investeren de penta scholen in een goede vertrouwensband met leerlingen en ouders, in een prettig schoolklimaat en in heldere regels over hoe je met elkaar omgaat. Scholen hebben ook een taak in signalering van ongewenst gedrag en moeten daar gericht tegen optreden.

Binnen Penta zijn er schoolregels. Wanneer leerlingen deze schoolregels overtreden, is er de mogelijkheid dat leerlingen geschorst en bij heel ernstige incidenten verwijderd worden. De penta scholen volgen daartoe een protocol van schorsen en verwijderen, gebaseerd op de wettelijke kaders rondom schorsen en verwijderen van leerlingen.  

De Penta scholen spannen zich in om de sociale veiligheid in school te verbeteren en pesten tegen te gaan. Er zijn  verschillende functionarissen in de scholen die naast de mentor extra bezig zijn met sociale veiligheid in de scholen, zoals de zorgcoördinatoren, maatschappelijk werkers en de aandachtsfunctionarissen.

Ook heeft elke Penta school twee vertrouwenspersonen waar leerlingen en collega’s naartoe kunnen om in vertrouwen te praten over opgedane ervaringen of problemen. Elke Penta school heeft een pestprotocol, een protocol omgaan met sociale media en volgt de richtlijnen van het protocol meldcode en huiselijk geweld. De scholen hebben met hun gemeenten afspraken gemaakt over veiligheid in en om de school in veiligheidsconvenanten (www.penta.nl).

Beleid Penta de oude maas

Penta de oude maas werkt met de Kanjertraining. De Kanjertraining is een van de methodes waarvan de effectiviteit tegen pesten bewezen is en door het NJI ( Nederlands Jeugd Instituut) beoordeeld is als een van de vier beste anti pestprogramma’s voor het VO. (Kanjerstraining 2015) Dit is een programma waarmee pesten kan worden aangepakt en het zelfvertrouwen kan worden verbeterd en waarmee leerlingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen worden gevold. Deze training heeft tot doel sociaal vaardig gedrag te stimuleren, sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluitingen en sociaal teruggetrokken gedrag te voorkomen of te verminderen en het welbevinden te vergroten bij kinderen en jongeren. Het belangrijkste doel van de Kanjerstraining is het stimuleren van een veilig en positieve sfeer in de klas en dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Preventie bij pesten De Kanjerstraining wordt gegeven door de mentor in de mentorlessen. De methode bestaat uit het oefenen van sociale vaardigheden, het discussiëren over morele dilemma’s en sociale cognities, rollenspellen met behulp van vier petten en vertrouwensoefeningen. De petten staan voor vier typen gedrag of coping strategieën (Vliek, 2010). Naast de training in de klas biedt het programma van de Kanjertraining digitale ondersteuning zoals
het sociogram waarmee het sociale netwerk in een klas in kaart kan worden gebracht en een
schoolvragenlijst die betrekking heeft op sociale interactie, emotioneel welbevinden, depressieve gedachten, agressief gedrag, mate van ervaren sociale acceptatie, relatie met de leerkracht en gevoel van eigenwaarde. De vragenlijst en het sociogram hebben een signalerende functie voor pestproblematiek.

Beleid Da Vinci College

Het Da Vinci College wilt zowel voor de studenten als personeel een veilig (pedagogisch) klimaat creëren. Respectvol omgaan met elkaar zorgt voor een sociaal veilige leer- en werkomgeving.

Da Vinci College werk met de ‘herstelrecht-methode’. Bij deze methode vindt eerst een gesprek plaats met de gepeste student, de dader en de docent (driehoekgesprek). (www.davinci.nl)

Beleid Rotterdam Design college

Rotterdam Designcollege streeft naar een veilig, prettig en positief leeromgeving voor de leerlingen.
Docenten willen deze ontwikkeling bevorderen door het scheppen van een veilig klimaat, een prettige werksfeer in de theorielessen, praktijklessen en op stage. Dit betekent dat wij als school pesten als ongewenst gedrag beschouwen en bereid zijn alles in het werk te stellen om pestgedrag aan te pakken. In hun protocol is vastgelegd; - waarop het pestgedrag van leerlingen wordt benaderd - wat wij verstaan onder seksuele intimidatie en welke stappen ondernomen worden indien dit wordt gesignaleerd.
(Anti pestprotocol, 2019)

Het pedagogisch klimaat  moet veilig zijn op Rotterdam Design college. Er zal dan minder gepest worden. De leraren zijn een voorbeeld en ruzies worden altijd samen uitgesproken. De docenten bieden structuur en veiligheid door aanwezig te zijn bij leswisselingen en pauzes. De docent werkt aan een positieve sfeer in de groep door een positieve benadering van de leerlingen. En regelmatig activiteiten aan te bieden waarbij leerlingen dit kunnen ervaren. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Bij problemen van pesten zullen de directie en de docenten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. Met behulp van de mentorlessen en de SOVA lessen besteden docenten actief aandacht aan de omgang met elkaar in de lessen. Docenten nemen kennis van relevante informatie over nieuwe leerlingen, zodat zij alert zijn op het ontstaan van pestgedrag. (Anti pestprotocol, 2019)

De leerling moet weten dat hij zelf mag kiezen bij wie hij de melding doet: de groepsdocent, mentor of de teamleider. De docent is alert op pestgedrag binnen en buiten de klas en meldt pestgedrag en meeloopgedrag bij de mentor. Deze maakt een notitie en neemt de benodigde maatregelen zoals eventuele aanmelding bij het zorgteam en inzetten van ondersteuning zoals beschreven bij preventieprogramma’s. Ook ouders hebben de mogelijkheid een melding te maken als hun kind met verhalen thuis komt over verhalen rondom pestgedrag. De schoolregels worden 2x per jaar klassikaal besproken en komen aan de orde bij incidenten. (Anti pestprotocol, 2019)

De mentor blijft het eerste aanspreekpunt omtrent Pesters en slachtoffers. Tevens heeft hij/zij de meeste contact momenten met de leerling en onderhoud hij/zij contact met de ouders. Daarnaast is de mentor ook verantwoordelijk voor het bespreken van de anti- pest regels. Enkele actiepunten die doorlopen kunnen worden door de mentor bij het zorgdragen voor slachtoffer en dader:
1. Direct ingrijpen via hoor en wederhoor en beoordelen van de situatie.
2. Erkennen van de gevoelens van de gepeste is heel belangrijk.
3. Gedragsalternatieven aanreiken aan de betrokkenen.
4. Gesprek voeren met mentor, psychologe of vertrouwenspersoon.
5. Specifieke programma voor leerlingen die uitvallen op sociale vaardigheden

Stappen n.a.v. meldingen.

1. Informatie verzamelen Incidenten melden (ouders, leerlingen, collega’s) en gegevens verzamelen. De stuurgroep bekijkt de meld box dagelijks.
2. Pesten kwantificeren vaststellen wie zich bezighouden met structureel pestgedrag
3. Pesters classificeren vaststellen wie de hoofdrolspelers zijn en de mee- en impuls Pesters 4. Alle Pesters stoppen aanspreken, klassenrondes houden, maatregelen waar nodig is
5. Sociale veiligheid borgen aanpak en taken vastleggen in schoolbeleid. Gaat het bij de melding om ernstige pestgevallen waarbij de veiligheid van een leerling wordt bedreigd, dan zal er meteen worden ingegrepen.
(Anti pestprotocol, 2019)

Bij seksuele intimidatie is er sprake indien iemand wordt geconfronteerd met ongewenste seksueel getinte aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag, en deze als onaangenaam ervaart. Wanneer er sprake is van seksueel misbruik door een medewerker van de school gaat het om een zedenmisdrijf. Bij een zedenmisdrijf geldt een aangifte- en meldplicht. Deze wettelijke aangifte en meldplicht is beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar. (www.rotterdamdesigncollege.nl)

Overeenkomsten en verschillen

Wij hebben geconludeerd dat de scholen goed op weg zijn qua veiligheid. Het landelijk beleidsstuk en het beleidsstuk van de scholen waar wij werken en/of stage lopen komen heel erg met elkaar overeen. De overheid heeft als eis gesteld dat alle scholen verplicht zijn de veiligheid van de leerlingen te monitoren. Dit mogen scholen monitoren met een zelf gekozen instrument. Tijdens ons onderzoek naar de beleidsstukken van de scholen zijn wij erachter gekomen dat sommige van deze scholen werken met anti pest programma's zoals de methode Kanjertraining en SOVA-lessen. Op alle scholen is een pestprotocol aanwezig.

Cyberpesten is op iedere school een bekend probleem. In geen enkel beleidsplan is naar voren gekomen wat de scholen doen ter preventie van cyberpesten.

De school kan dit probleem voorkomen door leerlingen lessen aan te bieden waarin cyberpesten wordt uitgelegd en welke problemen er kunnen ontstaan. Daarbij is het belangrijk om te vertellen hoe zij deze problemen kunnen voorkomen. Op deze manier zijn de scholen bezig met het preventief behandelen van veel voorkomende problemen rondom cyberpesten

 

Droomsessie

Voor de droomsessie hebben wij in ons groepje een Padlet gemaakt. In deze padlet hebben wij met elkaar gedeeld welke leerervaringen wij de leerlingen mee willen geven met onze wikiwijs, wat ons aan het hart gaat betreffende het cyberpesten en wat wij hopen dat de leerlingen is bijgebleven over 2 jaar. Deze dromen die wij met elkaar hebben gedeeld kunnen wij gebruiken om de ontwerpeisen bij deelopdracht 2 te formulieren.

Onderwerpkeuze cyberpesten

Wij hebben voor het deelthema Cyberpesten gekozen, omdat wij dit een interessant onderwerp vinden. Het sociale leven van leerlingen en jongeren is de afgelopen twee decennia ingrijpend veranderd. Door de opkomst van mobieltjes en het internet is de manier waarom en de mate waarin zij contact met elkaar onderhouden enorm veranderd. Het gebruik van een smartphone en het digitale domein brengen veel risico’s met zich mee. Door de komst van social media wordt er niet alleen fysiek gepest maar ook online gepest. Denk aan kinderen die elkaar buitensluiten, filmpjes die gemaakt worden en doorgestuurd worden of soms erger bedreigingen of doodsbedreigingen. Wij zouden de gevolgen van het cyberpesten graag meer onder de aandacht willen brengen onder de leerlingen van de middelbare school.

Wij hebben voor de doelgroep op de middelbare school gekozen omdat 3 van de 4 studenten werken/ stage lopen binnen deze doelgroep. Wij zijn van mening dat je als docent eerst zelf voldoende kennis moet hebben voor het onderwerp voordat je leerlingen hierover kunt onderwijzen. Om voldoende kennis te hebben over het onderwerp heeft een ieder van ons zich ingelezen in het onderwerp en gekeken naar het landelijk beleid van sociale veiligheid en het beleid wat binnen onze werkplek wordt gehanteerd. In het onderzoek wat wij hebben gedaan zijn wij bruikbare informatie tegengekomen die wij in onze lessenreeks ook kunnen gebruiken.

Storyboard

De docenten hebben een storyboard ontworpen waarin per les uit de WikiWijs omschreven wordt hoe de volgende elementen daarin terugkomen:

- Principes samenwerkend leren

- Feedback momenten

- Face to face

- Lesdoelen: verwijs naar ontwerpeis

- Digitale activiteiten

klik op de onderstaande link of scan de QR code om de padlet te maken:

https://padlet.com/priscillavdkemp/xhbzec3jk2x66soi

QR-code voor deze padlet

CIMO

In deze bijlage treft u een concrete uitwerking van de CIMO.  

Context
De docenten hebben de beleidsstukken doorgenomen en zijn tot de conclusie gekomen dat de scholen duidelijke beleidsstukken hebben over sociale veiligheid op school. Daarentegen kan er wel geconcludeerd worden dat geen enkele school een duidelijke uitleg heeft over de preventie van cyberpesten op school. Binnen het voortgezet onderwijs komt cyberpesten relatief veel voor. Uit onderzoek is gebleken dat in het voortgezet onderwijs het tegengaan van cyberpesten complexer is door de mate waarin dat, via sociale media, buiten bereik van leerkrachten plaatsvindt. (NRO, 2018). Wij hebben gekozen voor het deelonderwerp cyberpesten, omdat dit hedendaags een probleem is wat zich veel afspeelt binnen onze doelgroep op het VMBO.  

 

Bij cyberpesten wordt uitgegaan van pesten door middel van het gebruik van digitale communicatiemiddelen zoals computers en smartphones.  (www.sameninontwikkeling.nl). Voorbeelden van digitaal pesten zijn het versturen van een dreigmail, iemand uitschelden per mail, chat, of sms en het opzettelijk versturen van een virus. (NJI, 2017). Het grote probleem bij cyberpesten is de anonimiteit. De afzender is vaak lastig te achterhalen.  (www.stoppestennu.nl).  

 

Uit onderzoek van de Open Universiteit Nederland blijkt dat 19 procent van de brugklassers slachtoffer was van digitaal pesten. (NJI, 2017). De aanpak van cyberpesten als specifieke, online vorm van pestgedrag vraagt niet per se om nieuwe methoden. Belangrijk blijft om er zowel binnen de groep als met het slachtoffer en de dader over te praten. (NJI, 2017). Uit onderzoek blijkt dat het belangrijk is om in de aanpak van cyberpesten de rollen in het groepsproces dat cyberpesten is centraal te stellen. (NRO, 2018). Uit onderzoek blijkt ook dat het van belang is maatregelen rondom cyberpesten in het pestprotocol van de school in te bouwen. Denk hierbij aan: leerlingen bewust maken van de gevaren van internet en de effecten van cyberpesten. En afspraken maken over internet samen met de leerlingen en regels opstellen over internetgedrag. (NJI, 2017).  

 

De lessenreeks die wij gaan aanbieden is bedoeld om bewustwording te creëren en om ervoor te zorgen dat er gedragsverandering ontstaat. Door leerlingen bewust te maken hopen wij dat er verandering in gedrag mag plaatsvinden. Hoe eerder zulke lessen gegeven worden, hoe beter- en daarom is ervoor gekozen om deze lessenreeks te maken voor vmbo-leerlingen. Tevens kunnen de lessen ook op het mbo worden gegeven. De methode en de opdrachten zijn zo gemaakt dat het voor ieder niveau en leeftijd toepasbaar is. De opdrachten zijn toegankelijk, een klein beetje confronterend maar wel uitdagend. Doordat de lessen toegankelijk zijn, sluiten de opdrachten aan bij de belevingswereld van de leerlingen, waardoor de leerlingen de theorie goed vergaren. De docenten zijn tijdens de lessen fysiek aanwezig, waardoor zij kunnen waarborgen dat er een veilig klimaat aanwezig is in de klas (Geerts & van Kralingen, 2016). 

Interventie

Mechanisme

Outcome

Om nieuw informatie aan te laten sluiten is het belangrijk om te weten wat de beginsituatie is. Doormiddel van het afnemen van een mentimeter kun je achterhalen wat de leerling al weet ver het onderwerp (De Bruyckere,2017).  

 

Er wordt nadruk gelegd op pest gedrag wat zich digitaal afspeelt en het leren van gepaste en respectvolle online communicatie.

 

 

 

De leerlingen gaan aan de hand van werkgroepjes samen een PowerPoint presentatie maken over cyberpesten en gaan deze vervolgens presenteren. Om het actief leren te stimuleren en de leeractiviteiten zichtbaar te maken wordt er gewerkt volgens de vijf principes van samenwerkend leren. (Ebbens & Ettekoven, 2016).

 

Het inzetten van audiovisuele beelden door een filmpje te laten zien van iemand die slachtoffer is geweest van pesten.  

 

 

 

 

De docent vormt de groepjes zelf, zodat verschillende soorten leerlingen bij elkaar gaan zitten. De leerlingen zitten neus aan neus in een tafel opstelling. Hierdoor ontstaat er directe interactie die dan kan gaan plaatvinden (Ebbens & Ettekoven, 2016)

Het inzetten van verschillende digitale middelen volgens het T-Pack model.  

 

 

De leerling gaan actief nadenken over het onderwerp cyberpesten en wordt zich bewust van de gevaren van cyberpesten. Door het onderwerp bespreekbaar te maken voelen de leerlingen zich veilig in de klas.

 

Er worden afspraken gemaakt met de leerlingen over een veilige sociale omgeving binnen de klas (www.stoppestennu.nl)

 

 

 

Door leerlingen samen te laten werken zorg je ervoor dat de leerlingen elkaar nodig hebben om een opdracht te kunnen volbrengen, zo heeft samenwerken meerwaarde voor het uiteindelijke resultaat. (Johnson en Johnson (1999a).

 



De leerling wordt door visuele audio gestimuleerd en gaat actief nadenken over het onderwerp cyberpesten.

 

 

 



Cyberpesten is een probleem van de groep. Om pesten tegen te gaan heb je de hele groep nodig. (www.stoppestennu.nl). Daarom is het belangrijk om in groepjes te werken met heel de klas.


De docent zet de digitale middelen Youtube, mentimeter en google in. Door deze digitale middelen in te zetten zorg je ervoor dat de lessen leuk blijven.  

 

De leerling voelt zich veilig genoeg om eigen ervaringen te delen over cyberpesten.  

 

 

 

De leerling weet wat de afspraken zijn die gemaakt zijn over cyberpesten. Er ontstaat een veilig leerklimaat binnen de groep door de afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot cyberpesten.  

 

 

Door in groepjes samen te werken ontstaat er een sociale cohesie, gemeenschapsgevoel en vertrouwen binnen de groep. (www.wij-leren.nl/cooperatief-leren-artikel.nl).




Door de leerling emotioneel te raken en te laten associëren, kun je de sociale omgeving en sociale processen beïnvloeden. Daardoor worden de leerlingen gestimuleerd om gedrag te veranderen (www.adformatie.nl).

 

Na deze lessen kan de leerling vertellen wat cyberpesten is, wat de gevolgen zijn van cyberpesten en hoe je cyberpesten kunt voor komen.

 

Door het toepassen van verschillende digitale werkvormen maak je het aantrekkelijk voor de leerlingen om inzicht te krijgen in de nieuwe leerstof.

TPACK

In de wikiwijs die wij hebben gemaakt wordt er gebruik gemaakt van verschillende digitale middelen volgens het T-PACK model van Koehler & Mishra 2009. Bij iedere les wordt eerst de voorkennis van de leerling geactiveerd, zodat nieuwe informatie die wij als docenten gaan geven hier mooi op kan aansluiten. De leerstof wordt digitaal aangeboden door gebruik van verschillende digitale tools, zoals mentimeter om de voorkennis te activeren, youtube om een filmpje over cyberpesten te laten zien en een powerpoint presentatie. Om de digitale tools op een zinvolle manier te gebruiken in het onderwijs, moet de leraar weten hoe de vakinhoud inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt kan worden met behulp van digitale tools en welke didactiek het leren van bepaalde onderwerpen met behulp van digitale tools versterkt. (www.Tpack.nl ).

 

 

 

                                                 TPACK Model

 

 

 

Werkvormen

De docenten hebben leerdoelen ontwikkeld. Bij deze leerdoelen zijn er diverse werkvormen bedacht. In dit onderdeel worden deze werkvormen toegelicht en verantwoord.

Er zijn twee onderdelen die iedere les naar voren komen:

  1. Cyberpesten
  2. Samenwerkend leren

De docenten willen voornamelijk de leerlingen leren wat cyber pesten is, wat de gevolgen zijn van cyberpesten en de leerlingen laten nadenken hoe zij cyberpesten kunnen voorkomen. De leerlingen gaan zowel individueel als in een groepje aan het werk. In de eerste les wordt er gekeken naar wat de leerlingen zelf al weten over cyberpesten. In de tweede les wordt er aandacht besteed aan wat de gevolgen zijn van cyberpesten en in de derde les gaan de leerlingen zich verdiepen in het beleid op hun school daarna gaan de leerlingen in een werkgroepje werken aan een presentatie waarbij de leerlingen zelf een strategie gaan bedenken over hoe je cyberpesten kunt voorkomen. Na het maken van deze opdracht gaan de groepjes dit in les vier aan elkaar presenteren in de klas. Tijdens deze lessen moeten de leerlingen kritisch naar zichzelf kijken. Hierdoor krijgen de leerlingen inzicht in hun eigen houding en gedrag (www.adformatie.nl).

Daarnaast leren de leerlingen meer van cyberpesten al als zij hun ervaringen kunnen delen. Daarom is ervoor gekozen om de eindopdracht in groepen uit te laten voeren. Tijdens het samenwerken wordt gelet op de vijf basiskenmerken van samenwerkend leren. Volgens Johnson & Johnson wordt er tijdens het samenwerken geleerd als het proces aan de volgende vijf basiskenmerken voldoet (Johnson & Johnson, 1999):

  1. Individuele aanspreekbaarheid
  2. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
  3. Aandacht voor sociale vaardigheden
  4. Aandacht voor inhoud en groepsproces
  5. Directe interatie

Iedere les richt zich op één of twee basiskenmerken. Tijdens de eerste les wordt er gericht op het ontwikkelen van sociale vaardigheden en er wordt gericht op het groepsproces. In iedere groep is er sprake van groepsdynamica. Een groep zit altijd in een proces. De eerste fase van dit proces wordt forming genoemd (Teitler, 2019). In deze fase gaan de leerlingen elkaar beter leren kennen, worden de doelen en grenzen duidelijk en wordt er vertrouwen opgebouwd. Tevens ontwikkelen de leerlingen sociale vaardigheden binnen de samenwerkingsgroep. Er wordt kennisgemaakt met elkaar en de regels worden afgesproken. Aan het einde van de derde les wordt er doormiddel van vragen gereflecteerd op de rol die de leerling heeft aangenomen. Iemand kan bijvoorbeeld onzeker worden van een dominerend persoon. Het is belangrijk voor de leerling om hier bewust van te zijn.

In de tweede les staat de directe interactie en groepsproces centraal. Hierdoor moeten de leerlingen met elkaar communiceren en hebben de leerlingen daadwerkelijk contact met elkaar. Voor de docent is het belangrijk om ervoor te zorgen dat iedere leerling aan het woord is geweest.

In de derde les staat individuele aanspreekbaarheid en wederzijdse afhankelijkheid centraal. Tevens komt de aandacht voor het groepsproces weer terug. De docent geeft de leerlingen de opdracht om zelfstandig en in groepsverband aan het werk te gaan. Daar zijn alle leerlingen van de groep voor nodig. De groep moet ervoor zorgen dat de leerlingen elkaar positief beïnvloeden. Het is dus van belang dat de docent dit ook met de leerlingen van te voren bespreekt.  

Aan het einde van de les is er een moment voor reflectie. Dit is belangrijk voor het groepsproces maar ook voor het individueel proces. Door te reflecteren op de les, maar ook op het groepsproces kunnen docenten bepalen of de lesdoelen zijn behaald. Hiervoor worden verschillende werkvormen gebruikt. Zo kunnen docenten bepalen om dit klassikaal te doen. Doordat dit vaak veel tijd kost, hebben de docenten bepaald om vragen te bedenken, zodat iedere leerling dit op eigen tempo kan invullen. Tevens kunnen docenten dit later terug lezen. Eventueel kunnen de lessen daarna aangepast worden.

De leerlingen gaan na de uitleg van het leerdoel in groepen een opdracht uitvoeren. Dit wordt ook wel actieve werkvormen genoemd. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat vmbo en mbo leerlingen anders leren dan leerlingen die een andere leerweg studeren (den Boer, Mittendorf, & Sjenitzer, 2004). Veel vmbo studenten leren door te doen. Ze houden niet van te veel lezen, teveel luisteren en te veel stil zitten. Het is ten eerste belangrijk om onderwerpen ook visueel te laten zien, maar het is ook belangrijk om actieve werkvormen aan te bieden. De leerlingen vinden het fijn om praktisch bezig te zijn. Doormiddel van actieve werkvormen leren de leerlingen van elkaar, maar maken ze de theorie ook eigen (Nieuwenhuis, Hoeve, Nijman, & van Vlokhoven, 2017).

 

Informatiebronnen

Cyberpesten. (2017). NJI. Geraadpleegd op 14 december 2021, van

https://www.nji.nl/sites/default/files/2021-05/Cyberpesten.pdf

Den Boer, P., Mittendorf, K., & Sjenitzer, T. (2004). Beter kiezen. Onderzoek naar keuzeprocessen van jongeren in het vmbo en mbo. Delft: Stoas.

Ebbens, S. O., Ettekhoven, S., & Ettekoven, S. (2016). Samenwerkend leren. Noordhoff.

Geerts, W. M., Kralingen, R., & van Kralingen, R. (2020). Handboek voor leraren. Coutinho.

Het anti-pestprotocol. (2020, 25 september). https://www.schoolenveiligheid.nl/kennisbank/het-anti-pestprotocol-op-school/

Johnson, D., & Johnson, R. (1999). Making cooperative learning work. Theory into practice. New York: Prentice-Hall.

Kanjertraining. (2015). Loketgezondleven.nl. Geraadpleegd op 28 november 2021, van https://interventies.loketgezondleven.nl/leefstijlinterventies/interventies-zoeken/1401921

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2021, 4 oktober). Toezicht op monitoring sociale veiligheid. Sociale veiligheid | Inspectie van het onderwijs. Geraadpleegd op 28 november 2021, van https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/sociale-veiligheid/toezicht-op-naleving-zorgplicht-sociale-veiligheid-op-school

Nieuwenhuis, L., Hoeve, A., Nijman, D.-J., & van Vlokhoven, H. (2017). Pedagogisch-didactische vormgeving van werkplekleren in het initieel beroepsonderwijs: een internationale reviewstudie.

Nijegen: HAN, Kenniscentrum Kwaliteit van leren.Online Pesten | Cyberpesten | Kenniscentrum. Geraadpleegd op 2 december 2021, van https://www.han.nl/onderzoek/samenwerken/kwaliteit-van-leren/

NJI, & Van Rooijen -Mutsaers, K. (2017). Wat werkt tegen pesten?  Geraadpleegd op 30 november 2021, van https://www.nji.nl/system/files/2021-04/Uitgebreide-beschrijving-Leefstijl.pdf

NU. Geraadpleegd op 5 december 2021, van https://www.stoppestennu.nl/online-pesten-cyberpesten-kenniscentrum-online-pesten

Online Pesten. (2021, 4 december). Stop Pesten NU. Geraadpleegd op 5 december 2021, van https://www.stoppestennu.nl/online-pesten-cyberpesten-kenniscentrum-online-pesten

Onze visie op sociale veiligheid. (2021, 2 februari). School en veiligheid. Geraadpleegd op 28 november 2021, van https://www.schoolenveiligheid.nl/thema/visie-sociale-veiligheid/#wat-is-sociale-veiligheid

Over TPACK. (2018). TPACK: Integratie van Ict in Het Onderwijs. Geraadpleegd op 8 januari 2022, van  http://www.tpack.nl/over-tpack.html

Pesten & seksuele intimidatie op een effectieve & constructieve wijze voorkomen. (2019). Rotterdam Design College

Teitler, P. (2019). Lessen in orde: handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Van der Meer, B., & Van der Meer, B. (1996). Pesten op school. Koninklijke Van Gorcum.

Wat werk tegen pesten? (Nr. 405–15–781). (2018, mei). https://ikkanhet.nl/wp-content/uploads/wat-werkt-tegen-pesten.pdf

Welke vormen van pesten zijn er? (2020). Samen in ontwikkeling. Geraadpleegd op 5 december 2021, van https://www.sameninontwikkeling.nl/samen-onderzoeken/pesten/alles-over-pesten/4-welke-vormen-van-pesten-zijn-er

  • Het arrangement Cyberpesten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-01-23 16:42:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.stoppestennu.nl/
    https://www.stoppestennu.nl/
    Link
    http://www.youtube.com/watch?v=2RN8kYoM1GY
    http://www.youtube.com/watch?v=2RN8kYoM1GY
    Link
    https://padlet.com/stephanyestevao15/o41xuqlwl3q5z17d
    https://padlet.com/stephanyestevao15/o41xuqlwl3q5z17d
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.