In deze wikiwijs ga je aan de slag met het onderwerp industrialisatie. Deze wikiwijs is voor leerlingen uit het 2e leerjaar vmbo-KGT. De wikiwijs hoort bij hoofdstuk 2: Naar een industriële samenleving.
De wikiwijs ondersteund het lesmateriaal, maar is ook meer verdieping in het lesmateriaal.
De lesdoelen:
Aan het eind van de wikiwijs kun je:
- Uitleggen wat er gebeurde bij de industriële revolutie.
- Uitleggen wat voor effecten de industriële revolutie had op de economie.
- Uitleggen wat voor effecten de uitvindingen hadden op de samenleving.
In deze wikiwijs vind je de volgende onderdelen:
1. Een filmpje, hierin wordt de industriële revolutie in grote lijnen uitgelegd.
2. Een stukje tekst met verschillende soorten uitleg.
3. Algemene oefenopdrachten.
4. Ondersteunende opdrachten als je moeite hebt met de stof.
5. Test jezelf, hier kan je erachter komen of je snapt wat je hebt geleerd.
6. Praktische opdracht, je gaat aan de slag met een praktische opdracht.
Introductie filmpje
Om meer informatie te krijgen over de industriële evolutie, bekijk je eerst dit filmpje.
Voordat je het filmpje gaat bekijken, is het belangrijk dat je een aantal begrippen al kent. Deze begrippen worden hieronder uitgelegd:
- Grootgrondbezitters: Mensen die veel grond hadden (bijvoorbeeld veel weilanden).
- Ambachtslieden: Iemand die zijn geld verdient door te werken met zijn/haar handen.
- Arbeiders: Iemand die werkt in de ruil voor loon (geld). Zo is een fabrieksarbeider iemand die in een fabriek aan machines werkten.
- Nijverheid: Hier werken mensen die grondstoffen verwerken.
- Infrastructuur: Waardoor je je makkelijk kan verplaatsen, dus bijvoorbeeld wegen, spoor.
- Geïndustrialiseerd: Overgaan van handmatige productie op massaproductie in fabrieken.
Lezen - industriële revolutie
Industriële revolutie
De revolutie begon in Engeland waar verschillende uitvindingen zijn gedaan. Door deze uitvindingen werkt het werken veel makkelijker. Mensen die in de landbouw en in de nijverheid (de grondstoffen worden door mensen in de nijverheid verwerkt) werken kunnen hun werk veel sneller uitvoeren door verschillende uitvindingen. Het werk wat met de handen gedaan moest worden, werd vervangen door machines. De mensen hoefden nu minder met hun handen te werken.
Wat voor gevolgen had dit?
De economie ging beter. Dit kwam omdat er minder gedaan moest worden en veel meer gemaakt kon worden. Hierdoor kwam er minder vraag en meer aanbod. De producten werden goedkoper, zo kon bijna iedereen de producten kopen.
Mensen gingen verhuizen naar de stad. De boeren hadden minder mensen nodig, omdat zij machines hadden die dingen konden uitvoeren. Hierdoor was er op het plattenland meer werkloosheid en gingen de mensen werk zoeken in de steden. Hierdoor werden de steden groter.
Voor, tijdens en na de revolutie
Voor de revolutie
Voor de industiële revolutie woonden veel mensen op het plattenland. De mensen op het plattenland konden zo hun voedsel oogsten. Er kwam alleen een stad waar veel voedsel gehandeld kon worden, hier waren de boeren afhankelijk voor. Als zij veel eten over hadden, dan verkochten ze dat op de markt. Ook was er veel feodalisme, dit is dan de mensen werken voor een landheer in ruil voor bescherming. Het eten was duur, omdat er weinig eten was. Er was dus veel vraag en weinig aanbod.
Tijdens de revolutie
Doordat er uitvindingen plaats vinden die het leven op het plattenland makkelijker maken, kon er meer voedsel gemaakt worden. Er waren minder mensen op het plattenland nodig en de mensen gingen in de steden op zoek naar werk. In de steden kwamen fabrieken waar veel mensen nodig waren. De steden werden steeds groter, dit heet urbanisatie. Omdat er heel veel mensen nodig waren in de fabrieken, moesten niet alleen mannen maar ook kinderen werken in de fabrieken. Vrouwen werkten ook, maar kregen wel onbetaald vrij om bijvoorbeeld te gaan koken. In 1874 kwam er een nieuwe wet, het kinderwetje van Van Houten, deze wet verbood kinderen onder de 12 te laten werken. Hierdoor werkten kinderen niet meer in de fabrieken. De grote bazen van de fabrieken kregen veel geld en gaven weinig geld aan de arbeiders. Hierdoor werden de grote bazen rijk en de arbeiders minder rijk. Er kwamen ook andere vervoersmogelijkheden, de stoomtrein en de stoomboot werden uitgevonden. Hierdoor hoefden mensen niet meer met paard en wagen maar konden ze met de trein, dit ging veel sneller. Hierdoor werd de infrastructuur (hoe goed mensen zich kunnen verplaatsen over wegen, spoor) beter.
Na de revolutie
Na de revolutie is er genoeg voedsel, dit omdat er veel fabrieken zijn die voedsel kunnen maken. Hierdoor hoeven mensen zich daar geen zorgen over te maken. Er komen veel meer bedrijven, ook hele grote bedrijven. Hierdoor werd het moeilijker voor kleine bedrijven om winst te maken, er was veel concurrentie met grote bedrijven. Door de goede infrastructuur, is het makkelijker om meer te reizen en om zaken te doen met andere landen.
Economische gevolgen
De welvaart steeg, meer mensen konden meeer besteden. Wel was er een groot verschil tussen arm en rijk. De rijke mensen waren bazen van fabrieken, hierdoor verdienden zij veel. De bazen gaven weinig geld aan de arbeiders, hierdoor verdienden de bazen steeds meer, omdat ze meer gingen verdienen. De arbeiders werden boos, de arbeiders woonden in grote steden en gingen met elkaar praten over het loon. Zo gingen ze politieke partijen oprichten. Hierdoor kregen de arbeiders een betere loon en werd het verschil wat minder groot. Doordat er veel geproduceerd werd, werden de producten goedkoper. Meer mensen konden zo de producten kopen.
Uitvindingen
Er waren verschillende uitvindingen tijdens de industriële revolutie gedaan.
Hieronder de belangrijkste:
- De zaaimachine (uitgevonden door Jethro Tull in 1701): Hierdoor werd het zaaien op het plattenland makkelijker en sneller.
- De waterpomp (uitgevonden door Thomas Newcomen in 1709): Met deze uitvinding konden de mijngangen leeggepompt worden. Dit was de voorloper van de stoommachine.
- Ruwijzer (uitgevonden door Abraham Darby in 1709): Dit kon gebruikt worden in hoogovens, in plaats van houtskool.
- De ploegschaar (uitgevonden door Joseph Foljambe in 1730): Met de uitvinding van de ploegschaar werd het ploegen veel makkelijker.
- De schietspoel (uitgevonden door John Kay in 1733): Dit werd gebruikt om sneller te kunnen weven, bijvoorbeeld bij het maken van kleding.
- De spinning Jenny (uitgevonden door James Hargreaves in 1764): Dit was een snelle spinmachine, er konden veel draden tegelijk worden gespind.
- Het waterframe (uitgevonden door Richard Arkwright in 1769): Dit is een verbetering de spinmachine, deze werkte op stoom, hierdoor werd het sneller.
- De dorsmachine (uitgevonden door Andrew Meikle in 1784): Hiermee werd het graan gedorst.
- De verbeterde stoommachine (uitgevonden door James Watt in 1796): De stoommachine werd verbeterd, de stoommachine werd ook elektisch aangespoord.
Hieronder verschilende afbeeldingen van de uitvindingen:
Het arrangement Geschiedenis - Industriële revolutie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sheri Zwietering
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-01-16 14:00:48
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Industriële samenleving
Ondersteunende opdrachten
Toets industriële revolutie
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.