In het jaar 1621 richtte de Staten-Generaal de West-Indische Compagnie (WIC) op. De WIC richtte zich vooral op de handel met Zuid-Amerika en West-Afrika. De WIC had ook het recht op kaapvaart. Daarnaast werd de WIC onderdeel van de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika met producten en slaven. Hoewel de slavenhandel winstgevend was, leverde die geen grote bijdrage aan de totale inkomsten van de Republiek. Het aandeel van de WIC in de trans-Atlantische slavenhandel door Europese slavenhandelaars was beperkt, ongeveer 5 procent.
Met de moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van Europa, Azië, Afrika en Amerika. Zo ontstond er een wereldeconomie.
West-Indische Compagnie: Handelsmaatschappij met het monopolie op de zeevaart naar Zuid-Amerika en West-Afrika.
Driehoekshandel: Handel tussen Europa, Afrika en Amerika met producten en slaven.
Wereldeconomie: Stelsel van handels- en financiële relaties dat de hele wereld omspant.