Definitie sociale veiligheid

Met behulp van de onderstaande bronnen zijn de docenten tot de volgende definitie van sociale veiligheid gekomen

Een school is veilig als de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen niet door handelingen van anderen wordt aangetast. Dat betekent dat er een veilige en positieve sfeer is op school. Het betekent ook dat de school optreedt tegen pesten, uitschelden, discriminatie, geweld en andere vormen van ongepast gedrag, en deze zoveel mogelijk voorkomt (www.onderwijsinspectie.nl).

Sociale veilig houdt in dat sociaal gedrag wordt bevorderd door bijvoorbeeld gedragsregels op school en het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en ongewenst gedrag. Alle scholen zijn volgend de wet verplicht beleid te voeren voor sociale veiligheid van leerlingen en medewerkers. Gericht op de bescherming van leerlingen tegen onder andere pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme, (homo) seksuele intimidatie, radicalisering en extremisme. Daarbij is sociale veiligheid ook noodzakelijk om goed te kunnen leren. Onze visie op sociale veiligheid (2021, 2 februari)

Sociale veiligheid is meer dan het voorkomen van onveiligheid. Een veilige leeromgeving wordt gekenmerkt door een omgeving waarin iedereen binnen de school zich gerespecteerd en aanvaard weet en waar ongeoorloofd gedrag en geweld actief voorkomen en bestreden wordt. (www.kieresoe.nl).
Pesten is daar een van. Dat hoort niet binnen een sociale omgeving waar jij je veilig kunt voelen en elkaar respecteerd. Een vervelende vorm ervan is cyberpesten. Cyberpesten is het pesten via digitale media op het internet. Vaak gebeurt het anoniem. Daders voelen zich onbereikbaar en durven daardoor meer. Door het digitale karakter is het moeilijker je af te sluiten van deze vorm van pesten: het komt ook thuis de veilige omgeving binnen, wat extra belastend is.dia op internet. Een ander woord is digitaal pesten. Dit gaat meestal via social media zoals You Tube, Facebook, Instagram, Twitter, SnapChat of Whatsapp en chatrooms. De meest voorkomende vorm is laster in de vorm van kwetsende teksten of belastende foto’s en filmpjes. Vaak gebeurt het anoniem – daders voelen zich onbereikbaar en durven daardoor meer. (www. Wij-leren.nl).

Wij als groep gaven elkaar de tijd geven om betrouwbare bronnen op te zoeken via het internet. Dit deden wij, omdat we zo zelf ook een duidelijk beeld kregen over onze gekozen onderwerp. Bij de eerste volgende bijeenkomst, gingen we onze bronnen met elkaar delen. De defenitie betekende hetzelfde, alleen we hadden individueel andere bronnen opgezocht. Daarna hebben we 4 bronnen gebruikt die de defenitie sociale veiligheid duidelijk maakt zoals hierboven is aangegeven. Uiteindelijk namen we gezamelijk een besluit en vervolgens hadden wij die defenitie in onze wikiwijs geplaats.

 

Met behulp van de volgende bronnen zijn de docenten tot de definitie van het landelijk beleid gekomen

Het creëren van een sociaal veilig schoolklimaat is niet alleen noodzakelijk om goed te kunnen leren maar ook omdat het moet. Zorgen voor de sociale veiligheid van leerlingen én medewerkers is namelijk wettelijk verplicht.

Zo schrijven de Arbowet en de cao’s onderwijs voor dat de werkgever verplicht is een beleid te voeren gericht op de bescherming van medewerkers tegen onder andere seksuele intimidatie, agressie en geweld en het voorkomen van ongewenst gedrag.

De Kwaliteitswet zorgt ervoor dat scholen klachten over onder andere ongewenst gedrag of het niet nemen van maatregelen gericht op de veiligheid moeten behandelen.

De Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs heeft tot doel zedenmisdrijven in het onderwijs te voorkomen.

In 2015 is daar – als gevolg van een aanpassing van de onderwijswetten voor het primair en voortgezet onderwijs – de wet veiligheid op school bijgekomen. Deze wet verplicht scholen beleid te voeren gericht op het aanpakken en voorkomen van pesten.

De wet schrijft voor dat het bevoegd gezag in ieder geval:

Landelijk beleid geeft aan dat een onderdeel van de zorgplicht sociale veiligheid is dat scholen ieder jaar monitoren of de leerlingen zich veilig voelen op school. Scholen dienen monitoringsgegevens aan te leveren bij de onderwijsinspectie. Scholen mogen zelf kiezen met welke instrumenten zijn monitoren, mits deze aan de wettelijke eisen voldoen. De school dient periodiek de veiligheidsbeleving van de leerlingen te monitoren. De inspectie stelt jaarlijks vast of de school monitort. Als de monitoring goed is is er geen verdere aandacht van de inspectie nodig. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2021, 4 oktober)

Volgens het landelijke beleid moeten scholen voor de sociale veiligheid jaarlijks monitoring afleggen. Dit om de veiligheidsbeleving van de leerlingen te kunnen meten. Hier zijn bepaalde eisen voorgelegd. De scholen mogen zelf bepalen welke instrument zij willen gebruiken voor de monitoring, als deze aan de wettelijke eisen voldoen. De scholen horen dit terugkerend te doen zodat de inspectie het jaarlijks kan vaststellen. De onderwijsinspectie heeft toegang tot de monitorgegevens van de scholen. (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).

Wet Veiligheid op school (Landelijk beleid)

De wet Veiligheid op school regelt dat scholen zich inspannen om pesten tegen te gaan en de sociale veiligheid op school verbeteren. De wet geldt voor het basisonderwijs (bo), speciaal onderwijs (so) en  voortgezet onderwijs (vo).

In de wet staat verder dat scholen een sociaal veiligheidsbeleid moeten uitvoeren.
Dat zijn:

Er zijn 2 taken binnen het onderwijsteam. Er is een aanspreekpunt waar ouders en leerling kunnem melden. Daarnaast is er ook iemand die het pestbeleid regelt op school. De beleving van veiligheid, de aantasting van die veiligheid en het welzijn van hun leerlingen moeten worden gemeten. Zo is er altijd een actueel en representatief beeld van de situatie waar de school naar kan handelen.

Veiligheid
Scholen zijn verantwoordelijk voor veiligheid. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op school. Ze beslissen hoe zij:

  • het veiligheidsbeleid vormgeven;

  • welke maatregelen zij nemen om de veiligheid te verbeteren; pesten tegengaan;

  • hun personeel trainen bijvoorbeeld tegen agressie en geweld.

Veiligheidsplan
Scholen moeten een veiligheidsplan hebben. Daar staat het pestprotocol en het veiligheidsplan van de school zoals bijv. drugs en wapenverbod. Ook staat erin hoe scholen dit controleren. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe de school pesten probeert te voorkomen. In het veiligheidsplan staat ook hoe een school omgaat met een incident en of zij bijvoorbeeld hulp vraagt aan de politie of bureau Jeugdzorg. En wanneer een school aangifte zal doen.

VOG onderwijspersoneel

Scholen vragen aan nieuw onderwijspersoneel een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Hieruit blijkt of er hindernissen zijn om in de nieuwe functie aan de slag te gaan. De VOG blijft 6 maanden geldig.

Toezicht op veiligheidsbeleid en monitoring sociale veiligheid bij scholen

De Inspectie van het Onderwijs controleert of scholen maatregelen nemen voor een veilige omgeving. Er moet een veilige omgeving zijn voor leerlingen en de docenten. De inspectie let er vooral op of scholen de sociale veiligheid van hun leerlingen monitoren. Ook controleert de inspectie of er op scholen een vast aanspreekpunt voor pesten is.
Scholen moeten ieder jaar meten of de leerlingen zich veilig voelen op school. De Inspectie van het Onderwijs controleert dit. Scholen kiezen zelf hoe zij meten, als zij maar aan de wettelijke eisen voldoen. Als het nodig is, moet de school het veiligheidsbeleid aanpassen. Het schoolbestuur is hiervoor verantwoordelijk.

Veiligheid onderwijspersoneel

Duidelijke regels helpen bij een veilige werk- en leeromgeving van scholen. Ook onderwijsmedewerkers hebben recht op een veilige en werkplek zonder agressie. Een goed aangiftebeleid kan zorgen dat medewerkers en leerlingen zich veilig voelen. Hierin staat duidelijk waar de grenzen liggen en wat er gebeurt als iemand deze overschrijdt.  

(https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/veilig-leren-en-werken-in-het-onderwijs/veiligheid-op-school, 2016)