Analyse beleidsstukken sociale veiligheid

Beleid Penta college Hoogvliet

Een veilige omgeving voor leerlingen en medewerkers is meer dan een prettige sfeer op school. Scholen willen incidenten voorkomen die te maken hebben met ongepast gedrag, intimidatie, pesten, diefstal en agressie. Daarom investeren de penta scholen in een goede vertrouwensband met leerlingen en ouders, in een prettig schoolklimaat en in heldere regels over hoe je met elkaar omgaat. Scholen hebben ook een taak in signalering van ongewenst gedrag en moeten daar gericht tegen optreden.

Binnen Penta zijn er schoolregels. Wanneer leerlingen deze schoolregels overtreden, is er de mogelijkheid dat leerlingen geschorst en bij heel ernstige incidenten verwijderd worden. De penta scholen volgen daartoe een protocol van schorsen en verwijderen, gebaseerd op de wettelijke kaders rondom schorsen en verwijderen van leerlingen.  

De Penta scholen spannen zich in om de sociale veiligheid in school te verbeteren en pesten tegen te gaan. Er zijn  verschillende functionarissen in de scholen die naast de mentor extra bezig zijn met sociale veiligheid in de scholen, zoals de zorgcoördinatoren, maatschappelijk werkers en de aandachtsfunctionarissen.

Ook heeft elke Penta school twee vertrouwenspersonen waar leerlingen en collega’s naartoe kunnen om in vertrouwen te praten over opgedane ervaringen of problemen. Elke Penta school heeft een pestprotocol, een protocol omgaan met sociale media en volgt de richtlijnen van het protocol meldcode en huiselijk geweld. De scholen hebben met hun gemeenten afspraken gemaakt over veiligheid in en om de school in veiligheidsconvenanten (www.penta.nl).

Beleid Penta de oude maas

Penta de oude maas werkt met de Kanjertraining. De Kanjertraining is een van de methodes waarvan de effectiviteit tegen pesten bewezen is en door het NJI ( Nederlands Jeugd Instituut) beoordeeld is als een van de vier beste anti pestprogramma’s voor het VO. (Kanjerstraining 2015) Dit is een programma waarmee pesten kan worden aangepakt en het zelfvertrouwen kan worden verbeterd en waarmee leerlingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen worden gevold. Deze training heeft tot doel sociaal vaardig gedrag te stimuleren, sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluitingen en sociaal teruggetrokken gedrag te voorkomen of te verminderen en het welbevinden te vergroten bij kinderen en jongeren. Het belangrijkste doel van de Kanjerstraining is het stimuleren van een veilig en positieve sfeer in de klas en dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Preventie bij pesten De Kanjerstraining wordt gegeven door de mentor in de mentorlessen. De methode bestaat uit het oefenen van sociale vaardigheden, het discussiëren over morele dilemma’s en sociale cognities, rollenspellen met behulp van vier petten en vertrouwensoefeningen. De petten staan voor vier typen gedrag of coping strategieën (Vliek, 2010). Naast de training in de klas biedt het programma van de Kanjertraining digitale ondersteuning zoals
het sociogram waarmee het sociale netwerk in een klas in kaart kan worden gebracht en een
schoolvragenlijst die betrekking heeft op sociale interactie, emotioneel welbevinden, depressieve gedachten, agressief gedrag, mate van ervaren sociale acceptatie, relatie met de leerkracht en gevoel van eigenwaarde. De vragenlijst en het sociogram hebben een signalerende functie voor pestproblematiek.

Beleid Da Vinci College

Het Da Vinci College wilt zowel voor de studenten als personeel een veilig (pedagogisch) klimaat creëren. Respectvol omgaan met elkaar zorgt voor een sociaal veilige leer- en werkomgeving.

Da Vinci College werk met de ‘herstelrecht-methode’. Bij deze methode vindt eerst een gesprek plaats met de gepeste student, de dader en de docent (driehoekgesprek). (www.davinci.nl)

Beleid Rotterdam Design college

Rotterdam Designcollege streeft naar een veilig, prettig en positief leeromgeving voor de leerlingen.
Docenten willen deze ontwikkeling bevorderen door het scheppen van een veilig klimaat, een prettige werksfeer in de theorielessen, praktijklessen en op stage. Dit betekent dat wij als school pesten als ongewenst gedrag beschouwen en bereid zijn alles in het werk te stellen om pestgedrag aan te pakken. In hun protocol is vastgelegd; - waarop het pestgedrag van leerlingen wordt benaderd - wat wij verstaan onder seksuele intimidatie en welke stappen ondernomen worden indien dit wordt gesignaleerd.
(Anti pestprotocol, 2019)

Het pedagogisch klimaat  moet veilig zijn op Rotterdam Design college. Er zal dan minder gepest worden. De leraren zijn een voorbeeld en ruzies worden altijd samen uitgesproken. De docenten bieden structuur en veiligheid door aanwezig te zijn bij leswisselingen en pauzes. De docent werkt aan een positieve sfeer in de groep door een positieve benadering van de leerlingen. En regelmatig activiteiten aan te bieden waarbij leerlingen dit kunnen ervaren. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Bij problemen van pesten zullen de directie en de docenten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. Met behulp van de mentorlessen en de SOVA lessen besteden docenten actief aandacht aan de omgang met elkaar in de lessen. Docenten nemen kennis van relevante informatie over nieuwe leerlingen, zodat zij alert zijn op het ontstaan van pestgedrag. (Anti pestprotocol, 2019)

De leerling moet weten dat hij zelf mag kiezen bij wie hij de melding doet: de groepsdocent, mentor of de teamleider. De docent is alert op pestgedrag binnen en buiten de klas en meldt pestgedrag en meeloopgedrag bij de mentor. Deze maakt een notitie en neemt de benodigde maatregelen zoals eventuele aanmelding bij het zorgteam en inzetten van ondersteuning zoals beschreven bij preventieprogramma’s. Ook ouders hebben de mogelijkheid een melding te maken als hun kind met verhalen thuis komt over verhalen rondom pestgedrag. De schoolregels worden 2x per jaar klassikaal besproken en komen aan de orde bij incidenten. (Anti pestprotocol, 2019)

De mentor blijft het eerste aanspreekpunt omtrent Pesters en slachtoffers. Tevens heeft hij/zij de meeste contact momenten met de leerling en onderhoud hij/zij contact met de ouders. Daarnaast is de mentor ook verantwoordelijk voor het bespreken van de anti- pest regels. Enkele actiepunten die doorlopen kunnen worden door de mentor bij het zorgdragen voor slachtoffer en dader:
1. Direct ingrijpen via hoor en wederhoor en beoordelen van de situatie.
2. Erkennen van de gevoelens van de gepeste is heel belangrijk.
3. Gedragsalternatieven aanreiken aan de betrokkenen.
4. Gesprek voeren met mentor, psychologe of vertrouwenspersoon.
5. Specifieke programma voor leerlingen die uitvallen op sociale vaardigheden

Stappen n.a.v. meldingen.

1. Informatie verzamelen Incidenten melden (ouders, leerlingen, collega’s) en gegevens verzamelen. De stuurgroep bekijkt de meld box dagelijks.
2. Pesten kwantificeren vaststellen wie zich bezighouden met structureel pestgedrag
3. Pesters classificeren vaststellen wie de hoofdrolspelers zijn en de mee- en impuls Pesters 4. Alle Pesters stoppen aanspreken, klassenrondes houden, maatregelen waar nodig is
5. Sociale veiligheid borgen aanpak en taken vastleggen in schoolbeleid. Gaat het bij de melding om ernstige pestgevallen waarbij de veiligheid van een leerling wordt bedreigd, dan zal er meteen worden ingegrepen.
(Anti pestprotocol, 2019)

Bij seksuele intimidatie is er sprake indien iemand wordt geconfronteerd met ongewenste seksueel getinte aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag, en deze als onaangenaam ervaart. Wanneer er sprake is van seksueel misbruik door een medewerker van de school gaat het om een zedenmisdrijf. Bij een zedenmisdrijf geldt een aangifte- en meldplicht. Deze wettelijke aangifte en meldplicht is beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar. (www.rotterdamdesigncollege.nl)

Overeenkomsten en verschillen

Wij hebben geconludeerd dat de scholen goed op weg zijn qua veiligheid. Het landelijk beleidsstuk en het beleidsstuk van de scholen waar wij werken en/of stage lopen komen heel erg met elkaar overeen. De overheid heeft als eis gesteld dat alle scholen verplicht zijn de veiligheid van de leerlingen te monitoren. Dit mogen scholen monitoren met een zelf gekozen instrument. Tijdens ons onderzoek naar de beleidsstukken van de scholen zijn wij erachter gekomen dat sommige van deze scholen werken met anti pest programma's zoals de methode Kanjertraining en SOVA-lessen. Op alle scholen is een pestprotocol aanwezig.

Cyberpesten is op iedere school een bekend probleem. In geen enkel beleidsplan is naar voren gekomen wat de scholen doen ter preventie van cyberpesten.

De school kan dit probleem voorkomen door leerlingen lessen aan te bieden waarin cyberpesten wordt uitgelegd en welke problemen er kunnen ontstaan. Daarbij is het belangrijk om te vertellen hoe zij deze problemen kunnen voorkomen. Op deze manier zijn de scholen bezig met het preventief behandelen van veel voorkomende problemen rondom cyberpesten