De Portugezen waren met ontdekkingsreizigers zoals Vasco de Gama en Diaz de eerste Europeanen die rond rond Afrika gingen varen naar Azië. De Portugezen kwamen terug in Lissabon met schepen vol porselein, zijde en thee. Deze producten werden door verhandeld op de grote markt in Antwerpen. Nadat deze stad niet meer bereikt kon worden werden deze producten doorgevoerd aan Amsterdam om ze daar te verhandelen op de Beurs. De Nederlanders wilden rechtstreeks handelen met de mensen in Azië omdat dat meer geld opleverde. Hierdoor ging de Republiek opzoek naar een eigen route naar Indië.
Willem Barentsz probeerde met zijn schip via het noorden naar de Oost (Azië) te varen. Wat hij niet wist was dat deze route precies door Siberië ging waar het flink koud kon en kan worden. Zijn schip kwam vast te zitten in het ijs en de bemanning moest overwinteren op de plek Nova Zembla. De kapitein overleefde deze reis niet.
Ondertussen was het Cornelis de Houtman wel gelukt om een route naar Indië te vinden. Houtman gebruikt dezelfde route als de Portugezen om langs Afrika en Kaap de Goede hoop te komen om vervolg naar Indië te gaan. Toen hij terugkwam in de Republiek waren de mensen heel blij omdat er nu heel veel geld verdiend kon worden.