De Republiek

De Republiek

Welkom allemaal

Welkom leerlingen van de Tweede klas

Vandaag gaan jullie aan de slag met de leersstof over de Republiek. In het vorige hoofdstuk hebben wij gekeken naar de opstand waardoor de Republiek ontstond. Wij hebben het samen gehad over Willem van Oranje, de Pacificatie van gent, de Unie van Utrecht en nog veel meer begrippen en gebeurtenissen hebben wij met elkaar besproken. In dit hoofdstuk gaan jullie aan de slag met de stof over de Republiek zelf. Aan de hand van de leerdoelen gaan jullie zelfstandig een reis maken door dit hoofdstuk en de stof daarvan. In dit hoofdstuk komt onder meer ter sprake: de Gouden Eeuw, de VOC en de WIC en de stad Amsterdam die uitgroeide tot een wereldstad. Veel succes !

Jullie mogen best trots zijn op de geschiedenis van een land dat nog geen één miljoen inwoners telde maar wel het rijkste en machtigste land ter wereld toen was.

 

De leerdoelen die in dit hoofdstuk ter sprake komen zijn:

  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek kon uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Je kunt uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa werd en welke gevolgen dat had voor de landbouw in de Republiek.

  • Je weet waarvoor de VOC opgericht werd en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

  • Je kunt uitleggen waar de WIC zich mee bezighield en waardoor de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.

  • Je weet waarom de Republiek tolerant was tegenover andere geloven.

  • Je kunt uitleggen hoe de vrijheid van denken en het rationalisme leidden tot meer wetenschap in de Nederlanden.

Even herhalen

Filmpje

De Republiek volgens Johan de Witt

Bekijk het filmpje en schrijf in steekwoorden voor jezelf op hoe je denkt over de Republiek en de geschiedenis daarvan.

- Wat voor indruk krijg je van de Republiek in het stukje film? 

- Wat voor indruk krijg je van Johan de Witt? 

- Wat is het verschil denken jullie tussen Prinsgezinden en Staatsgezinden? 

- Zou je in de Republiek willen leven nadat je dit filmpje heb gezien? 

§3.2 Amsterdam, de stapelmarkt van de wereld

§3.2 leerdoelen

Leerdoelen: 

  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek kon uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Je kunt uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa werd en welke gevolgen dat had voor de landbouw in de Republiek.

 

Amsterdam word een wereldstad

Tijdens de middeleeuwen woonde in Amsterdam iedereen door elkaar. De boekhandelaar en de smid naast de koopman, de slager naast de bankier. Toen de economie en de bevolking groeide, maakte het bestuur een groot uitbreidingsplan. In het midden van de stad werden grachten gegraven: het Singel, de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Aan die grachten verrezen koopmanshuizen met een kantoor en een zolder voor de opslag van goederen. Daarachter lagen grote tuinen om tot rust te komen na het geld verdienen. Deze grachten en huizen bestaan vandaag de dag nog steeds.

Het centrum, vlak bij de havens, bleef de plek waar kooplui elkaar ontmoetten. In een nieuw gebouw, de Beurs, werd handel gedreven. In de loop van de 17e eeuw veranderde de beurs in de instelling zoals wij die vandaag de dag kennen: een plek waar je aandelen verhandelt.

Steeds meer mensen verhuisden van het platteland naar de stad. Hierdoor groeide niet alleen Amsterdam uit tot een grote stad maar ook steden zoals Rotterdam en Dordrecht groeide enorm hierdoor. De Nederlandse boeren hoe hard ze ook werkte konden nooit alle inwoners van de steden en de Republiek te eten geven. Hiervoor moest een oplossing gevonden worden. 

Moedernegotie

De boeren konden doordat steeds meer mensen in de steden gingen wonen niet alle inwoners van de Republiek te eten geven. Bovendien gingen de boeren steeds meer andere dingen maken en verbouwen die hun meer geld opleverde. Deze nieuwe producten die de boeren maakten werden gebruikt voor de scheepsbouw van de VOC en WIC. Er moest graan bijkomen om alle inwoners van de Republiek eten te geven. Dit ging de Republiek halen uit Oost-Europa. 

Amsterdam ging graan impoteren vanuit landen in Oost-Europa zoals Polen en Zweden. Hierdoor konden de boeren in Nederland zich gaan richten op hun andere producten. Door deze oostzeehandel had iedereen in de Republiek de mogelijkheid om voedsel te maken en te eten. Deze oostzeehandel werd ook wel moedernegotie genoemd. Wat zoiets betekend als: moeder van alle handel. 

Het graan wat werd opgehaald in Zweden en Polen werd opgeslagen in grote pakhuizen in Amsterdam. Wanneer een land in Europa graan nodig had voor hun eigen bevolking gingen ze naar Amsterdam toe om graan te halen. Doordat de prijs van graan flink steeg kon Amsterdam veel verdienen met deze graanhandel. Naast graan werden ook andere producten uit Oost-Europa gehaald zoals: hout. 

Toen de Republiek begin 17e eeuw om Afrika heen naar Azië konden varen, brachten ze als lading ook specerijen, zijde en thee mee. Al snel importeerde en exporteerde Amsterdam goederen uit de hele wereld. Omdat alles tijdelijk in Amsterdamse pakhuizen werd‘opgestapeld’, werd de stad de stapelmarkt van Europa.

Handelskapitalisme en vluchtelingen

De grootste rivaal van Amsterdam in de handel was de stad Antwerpen. Antwerpen was net zoals Amsterdam een grote handelsstad met een haven waar veel producten werden verhandeld. In Antwerpen werd er veel handel gedreven met het oog op handelskapitalisme. De mensen in Antwerpen haalden hun grondstoffen ergens anders, maakten er in Antwerpen hun producten van en verkochten deze met grote winst weer door.

De situatie voor zowel Amstedam als Antwerpen veranderde doordat de Spaanse troepen in 1585 de stad Antwerpen innamen en bezette. De Republiek sloot alle toegangswegen vanuit zee naar Antwerpen af. Hierdoor konden er geen schepen meer naar Antwerpen toe varen. De handelaren besloten om een stukje verder te varen en hun producten in Amsterdam te verhandelen. Hierdoor groeide de handel van Amsterdam en de Republiek. Antwerpen had het nakijken.

Ondertussen kwamen er steeds meer godsdienstige vluchtelingen naar de Republiek zoals Protestanten en Joden. De mensen waren bang werkloos te worden in het zuiden en hadden een grote kans om vervolgd te worden door de Spanjaarden voor hun geloof. In de Republiek waren ze veilig want daar was namelijk geloofsvrijheid. Deze mensen waren meestal handelaren met veel geld. Deze handelaren namen hun geld en handelspartners mee naar de Republiek. Hierdoor groeide de economie van de Republiek nog harder.

Doordat er veel extra landbouwgrond nodig was om alle producten te kunnen maken werden er grote meren en rivieren drooggelegd. Door deze drooglegging was er veel mee ruimte voor de commerciele landbouw. Deze landbouw werd gebruikt om de procucten door te verkopen op de markt. 

§3.3 De Oost en de VOC

§3.3 leerdoelen

Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek kon uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Je weet waarvoor de VOC opgericht werd en hoe deze handelsmaatschappij werkte.

Een eigen route naar Indië

De Portugezen waren met ontdekkingsreizigers zoals Vasco de Gama en Diaz de eerste Europeanen die rond rond Afrika gingen varen naar Azië. De Portugezen kwamen terug in Lissabon met schepen vol porselein, zijde en thee. Deze producten werden door verhandeld op de grote markt in Antwerpen. Nadat deze stad niet meer bereikt kon worden werden deze producten doorgevoerd aan Amsterdam om ze daar te verhandelen op de Beurs. De Nederlanders wilden rechtstreeks handelen met de mensen in Azië omdat dat meer geld opleverde. Hierdoor ging de Republiek opzoek naar een eigen route naar Indië. 

Willem Barentsz probeerde met zijn schip via het noorden naar de Oost (Azië) te varen. Wat hij niet wist was dat deze route precies door Siberië ging waar het flink koud kon en kan worden. Zijn schip kwam vast te zitten in het ijs en de bemanning moest overwinteren op de plek Nova Zembla. De kapitein overleefde deze reis niet. 

Ondertussen was het Cornelis de Houtman wel gelukt om een route naar Indië te vinden. Houtman gebruikt dezelfde route als de Portugezen om langs Afrika en Kaap de Goede hoop te komen om vervolg naar Indië te gaan. Toen hij terugkwam in de Republiek waren de mensen heel blij omdat er nu heel veel geld verdiend kon worden. 

De Verenigde Oostindische Compagnie

Voordat de VOC onstond waren er allemaal verschillende kleine handelsondernemingen (voorcompagnieën) die zelfstandig naar Azië gingen om handel te drijven. Deze voorcompaganieën waren elkaars concurrenten waardoor iedereen een goedkope prijs wilde hebben. Er onstond ruzie tussen de verschillende handelaren. De prijzen van de producten daalden hierdoor waar de Republiek met deze handel niet zo veel geld verdienen. Johan van Oldebarneveldt de raadspensionaris van het gewest Holland zag deze problemen ontstaan en het verlies van geld wat de Republiek hiermee leed. 

In 1602 richtte van Oldebarneveldt de Verenigde Oostindische Compagnie op. De VOC had een afdeling, een Kamer, in zes Hollandse en Zeeuwse handelssteden. Zo’n Kamer had een eigen scheepswerf, pakhuis en kantoor, en huurde voor elke reis opnieuw zeelui en soldaten in. Alleen de rijke stedelijke elite kon er lid van worden. Afgevaardigden van de Kamers vormden samen het bestuur van de VOC: de Heren Zeventien.

De VOC kreeg het alleenrecht om op Azië te varen, het handelsmonopolie voor de Republiek. Niemand anders dan de VOC mocht een handeltje beginnen in bijvoorbeeld peper of nootmuskaat, zelfs bemanningsleden van de VOC-schepen niet. De VOC mocht ook, net als zelfstandige staten, oorlog voeren en verdragen sluiten met Aziatische vorsten. De soldaten en kanonnen aan boord waren er dus niet alleen vanwege de zeerovers.

Aandelen en oorlog

Om alles te financieren gaf de VOC aandelen uit. Je gaf geld aan de VOC en kreeg in ruil daarvoor een aandeel in het bedrijf. Dat aandeel kon je kopen of verkopen op de Amsterdamse Beurs. Daarmee was de VOC de allereerste firma ter wereld die aandelen uitgaf en de Amsterdamse Beurs de eerste plaats waar aandelen verhandeld werden. Niet alleen rijke mensen, maar ook ambachtslieden, bakkers of dienstboden kochten een aandeel en konden zo meedelen in het succes of verlies van de VOC. De VOC werd ‘van iedereen’.

De oprichting van de VOC was ook van strategisch belang. De VOC probeerde de Spaanse en Portugese zeeroutes en handelsgebieden in Azië af te pakken. Dat paste in de strijd die de Republiek nog altijd voerde tegen Spanje: de Opstand.

Voor de schepen begon het gevaar direct.  Als Hollandse of Zeeuwse schepen de Noordzee opzeilden, voeren ze of door het Kanaal, vlak langs het zeeroversstadje Duinkerken, of door de gevaarlijke wateren ten noorden en westen van Schotland en Ierland. Duinkerken lag in de Spaanse Nederlanden. De Spanjaarden gaven de Duinkerkers kaperbrieven om hun vijanden aan te pakken, als bewijs dat ze officieel aan kaapvaart deden en geen ordinaire zeerovers waren. De Republiek deed overigens hetzelfde. Handel en oorlog gingen hand in hand.

Nederlands-Indië

Landen zoals Japan en China hadden geen behoefte aan Europese producten. Om daar iets te kunnen inkopen moest de VOC goud en zilver meenemen. De volkeren van Zuidoost-Azië dreven onderling al eeuwenlang handel. Wilde de VOC hieraan meedoen, dan moest de vloot langer in de Aziatische wateren blijven. Daarvoor waren goed verdedigbare handelssteunpunten, handelsfactorijen nodig, plus een centrale plek voor het bestuur. De VOC stichtte die of veroverde ze op de Portugezen of Spanjaarden. Nog steeds vind je resten ervan in India, Indië, Maleisië, China en Japan.

Jan Pieterszoon Coen veroverde de havenplaats Jacatra op de noordwestpunt van Java. Daar stichtte hij in 1619 het centrale handelspunt van de VOC voor heel Azië, Batavia. Het werd het bestuurscentrum van de Oost. Zelf werd hij de eerste gouverneur-generaal van de VOC in Azië.

De VOC verdiende uiteindelijk vooral aan de inter-Aziatische handel. Met goud en zilver kochten ze bijvoorbeeld zijde, thee en porselein in in China. Een deel van die zijde verkocht de VOC weer in Japan. De Japanners betaalden met zilver, waardoor de VOC nu ook binnen Azië haar betaalmiddelen kon uitbreiden. De rest van de zijde ging samen met de porseleinen serviezen, schokvrij verpakt tussen de theeblaadjes, in theekisten naar de Republiek.

In India sloeg de VOC katoen in voor Indië. Dat ruilde ze voor specerijen. Op al deze transacties maakte de VOC winst. Retourvloten brachten regelmatig nootmuskaat, kruidnagels, peper, foelie, zijde, porselein en thee terug naar Holland.

Leuk feitje: de Republiek was het enige land dat mocht handelen met en in Japan. 

§3.4 de WIC en Suriname

§3.4 leerdoelen

Leerdoelen: 

  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek kon uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Je kunt uitleggen waar de WIC zich mee bezighield en waardoor de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.

De West Indische Compagnie

In het jaar 1621 richtte de Staten-Generaal de West-Indische Compagnie (WIC) op. De WIC richtte zich vooral op de handel met Zuid-Amerika en West-Afrika. De WIC had ook het recht op kaapvaart. Daarnaast werd de WIC onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika met producten en slaven. Nadat de WIC in 1630 Brazilië had veroverd op de Portugezen bleek dat er net als in Nieuw Nederland (New York), te weinig Nederlanders wilden wonen. Bovendien moesten de katholieke Portugese kolonisten niets van protestantse Hollanders hebben.

Na twintig jaar gaf de WIC het op. Ondertussen hadden de Nederlanders wel ervaring opgedaan met Afrikaanse slaven. Die kon je kopen van Portugese slavenhandelaars, maar was het was veel goedkoper om ze zelf op te halen.

In de slavenforten woonden Nederlandse WIC-ambtenaren die slaven van Afrikaanse slavenmakelaars kochten. Ze betaalden met goud en zilver, vuurwapens, kleding en katoenen stoffen, die per schip uit Nederland kwamen.

Hoewel de slavenhandel winstgevend was, leverde die geen grote bijdrage aan de totale inkomsten van de Republiek. Het aandeel van de WIC in de trans-Atlantische slavenhandel door Europese slavenhandelaars was beperkt, ongeveer 5 procent.

 

Een Wereldeconomie

Met de moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van Europa, Azië, Afrika en Amerika. Zo ontstond er een wereldeconomie. Engeland werd zo jaloers dat het in 1651 bij wet besloot dat alleen Engelse schepen goederen van en naar Engeland mochten vervoeren, of schepen uit het land van herkomst van de handelswaren. Deze wet werd de Acte van Navigatie (1652) genoemd.

Er volgden vier oorlogen, de Engelse Zeeoorlogen. Tijdens de tweede voer admiraal Michiel de Ruyter in 1667 dwars door een zware ketting die voor de marinehaven Chatham over het water was gespannen om de Engelse vloot te beschermen. Hij verwoestte de Engelse oorlogsschepen en bracht het Engelse vlaggenschip Prince Charles in triomf naar de Republiek. De houten versiering van de hoge achtersteven hangt nu in het Rijksmuseum. Bij de vrede die daarna gesloten werd, ruilde de Republiek de mislukte kolonie Nieuw Nederland voor het veelbelovende Suriname. Nieuw Nederland werd omgedoopt in New York.

§3.5 geloof, tolerantie en onderzoek

§3.5 leerdoelen

Leerdoelen: 

  • Je kunt uitleggen hoe de Republiek kon uitgroeien tot een wereldmacht

  • Je weet waarom de Republiek tolerant was tegenover andere geloven.

  • Je kunt uitleggen hoe de vrijheid van denken en het rationalisme leidden tot meer wetenschap in de Nederlanden.

Geloof in de Republiek

In de Republiek was de protestantse kerk de ‘bevoorrechte kerk’. Protestantse dominees werden betaald door de overheid en alleen calvinisten konden burgemeester of bestuursambtenaar worden. Toch was de Republiek voor die tijd tolerant tegenover andere geloven. In Frankrijk en Spanje werden protestanten en joden vervolgd en gedood. 

Katholiek zijn was bijvoorbeeld toegestaan, maar katholieken mochten geen diensten houden of herkenbare kerken bouwen. Daarom bouwden ze schuilkerken, bijvoorbeeld in schuren of op zolders. Die tolerantie was vaak ook een kwestie van economische belangen. Zo mochten de uit Antwerpen gevluchte joden wel synagogen bouwen. De beroemde Portugese Synagoge in Amsterdam is daar een voorbeeld van. 

Die nieuwsgierigheid en de vrijheid van denken, die er ook voor zorgde dat je stilletjes je eigen geloof mocht houden, stimuleerden wetenschappelijk onderzoek. Uitvindingen doen werd zelfs gestimuleerd. 

Wetenschap

In de Republiek ontstond veel belangstelling voor de verre landen en andere culturen die dankzij de VOC en de WIC bereikbaar waren. Veel mannen maakten verre reizen en kwamen met verhalen terug. Met de zeereizen gingen kunstenaars, biologen en aardrijkskundigen mee om de bijzondere natuur en de mensen en hun gebruiken te onderzoeken en te schetsen.

Het idee dat kunstenaars de werkelijkheid moesten weergeven en dat je met je verstand de natuur en de mens moest onderzoeken was al eerder, in Italië, bedacht door mensen als Leonardo Da Vinci. De oude Grieken en Romeinen waren daarbij een belangrijke bron van inspiratie. Deze Italiaanse stroming in kunst en wetenschap wordt daarom Renaissance genoemd, letterlijk ‘wedergeboorte’, alsof de Klassieke Oudheid opnieuw geboren werd.

Rationalisme

De joodse denker Spinoza durfde te schrijven dat de Bijbel mensenwerk is en niet door God is bedacht. In een tijd dat vrijwel alle mensen in God geloofden en de Bijbel letterlijk voor de waarheid hielden, was dat gedurfd. God is geen persoon, verkondigde hij, maar het goddelijke zit in elk stukje natuur. Wie met zijn verstand de natuur onderzoekt in plaats van met de Bijbel of de joodse Thora, komt pas echt dicht bij God. Spinoza’s idee over de rol van het verstand in plaats van het geloof bij het onderzoeken en begrijpen van de schepping noemen we rationalisme (‘ratio’ = verstand). Dominees, rabbijnen en pastoors waren woedend over zijn ideeën. Maar Spinoza was hiermee de voorman en denker van de wetenschappelijke revolutie die in de Gouden Eeuw losbarstte.

Anthoni van Leeuwenhoek vond een microscoop uit en ontdekte in het vocht van koeienogen, in waterdruppels en in tandplak ‘kleijne diertjes, duijsent mael cleijnder dan een luys’. Voor het eerst zag een mens bacteriën. Christiaan Huygens verbeterde de telescoop die begin deze eeuw was uitgevonden. Hij ontdekte in 1656 als eerste mens de ringen rond de planeet Saturnus. Hoe scherper hij de lens sleep, hoe meer hij kon zien. Waarom dat zo was leerde hij van de natuurkunde.

Opdrachten

Als het goed is hebben jullie op dit moment alle stof van het hoofdstuk doorlopen. Aan de hand van de paragrafen hebben jullie een uitleg gehad over de Republiek en haar ontwikkeling naar een absolute Wereldmacht in de Gouden Eeuw. In dit hoofdstuk gaan wij eens kijken met elkaar naar een paar opdrachten. Deze opdrachten zijn gemaakt uit de theorie en stof die jullie zojuist behandeld hebben. Dit is ook gelijk een mooi meetmoment om te kijken of jullie de stof begrijpen en kunnen toepassen.

Hieronder zie je een link. Klik op deze link en je komt terug bij de site van Microsoft Forms. Hier staan de vragen voor jullie klaar om beantwoord te worden. Beantwoord deze vragen serieus want ik kan van iedereen zien wat hij of zij antwoord. Je kan in totaal 17 punten halen voor deze opdrachten. Je hebt een voldoende bij 12 punten. Wanneer je de opdrachten heb gemaakt onthoud je je aantal punten en keer je hier terug.

•Wat: opdrachten maken voor de oefentoets
•Hoe: alleen
•Hulp: nvt   
•Tijd: eigen tempo
•Klaar ?: Ga door naar het kopje 'Opdrachten cijfer'
•Resultaat: X
 

Opdrachten cijfer

Nu jullie hier weer terug zijn gekeerd hoop ik dat iedereen de opdrachten goed gemaakt heeft. Dat is ook gelijk een motivatie voor jullie om aan de slag te gaan voor een mooi cijfer. Bij de opdrachten konden jullie 17 punten in totaal verdienen. Bij 12 punten had je een voldoende. Als je dat gehaald hebt is dat een erg mooi cijfer. Wanneer je dat niet gehaald hebt maakt dat niet uit. We nemen de stof gewoon nog eventjes door. De mensen die 12 of meer punten hadden gescoord gaan aan de slag met een extra opdracht. 

12 punten of meer: doorgaan naar het kopje 'Verdieping'.

Minder dan 12 punten: doorgaan naar het kopje 'Extra uitleg en opdrachten'.

Extra uitleg en opdrachten

§3.2 Amsterdam, de stapelmarkt van de wereld

Tijdens de middeleeuwen woonde in Amsterdam iedereen door elkaar. De boekhandelaar en de smid naast de koopman, de slager naast de bankier. Toen de economie en de bevolking groeide, maakte het bestuur een groot uitbreidingsplan.

Het centrum, vlak bij de havens, bleef de plek waar kooplui elkaar ontmoetten. In een nieuw gebouw, de Beurs, werd handel gedreven. In de loop van de 17e eeuw veranderde de beurs in de instelling zoals wij die vandaag de dag kennen: een plek waar je aandelen verhandelt.

Steeds meer mensen verhuisden van het platteland naar de stad. Hierdoor groeide niet alleen Amsterdam uit tot een grote stad maar ook steden zoals Rotterdam en Dordrecht groeide enorm hierdoor. De Nederlandse boeren hoe hard ze ook werkte konden nooit alle inwoners van de steden en de Republiek te eten geven. Hiervoor moest een oplossing gevonden worden.

De Beurs: Plek of gebouw waar kooplui onderling handel drijven

§3.3 De Oost en de VOC

De Nederlanders wilden rechtstreeks handelen met de mensen in Azië omdat dat meer geld opleverde. Hierdoor ging de Republiek opzoek naar een eigen route naar Indië. Willem Barentsz probeerde met zijn schip via het noorden naar de Oost (Azië) te varen.Zijn schip kwam vast te zitten in het ijs en de bemanning moest overwinteren op de plek Nova Zembla.Ondertussen was het Cornelis de Houtman wel gelukt om een route naar Indië te vinden.

In 1602 richtte van Oldebarneveldt de Verenigde Oostindische Compagnie op. De VOC had een afdeling, een Kamer, in zes Hollandse en Zeeuwse handelssteden. Zo’n Kamer had een eigen scheepswerf, pakhuis en kantoor, en huurde voor elke reis opnieuw zeelui en soldaten in. Alleen de rijke stedelijke elite kon er lid van worden. Afgevaardigden van de Kamers vormden samen het bestuur van de VOC: de Heren Zeventien.

De VOC kreeg het alleenrecht om op Azië te varen, het handelsmonopolie voor de Republiek. Niemand anders dan de VOC mocht een handeltje beginnen in bijvoorbeeld peper of nootmuskaat,

De Oost: Alle gebieden waarmee de VOC handel dreef

De Heren Zeventien: De zeventien bestuurders van de VOC

Handelsmonopolie: Het alleenrecht om in een gebied handel te drijven.

§3.4 de WIC en Suriname

In het jaar 1621 richtte de Staten-Generaal de West-Indische Compagnie (WIC) op. De WIC richtte zich vooral op de handel met Zuid-Amerika en West-Afrika. De WIC had ook het recht op kaapvaart. Daarnaast werd de WIC onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika met producten en slaven. Hoewel de slavenhandel winstgevend was, leverde die geen grote bijdrage aan de totale inkomsten van de Republiek. Het aandeel van de WIC in de trans-Atlantische slavenhandel door Europese slavenhandelaars was beperkt, ongeveer 5 procent.

Met de moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van Europa, Azië, Afrika en Amerika. Zo ontstond er een wereldeconomie.

West-Indische Compagnie: Handelsmaatschappij met het monopolie op de zeevaart naar Zuid-Amerika en West-Afrika.

Driehoekshandel: Handel tussen Europa, Afrika en Amerika met producten en slaven.

Wereldeconomie: Stelsel van handels- en financiële relaties dat de hele wereld omspant.

§3.5 geloof, tolerantie en onderzoek

In de Republiek was de protestantse kerk de ‘bevoorrechte kerk’. Protestantse dominees werden betaald door de overheid en alleen calvinisten konden burgemeester of bestuursambtenaar worden. Toch was de Republiek voor die tijd tolerant tegenover andere geloven. In Frankrijk en Spanje werden protestanten en joden vervolgd en gedood.

In de Republiek ontstond veel belangstelling voor de verre landen en andere culturen die dankzij de VOC en de WIC bereikbaar waren. Veel mannen maakten verre reizen en kwamen met verhalen terug. Met de zeereizen gingen kunstenaars, biologen en aardrijkskundigen mee om de bijzondere natuur en de mensen en hun gebruiken te onderzoeken en te schetsen.

De joodse denker Spinoza durfde te schrijven dat de Bijbel mensenwerk is en niet door God is bedacht. In een tijd dat vrijwel alle mensen in God geloofden en de Bijbel letterlijk voor de waarheid hielden, was dat gedurfd. God is geen persoon, verkondigde hij, maar het goddelijke zit in elk stukje natuur.Spinoza’s idee over de rol van het verstand in plaats van het geloof bij het onderzoeken en begrijpen van de schepping noemen we rationalisme. Hij was hiermee de voorman en denker van de wetenschappelijke revolutie die in de Gouden Eeuw losbarstte.

Rationalisme: proberen de wereld te begrijpen vanuit het verstand en niet vanuit het geloof. 

Wetenschappelijke revolutie: Snelle ontwikkeling in West-Europa op het gebied van uitvindingen en wetenschap.

Verdieping

Jullie hebben voor de opdrachten 12 punten of hoger gescoord. Mijn complimenten, jullie zijn al goed op weg om de stof van de Republiek te begrijpen en toe te passen. Jullie krijgen van mij de mogelijkheid om dieper in de geschiedenis van de Republiek te duiken. Met deze verdiepende opdracht kan je zowel meer te weten komen over belangrijke personen in de Republiek en een extra punt verdienen voor de toets. 

Hoe je dit extra punt verdient staat in het Word bestand hieronder. Let wel op, pas als je alle stappen goed doorlopen heb krijg je een extra punt voor de toets. Heel veel succes !

Begrippen

In de leerstof die wij met elkaar hebben behandeld zijn jullie veel begrippen tegengekomen. Deze begrippen stonden in de tekst blauw schuingedrukt. Op de toets komen in de eerste vraag altijd een paar begrippen terug. Ik wil dat jullie goed met de begrippen oefenen zodat de eerste vraag voor jullie direct vier of vijf punten opleverd. Wat gaan jullie doen? 

Hieronder staan een link van een website. Ik heb de belangrijkste begrippen van het hoofdstuk en de stof ingevoerd op deze website. Op de site kunnen jullie gaan oefenen met de begrippen op vele verschillende manieren. Dat kan bijvoorbeeld zijn het begrip opschrijven, de betekenis ervan raden of jullie kunnen ook samenwerken in tweetallen. Het doel van deze website is om jullie meer bezig te laten zijn met de begrippen en ook ervoor te zorgen dat je de volle punten scoort voor de begrippen op de toets. 

  • De site heet Quizlet 
  • Klik op de link hieronder 
  • Maak een account aan 
  • Oefenen maar !

Terugblik

Vandaag hebben wij met elkaar op een andere wijze dan normaal de leerstof behandeld over het hoofdstuk van de Republiek. Ik hoop dat jullie op deze manier extra zijn voorbereid op de toets en dat jullie ook iets van de stof hebben opgestoken. Aan de hand van de leerdoelen die wij in het begin met elkaar hebben doorgenomen heb ik jullie meegenomen in de geschiedenis van de Republiek en de Gouden Eeuw.

Houd bij het leren van de toets deze Wikiwijs ook bij de hand. Hierin staat grotendeels wat wij ook in het hoofdstuk hebben besproken en wat zal terugkomen op de toets. 

Zouden jullie op de link hieronder willen klikken om feedback te geven op de Wikiwijs? 

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=zrpvyrp8U02GgaBihPf_RvEGOpXOgINNmt7XC9jBrPpUM0FNT0JTVjQ3OUVXQVRUTFAyUVlMSExHMS4u

Veel succes met leren !

  • Het arrangement De Republiek is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Christiaan Poots Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-04-07 10:12:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In deze omgeving zullen de leerlingen van de Tweede klassen havo/vwo op een objectieve manier kennis maken met de geschiedenis van de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    De Republiek volgens Johan de Witt
    https://www.youtube.com/watch?v=MkdDUQeC_6o
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.