De welvaart steeg, meer mensen konden meeer besteden. Wel was er een groot verschil tussen arm en rijk. De rijke mensen waren bazen van fabrieken, hierdoor verdienden zij veel. De bazen gaven weinig geld aan de arbeiders, hierdoor verdienden de bazen steeds meer, omdat ze meer gingen verdienen. De arbeiders werden boos, de arbeiders woonden in grote steden en gingen met elkaar praten over het loon. Zo gingen ze politieke partijen oprichten. Hierdoor kregen de arbeiders een betere loon en werd het verschil wat minder groot. Doordat er veel geproduceerd werd, werden de producten goedkoper. Meer mensen konden zo de producten kopen.