0. Info startweek
In deze quest ga je kijken naar twee scheppingsverhalen. Je gaat leren over de scheppingsverhalen van de Christenen, Romeinen en de Egyptenaren. Deze zal je met elkaar gaan vergelijken.
Aantal XM: 15 XM
Vak coaches: meneer Schuit en mevrouw Scheringa.
Leerspieren: Koppelingen maken, logisch redeneren.
Blox: Niet verplicht.
Opbrengsten: Moodboards.
1. Jij begint
God schiep de aarde in zes dagen. De zevende dag was rustdag. Het christelijk Scheppingsverhaal staat in Genesis, het eerste boek van de Bijbel. Nu waren de christenen niet de eersten die zich afvroegen hoe het leven was ontstaan. Ook oudere culturen hadden daar verklaringen voor die zij in hun scheppingsverhalen vastlegden.
Motivatiemotor
Misschien ken jij al een scheppingsverhaal of heb jij je eigen theorie.
Maak een stripverhaal met 6 vakjes waarin jij het scheppingsverhaal maakt die jij kent. Plaats deze in Seesaw en Egodact.
Christelijk scheppingsverhaal.
Kenmerkende aspecten
Deze quest past bij Tijdvak 1 De tijd van jagers en boeren en Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen.
De kenmerkende aspecten die erbij horen zijn de volgende:
-
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (Egypte)
-
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over politiek en burgerschap in de Griekse stadstaat
-
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
Vaardigheden
In deze quest komen de volgende historische vaardigheden aan bod:
Onderdeel Tijd:
-
Onderscheid maken continuïteit en verandering
-
Herkennen (im)materiële sporen van het verleden
-
Verschil unieke en generieke historische concepten
Onderdeel Interpretatie:
2. De opdracht
In deze quest voor 15 XM ga je het scheppingsverhaal van de christenen vergelijken met dat van de oude Egyptenaren en Grieken. Dat doe je door voor de drie scheppingsverhalen een storyboard te maken van minimaal vier en maximaal vijf boards per cultuur. Naast de tekeningen geef je een uitleg van minimaal 300 woorden tot maximaal 600 woorden waarin je de overeenkomsten en verschillen tussen de drie scheppingsverhalen uiteenzet.
Eindproduct
Het eindproduct bestaat uit:
-
Twaalf tot vijftien tekeningen (vier of vijf per scheppingsverhaal)
-
Een uitleg van minimaal 300 tot maximaal 600 woorden om uit te leggen wat de overeenkomsten en de verschillen tussen de drie scheppingsverhalen zijn.
-
De tekeningen en uitleg lever je digitaal als één bestand in. Analoog mag ook: dan moet het allemaal netjes in een mapje / ringbandje zitten.
Rubric/beoordeling
Voor het behalen van de XM:
|
In training
|
Brons
|
Zilver
|
Goud
|
Opdracht
|
|
|
|
|
Onderdelen en woordental
|
Het storyboard bestaat uit drie tekeningen en beslaat 90 tot 180 woorden
|
Het storyboard bestaat uit zes tekeningen en beslaat 150 tot 270 woorden
|
Het storyboard bestaat uit tien tekeningen en beslaat 210 tot 360 woorden
|
Het storyboard bestaat uit twaalf tekeningen en beslaat 300 tot 600 woorden
|
Overeenkomsten en verschillen
|
Er worden enkele verschillen tussen de scheppingsverhalen genoemd, maar geen overeenkomsten.
|
Er worden enkele duidelijke verschillen tussen de scheppingsverhalen genoemd en een paar overeenkomsten.
|
De verschillen en overeenkomsten tussen de scheppingsverhalen staan puntsgewijs genoemd.
|
De verschillen en overeenkomsten tussen de scheppingsverhalen worden duidelijk in eigen woorden beschreven.
|
Inhoud
|
|
|
|
|
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
|
De leerling noemt alleen de kenmerken van het Egyptische scheppingsverhaal.
|
De leerling noemt het soort godsdienst van de Egyptenaren en de kenmerken van het scheppingsverhaal.
|
De leerling kan aangeven waarom / op welke manier het scheppingsverhaal bij de Egyptische godsdienst past.
|
De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat voor soort godsdienst de oude Egyptenaren hadden en hoe het scheppingsverhaal daarin past.
|
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over politiek en burgerschap in de Griekse stadstaat
|
De leerling noemt alleen de kenmerken van het Griekse scheppingsverhaal.
|
De leerling noemt het soort godsdienst van de Grieken en de kenmerken van het scheppingsverhaal.
|
De leerling kan aangeven waarom / op welke manier het scheppingsverhaal bij de Griekse godsdienst past.
|
De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat voor soort godsdienst de oude Grieken hadden en hoe het scheppingsverhaal daarin past.
|
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
|
De leerling noemt alleen de kenmerken van het christelijk scheppingsverhaal.
|
De leerling noemt het soort godsdienst van de christenen en de kenmerken van het scheppingsverhaal.
|
De leerling kan aangeven waarom / op welke manier het scheppingsverhaal bij de christelijke godsdienst past.
|
De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat voor soort godsdienst de christenen hadden en hoe het scheppingsverhaal daarin past.
|
Vaardigheden
|
|
|
|
|
Onderscheid maken continuïteit en verandering
|
De leerling besteedt geen aandacht aan een verklaring voor de overeenkomsten en verschillen tussen de drie scheppingsverhalen.
|
De leerling noemt enkele verschillen en overeenkomsten tussen de drie scheppingsverhalen.
|
De leerling kan de verschillen en overeenkomsten tussen de scheppingsverhalen goed beschrijven.
|
De leerlingen kan in eigen woorden overeenkomsten en verschillen tussen de drie scheppingsverhalen verklaren.
|
Standplaats-gebondenheid
|
De leerling gaat niet in op de gevoelens en opvattingen van een van de culturen of de gebeurtenissen die daartoe hebben geleid.
|
De leerling noemt kort enkele opvattingen en gevoelens van de verschillende culturen, maar koppelt ze niet aan bewijs.
|
De leerling maakt wel een reconstructie van opvattingen en gevoelens van de culturen, maar koppelt die onvoldoende aan bewijs.
|
De leerling maakt een zodanige reconstructie van opvattingen van de culturen en zijn gevoelens op basis van bewijs dat zijn gedrag begrijpelijk wordt.
|
3. Reflective journal
Beantwoord de volgende vragen voordat je de coach een bericht stuurt:
- Wat ging er goed tijdens het maken van de quest?
- Aan welke kwaliteit van jezelf zou je dit koppelen?
- Is er iets wat beter zou kunnen voor de volgende keer?
- Kijk naar de leerspieren poster op de muur, welke heb jij gebruik tijdens deze quest? Leg uit hoe.
- Herken jij dingen die nog steeds van toepassing zijn voor de samenleving van nu? Zo ja, noteer deze!
Maak hier een foto van en zet dit in Seesaw en Egodact!
De leerspieren