In de afgelopen honderd jaar is de landbouw enorm veranderd. Aan het begin van de twintigste eeuw was een boerenbedrijf overal in de wereld nog een klein bedrijfje waar voedsel voor de lokale markt werd verbouwd. Het was meestal een gemengd bedrijfje waar wat graan werd verbouwd (akkerbouw), een moestuintje werd bijgehouden (tuinbouw) en een paar kippen, geiten of koeien werden gehouden (veeteelt). De akkertjes werden van oudsher met bomen en hagen van struiken afgeschermd om wilde dieren weg te houden bij de gewassen en het vee. Het landschap bestond dus uit kleine akkertjes en weilanden die van elkaar gescheiden werden door hagen of houtwallen. Verder waren er uitgestrekte heidevelden en moerassen. Tot in de 19e eeuw waren de meeste steden maar klein. Ze telden vaak niet meer dan 10.000 inwoners.
De industriële revolutie bracht verandering. In het begin ging dat langzaam. Maar toen rond 1870 kunstmest werd uitgevonden ging de voedselproductie echt omhoog. Heidevelden waren eeuwenlang nodig geweest om schapen te laten grazen die mest produceerden voor de akkers. Deze mest was ineens niet meer nodig. En dus waren de schapen en de heidevelden ook overbodig. Later maakten landbouwmachines ook de vele werkkrachten en lastdieren op de boerderijen overbodig. Mensen trokken naar de steden die vanaf het einde van de 19e eeuw snel groeiden. Tot aan ongeveer 1950 bleef de landbouw in Nederland echter nog vooral bestaan uit een heleboel kleine boerenbedrijfjes.
Door een opeenvolging van ontwikkelingen veranderde de kleinschaligheid van de landbouw steeds meer in grootschaligheid. Hieronder staan puntsgewijs de belangrijkste veranderingen.
Boeren ruilden hun stukken land (kavels) om grotere aaneengesloten stukken te krijgen. Dit werd ruilverkaveling genoemd en het betekende ook dat houtwallen verdwenen en de grond geëgaliseerd werd. Bekijk het volgende fragment hierover.
Er werden steeds meer machines ingezet in de landbouw. De introductie van tractor was daarvan de belangrijkste. Boerenknechten en trekdieren werden hierdoor overbodig. Een boer kon het werk voortaan alleen af. En met zijn machines kon hij veel meer werk verzetten. Zo zorgt de melkrobot ervoor dat een boer nauwelijks nog tijd kwijt is aan het melken van de koeien, voorheen een tijdrovende klus. Tegenwoordig zijn er zelfrijdende zaai- en oogstmachines die GPS-gestuurd worden en aan de hand van bodemmonsters de juiste hoeveelheid kunstmest toedienen. Bekijk het fragment over mechanisatie hieronder.
De gemengde boerenbedrijven die zowel akkerbouwgewassen verbouwden als vee hielden verdwenen bijna allemaal. Boeren gingen zich specialiseren in één of enkele producten. Als je je specialiseert in één ding wordt je er beter in. Hierdoor verhogen de opbrengsten.

Een voorbeeld van specialisatie in de Nederlandse tuinbouw. Bron: www.nu.nl
De productie werd opgeschroefd. Dit gebeurde door kunstmest en krachtvoer te gebruiken of door de dieren te houden in legbatterijen of bio-industriestallen. In de tuinbouw ging de productie omhoog door kassen te bouwen waar het klimaat geregeld kon worden. Bedrijven worden zo ingericht dat er efficiënt, met minimale inzet een maximale opbrengst kan worden behaald.
Bekijk hieronder hoe al deze ontwikkelingen ervoor hebben gezorgd dat Nederland na de Verenigde Staten de grootste landbouwexporteur ter wereld is geworden.
https://schooltv.nl/video/nederland-van-boven-in-de-klas-landbouw/#q=landbouw
Opdracht
Je hebt in bovenstaande informatie kunnen zien hoe de landbouw steeds grootschaliger is geworden.
Maak een A3-formaat poster waarop deze veranderingen te zien zijn en uitgelegd worden. Je moet eerst informatie verzamelen. Doe dit als volgt:



Gebruik al je gevonden informatie om een mooie poster-presentatie te maken over veranderingen in de landbouw.
Geef je poster een titel en deel je poster op een logische, overzichtelijke manier in. Gebruikt beeldmateriaal wordt toegelicht en dient dus niet alleen ter opleuking.
Voor deze opdracht zijn in totaal 20 punten te verdienen.