Food for Thought

Food for Thought

Inleiding

De wereldbevolking groeit volgens een recent verschenen rapport van de Verenigde Naties van 7,7 miljard mensen nu tot ongeveer 11 miljard mensen in het jaar 2100. Hoe voorzien we al die mensen van voldoende voedsel van goede kwaliteit? Op zich kan er zeker voldoende voedsel worden geproduceerd voor iedereen. De impact op het landschap en het milieu is echter groot.

De vraag hoe dat te voor elkaar te krijgen is ‘Food for Thought’: stof om over na te denken.

Niet alleen omdat het over je eigen voedsel gaat, maar ook vanwege de gevolgen die de antwoorden op deze vraag hebben voor het landschap, het klimaat en de economische mogelijkheden van boeren. In deze module ga je daarom nadenken over de voedselvoorziening van de toekomst.

Bekijk onderstaand filmpje over de bevolkingsgroei om een idee te krijgen voor de noodzaak om na te denken over de voedselvoorziening in de toekomst.

 

https://www.youtube.com/watch?v=rp0VxyQVjcQ

Leerdoelen

Aan het eind van de module kan je:

  • beschrijven hoe de landbouw in de loop van de geschiedenis is ontwikkeld en wat voor effecten dit had op de samenleving.
  • uitleggen wat de effecten zijn van de moderne landbouw op de voedselvoorziening, het landschap, de natuur en de economie.
  • beredeneren waarom het voor boeren moeilijk en risicovol is om de bedrijfsvoering aan te passen.
  • een ontwerp maken van een boerderij van de toekomst.

Aandachtspunten

  • De Neolithische revolutie en later de introductie van nieuwe landbouwtechnieken en gewassen veranderden de voedselvoorziening en (indirect) de samenleving ingrijpend.
  • De moderne landbouw wordt gekenmerkt door een hoge voedselproductie en economische rendabiliteit.
  • De moderne landbouw heeft het landschap eenvormiger gemaakt, het milieu verontreinigd, de biodiversiteit verminderd en levert veel kritiek op het dierenwelzijn op.
  • De ‘tovenaar’ en de ‘profeet’ bieden verschillende oplossingen voor de voedselvoorziening van de toekomst. Mogelijk is er ook een combinatie mogelijk.

Begrippen

Ontwikkelingen in het verleden

 

 

 

 

 

Globalisering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boer als ondernemer

Jagers-verzamelaars

Neolithische revolutie

Sedentaire leefwijze

Drieslagstelsel / Vierslagstelsel

irrigatie

Industriële revolutie

Groene revolutie

Schaalvergroting

Ruilverkaveling

Monocultuur

Specialisatie

Bio-industrie

Biodiversiteit

Stadslandbouw

Verticale landbouw

Saldo

Vordering

Boekjaar

Opdrachten

Startopdracht

Waar komt je voedsel vandaan?

 

Het hele jaar door appels, sinaasappels, frambozen en aardbeien in de winkel. Dit was 40 jaar geleden nog ondenkbaar. Heb je wel eens gekeken in welk land het voedsel wat je eet wordt geproduceerd? In deze startopdracht ga je dat in ieder geval doen.

Ga naar de website van www.ah.nl . Tik in de zoekbalk een product in uit de lijst hieronder en noteer in de kolom daarnaast het land of landen waar dit product vandaan komt.

Doe dit als volgt:

Als je het product intikt in de zoekbalk, kun je op het artikel klikken. Als je dan de informatie bekijkt over het product, zie je ergens ook de herkomst van het product. Daar staat of staan meerdere landen. Noteer ze in de onderstaande kolom.

Granny Smith

 

Banaan

 

Citroen

 

Dadel

 

Framboos

 

Grapefruit

 

Kakifruit

 

Kiwi

 

Meloen

 

Mandarijn

 

Kersen

 

Sinaasappel

 

Mango

 

Ananas

 

 

Gebruik nu de bijlage (wereldkaart) hieronder. Maak nu een A3-collage. Gebruik de wereldkaart uit de bijlage en teken de producten in op de kaart bij het juiste land. De producten kunnen dus op meerdere plaatsen op de kaart te zien zijn. Maak een passende legenda en geef de kaart een passende titel. 

Voor deze startopdracht zijn 5 punten te verdienen.

Deel 1: Geschiedenis van de Landbouw

Geschiedenis van de Landbouw

Het Midden-Oosten en de Nijldelta

Verreweg het grootste deel van de tijd dat er mensen op aarde zijn, hebben zij geleefd als jagers-verzamelaars. Ze trokken rond in kleine groepen en leefden als nomaden. Omdat er veel verschillende planten en dieren eetbaar waren, was er waarschijnlijk weinig sprake van hongersnood. Iedere groep had wel veel ruimte nodig en er was dus een limiet aan de omvang van de bevolking.

Dit tijdperk heette het Paleolithicum en duurde tot 10.000 voor Christus.

In het Neolithicum dat duurde tot 3500 voor Christus veranderde dit. De volgende veranderingen vonden plaats:

- mens wordt landbouwer
- mens vestigt zich (= leeft sedentair)
- Ontstaat op verschillende momenten in de wereld
- landbouw ontstaat steeds langs een rivier waar de grond vruchtbaar is

Figuur 1 Verspreiding Landbouw vanuit o.a. het Midden-Oosten in het Neolithicum

Landbouwsamenleving

Tussen ongeveer 12.000 en 5.000 jaar geleden gaan in heel veel gebieden op aarde de mensen over op landbouw (zie figuur 1 en 2). Dit was voor die mensen waarschijnlijk een geleidelijke overgang, maar voor de mensheid een ware revolutie. Men vestigde zich voor langere tijd op een bepaalde plek. Dat heet een sedentaire levenswijze. Er ontstonden nederzettingen. Men ging gewassen verbouwen en dieren houden. Dat leverde meer werk op dan het jagen-verzamelen, maar het betekende ook dat onder de juiste omstandigheden de opbrengst per gebied groter was. Daardoor kon de bevolking gaan groeien. Na een tijdje was de bevolking zo gegroeid dat een onomkeerbare situatie ontstond. Er was geen weg terug naar het jagen-verzamelen. De overgang van jagen-verzamelen naar landbouw wordt de Neolithische revolutie genoemd.

Vruchtbare Sikkel – Landbouwtechnieken in de Nijldelta

 

 

Uit de landbouwsamenlevingen ontwikkelden zich steeds complexere samenlevingen. Dit gebeurde vooral in semi-aride (halfdroge) gebieden zoals het Midden-Oosten. Landbouw was daar alleen mogelijk als er irrigatie werd toegepast. Dit betekende dat er een systeem van kanaaltjes en dijkjes moest worden aangelegd. Het vergde heel wat organisatie om dat te doen.

 

De opbrengst per gebied groeide enorm door irrigatie en dat betekende dat er steden konden ontstaan en mensen andere beroepen konden gaan uitoefenen dan alleen voedsel produceren. De beschavingen bleven wel afhankelijk van de landbouw. Een neergang van de beschaving volgde vaak op een periode waarin de oogsten mislukten.

Bekijk het volgende fragment:

https://www.youtube.com/watch?v=2ADIfeSXzDY (tot aan minuut 4:17).

Drieslagstelsel – Een nieuwe revolutie

In de vroege Middeleeuwen wordt in onze streken het drieslagstelsel ingevoerd. Het was dé grote landbouwinnovatie van de Middeleeuwen. Bij het drieslagstelsel werd de grond in drie stukken verdeeld. Op één stuk werd het ene jaar wintergraan verbouwd (tarwe, rogge), het tweede jaar zomergraan (gerst, haver) of bonen en het derde jaar lag de grond braak. De andere twee stukken grond volgden deze cyclus ook, maar begonnen het eerste jaar met zomergraan of lagen het eerste jaar braak. De grond kon zo efficiënter gebruikt worden omdat hij niet om het jaar hoefde braak te liggen. Het drieslagstelsel betekende dus meer voedsel. Karel de Grote stimuleerde boeren over te gaan op dit drieslagstelsel. De bevolking groeide hierdoor.

Het drieslagstelsel: op een stuk grond werd een jaar zomergraan verbouwd. In het volgende jaar werd er wintergraan verbouwd. Daarna lag de grond een jaar braak om uitputting van de bodem te voorkomen. (bron:Hackvoort)

Later werd in Vlaanderen het drieslagstelsel vervangen door het vierslagstelsel. Bij dit stelsel hoefde de grond niet meer braak te liggen. Graan werd afgewisseld met gewassen als klaver, rapen en aardappelen.

De introductie van de aardappel!

De aardappel was sinds de ontdekking van Amerika een nieuw gewas in Europa. Oorspronkelijk komt de aardappel uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Indianen verbouwden de plant daar al honderden jaren. Rond 1536 werd de aardappel door de Spanjaarden naar Europa gebracht toen ze Zuid- en Midden-Amerika hadden veroverd. Gedurende de opstand of 80-jarige oorlog verspreidden de Spanjaarden de aardappel ook in onze streken. In de loop van de 18e eeuw werd dit hét volksvoedsel in Europa.

Figuur 4 Boliviaanse boeren oogsten aardappels in het gebied waar de aardappel vandaan komt, het Andesgebergte. In Bolivia komen zo’n 700 aardappelsoorten voor!

 

Aardappels geven mensen veel energie. De voedselproductie steeg en er traden minder vaak hongersnoden op. Eindelijk konden de Europese landen hun bevolking van voldoende voedsel voorzien. Na een tijdje nam de bevolkingsomvang hierdoor enorm toe. Vooral omdat er door de voedzame aardappels meer kinderen in leven bleven. De introductie van de aardappel leidde tot een monocultuur, veel boeren verbouwden nog maar één product: aardappelen. Dit was zo in Nederland, Duitsland en Engeland, maar vooral in Ierland. Daar groeide de bevolking van ongeveer 1,5 miljoen in 1600 tot ruim 8,5 miljoen in 1800.

Figuur 5 verspreiding van de aardappelteelt (bron: nhm.ac.uk)

De monocultuur maakte de voedselvoorziening echter ook kwetsbaar. In de periode 1845-1849 sloeg de aardappelziekte toe. De oorzaak, een waterschimmel, werd zonder dat men het wist per schip meegenomen uit Amerika. In het vochtige klimaat in West-Europa gedijde deze ziekte heel goed. Ierland, toch al één van de armste landen van Europa, werd getroffen door de ‘grote hongersnood’. Ongeveer een miljoen (!) mensen stierven er van de honger. Nog meer Ieren emigreerden en beproefden hun geluk in de Verenigde Staten. Ierland is deze klap eigenlijk nog steeds niet te boven gekomen. Het is het enige land in Europa dat in 1800 meer inwoners telde dan nu.

Figuur 6 Monument voor de Great Famine (de grote hongersnood) van 1845-1849 in Dublin


Ondanks de enorme hongersnood van 1845-1849 is sinds de komst van de aardappel naar Europa de voedselvoorziening veel stabieler geworden. Dit legde een belangrijke basis voor het industriële tijdperk. De monocultuur was wel kwetsbaar voor schimmels en plantenziekten.

 

De opdracht: Maak een tijdbalk op een A3-formaat papier dat loopt van 10.000 v.C. tot aan 1900. Laat op deze tijdbalk de belangrijkste landbouwrevoluties zien en voorzie deze van uitleg met passende tekeningen en/of afbeeldingen.

Voor deze opdracht zijn 10 punten te verdienen.

Deel 2: van Kneuterboerderij naar Megastal

In de afgelopen honderd jaar is de landbouw enorm veranderd. Aan het begin van de twintigste eeuw was een boerenbedrijf overal in de wereld nog een klein bedrijfje waar voedsel voor de lokale markt werd verbouwd. Het was meestal een gemengd bedrijfje waar wat graan werd verbouwd (akkerbouw), een moestuintje werd bijgehouden (tuinbouw) en een paar kippen, geiten of koeien werden gehouden (veeteelt). De akkertjes werden van oudsher met bomen en hagen van struiken afgeschermd om wilde dieren weg te houden bij de gewassen en het vee. Het landschap bestond dus uit kleine akkertjes en weilanden die van elkaar gescheiden werden door hagen of houtwallen. Verder waren er uitgestrekte heidevelden en moerassen. Tot in de 19e eeuw waren de meeste steden maar klein. Ze telden vaak niet meer dan 10.000 inwoners.

De industriële revolutie bracht verandering. In het begin ging dat langzaam. Maar toen rond 1870 kunstmest werd uitgevonden ging de voedselproductie echt omhoog. Heidevelden waren eeuwenlang nodig geweest om schapen te laten grazen die mest produceerden voor de akkers. Deze mest was ineens niet meer nodig. En dus waren de schapen en de heidevelden ook overbodig. Later maakten landbouwmachines ook de vele werkkrachten en lastdieren op de boerderijen overbodig. Mensen trokken naar de steden die vanaf het einde van de 19e eeuw snel groeiden. Tot aan ongeveer 1950 bleef de landbouw in Nederland echter nog vooral bestaan uit een heleboel kleine boerenbedrijfjes.

Door een opeenvolging van ontwikkelingen veranderde de kleinschaligheid van de landbouw steeds meer in grootschaligheid. Hieronder staan puntsgewijs de belangrijkste veranderingen.

Ruilverkaveling

Boeren ruilden hun stukken land (kavels) om grotere aaneengesloten stukken te krijgen. Dit werd ruilverkaveling genoemd en het betekende ook dat houtwallen verdwenen en de grond geëgaliseerd werd. Bekijk het volgende fragment hierover.

https://schooltv.nl/video/wat-is-ruilverkaveling-landbouwgrond-ruilen-om-efficienter-te-produceren/#q=ruilverkaveling.

Mechanisatie

Er werden steeds meer machines ingezet in de landbouw. De introductie van tractor was daarvan de belangrijkste. Boerenknechten en trekdieren werden hierdoor overbodig. Een boer kon het werk voortaan alleen af. En met zijn machines kon hij veel meer werk verzetten. Zo zorgt de melkrobot ervoor dat een boer nauwelijks nog tijd kwijt is aan het melken van de koeien, voorheen een tijdrovende klus. Tegenwoordig zijn er zelfrijdende zaai- en oogstmachines die GPS-gestuurd worden en aan de hand van bodemmonsters de juiste hoeveelheid kunstmest toedienen. Bekijk het fragment over mechanisatie hieronder.

https://schooltv.nl/video/een-modern-landbouwbedrijf-wie-doet-het-werk-op-een-modern-landbouwbedrijf/#q=mechanisatie

Specialisatie

De gemengde boerenbedrijven die zowel akkerbouwgewassen verbouwden als vee hielden verdwenen bijna allemaal. Boeren gingen zich specialiseren in één of enkele producten. Als je je specialiseert in één ding wordt je er beter in. Hierdoor verhogen de opbrengsten.

Een voorbeeld van specialisatie in de Nederlandse tuinbouw. Bron: www.nu.nl

Intensivering

De productie werd opgeschroefd. Dit gebeurde door kunstmest en krachtvoer te gebruiken of door de dieren te houden in legbatterijen of bio-industriestallen. In de tuinbouw ging de productie omhoog door kassen te bouwen waar het klimaat geregeld kon worden. Bedrijven worden zo ingericht dat er efficiënt, met minimale inzet een maximale opbrengst kan worden behaald.

Bekijk hieronder hoe al deze ontwikkelingen ervoor hebben gezorgd dat Nederland na de Verenigde Staten de grootste landbouwexporteur ter wereld is geworden.

https://schooltv.nl/video/nederland-van-boven-in-de-klas-landbouw/#q=landbouw

 

Opdracht

Je hebt in bovenstaande informatie kunnen zien hoe de landbouw steeds grootschaliger is geworden.

Maak een A3-formaat poster waarop deze veranderingen te zien zijn en uitgelegd worden. Je moet eerst informatie verzamelen. Doe dit als volgt:

  • Ga naar www.topotijdreis.nl
    • Zoom in op een gebied in eigen regio totdat je tussen regionale en lokale schaal in zit.
    • Aan de linkerkant kun je de tijdbalk verschuiven.
    • Maak twee screenshots van eenzelfde gebied, maar van verschillende jaren. Doe dit op een manier waardoor je goed kunt zien dat er ruilverkaveling heeft plaatsgevonden.
    • Bewaar de twee afbeeldingen
  • Zoek foto’s van 4 verschillende landbouwwerktuigen van rond het jaar 1900 en van de huidige tijd die dezelfde functie hebben. In totaal zoek je dus 8 foto’s. Gebruik deze om het begrip ‘mechanisatie’ toe te lichten.
  • Gebruik onderstaande tabellen om het begrip ‘specialisatie’ te verduidelijken.        

 

  • Maak één grafiek voor het totaal aantal bedrijven en één voor de ‘oppervlakte cultuurgrond’.
  • Gebruik deze twee grafieken om te bewijzen dat er schaalvergroting heeft plaatsgevonden in de laatste 20 jaar.
  • Ga op zoek naar informatie over de Groene Revolutie uit de jaren 60 en 70 in de Azië. Gebruik de gevonden informatie om het begrip ‘intensivering’ toe te lichten op je poster.

 

Gebruik al je gevonden informatie om een mooie poster-presentatie te maken over veranderingen in de landbouw.

Geef je poster een titel en deel je poster op een logische, overzichtelijke manier in. Gebruikt beeldmateriaal wordt toegelicht en dient dus niet alleen ter opleuking.

Voor deze opdracht zijn in totaal 20 punten te verdienen.

Deel 3: Food = Business!

De afgelopen decennia is er veel veranderd op het gebied van voedsel. Het eten op ons bord is afkomstig van alle uithoeken van de wereld. Naast deze mondialisering is er ook in sterke mate sprake van industrialisering van de productie van voedsel. Met als gevolg dat in grote delen van de wereld geen ondervoeding meer is, maar overvoeding! Dit komt doordat veel landen een beleid hebben van ‘voedselzekerheid’, waardoor er vaak meer wordt geproduceerd dan nodig is. Overschotten die hierdoor ontstaan worden soms voor spotprijzen gedumpt op de wereldmarkt.

Voedsel heeft hierdoor ook een sterke morele dimensie gekregen. Naast de manier van produceren, dat gevolgen kan hebben voor klimaat, milieu en dierenwelzijn, zijn er ook veel kleine boeren in Azië, Afrika en Zuid-Amerika die het hoofd maar amper boven water kunnen houden.

Het opdrachtenboekje hieronder gaat in op de verdeling van inkomsten van voedsel wereldwijd.

- Download het boekje en maak de opdrachten met behulp van de Bosatlas van het Voedsel.

 

Eindopdracht

Ontwerp je Boerderij van de Toekomst

De eindopdracht van deze module luidt: ontwerp de boerderij van de toekomst. Het woord ‘boerderij’ mag je hier ruim opvatten. Die boerderij zou ook een laboratorium kunnen zijn, een stadstuin of zelfs een kweekvijver. De vraagt waar het allemaal omdraait is: hoe komen we in 2040 aan ons voedsel?

- Je werkt met je groepje een idee uit over de toekomstige voedselvoorziening. Maak gebruik van informatie gevonden uit eerdere opdrachten om te bepalen welke richting jullie in willen gaan. 

  • Bedenk op welke schaal je het idee wilt laten zien (mondiaal, nationaal, regionaal, lokaal)
  • Werk een idee uit op papier
  • Bedenk hoe je dit wilt gaan laten zien (film, maquette, tekening, sketch-up)
  • Werk jullie plan uit. Maak hierbij een goede taakverdeling.

- Houd rekening met thema's als dierenwelzijn, milieu, duurzaamheid, bevolkingsgroei.

- Wees creatief en innovatief

- Zorg voor een helder ontwerp en duidelijk verhaal

  • Het arrangement Food for Thought is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Wouter Schutte
    Laatst gewijzigd
    2022-09-22 14:58:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    2THV
    Leerniveau
    VWO 2; VMBO theoretische leerweg, 2; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biodiversiteit; Biologie; Mens en natuur; Economie; Milieu; Mens en maatschappij; Natuur- en milieueducatie; Aardrijkskunde; Voeding; Geschiedenis; Duurzaamheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    landbouw duurzaamheid biologisch wereldbevolking
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.