Er waren verschillende uitvindingen tijdens de industriƫle revolutie gedaan.
Hieronder de belangrijkste:
- De zaaimachine (uitgevonden door Jethro Tull in 1701): Hierdoor werd het zaaien op het plattenland makkelijker en sneller.
- De waterpomp (uitgevonden door Thomas Newcomen in 1709): Met deze uitvinding konden de mijngangen leeggepompt worden. Dit was de voorloper van de stoommachine.
- Ruwijzer (uitgevonden door Abraham Darby in 1709): Dit kon gebruikt worden in hoogovens, in plaats van houtskool.
- De ploegschaar (uitgevonden door Joseph Foljambe in 1730): Met de uitvinding van de ploegschaar werd het ploegen veel makkelijker.
- De schietspoel (uitgevonden door John Kay in 1733): Dit werd gebruikt om sneller te kunnen weven, bijvoorbeeld bij het maken van kleding.
- De spinning Jenny (uitgevonden door James Hargreaves in 1764): Dit was een snelle spinmachine, er konden veel draden tegelijk worden gespind.
- Het waterframe (uitgevonden door Richard Arkwright in 1769): Dit is een verbetering de spinmachine, deze werkte op stoom, hierdoor werd het sneller.
- De dorsmachine (uitgevonden door Andrew Meikle in 1784): Hiermee werd het graan gedorst.
- De verbeterde stoommachine (uitgevonden door James Watt in 1796): De stoommachine werd verbeterd, de stoommachine werd ook elektisch aangespoord.
Hieronder verschilende afbeeldingen van de uitvindingen:
De zaaimachine (1701) De waterpomp (1709)
Ruwijzer (1709) De ploegschaar (1730)
Schietspoel (1733) Spinning Jenny (1764)
Waterframe (1769) Dorsmachine (1784)
Verbeterde stoommachine (1796)